Tekstweergave van nieuwe_tielsche_courant-18851212-001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
‘oote
Bering
1ES,
IÖLES,
ken,
ren
igen
JM,
EMAKEB.
f
8,—
»
7,50
»
7,50
»
7,50
n
O,—
,
5,—
,
4,75
B
4,—
8,50
,
O,—
1,40
0
„
7,70
“
o
I?,--
"■
Jl
-
»
”
7»
”
7)
>~
-
•
—r
"
»
0
„
ir
voor
de
mzijnde
als
eittis;
aan,
-
meer
dan
3.
Erwten
elen
weinig
en
aanvoer
1
iets
hoo-
i
f3.25
a
14.
Tarwe
in
nveranderd,
,
comptant
3rd
,
Maart
veranderd,
.886
f
131
,
op
levering
in
de
stad
t.-Dec.
1886
g
iets
lager,
1886
f
23,
.iDec.
1886
loco
vaat,
l*/i
E.,
Jan.
I.
In
eons.
evoerd
waren:
s.,
3de
f
24
a
40.
6
per
stat.
CG.
immer
Jum-
1.80
a
1.90,
wsche
spui-
,
dito
Poo-
ie
f
1.80
a
.
0.90,
dito
che
Blauwe
rgers
f2.30,
en.
Handel
is.
Op
het
geweest
en
n’ige
prijzen
veer
39,000
die
greoten-
ocht
werden,
vijn
f
7.50,
14.25.
emarkt
zijn
Schapen
en
Varkens
—
pon
en
Lam-
4,9,
Varkens
1,
Gerst
en
stiller.
an
de
kust
Le
Waal.
ren
te
Tiel.
Scheepvaart,
nd
het
water
119
v.
0
d.r
17»
0
,
6.06
H.
6.39
»
6.35
»
6.13
„
Val
0.12
M.
m,
1885.
Twee
en
Veertigste
Jaargang.
3(M2.
I
TIME
VOOR
DE
STAD
EN
Abonnetuenfs-prys:
Per
jaar
f
2.60.
Franco
per
post
....
-
3.—.
Advcrtenliën
:
Van
één
tot
zes
regels
60
Cents.
Voor
eiken
regel
moor
10
Cents.
HET
ARRONDISSEMENT.
De
Uitgave:
geschiedt
eiken
Dinsdag
172
en
Vrijdag-Avcmd,
Zaterdag
12
December.
Verltrygbaar:
bij
den
Uitgever;
bij
alle
Boekhandelaren
en
Postkantoren
in
dit
Rijk.
Buslichtmgen
aan
het
Postkantoor
te
Tiel.
De
laatste
lichting
der
bus
zal
plaats
hebben
voor
de
correspondentie
met
de
Spoortreinen:
Richting
Arnhem
en
Nijmegen
8.18
en
10.54
m.,
2.31,
6.1,
7.47
en
9.35
av.
(deze
laatste
uitsluitend
voor
Arnhem.)
Rotterdam
7.24
en
10.17
m.,
1.47,
5.47,
8.30
en
8.59
av.
Lichtingen
der
Bijbitssen.
6
m.,
1
av.,
5
av.
en
8
av.
SPOORWEGEN.
Winterdienst,
1
October
1885.
Vertrek
van
Tiel
naar
Vertrek
vara
Gelelermalsen
naar
v.
Crorlnelicm
Aankomst
te
Tiel
van
t
Nijmegen
en
Arnhem.
Via
Geldermalsen
en
Gorinchem
naar
Rotterdam.
's
Bosch.
Utrecht.
Gorinchem.
naar
Tiet.
Arnhem
en
Nijmegen.
Utrecht—Geldermalsen.
s
Bosch—Geldermalsen
6.48
31.84
*
3.1
5.19
6,31
*
8.19
10.5
*
8.32
8.63
*
11.12
3.46
4.56
*
stopt
alleen
te
Bommel.
6.43
*
9.54
7.25
alleen
Zaterd,
8.31
9.9
1].8
*
stopt
Knilenh.
2.40
5.10
6.43
*
8.2
9.50
*
8.23
9.4
*
11.10
*
2
43
6.46
9.63
*
10.6
Do
me
7.35
10.35
*
1.55
4.7
5.44
*
7.31
9.11
*
t
een
*
geteeken
7.54
8,49
*
10.47
*
2.17
6.17
9.
9.29
*
de
zijn
sneltreinen
8.48
11.24
*
3
1
5.19
6.31
*
8.19
10.5
*
of
treinen
die
niet
o
8.48
11.24
*
3.1
6.31
*
8.19
10.5
*
veral
stoppen
7.54
8.49
*
stopt
niette
Wadenoijen.
10.47
*
stopt
niette
Wadenoijen.
2
17
6.17
9.
—
9.29
*
atopt
niet
te
Wadenoijen.
Uit
liet
laml
der
Hidalgo’s.
Opgaau,
blinken,
Eb
verzinken
,
Ia
het
lot
vau
ietótii
Staat.
Deze
regelen
van
onzen
Polderdijk
kwa
172
men
ons
voor
den
geest,
nu
er
ten
ge
172
volge
van
het
onverwacht
overlijden
van
Koning
Alphonsus
XII,
weder
dagelijks
in
de
dagbladen
gewag
gemaakt
wordt
van
Spanje.
Spanje!
—
welk
een
onder
172
scheid
is
er
tussehen
dat
land
vier
eeuwen
geleden
en
thans!
Toen
was
het
de
machtigste
mogendheid
van
geheel
Europa
:
het
strekte
zijn
reuzenarmen
uit
over
alle
werelddeelen;
het
was
eene
wereld-
monarehie,
waarover
de
zon
niet
onder
172
ging.
Mild
door
de
natuur
gezegend
,
borg
het
schatten
van
zeldzame
verschei
172
denheid
in
zyn
echoot,
was
het
onmetelijk
rijk,
had
het
ontzaggelijke
vloten,
fiere,
moedige
soldaten,
bekwame,
dappere
legerhoofden,
eens
de
schrik
der
natiën,
terwijl
het
land
zich
tevens
kon
beroe
172
men'op
zijne
dichters,
een
Cervantes,
een
Dopes
de
Vega
,
een
Calderon
,
die
aan
hunne
melodieuse
taal
tonen
wisten
te
ontlokken,
in
staat
om
de
fijnste
sna
172
ren
van
het
gemoed
in
beweging
te
bren
172
gen.
En
thans
?
—
thans
is
dat
eens
zoo
machtige
Spanje
arm,
uitgeput,
aan
ge-
wetenlooze
avonturiers
ten
prooi,
dan
eens
geschokt
door
natuurrampen,
dan
weder
door
burgeroorlogen,
die
nog
kort
vóór
de
komst
van
Koning
Alphonsus
op
den
troon
niet
opgehouden
hebben
dit
onge
172
lukkig
land
te
verscheuren
en
te
teisteren.
Hoe
is
dat
gekomen?
Dekeurigebiographist,
de
Heer
N.
C.
Balsem,
gaf
in
1875
een
zeer
juist
antwoord
op
die
vraag.
„Ook
de
volken
hebben
'
"—■
zoo
merkte
hij
op
—
hunne
„Nemesis.”
„De
Spaansclie
geest,
die
het
volk
groot
en
machtig
gemaakt
heeft
in
de
midden
172
eeuwen
,
heeft
Spanje
te
gronde
gericht
,
toen
de
middeneeuwen
voorbij
waren.
Te
trotseh
op
zijne
tradities,
om
de
bakens
te
verzetten,
toen
het
getij
verloopen
was,
heeft
het
zijne
kracht
uitgeput
in
een
hopeloozen
strijd
tegen
de
moderne
wereld,
en
zijne
overmacht
op
de
Euro-
peesche
beschaving
nog
pogen
te
hand
172
haven
,
toen
de
menschheid
behoeften
ge
172
voelde
,
die
in
de
middeleeuwsche
kathe
172
dralen
niet
bevredigd
konden
worden.
De
Spaansche
geest,
dat
is
wat
men
heden
ten
dage
noemt
de
solidariteit
van
troon
en
altaar
in
den
geest
van
den
Syllabus,
dat
is
priesterheerschappij
en
vorstelijk
absolutisme.
De
omstandigheden
hebben
de
ontwik
172
keling
van
dien
geest
in
de
hand
ge
172
werkt.
Spanje
heeft
het
ongeluk
gehad,
dat
bijna
al
de
oorlogen
,
die
het
voor
de
onafhankelijkheid
van
het
vaderland
ge
172
voerd
heeft,
tevens
godsdienstoorlogen
geweest
zijn.”
Die
oorlogen
,
waarop
de
schrijver
doelt,
het
is
misschien
onnoodig
het
te
herinneren,
waren
de
verdrijving
der
Mooren,
de
verbanning
der
Joden
uit
Spanje
en
de
oorlogen,
die
Karel
V
en
zijn
zoon
Philips
hebben
gevoerd
tot
ver
172
delging
der
ketters.
Feuilleton.
Een
Kind
der
Bergen.
Novelle
naar
het
Duitsch
van
SCBMIDT-WEISZENFELS.
VIII.
17)
Anna
,
Cilli’s
dienstmeisje
,
moest
al
172
les
voor
het
vertrek
gereed
maken.
De
zangeres
en
Karei
uit
de
Drie
Sterren
leg
172
den
des
namiddags
een
bezoek
af
bij
profes
172
sor
Steindel,
waar
zij
zich
,
stralend
van
geluk,
als
bruid
en
bruidegom
voorstelden,
Steindel
viel
als
uit
do
wolken,
zijne
vrouw
was
stom
van
verbazing,
maar,
zooals
vau
zelt
spreekt,
de
professor
en
zijne
vrouw
wenschton
het
paar
geluk,
nadat
zij
om
172
trent
de
hun
meegedeelde
daadzaak
in
geen
twijtel
meer
konden
verkeeren.
Maar
het
kwam
den
leermeester
en
raadsman
van
Cilli,
vooral
na
het
gebeurde
met
den
graaf,
zoo
wonderbaarlijk
voor,
dat,
bij
daarvan
geen
geheim
maakte.
De
lui
zouden
de
handen
van
verbazing
ineenslaan,
de
couranten
het
als
eene
afgrijselijkheid
verkondigen.
Ook
als
een
onbegrijpelijk
besluit
zou
het
schijnen,
dat
Cilli,
nog
in
het
schoonste,
volle
bezit
harer
stem
,
Snog
wel
in
’t
begin
harer
loopbaan,
aftrad.
Het
was
werkelijk
zonde
,
dat
zij
zulk
een
schat
niet
verder
zich
ten
nutte
maakte,
die
met
onbetwistbare
zekerheid
nog
lang
rijke
winst
moest
opleveren.
Dat
was
eene
romaneske
gril,
van
welke
hij
zich
niets
goeds
voor
de
toekomst
voorspelde.
Zoo
werd
hij
ten
slotte
een
boetprediker,
voor
wien
Karei
zweetdruppels
op
't
voor
172
hoofd
parelden
en
Cilli
hare
verlegenheid
Het
ongeluk
van
Spanje
is
,
dat
het,
in
het
tegenwoordig
weerwil
dat
liet
on
172
land
arm
is,
niet
meer
geteld
wordt
der
de
groote
mogendheden
,
geen
invloed
meer
heeft
op
de
buitenlandsche
staat
172
kunde
,
het
echter
rijk
is
aan
trotsehe
Hidalgo's
en
moderne
Don
Qnichotten,
die
het
volk
belachelijk
maken,
den
Spaan.
nauwelijks
achter
een
glimlachje
verbergen
kon.
De
professor
hield
zich
zelfs
voor
bevoegd,
beiden
den
iaad
te
geven,
de
zaak
beter
en
kalmer
te
overleggen,
en
eene
overhaasting
en
eene
dwaasheid
weder
goed
te
maken
,
voordat
het
te
Iaat
was.
Het
einde
dezer
eerste
voorstelling
van
het
bruidspaar
was
dan
ook
zoo
onverkwik
172
kelijk
als
mogelijk
was.
De
professor
toonde
zich
bijna
boos,
zijne
vrouw
koel,
terughou
172
dend.
Karei
was
blij,
toen
hij
de
deur
in
de
hand
nemen
kon,
en
Cilli
nam
afscheid
met
een
stillen
wrevel
in
haar
hart
tegen
haren
anders
zoo
hoog
geachten
vriend
en
weldoener.
Buiten
keek
Karei
zijne
bruid,
nadat
hij
met
haar
plaats
in
het
rijtuig
genomen
had,
waarin
zij
erheen
gereden
waren,
heel
ver
172
stoord
aan
en
zei:
„nu
heb
ge
’t
gehoord
,
Cilli.
Mij
is
't
als
had
ik
een
godsjammer-
lijk
pak
ransel
gekregen,
’t
Is
mij
ook
aan
mijn
hart
gegaan,
en
ik
bid
je
waarlijk,
bedenk
je
nog
eens
goed,
opdat
je
er
geen
berouw
van
hebt.
Dat
heb
ik
immers
ge
172
voeld,
dat
gij
je
vernederen
zult,
als
je
mijn
vrouw
wordt,
en
dat
gij
zulk
een
groot
offer
brengt,
wat
ik,
in
spijt
van
al
mijne
liefde,
geen
recht
heb
te
begeereu.
En
gezegd
heb
ik
je
bet
ook.”
„En
geantwoord
heb
ik,
dunkt
mij,
je
ook
daarop,”
gaf
zij
hem
tot
bescheid.
„Den
professor
mogen
wij
ook
zijne
redenceringen
niet
kwalijk
nemen,
die
heeft
uit
mij
eene
kunstenares
gemaakt
en
het
zou
zijn
trots
geweest
zijn
dat
ik
het
bleef.
Hij
is
eer
172
zuchtig
voor
mij
,
zooals
hij
het
altoos
geweest
en
tot
heden
toe
gebleven
is.
Dat
is
zoo
aan
het
tooneet,
Karei
allen
die
daarbij
of
daarom
zich
bewegen,
zooals
ook
Steindel,
gelooven
alleen
in
glans,
in
voor
172
naamheid
,
in
schitterenden
schijn,
in
be-
schen
naam
in
minachting
brengen
en
het
wantrouwen
tegen
de
Spanjaarden
,
waar
172
onder
velen
de
rol
van
gelukzoekers
spe
172
len
,
vermeerdert.
Een
staaltje
daarvan
leverde
de
bekende
quaestie
betreffende
de
Carolina-eilanden
op,
die
thans
geschikt
is.
Welk
eene
opgewondenheid
heerschte
er
toen
te
Madrid
en
in
bijna
alle
hoofdsteden
van
Spanje;
hoe
zwaaiden
toen
de
fiere
Hidalgo’s,
de
dappere
generaals
en
offi
172
cieren
met
hun
degens!
Bpanjes
vlag
,
zoo
heette
het,
was
beleedigd,
zijn
natio
172
nale
eer
gekrenkt,
dat
kon
de
volkstrots
niet
dulden
;
er
moest
wraak
genomen
,
de
oorlog
verklaard
worden
aan
het
over
172
moedige
Duitschland
,
dat
het
gewaagd
had
Spanje’s
rechten
aan
te
randen.
Maai
172
de
ijzeren
Kanselier
bleef
kalm
onder
al
dat
getier,
en
ook
Europa
zag
die
volks
172
beweging
onverschillig
aan.
Men
begreep
al
zeer
spoedig
dat
het
slechts
schijnver-
tooning,
slechts
wind
was;
dat
het
uit
172
geputte
Spanje,
dat'noch
crediet,
noch
eene
oorlogsvloot
bezat,
niets
vermocht
tegen
het
machtige
Duitschland.
De
op
172
gewondenheid
kwam
dan
ook
al
spoedig
tot
bedaren
;
het
geschil
is
met
een
sisser
afgeloopen.
Wanneer
Spanje
op
dit
oogenblik
we
172
der
de
aandacht
van
hen
,
die
belangstel
172
len
dit
land,
(en
onder
dezen
nemen
de
fond
172
senhouders
vermoedelijk
eene
voorname
plaats
in)
tot
zich
trekt,
dan
is
dit
meer
uit
oprecht
leedgevoel,
dat
de
jonge
Ko
172
ning
,
die
slechts
28
jaren
oud
was
en
gedurende
zijn
elfjarige
regeering
met
zooveel
moeielijkheden
te
kampen
had,
thans
aan
dit
land
ontvallen
is.
Zyn
be
172
wind
,
dit
moet
ter
zijner
eere
erkend
worden,
was
een
tijdperk
van
orde,
rust
vredigde
eerzucht
eu
in
gedruischmakendon
bijval
het
geluk
huns
levens
te
vinden.
Ik
heb
mij
daarvoor
bewaard
en
red
mij
,
om
172
dat
het
mij
toch
ook
te
sterk
zou
kunnen
verzoeken,
liever
uit
deze
wereld
naar
onze
prozaïsche
,
die
mij
alleen
waar
en
schoon
toeschijnt.”
Den
anderen
dag
begaven
beiden
zich
met
den
spoortrein
op
reis
en
reden
van
het
station
met
een
daar
gehuurd
rijtuig
naar
hun
dorp.
Bij
het
logement
„In
do
Drie
Sterren”
hield
het
rijtuig
stil
en
op
het
gedruisch
kwam
de
huisknecht
aangcloopen.
Hij
ver
172
wonderde
zich
iu
't
geheel
niet,
dat
hij
zijn
heer
voor
zich
zag
en
evenmin,
dat
eene
dame
mot
bediende
bij
hem
was.
De
tijd
voor
de
aankomst
vau
zomergasten
van
het
familiepension
was
immers
daar
en
er
waren
reeds
verscheidene
toeristen
in
het
hotel.
Karei
vroeg
naar
zijne
moeder.
Die
zat
in
hare
kamer
on
leed
weder
aan
jichtpij
172
nen.
Hij
ging
zonder
omwegen
naar
haar
heen
,
en
,
zooals
op
reis
afgesproken
was
,
ging
Cilli
met
hem
mede.
Vrouw
Monika
was
verbaasd
over
dit
bezoek
en
herkende
Cilli
in
’t
eerste
oogen
172
blik
niet,
omdat
deze
sedert
jaar
op
jaar
uit
bare
herinnering
was
uitgewischt.
Haar
zoon
noemde
den
naam
van
haar,
die
hem
vergezelde
en
deze
zelve
reikte
met
onge
172
kunstelde
hartelijkheid
der
oude
vrouw
de
hand.
Toen
stond
zij
van
haren
stoel
op,
half
verlegen,
half
verrast,
omdat
zij
ver
172
moedde
,
dat
hare
voormalige,
nu
zoo
wel
172
varende
en
tot
den
rang
eener
kunstenares
opgeklommen,
dienstmeid
baar
een
bezoek
kwam
brengen.
Maar
om
haar
deze
dwaling
voor
goed
te
ontnemen
,
zei
Karei:
„Ik
heb
je
beloofd
,
moeder,
na
mijne
terugkomst
u
te
zullen
en
gematigde
vrijheid.
Men
beweert,
dat
zijn
droom
was,
als
veldheer
op
het
oor
172
logste
oneel
te
schitteren;
is
dit
zoo,
dan
is
dit
te
vergeven
en
te
verklaren
in
een
jongen
vorst,
wien
Spaansch
bloed
door
de
aderen
vloeide,
en
die
zich
mis
172
schien
vleide,
zyn
rijk
weder
op
te
beuren;
maar
toch
heeft
hij
nooit
getracht
dien
eerzuchtigen
droom
te
verwezenlijken
—
hij
heeft
naar
heerlijk
er
roem
gestreefd
en
zich
onvergankelijke
lauweren
geplukt
op
het
gebied
der
humaniteit.
Hij
heeft
op
treffende
wijze
getoond,
voor
de
rampen
die
zijn
land
troffen
en
voor
het
lijden
van
zijn
volk
en
medegevoel
te
hebben
en
van
daar
de
groote
populariteit
die
hij
zich
in,
en
de
sympatieën
die
hij
zich
buiten
Spanje
heeft
verworven.
De
dood
van
den
jongen
Koning
mag
onder
de
omstandigheden
,
waaronder
die
plaats
had,
voor
dit
land
eene
ware
ramp
heeten.
Het
heeft
er
vee!
van
,
of
de
oude
overlevering,
die
aan
Europa's
lust
172
hof
voor
altoos
het
gemis
eener
goede
regeering
heeft
voorspeld
,
zal
bewaarheid
worden.
De
schrijver
der
Brieven
uit
de
hofstad
in
de
Arnhemsche
Courant
her
172
innert
aan
die
sage,
die
ook
door
den
Hoogleeraar
Dozy
in
een
zijner
werken
over
Spanje
wordt
medegedeeld
eu
die
aldus
luidt:
„Bij
de
schepping
der
wereld,
zoo
vertellen
de
trots
che
Hidalgo's,
die
ook
beweren
dat
de
oudste
nevelatie
op
wet
172
gevend
gebied
,
de
tien
geboden
aan
Mozes
op
Sinaï,
werden
voorgezegd
in
de
Spaan
172
sche
taal
—■
toen
ieder
aardbewoner
voor
het
land
zijner
keuze
de
eigenschappen
vragen
kon,
die
hem
het
begeerlijkst
toe
172
schenen
,
vroegen
de
Spanjaarden
het
schoonste
klimaat.
Het
werd
hun
toege-
Toen
vroegen
zij
de
schoonste
meedeelen
,
wie
ik
trouwen
wil.
Daar
ziet
ge
nu
mijne
aanstaande,
ik
heb
baar
uit
Weenen
gehaaid
,
van
het
tooneel
af.
Maar
er
bestaat
eene
liefde
tussehen
ons
al
zeven
jaren
lang,
en
daar
zij
gemeend
was,
hebben
wij
elkaar
nu
gevonden
,
om
met
uwe
toestem
172
ming
zoo
spoedig
mogelijk
man
en
vrouw
te
worden.”
De
oude
was
als
verstomd.
Zij
kon,
wat
zij
vernam,
niet
goed
vatten.
„Gij
wilt
zeker
een
grapje
met
mij
heb
172
ben
P”
kwam
er
eindelij
K
bij
haar
uit.
„Waarachtig
niet,
moeder
I”
hernam
hij
,
in
opgewonden
gemoedsstemming.
„Ik
kan
wel
begrijpen
,
dat
gij
bijna
verwonderd
zijl;,
wat
voor
een
prachtige
vrouw
ik
je
in
huis
breng.
Maar
zij
zal
voor
u
eene
goede
dochter
zijn,
mijne
Cilli,
ik
zweer
het
u
bij
mijne
zaligheid
I”
„Ja,
moeder
Monika
1”
vleide
Cilli
bij
de
waardin,
„neem
mij
vriéndelijk
aan
als
je
schoondochter!
God
weet,
ik
zal
u
tot
vreugde
in
uwen
ouderdom
zijn
I”
De
oude
vrouw
zag
nu
wel
in
,
dat
het
ernst
bij
beiden
was.
In
de
verwarring
harer
gewaarwordingen
gaf
zij,
terwijl
zij
haren
zoon
met
groote
oogen
aankeek
,
met
woorden
de
gedachte
te
kennen,
die
haar
het
sterkst
vervulde.
„Mijne
schoondochter
!
Eene
van
het
tooneel
?
Karei
zijt
gij
gek
?
Mijne
achting
voor
...
voor
de
jonge
dame,
zeer
zeker.
Maar
voor
logementhoudster
zal
zij
nooit
geschikt
zijn.”
„Keken
mij
daartoe
niet
zoo
rondweg
ongeschikt,
moeder
Monikazei
Cilli
tot
haar
en
men
merkte
aan
haar
dat
zij
zich
op
zulke
bedenkingen
voorbereid
had
en
zij
vertrouwde
deze
te
zullen
over
winnen.
„Gij
moet
niet
vergeten,
dat
ik
een
kind
der
bergen
ben,
dat
ik
bij
u
in
dienst
geweest
nen,
en
het
vooroordeel
moet
gij
niet
koes
172
vrouwen
,
en
ook
dit
werd
hun
geschon
172
ken.
Maar
toen
zij
nu
ook
de
beate
re-
géering
en
binnenlandsche
vrede
vroegen,
toen
begreep
de
Schepper
dat
indien
ook
deze
wensch
vervuld
werd
,
alle
menachen-
kinderen
naar
Spanje
zouden
trekken
en
de
andere
deelen
der
aarde
ledig
zouden
staan.
Een
mooi
land
en
mooie
vrouwen
was
genoeg;
de
beste
regeering
en
in
172
wendige
vrede
—
daarop
zou
Spanje
al
172
toos
te
vergeefs
wachten.”
Vraagt
men,
welke
zal
Spanje’s
toekomst
zijn
?
dan
komt
het
ons
voor,
dat
de
kans
voor
de
vijfjarige
dochter
van
Koning
Alphonsus,
om
ooit
den
Spaanschen
troon
te
beklimmen
,
al
zeer
gering
is
en
ge
172
schiedt
dit
ooit,
dan
zal
in
dien
tusschen-
tijd
meer
dan
eens
orde
en
rust
verstoord
worden.
Spanje
deelt
met
Frankrijk
het
treurig
lot
door
partijschappen
verscheurd
en
tot
verval
gedoemd
te
zijn.
Beide
landen
hebben
hun
rol
op
het
wereld-
tooneel
afgespeeld
en
niet
aan
de
Ro-
maansche
maar
aan
de
Crermaansche
volks
172
stammen
behoort
de
toekomst.
Buitenland,
Oosteia.x’i.j
lx.
Graaf
Klievenküller
is
vau
Ween
en
naar
Belgrado
teruggekeerd.'
Hij
was
naar
Wee
172
nco
geroepen
om
deu
keizer
en
den
minister
vau
buitenlandsche
zaken
nadere
inlichtingen
over
den
stand
van
zaken
in
Servië
en
Bulgarije
te
geven.
Tijdens
zijne
aanwezig
172
heid
heerschte
er
aau
het
ministerie
van
buitenlandsche
zaken
groote
drukte,
want
de
eene
conferentie
volgde
op
de
andere,
en
de
ambassadeurs
van
Duitschland
on
Turkije
brachteu
uren
in
het
hotel
door.
Zelfs
Tisza
was
uit
Pest
gekomen
om
zich
over
den
toestand
van
het
Oosten
persoonlijk
op
de
hoogte
te
stellen.
De
nieuwe
instruc-
teren,
dat
ik
aan
het
tooneel
van
aard
ver
172
anderd
ben.
Ware
dat
zoo,
dan
zou
ik
mij
door
Karei
niet
als
zijne
verloofde
hier
laten
terugbrengen.
Ik
wil
u
geheel
openhartig
bekennen,
dat
ik
uwen
zoon
reeds
als
uwe
dienstmeid
van
harte
lief
heb
gehad,
omdat
hij
—
nu,
omdat
hij
mij
ook
Hef
had.
Maar
geweten
heeft
hij
het
van
mij
niet,
ik
heb
mij
als
nog
kinderachtig
en
doodarm
ding
wel
gewacht,
hem
iets
vau
mijn
gevoel
te
laten
merken
en
heb
het
ook
zelve
niet
be
172
grepen
en
ernstig
opgenomen.
Als
ik
toen
het
geluk
heb
gehad,
voorde
opera
bekwaam
gemaakt
te
worden,
en
bij
mijn
laatste
ver
172
blijf
voor
vijf
jaren
met
den
professor
mij
overtuigde,
dat
Karei
mij
nog
altoos
lief
bad
en
dat
ik
ook
hem
met
volle
bewust
172
zijn
van
harte
geuegen
was
,
toen
heb
ik
tot
mij
zei
vo
gezegd
:
Als
mijne
verwach
172
tingen,
wat
het
tooneel
betreft,
vervuld
wor
172
den
,
dan
verdien
ik
geld
,
zooveel,
dat
ik
een
aanzienlijke
huwelijksgift
bezit.
En
is
uw
zoon
tot
daartoe,
zonder
dat
hij
van
mijn
voornemen
iets
afweet,
mij
nog
trouw,
en
is
het
in
mijn
eigen
hart
ook
niet
anders
geworden
jegens
hem
—
nu,
dan
zal
het
mijn
hoogste
wensch
zijn,
zijne
vrouw
te
worden,
en
ik
mag
dan
met
mijn
verwor
172
ven
geld
en
goed
zonder
eenige
schaamte
de
schoondochter
mijner
vroegere
meesteres
worden,"
Voor
zulk
eene
taal
van
het
dappere
meisje
hielden
de
begrijpelijke
vooroordeelen
van
moeder
Monika
geen
stand.
Zij
wist
geene
gronden
meer
tot
tegenspraak
te
vinden
en
gaf
daarom
Cilli
de
hand
en
zei:
„Dan
wil
ik
gaarne
hopen,
dat
het
u
ten
goede
zij
en
u
als
de
verloofde
van
mijn
zoon
beschouwen.
(Slot
volgt.)