Tekstweergave van nieuwe_tielsche_courant-18840402-001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
M 1884. Een en Veertigste Jaargang. 2866. VOOR DE STAD EN Abonnements-prij 9: Per jaar f 2.60. Franco per post .... - 3.—. Advertentiën: Van één tot zes regels 60 Cents. Voor eiken regel meer 10 Cents. HET ARRONDISSEMENT. De Uitgav e: geschiedt eiken Dingsdag- en Vrijdag-Avond. Woensdag 2 April. Verkrijgbaar: bij den Uitgever; bij alle Boekhandelaren en Postkantoren in dit Rijk. Busligtingen aan het Postkantoor te Tie!. De laatste ligting der bus zal plaats hebben voor de correspondentie met de Spoortreinen: 7.10 , 7.50 , 10.15 en 11.20 u. voormiddags. 1.20, 2.50, 5.30, 6.30 , 8,30 en 9,30 u. namiddags. De correspondentie geschiedt met eiken trein. Ligting der Buitenbussen. 6.30 ’s morgens, 12,45 's namidd., 5 en 6 ’s avonds. Vertrek van Tiel naar SPOORWEGEN. Winlerdiemt, 1 November 1883. NIJMEGEN en ARNHEM. 7.43 9.13 * loopt niet verder dan Nijmegen. 11.54 3.23 7.8 * loopt niet verder dan Nijmegen. 10.9 GELDERMALSEN, GORINCHEM. 8.22 10.49 * stopt niet te 'Wadenoijen. 1.59 6.11 9.9 9.28 * stopt niet te Wadenoijen. 8.22 10.49 6.11 Vertrek van Geldermalsen naar v. Gorinchem Aankomst te Tiel van: ’s BOSCH. UTRECHT. GORINCHEM. naai' TIEL. ARNHEM UTRECHT- ’s BOSCH— en NIJMEGEN. GELDERMALSEN. GELDERMALSEN. 8.54 * 7.20 7.15 6.30 8.22 9.13 7.43 9,15 9.13 9 10.10 10.49 * 11.54 11.54 11.28 * 11.8 * 11.40 * 5.30 * uit Nijmegen alleeu. 3.23 3.23 2.56 6.45 * 9.47 2.29 6.42 * 7.28 9.51 * 7.10 8.30 1.59 6.11 9.9 9.28 * uit Nijmegen alleen. 7.8 * 10.9 7.8 * 10.9 De met een * geteekende zijn sneltreinen of treinen die niet overal stoppen. WB. Eiken Woensdag en Vrijdag vertrekt van Tiel naar Geldermalscn een extratrein (drie klassen), aansluitende op den eersten trein naar Utrecht; Tiel v. 6.45 v.m.; Wadenoijen v. 6.55; Geldermalsen a. 7.5. Vergadering van den Gemeenteraad. 29 Maart 1884. Tegenwoordig: de Burgemeester, Voor 172 zitter , en de leden Tydeman , van Lutter- vclt, Verweij , Jansen , Campagne , Pijnac- ker , Pameijer , Formijne , van Andel, Post, Mijs, Hink en van Lidth de Jeude. Na opening der vergadering worden de notulen der vorige vergadering gelezen en goedgekeurd. 1. Aan de orde is een voorstol van B. en W. om, ter gemoetkoming aan de be 172 zwaren van den Min. van Binnen!. Zaken, gemaakt tegen het Reglement op het houden van de Bank van Leening a. art. 65 te le 172 zen : voor geleende sommen van f 50 en daarbeneden 12 percent in het jaar (in plaats van 15 percent gelijk was voorgesteld); 5. aan art. 6 toe te voegen de volgende alinea: het tarief der door de beleeners te betalen rente wordt, met het oog op do inkomsten, die de Bank in de voorafgaande jaren heeft opgeleverd , om de 5 jaren herzien ; c. art. 5 van de verpacktings-conditien te lezeu : de verpachting gpschiedt voor den tijd van 5 jaren, iugartbde 1 Mei 1884 en eindigende uit. April (1889, (Voorgesteld was een ter 172 mijn vau,,l2 jaren.) Het yóorstel wordt z. h. s. aangenomen. 2. Tegen de concept-bouwverordening ma 172 ken Qed. Staten twee bezwaren. In de eerste plaats meent dit CoIIegie dat het niet aan 172 gaat om, hoever een eigenaar met zijn wo 172 ning ook van den openbaren weg verwijderd is, de verpligting aan dien eigenaar op te leggen, steeds een toegang van 2 ellen tot den openbaren weg te hebben. Het wenscht dus dat de laatste alinea van art. 2 buiten de kom der gemeente niet toepasselijk zij. B. en W. merken in de toelichting van hun voorstel op, dat deze bepaling ook in de thans nog in werking zijnde bouwverorde- ding voorkomt, voor alle woningen , waar ook in de gemeente gelegen geldend , dat zij nimmer tot klagten aanleiding heeft gege 172 ven , dat de wenschelijkheid dat bij brand ook buiten de kom der gemeente gelegen percelen gemakkelijk met de brandspuiten Feuilleton. De Buchsweiler Vrouwenoorlog. Episode uit de Geschiedenis van den Elzas. Naar het Duitsch van ANTON OHOEN. 3) Itttusschen waren do mannen uit de stad getrokken naar het slot Lichtenberg, twee uren verwijderd en bewoond door Jacobs broeder, Lodewijk , een wakker en welwillend Heer. Hem klaagden zij hunne nooden , ver 172 zochten hem om hulp en hij verklaarde hen dat hij bereid was, de booze Biirbel weg te jagen. Hij verzamelde zijne krijgslieden, kreeg ook nog eenige manschappen van den bis 172 schep van Metz , alsmede van den Markgraaf van Baden en de burgers uit Straatsburg en zoo rukte hij met voetvolk, ruiters en ge 172 schut tegen Buchsweiler op. Daar de man 172 nen der stad in Lodewijk’s leger waren en de vrouwen eeue dreigende houding aanna 172 men , zag zich heer Jacob spoedig genood 172 zaakt de stad zelve prijs te geven en zich met zijne knechten op den wel bevestigden en van proviand goed voorzienen burg terug te trekken. Zoo kwamen de Buchsweiler man 172 nen weder bij hunne dappere vrouwen en hielpen tegelijkertijd hunnen tot nu toe door hen erkenden heer en gebieder belegeren. Dezen werd het op den duur hoogst onaan 172 genaam op zijn slot, in weerwil dat de schoone Barbel hare liefde jegens hem scheen te naderen zijn , aanbeveling is om haar te handhaven, doch dat het bezwaar door G. S. er tegen aangevoerd, het toch beter doet voorkomen het voorschrift tot de bebouwde kom te beperken, weshalve zij voorstellen aan het verlangen van Qed. Staten te dezen aanzien te ge moet te komen. In de tweede plaats maken Ged. Staten bezwaar tegen de bepaling in art. 5 voor 172 komende, dat B. en W. hun weigering om vergunning tot bouwen te geven kunnen gronden óók „op de zorg voor de geregelde plaatsing der gebouwen.” Ged. Staten mee 172 nen dat de zorg voor de geregelde plaatsing der gebouwen zich niet verder kan uitstrek 172 ken dan het belang van den openbaren weg medebrengt, opdat de weg tot voldoende ruimte onbelemmerd zij. B. en W. kunnen zich met die. beschouwing niet vereenigen en oordeelen hpt behoud van het artikel , ge 172 lijk het luidt, wenschelijk , opmerkende dat daardoor geene met de wet strijdige be 172 voegdheid aan B. en W. wordt gegeven. Zij stellen dus voor, aan dit bezwaar van Qed. Staten niet tegemoet te komen. Nadat de Voorzitter het voorstel had toe 172 gelicht , oppert de Heer Formijne daartegen, wat het tweede gedeelte betrett, bedenkin 172 gen , z. i. wordt het eigendomsregt zoo doen 172 de wat al te zeer beperkt en hij zou er dus voor zijn de woorden , waartegen bedenking gerezen is , weg te laten. De Heer Pijnacker verdedigt het voorstel van B. en W, als nood 172 zakelijk. Rooijing is niet voldoende, want men zou de rooijing kunnen toepassen en toch do geregelde plaatsing niet in acht nemen. Het voorstel wordt daarop aangenomen met 12 stemmen tegen 1 , die van den Heer Formijne. 3. Ter tafel komt het rapport dercomm. van openbare werken betreffende een nieuw riool tot afvoer van regen- en keuken water en vuile vloeistoffen van het terrein tusschen de Beestenmarkt, het Molenlaantje en den Lingedijk. De conclusie strekt om een riool door dien dijk te leggen , bij de huizen van Scherpenzeel, uitkomende in de Kolk bij de doode Linge, voorts een riool van de huizen van Pitlo , langs den dijk, uitkomende in het eerstgemelde, en een goot van af de te verdubbelen , want het geschut der bele 172 gerden maakte geweldige bressen in de ma 172 ren en de proviand raakte, daar men niet al te spaarzaam geweest was, van lieverlede op. In spijt van dit alles, was Heer Jacob niet genegen te kapituleeren , daar zijn broe 172 der verlangd had, dath.j zich van de booze vrouw, do oorzaak van alle kwaad , zou ontdoen. Toen deze evenwel dreigde, dat hij hem noch aan goed noch aan lijf zou ontzien , als hij niet zijne onderdanen vrede en recht verleende, en toen zelfs Jacob’s vertrouwden hem dringend toegevendheid aanrieden , kwam het tot een zeer opge 172 wonden tooneel tusschen hem en Barbel. Zij bezwoer hom met beden en tranen met de warmste liefkozingen , haar niet te verstoe 172 ten , zoodat Heer Jacob blijde was eindelijk een uitweg gevonden te hebben. Hij stelde haar voor, zij zon er in be 172 willigen Buchsweiler te verlaten, dan zou hij voor haar een rijk jaargeld uitzetten, waarvan zij als oene edelvrouw zou kunnen leven. Ook wilde hij haar een deftig huis schenken in de rijksstad Hagen au en beloofde haar dikwijls in haar verbanningsoord te zullen bezoeken. Dit voorstel nam Barbel eindelijk aan, en onder veilig geleide van krijgsknechten trok zij, uitgejouwd door de bespottingen der Buchsweiler mannen en vrouwen , uit den burg en het stadje , en de vrede was weder hersteld. De beide Lichtenberger broeders verzoenden zich intussehen eerst in het jaar 1571, toen Lodewijk overleed en Jacob liet na zijn steeg naast de school van don Heer Spoel, ook uitkomende in dat riool; eindelijk een open goot langs het Molenlaantje, afwaterende in de sloot langs de Papesteeg, te zameu , daaronder begrepen de verdieping en uitbag 172 gering der doode Linge over 120 meter, geraamd op f 1843. De Voorzitter stelt namens het Dag. Best voor, de genoemde werken voor rekening der gemeente te doen uitvoeren en licht het voorstel nader toe. De Heer Jansen vraagt of eene uitwatering door het Molenlaantje niet minder kostbaar zou zijn en of er wel rekening mede gehouden is, dat de afloop van het water langs da Papesteeg door den heer van Everdingen verstopt is P De Voorzitter antwoordt dat tegen do uitwatering, zooals de Heer Jansen bedoelt', "dit bezwaar is dat die dan zou moeten plaats hebben op terrein waar do gemeente niets te zeggen heeft, terwijl daarentegen de doode Linge onder het beheer van het gemeentebestuur staat. De Heer van Lidth vraagt opheldering waarom voorgestold wordt al de genoemde werken voor rekening der gemeente daar te stellen, daar in de comm. voor op. werken alleen gesproken is het hoofdriool op stadskosten te leggen. Do Voorzitter antwoordt dat hot Dag. Best. van oordeel is, dat al de werken strekken in het belang der geheele gemeente en dus geheel ten laste der gemeente be 172 lmoren te komen. De Heer Formijne vraagt hoe het riool eigenlijk loopen zal en nadat uit het antwoord van den Voorzitter is ge 172 bleken dat dit voor langs de huizen loopen zal, oppert spr. daartegen bezwaren, daar hij vreest dat de huizen met hunne keukens er niets aan zullen hebben, ten ware zij onder de huizen door verbindingen met het riool krijgen, De Voorzitter bestrijdt den Heer Formijne en betoogt dat het riool niet anders dan voor de huizen kan komen en dat het ook overal aldus geschiedt. Het ia van be 172 lang dat het riool geheel en al in gemeente 172 grond ligt en niet op de erven van particulieren. De Heer Tydeman merkt op dat het vreemd schijnt dat het riool, volgens het rapport allerlei vuile vloeistoffen zal moeten afvoeren, terwijl art. 5 van de verordening op de straten en wegen uitdrukkelijk het afvoeron van onrein- dood eeno deftige begrafenis in Straatsburg plaats hebben. Hij was weder voor de zijnen een zacht Heer en vergaf hun hun opstand , maar de mooie Biirbel vergat hij niet. Deze woonde in haar adeilijk huis te Hagenau, droeg als voorheen kleederen van fluweel en zijde, en Heer Jacob kwam haar dikwijls bezoeken. Haar hoogmoed en haar pronk 172 zucht maakten haar ook te Hagenau gehaat, zoodat zij hierin ’t geheel geen omgang had, maar zij trachtte zich aan de vrouwen daar 172 door te wreken, dat zij er naar streefde, in glans en pronk allen te overtreffen. Heer Jacob van Lichtenberg stierf in 't jaar 1580 en van nn al ontvlamde de haat tegen Barbel, die om zijnentwil eeniger mate was in toom gehouden , openbaar en onverholen. Waar zij zich in ’t openbaar vertoonde, werd zij bespot en gehoond, maar om de menigte te trotseeren , verscheen zij meer dan vroeger eu schitterender dan ooit in ’tpubliek. Nu wilde het lot, dat ook meester Bockelmann, de zadelmaker, van Buchsweiler naar Hagenau verhuisde, waar hij een huis geërfd had en spoedig tot de aanzienlijkste ingezetenen behoorde. Vrouw Bundel had het nog altoos niet vergeten , dat zij eens terwille van de booze Barbel aan de kaak gestaan had, en zij werd nu de ziel der vijandelijke beweging, die tegen laatstgenoemde gaande was. Ongeluksvoor- vallen, die voorkwamen onder familiën, die haren afkeer jegens die vrouw niet bedwon 172 gen hadden, eenige toevallige ziekten in huizen, die Barbel betreden had , en menige heden, van welken aard ook , door riolen, ver 172 biedt. Dit is in lijnregten strijd met elkaar. Ook betwijfelt spr. of het plan wel van een goed systeem uitgaat: bij Scherpenzeel is toch het hoogste punt eu de afwatering wordt dus nu tegen den berg op gemaakt; dat er geen voldoend verval zou zijn, acht spr. on 172 juist, van af Scherpenzeel is er op de eerste 180 meter 2 meter verval en van het Mo 172 lenlaantje af was het verval juist te groot, zoodat de Heer van Eierdingen, om water voor zijn weide te behouden , het water in de sloot langs de Papens teeg opstuwde en juist bij deze opstuwing heeft nu de archi 172 tect zijn onderzoek gestaakt. Trouwens do commissie schijnt van haar eigen meening omtrent het weinig verval niet vast over 172 tuigd, want zij wil nu toch 28 huispcr- ceelen door de goot langs het Molen 172 laantje op de sloot langs de Papesteeg laten uitwateren, tegen slechts 33 langs Scher 172 penzeel. Voorts vreest spreker dat in de Kolk, waarin het riool zal uitloopen een groots opeenhooping van vuile stoffen zal ontstaan en' geeft daarom in bedenking het riool door te trekken tot de doode Linge. Wat het riool langs den Lingedijk betreft, spreker is in het algemeen tegen overdekte riolen , ten ware zij hoog noodig zijn , om 172 dat men er niet bij kan komen en ze niet kan schoonmaken, maar hier vooral is er aanleiding om vooralsnog geen riool te leg 172 gen, omdat langs den Lingedijk nog geen gevestigde toestand bestaat, men niet weet hoe daar nog gebouwd zal worden en men met een open goot ongeveer f 800 kan uit 172 sparen. Spreker zou dus daaraan voorloopig de voorkeur geven. De Voorzitter beant 172 woordt den Heer Ti/deman. Wat de tegen 172 strijdigheid tussehen het rapport en het aan 172 gehaald artikel der verordening betreft, merkt spreker op , dat men onder den naam van keuken water ook vele vuile stoffen af 172 voert, wat niet belet kan worden. De voor 172 naamste reden om niet langs de Papesteeg at te wateren is dat men voortdurend met de eigenaren en het Polderbestuur aldaar in moeijelijkheden zou kunnen komen. Dat het riool zal ophouden bij de Kolk kan geen bezwaar opleveren, het water loopt daar andere gebeurtenis gaven er aanleiding toe , dat men haar in Hagenau als eene booze toovenares en heks uitkreet: vrouw Bundel zorgde er voor, dat deze berichten nog door eensluidende voorvallen uit Buchsweiler ver 172 meerderd en vergroot werden, en zij was het die het openlijk uitsprak, dat Barbel door tooverkunsten den ouden Jacob van Lichtenberg bekoord, en zijne onderdanen van hem vervreemd had. En daar de booze Barbel bij haren hoogmoed volhardde, sur 172 render en spottender werd , groeide de ver 172 bittering zoo sterk aan, dat de Eaad van Hagenau zich genoodzaakt zag, haar wegens algemeen bekende tooverij in hechtenis te doen nemen. Zij loochende evenwel de on 172 zinnige beschuldigingen , die men tegen haar inbracht, maar toen men haar op den ruwen eisch van het „hoehnothpeinliehe Halsge- richt" op de pijnbank legde, toen bekende zij alles, wat men van haar hooren wilde en het gericht veroordeelde haar dientenge 172 volge tot de straffe des doods, te ondergaan door vuur. Op een helderen herfstmorgen werd voor de poort der stad de brandstapel opgerieht, het klokje der arme zondares werd geluid, en vergezeld door een monnik kwam eene bleeke gebroken vrouw op eene kar aange 172 reden , die niet meer geleek op de eens zoo mooie Barbel. Met waggelende knieën klom zij op den houtstapel en werd aan de paal vastgebonden; daarna werd haar nog eens het vonnis voorgelezen en het witte stafje stuk gebroken. Een beulsknecht stak het hard genoeg naar do doode Linge en er kan daarenboven gespuid worden. Spreker is ook geen vriend van riolen, maar in sommige ter 172 reinen zijn zij noodzakelijk, o. a. langs den Lingedijk , waar de open goot, welko de Heer Tydeman bedoelde, op veel te groote diepte zou komen te liggen, n. 1. op 60 cent. Spre 172 ker acht, na alles onderzocht te hebben, het voorgesteld plan in den bestaanden toestand het beste. De Heer Pameijer verdedigt het voorstel ook. Naar de Papensteeg toe is er wel verval, maar niet voldoende. Al houdt men zich aan de verordening, steeds zullen vele vuile stoffen medegevoerd worden, die bij zulk gering verval hoogst nadeelig voor do gezondheid zouden kunnen worden. Goed te rioleven is altijd mooijelijk waar men niet vlak bij da riviar is , maar het voorgesteld plan komt daaraan zooveel mogelijk te ge- moet, doordat het gelegenheid biedt goed te spuijeu, door de gracht vol te laten loopeu telkens als de waterstand in de rivier het toelaat en dit stroomeud water door den dui 172 ker bij den lieer Hiebendaal en bij Colpa op de doode Linge te brengen. Daarom hangt de verwijding van deze beide duikers ten naauwste met het plan zamen. Wat de kos 172 ten aangaat, staat het bij spreker vast dat de gemeente het geheel o werk bekostigen moet, niet om de aangrenzende eigenaren een cadeau te doen, maar omdat het hier geldt schadelijke ophoopingen van vuil te voorkomen , wat een algemeen gezondheids 172 belang en dus een "belang der geheele ge 172 meente is. Het bezwaar door den Heer For 172 mijne geopperd, bestaat wel tot zekere hoogte, maar is niet te vermijden ; altijd zullen lan 172 gere of kortere zijtakken en toegangskanalen tot het riool noodzakelijk zijn; ‘het aan de achterzijde der huizen te leggen is ondoenlijk. Nadat de Heeren Tydeman, Pameijer , For 172 mijne eu de Voorzitter daarop hun gevoelen nogmaals hadden uiteengezet en de Heer Pijnacker het leggen van het riool aan de achterzijde der huizen met een beroep op hetgeen overal elders geschiedt en op het belang van eenheid had bestreden, waaraan de Heer van Lidth gronden ontleend aan den toestand van het terrein toevoegde, wordt het voorstel van B. en W. met algemeene dorre rijshout om den brandstapel aan ; knet 172 terend sloeg de vlam omhoog. Daar trad uit de volksmenigte eene vrouw met van haat gloeiende oogen te voorschijn en schreeuwde naar omhoog tot de veroor 172 deelde : „Vandaag staat gij aan de kaak, heks van Buchsweiler!” Het was vrouw Gundel, die evenwel op 't zelfde oogeublik een flink en klap op de wang kreeg van de hand van den Heer Bockelmann , die haar toeriep : „Schaam u , vrouw !” Maar Barbel richtte zich op vrouw Gun- deVs stem omhoog , geen enkele trek op haar gelaat verried smart of zieleangst, de her 172 innering aan Buchsweiler gat haar tot de laatste minuten nog eens hare geheele kwaadaardige trotschheid terug en, zonder geluid te geven, stond zij nog, toen zwarte rook en roode gloed haar met hun schrikke- 1 ij ken mantel omhulden. Zoo stierf de booze Barbel in het jaar 1480. De busten van Jacob van Lichtenberg en der booze Barbel , vervaardigd door do hand van den beroemden beeldhouwer Nicolaas van Legen, bevinden zich nog heden ten dage in de stadsbibliotheek te Straatsburg. Zij waren oorspronkelijk geplaatst op den trapopgang der in het jaar 1463 te Straats 172 burg gebouwde nieuwe kanselarij en laten het goedhartig glimlachend gelaat van den zwakken Graaf, alsook het energieke heersch- zuchtig gezicht zijner ondeugende vrouw maar al te duidelijk herkennen.