Tekstweergave van nieuwe_tielsche_courant-18840402-001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
M
1884.
Een
en
Veertigste
Jaargang.
2866.
VOOR
DE
STAD
EN
Abonnements-prij
9:
Per
jaar
f
2.60.
Franco
per
post
....
-
3.—.
Advertentiën:
Van
één
tot
zes
regels
60
Cents.
Voor
eiken
regel
meer
10
Cents.
HET
ARRONDISSEMENT.
De
Uitgav
e:
geschiedt
eiken
Dingsdag-
en
Vrijdag-Avond.
Woensdag
2
April.
Verkrijgbaar:
bij
den
Uitgever;
bij
alle
Boekhandelaren
en
Postkantoren
in
dit
Rijk.
Busligtingen
aan
het
Postkantoor
te
Tie!.
De
laatste
ligting
der
bus
zal
plaats
hebben
voor
de
correspondentie
met
de
Spoortreinen:
7.10
,
7.50
,
10.15
en
11.20
u.
voormiddags.
1.20,
2.50,
5.30,
6.30
,
8,30
en
9,30
u.
namiddags.
De
correspondentie
geschiedt
met
eiken
trein.
Ligting
der
Buitenbussen.
6.30
’s
morgens,
12,45
's
namidd.,
5
en
6
’s
avonds.
Vertrek
van
Tiel
naar
SPOORWEGEN.
Winlerdiemt,
1
November
1883.
NIJMEGEN
en
ARNHEM.
7.43
9.13
*
loopt
niet
verder
dan
Nijmegen.
11.54
3.23
7.8
*
loopt
niet
verder
dan
Nijmegen.
10.9
GELDERMALSEN,
GORINCHEM.
8.22
10.49
*
stopt
niet
te
'Wadenoijen.
1.59
6.11
9.9
9.28
*
stopt
niet
te
Wadenoijen.
8.22
10.49
6.11
Vertrek
van
Geldermalsen
naar
v.
Gorinchem
Aankomst
te
Tiel
van:
’s
BOSCH.
UTRECHT.
GORINCHEM.
naai'
TIEL.
ARNHEM
UTRECHT-
’s
BOSCH—
en
NIJMEGEN.
GELDERMALSEN.
GELDERMALSEN.
8.54
*
7.20
7.15
6.30
8.22
9.13
7.43
9,15
9.13
9
10.10
10.49
*
11.54
11.54
11.28
*
11.8
*
11.40
*
5.30
*
uit
Nijmegen
alleeu.
3.23
3.23
2.56
6.45
*
9.47
2.29
6.42
*
7.28
9.51
*
7.10
8.30
1.59
6.11
9.9
9.28
*
uit
Nijmegen
alleen.
7.8
*
10.9
7.8
*
10.9
De
met
een
*
geteekende
zijn
sneltreinen
of
treinen
die
niet
overal
stoppen.
WB.
Eiken
Woensdag
en
Vrijdag
vertrekt
van
Tiel
naar
Geldermalscn
een
extratrein
(drie
klassen),
aansluitende
op
den
eersten
trein
naar
Utrecht;
Tiel
v.
6.45
v.m.;
Wadenoijen
v.
6.55;
Geldermalsen
a.
7.5.
Vergadering
van
den
Gemeenteraad.
29
Maart
1884.
Tegenwoordig:
de
Burgemeester,
Voor
172
zitter
,
en
de
leden
Tydeman
,
van
Lutter-
vclt,
Verweij
,
Jansen
,
Campagne
,
Pijnac-
ker
,
Pameijer
,
Formijne
,
van
Andel,
Post,
Mijs,
Hink
en
van
Lidth
de
Jeude.
Na
opening
der
vergadering
worden
de
notulen
der
vorige
vergadering
gelezen
en
goedgekeurd.
1.
Aan
de
orde
is
een
voorstol
van
B.
en
W.
om,
ter
gemoetkoming
aan
de
be
172
zwaren
van
den
Min.
van
Binnen!.
Zaken,
gemaakt
tegen
het
Reglement
op
het
houden
van
de
Bank
van
Leening
a.
art.
65
te
le
172
zen
:
voor
geleende
sommen
van
f
50
en
daarbeneden
12
percent
in
het
jaar
(in
plaats
van
15
percent
gelijk
was
voorgesteld);
5.
aan
art.
6
toe
te
voegen
de
volgende
alinea:
het
tarief
der
door
de
beleeners
te
betalen
rente
wordt,
met
het
oog
op
do
inkomsten,
die
de
Bank
in
de
voorafgaande
jaren
heeft
opgeleverd
,
om
de
5
jaren
herzien
;
c.
art.
5
van
de
verpacktings-conditien
te
lezeu
:
de
verpachting
gpschiedt
voor
den
tijd
van
5
jaren,
iugartbde
1
Mei
1884
en
eindigende
uit.
April
(1889,
(Voorgesteld
was
een
ter
172
mijn
vau,,l2
jaren.)
Het
yóorstel
wordt
z.
h.
s.
aangenomen.
2.
Tegen
de
concept-bouwverordening
ma
172
ken
Qed.
Staten
twee
bezwaren.
In
de
eerste
plaats
meent
dit
CoIIegie
dat
het
niet
aan
172
gaat
om,
hoever
een
eigenaar
met
zijn
wo
172
ning
ook
van
den
openbaren
weg
verwijderd
is,
de
verpligting
aan
dien
eigenaar
op
te
leggen,
steeds
een
toegang
van
2
ellen
tot
den
openbaren
weg
te
hebben.
Het
wenscht
dus
dat
de
laatste
alinea
van
art.
2
buiten
de
kom
der
gemeente
niet
toepasselijk
zij.
B.
en
W.
merken
in
de
toelichting
van
hun
voorstel
op,
dat
deze
bepaling
ook
in
de
thans
nog
in
werking
zijnde
bouwverorde-
ding
voorkomt,
voor
alle
woningen
,
waar
ook
in
de
gemeente
gelegen
geldend
,
dat
zij
nimmer
tot
klagten
aanleiding
heeft
gege
172
ven
,
dat
de
wenschelijkheid
dat
bij
brand
ook
buiten
de
kom
der
gemeente
gelegen
percelen
gemakkelijk
met
de
brandspuiten
Feuilleton.
De
Buchsweiler
Vrouwenoorlog.
Episode
uit
de
Geschiedenis
van
den
Elzas.
Naar
het
Duitsch
van
ANTON
OHOEN.
3)
Itttusschen
waren
do
mannen
uit
de
stad
getrokken
naar
het
slot
Lichtenberg,
twee
uren
verwijderd
en
bewoond
door
Jacobs
broeder,
Lodewijk
,
een
wakker
en
welwillend
Heer.
Hem
klaagden
zij
hunne
nooden
,
ver
172
zochten
hem
om
hulp
en
hij
verklaarde
hen
dat
hij
bereid
was,
de
booze
Biirbel
weg
te
jagen.
Hij
verzamelde
zijne
krijgslieden,
kreeg
ook
nog
eenige
manschappen
van
den
bis
172
schep
van
Metz
,
alsmede
van
den
Markgraaf
van
Baden
en
de
burgers
uit
Straatsburg
en
zoo
rukte
hij
met
voetvolk,
ruiters
en
ge
172
schut
tegen
Buchsweiler
op.
Daar
de
man
172
nen
der
stad
in
Lodewijk’s
leger
waren
en
de
vrouwen
eeue
dreigende
houding
aanna
172
men
,
zag
zich
heer
Jacob
spoedig
genood
172
zaakt
de
stad
zelve
prijs
te
geven
en
zich
met
zijne
knechten
op
den
wel
bevestigden
en
van
proviand
goed
voorzienen
burg
terug
te
trekken.
Zoo
kwamen
de
Buchsweiler
man
172
nen
weder
bij
hunne
dappere
vrouwen
en
hielpen
tegelijkertijd
hunnen
tot
nu
toe
door
hen
erkenden
heer
en
gebieder
belegeren.
Dezen
werd
het
op
den
duur
hoogst
onaan
172
genaam
op
zijn
slot,
in
weerwil
dat
de
schoone
Barbel
hare
liefde
jegens
hem
scheen
te
naderen
zijn
,
aanbeveling
is
om
haar
te
handhaven,
doch
dat
het
bezwaar
door
G.
S.
er
tegen
aangevoerd,
het
toch
beter
doet
voorkomen
het
voorschrift
tot
de
bebouwde
kom
te
beperken,
weshalve
zij
voorstellen
aan
het
verlangen
van
Qed.
Staten
te
dezen
aanzien
te
ge
moet
te
komen.
In
de
tweede
plaats
maken
Ged.
Staten
bezwaar
tegen
de
bepaling
in
art.
5
voor
172
komende,
dat
B.
en
W.
hun
weigering
om
vergunning
tot
bouwen
te
geven
kunnen
gronden
óók
„op
de
zorg
voor
de
geregelde
plaatsing
der
gebouwen.”
Ged.
Staten
mee
172
nen
dat
de
zorg
voor
de
geregelde
plaatsing
der
gebouwen
zich
niet
verder
kan
uitstrek
172
ken
dan
het
belang
van
den
openbaren
weg
medebrengt,
opdat
de
weg
tot
voldoende
ruimte
onbelemmerd
zij.
B.
en
W.
kunnen
zich
met
die.
beschouwing
niet
vereenigen
en
oordeelen
hpt
behoud
van
het
artikel
,
ge
172
lijk
het
luidt,
wenschelijk
,
opmerkende
dat
daardoor
geene
met
de
wet
strijdige
be
172
voegdheid
aan
B.
en
W.
wordt
gegeven.
Zij
stellen
dus
voor,
aan
dit
bezwaar
van
Qed.
Staten
niet
tegemoet
te
komen.
Nadat
de
Voorzitter
het
voorstel
had
toe
172
gelicht
,
oppert
de
Heer
Formijne
daartegen,
wat
het
tweede
gedeelte
betrett,
bedenkin
172
gen
,
z.
i.
wordt
het
eigendomsregt
zoo
doen
172
de
wat
al
te
zeer
beperkt
en
hij
zou
er
dus
voor
zijn
de
woorden
,
waartegen
bedenking
gerezen
is
,
weg
te
laten.
De
Heer
Pijnacker
verdedigt
het
voorstel
van
B.
en
W,
als
nood
172
zakelijk.
Rooijing
is
niet
voldoende,
want
men
zou
de
rooijing
kunnen
toepassen
en
toch
do
geregelde
plaatsing
niet
in
acht
nemen.
Het
voorstel
wordt
daarop
aangenomen
met
12
stemmen
tegen
1
,
die
van
den
Heer
Formijne.
3.
Ter
tafel
komt
het
rapport
dercomm.
van
openbare
werken
betreffende
een
nieuw
riool
tot
afvoer
van
regen-
en
keuken
water
en
vuile
vloeistoffen
van
het
terrein
tusschen
de
Beestenmarkt,
het
Molenlaantje
en
den
Lingedijk.
De
conclusie
strekt
om
een
riool
door
dien
dijk
te
leggen
,
bij
de
huizen
van
Scherpenzeel,
uitkomende
in
de
Kolk
bij
de
doode
Linge,
voorts
een
riool
van
de
huizen
van
Pitlo
,
langs
den
dijk,
uitkomende
in
het
eerstgemelde,
en
een
goot
van
af
de
te
verdubbelen
,
want
het
geschut
der
bele
172
gerden
maakte
geweldige
bressen
in
de
ma
172
ren
en
de
proviand
raakte,
daar
men
niet
al
te
spaarzaam
geweest
was,
van
lieverlede
op.
In
spijt
van
dit
alles,
was
Heer
Jacob
niet
genegen
te
kapituleeren
,
daar
zijn
broe
172
der
verlangd
had,
dath.j
zich
van
de
booze
vrouw,
do
oorzaak
van
alle
kwaad
,
zou
ontdoen.
Toen
deze
evenwel
dreigde,
dat
hij
hem
noch
aan
goed
noch
aan
lijf
zou
ontzien
,
als
hij
niet
zijne
onderdanen
vrede
en
recht
verleende,
en
toen
zelfs
Jacob’s
vertrouwden
hem
dringend
toegevendheid
aanrieden
,
kwam
het
tot
een
zeer
opge
172
wonden
tooneel
tusschen
hem
en
Barbel.
Zij
bezwoer
hom
met
beden
en
tranen
met
de
warmste
liefkozingen
,
haar
niet
te
verstoe
172
ten
,
zoodat
Heer
Jacob
blijde
was
eindelijk
een
uitweg
gevonden
te
hebben.
Hij
stelde
haar
voor,
zij
zon
er
in
be
172
willigen
Buchsweiler
te
verlaten,
dan
zou
hij
voor
haar
een
rijk
jaargeld
uitzetten,
waarvan
zij
als
oene
edelvrouw
zou
kunnen
leven.
Ook
wilde
hij
haar
een
deftig
huis
schenken
in
de
rijksstad
Hagen
au
en
beloofde
haar
dikwijls
in
haar
verbanningsoord
te
zullen
bezoeken.
Dit
voorstel
nam
Barbel
eindelijk
aan,
en
onder
veilig
geleide
van
krijgsknechten
trok
zij,
uitgejouwd
door
de
bespottingen
der
Buchsweiler
mannen
en
vrouwen
,
uit
den
burg
en
het
stadje
,
en
de
vrede
was
weder
hersteld.
De
beide
Lichtenberger
broeders
verzoenden
zich
intussehen
eerst
in
het
jaar
1571,
toen
Lodewijk
overleed
en
Jacob
liet
na
zijn
steeg
naast
de
school
van
don
Heer
Spoel,
ook
uitkomende
in
dat
riool;
eindelijk
een
open
goot
langs
het
Molenlaantje,
afwaterende
in
de
sloot
langs
de
Papesteeg,
te
zameu
,
daaronder
begrepen
de
verdieping
en
uitbag
172
gering
der
doode
Linge
over
120
meter,
geraamd
op
f
1843.
De
Voorzitter
stelt
namens
het
Dag.
Best
voor,
de
genoemde
werken
voor
rekening
der
gemeente
te
doen
uitvoeren
en
licht
het
voorstel
nader
toe.
De
Heer
Jansen
vraagt
of
eene
uitwatering
door
het
Molenlaantje
niet
minder
kostbaar
zou
zijn
en
of
er
wel
rekening
mede
gehouden
is,
dat
de
afloop
van
het
water
langs
da
Papesteeg
door
den
heer
van
Everdingen
verstopt
is
P
De
Voorzitter
antwoordt
dat
tegen
do
uitwatering,
zooals
de
Heer
Jansen
bedoelt',
"dit
bezwaar
is
dat
die
dan
zou
moeten
plaats
hebben
op
terrein
waar
do
gemeente
niets
te
zeggen
heeft,
terwijl
daarentegen
de
doode
Linge
onder
het
beheer
van
het
gemeentebestuur
staat.
De
Heer
van
Lidth
vraagt
opheldering
waarom
voorgestold
wordt
al
de
genoemde
werken
voor
rekening
der
gemeente
daar
te
stellen,
daar
in
de
comm.
voor
op.
werken
alleen
gesproken
is
het
hoofdriool
op
stadskosten
te
leggen.
Do
Voorzitter
antwoordt
dat
hot
Dag.
Best.
van
oordeel
is,
dat
al
de
werken
strekken
in
het
belang
der
geheele
gemeente
en
dus
geheel
ten
laste
der
gemeente
be
172
lmoren
te
komen.
De
Heer
Formijne
vraagt
hoe
het
riool
eigenlijk
loopen
zal
en
nadat
uit
het
antwoord
van
den
Voorzitter
is
ge
172
bleken
dat
dit
voor
langs
de
huizen
loopen
zal,
oppert
spr.
daartegen
bezwaren,
daar
hij
vreest
dat
de
huizen
met
hunne
keukens
er
niets
aan
zullen
hebben,
ten
ware
zij
onder
de
huizen
door
verbindingen
met
het
riool
krijgen,
De
Voorzitter
bestrijdt
den
Heer
Formijne
en
betoogt
dat
het
riool
niet
anders
dan
voor
de
huizen
kan
komen
en
dat
het
ook
overal
aldus
geschiedt.
Het
ia
van
be
172
lang
dat
het
riool
geheel
en
al
in
gemeente
172
grond
ligt
en
niet
op
de
erven
van
particulieren.
De
Heer
Tydeman
merkt
op
dat
het
vreemd
schijnt
dat
het
riool,
volgens
het
rapport
allerlei
vuile
vloeistoffen
zal
moeten
afvoeren,
terwijl
art.
5
van
de
verordening
op
de
straten
en
wegen
uitdrukkelijk
het
afvoeron
van
onrein-
dood
eeno
deftige
begrafenis
in
Straatsburg
plaats
hebben.
Hij
was
weder
voor
de
zijnen
een
zacht
Heer
en
vergaf
hun
hun
opstand
,
maar
de
mooie
Biirbel
vergat
hij
niet.
Deze
woonde
in
haar
adeilijk
huis
te
Hagenau,
droeg
als
voorheen
kleederen
van
fluweel
en
zijde,
en
Heer
Jacob
kwam
haar
dikwijls
bezoeken.
Haar
hoogmoed
en
haar
pronk
172
zucht
maakten
haar
ook
te
Hagenau
gehaat,
zoodat
zij
hierin
’t
geheel
geen
omgang
had,
maar
zij
trachtte
zich
aan
de
vrouwen
daar
172
door
te
wreken,
dat
zij
er
naar
streefde,
in
glans
en
pronk
allen
te
overtreffen.
Heer
Jacob
van
Lichtenberg
stierf
in
't
jaar
1580
en
van
nn
al
ontvlamde
de
haat
tegen
Barbel,
die
om
zijnentwil
eeniger
mate
was
in
toom
gehouden
,
openbaar
en
onverholen.
Waar
zij
zich
in
’t
openbaar
vertoonde,
werd
zij
bespot
en
gehoond,
maar
om
de
menigte
te
trotseeren
,
verscheen
zij
meer
dan
vroeger
eu
schitterender
dan
ooit
in
’tpubliek.
Nu
wilde
het
lot,
dat
ook
meester
Bockelmann,
de
zadelmaker,
van
Buchsweiler
naar
Hagenau
verhuisde,
waar
hij
een
huis
geërfd
had
en
spoedig
tot
de
aanzienlijkste
ingezetenen
behoorde.
Vrouw
Bundel
had
het
nog
altoos
niet
vergeten
,
dat
zij
eens
terwille
van
de
booze
Barbel
aan
de
kaak
gestaan
had,
en
zij
werd
nu
de
ziel
der
vijandelijke
beweging,
die
tegen
laatstgenoemde
gaande
was.
Ongeluksvoor-
vallen,
die
voorkwamen
onder
familiën,
die
haren
afkeer
jegens
die
vrouw
niet
bedwon
172
gen
hadden,
eenige
toevallige
ziekten
in
huizen,
die
Barbel
betreden
had
,
en
menige
heden,
van
welken
aard
ook
,
door
riolen,
ver
172
biedt.
Dit
is
in
lijnregten
strijd
met
elkaar.
Ook
betwijfelt
spr.
of
het
plan
wel
van
een
goed
systeem
uitgaat:
bij
Scherpenzeel
is
toch
het
hoogste
punt
eu
de
afwatering
wordt
dus
nu
tegen
den
berg
op
gemaakt;
dat
er
geen
voldoend
verval
zou
zijn,
acht
spr.
on
172
juist,
van
af
Scherpenzeel
is
er
op
de
eerste
180
meter
2
meter
verval
en
van
het
Mo
172
lenlaantje
af
was
het
verval
juist
te
groot,
zoodat
de
Heer
van
Eierdingen,
om
water
voor
zijn
weide
te
behouden
,
het
water
in
de
sloot
langs
de
Papens
teeg
opstuwde
en
juist
bij
deze
opstuwing
heeft
nu
de
archi
172
tect
zijn
onderzoek
gestaakt.
Trouwens
do
commissie
schijnt
van
haar
eigen
meening
omtrent
het
weinig
verval
niet
vast
over
172
tuigd,
want
zij
wil
nu
toch
28
huispcr-
ceelen
door
de
goot
langs
het
Molen
172
laantje
op
de
sloot
langs
de
Papesteeg
laten
uitwateren,
tegen
slechts
33
langs
Scher
172
penzeel.
Voorts
vreest
spreker
dat
in
de
Kolk,
waarin
het
riool
zal
uitloopen
een
groots
opeenhooping
van
vuile
stoffen
zal
ontstaan
en'
geeft
daarom
in
bedenking
het
riool
door
te
trekken
tot
de
doode
Linge.
Wat
het
riool
langs
den
Lingedijk
betreft,
spreker
is
in
het
algemeen
tegen
overdekte
riolen
,
ten
ware
zij
hoog
noodig
zijn
,
om
172
dat
men
er
niet
bij
kan
komen
en
ze
niet
kan
schoonmaken,
maar
hier
vooral
is
er
aanleiding
om
vooralsnog
geen
riool
te
leg
172
gen,
omdat
langs
den
Lingedijk
nog
geen
gevestigde
toestand
bestaat,
men
niet
weet
hoe
daar
nog
gebouwd
zal
worden
en
men
met
een
open
goot
ongeveer
f
800
kan
uit
172
sparen.
Spreker
zou
dus
daaraan
voorloopig
de
voorkeur
geven.
De
Voorzitter
beant
172
woordt
den
Heer
Ti/deman.
Wat
de
tegen
172
strijdigheid
tussehen
het
rapport
en
het
aan
172
gehaald
artikel
der
verordening
betreft,
merkt
spreker
op
,
dat
men
onder
den
naam
van
keuken
water
ook
vele
vuile
stoffen
af
172
voert,
wat
niet
belet
kan
worden.
De
voor
172
naamste
reden
om
niet
langs
de
Papesteeg
at
te
wateren
is
dat
men
voortdurend
met
de
eigenaren
en
het
Polderbestuur
aldaar
in
moeijelijkheden
zou
kunnen
komen.
Dat
het
riool
zal
ophouden
bij
de
Kolk
kan
geen
bezwaar
opleveren,
het
water
loopt
daar
andere
gebeurtenis
gaven
er
aanleiding
toe
,
dat
men
haar
in
Hagenau
als
eene
booze
toovenares
en
heks
uitkreet:
vrouw
Bundel
zorgde
er
voor,
dat
deze
berichten
nog
door
eensluidende
voorvallen
uit
Buchsweiler
ver
172
meerderd
en
vergroot
werden,
en
zij
was
het
die
het
openlijk
uitsprak,
dat
Barbel
door
tooverkunsten
den
ouden
Jacob
van
Lichtenberg
bekoord,
en
zijne
onderdanen
van
hem
vervreemd
had.
En
daar
de
booze
Barbel
bij
haren
hoogmoed
volhardde,
sur
172
render
en
spottender
werd
,
groeide
de
ver
172
bittering
zoo
sterk
aan,
dat
de
Eaad
van
Hagenau
zich
genoodzaakt
zag,
haar
wegens
algemeen
bekende
tooverij
in
hechtenis
te
doen
nemen.
Zij
loochende
evenwel
de
on
172
zinnige
beschuldigingen
,
die
men
tegen
haar
inbracht,
maar
toen
men
haar
op
den
ruwen
eisch
van
het
„hoehnothpeinliehe
Halsge-
richt"
op
de
pijnbank
legde,
toen
bekende
zij
alles,
wat
men
van
haar
hooren
wilde
en
het
gericht
veroordeelde
haar
dientenge
172
volge
tot
de
straffe
des
doods,
te
ondergaan
door
vuur.
Op
een
helderen
herfstmorgen
werd
voor
de
poort
der
stad
de
brandstapel
opgerieht,
het
klokje
der
arme
zondares
werd
geluid,
en
vergezeld
door
een
monnik
kwam
eene
bleeke
gebroken
vrouw
op
eene
kar
aange
172
reden
,
die
niet
meer
geleek
op
de
eens
zoo
mooie
Barbel.
Met
waggelende
knieën
klom
zij
op
den
houtstapel
en
werd
aan
de
paal
vastgebonden;
daarna
werd
haar
nog
eens
het
vonnis
voorgelezen
en
het
witte
stafje
stuk
gebroken.
Een
beulsknecht
stak
het
hard
genoeg
naar
do
doode
Linge
en
er
kan
daarenboven
gespuid
worden.
Spreker
is
ook
geen
vriend
van
riolen,
maar
in
sommige
ter
172
reinen
zijn
zij
noodzakelijk,
o.
a.
langs
den
Lingedijk
,
waar
de
open
goot,
welko
de
Heer
Tydeman
bedoelde,
op
veel
te
groote
diepte
zou
komen
te
liggen,
n.
1.
op
60
cent.
Spre
172
ker
acht,
na
alles
onderzocht
te
hebben,
het
voorgesteld
plan
in
den
bestaanden
toestand
het
beste.
De
Heer
Pameijer
verdedigt
het
voorstel
ook.
Naar
de
Papensteeg
toe
is
er
wel
verval,
maar
niet
voldoende.
Al
houdt
men
zich
aan
de
verordening,
steeds
zullen
vele
vuile
stoffen
medegevoerd
worden,
die
bij
zulk
gering
verval
hoogst
nadeelig
voor
do
gezondheid
zouden
kunnen
worden.
Goed
te
rioleven
is
altijd
mooijelijk
waar
men
niet
vlak
bij
da
riviar
is
,
maar
het
voorgesteld
plan
komt
daaraan
zooveel
mogelijk
te
ge-
moet,
doordat
het
gelegenheid
biedt
goed
te
spuijeu,
door
de
gracht
vol
te
laten
loopeu
telkens
als
de
waterstand
in
de
rivier
het
toelaat
en
dit
stroomeud
water
door
den
dui
172
ker
bij
den
lieer
Hiebendaal
en
bij
Colpa
op
de
doode
Linge
te
brengen.
Daarom
hangt
de
verwijding
van
deze
beide
duikers
ten
naauwste
met
het
plan
zamen.
Wat
de
kos
172
ten
aangaat,
staat
het
bij
spreker
vast
dat
de
gemeente
het
geheel
o
werk
bekostigen
moet,
niet
om
de
aangrenzende
eigenaren
een
cadeau
te
doen,
maar
omdat
het
hier
geldt
schadelijke
ophoopingen
van
vuil
te
voorkomen
,
wat
een
algemeen
gezondheids
172
belang
en
dus
een
"belang
der
geheele
ge
172
meente
is.
Het
bezwaar
door
den
Heer
For
172
mijne
geopperd,
bestaat
wel
tot
zekere
hoogte,
maar
is
niet
te
vermijden
;
altijd
zullen
lan
172
gere
of
kortere
zijtakken
en
toegangskanalen
tot
het
riool
noodzakelijk
zijn;
‘het
aan
de
achterzijde
der
huizen
te
leggen
is
ondoenlijk.
Nadat
de
Heeren
Tydeman,
Pameijer
,
For
172
mijne
eu
de
Voorzitter
daarop
hun
gevoelen
nogmaals
hadden
uiteengezet
en
de
Heer
Pijnacker
het
leggen
van
het
riool
aan
de
achterzijde
der
huizen
met
een
beroep
op
hetgeen
overal
elders
geschiedt
en
op
het
belang
van
eenheid
had
bestreden,
waaraan
de
Heer
van
Lidth
gronden
ontleend
aan
den
toestand
van
het
terrein
toevoegde,
wordt
het
voorstel
van
B.
en
W.
met
algemeene
dorre
rijshout
om
den
brandstapel
aan
;
knet
172
terend
sloeg
de
vlam
omhoog.
Daar
trad
uit
de
volksmenigte
eene
vrouw
met
van
haat
gloeiende
oogen
te
voorschijn
en
schreeuwde
naar
omhoog
tot
de
veroor
172
deelde
:
„Vandaag
staat
gij
aan
de
kaak,
heks
van
Buchsweiler!”
Het
was
vrouw
Gundel,
die
evenwel
op
't
zelfde
oogeublik
een
flink
en
klap
op
de
wang
kreeg
van
de
hand
van
den
Heer
Bockelmann
,
die
haar
toeriep
:
„Schaam
u
,
vrouw
!”
Maar
Barbel
richtte
zich
op
vrouw
Gun-
deVs
stem
omhoog
,
geen
enkele
trek
op
haar
gelaat
verried
smart
of
zieleangst,
de
her
172
innering
aan
Buchsweiler
gat
haar
tot
de
laatste
minuten
nog
eens
hare
geheele
kwaadaardige
trotschheid
terug
en,
zonder
geluid
te
geven,
stond
zij
nog,
toen
zwarte
rook
en
roode
gloed
haar
met
hun
schrikke-
1
ij
ken
mantel
omhulden.
Zoo
stierf
de
booze
Barbel
in
het
jaar
1480.
De
busten
van
Jacob
van
Lichtenberg
en
der
booze
Barbel
,
vervaardigd
door
do
hand
van
den
beroemden
beeldhouwer
Nicolaas
van
Legen,
bevinden
zich
nog
heden
ten
dage
in
de
stadsbibliotheek
te
Straatsburg.
Zij
waren
oorspronkelijk
geplaatst
op
den
trapopgang
der
in
het
jaar
1463
te
Straats
172
burg
gebouwde
nieuwe
kanselarij
en
laten
het
goedhartig
glimlachend
gelaat
van
den
zwakken
Graaf,
alsook
het
energieke
heersch-
zuchtig
gezicht
zijner
ondeugende
vrouw
maar
al
te
duidelijk
herkennen.