Tekstweergave van nieuwe_tielsche_courant-18860102-001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
1886
Drie
en
Veertigste
Jaargang.
3047.
VOOR
DE
STAD
EN
AJbonnements-prtls:
Per
jaar
.
.
.
Franco
per
post
.
f
2,60.
-
3.
AdvefrteistiPn
j
Van
één
tot
zes
regels
60
Cents.
Voor
eiken
regel
meer
10
Cents,
ssSes
HET
ARRONDISSEMENT.
Üe
Uitgave:
geschiedt
eiken
Dinsdag
172
en
Yrijdag-Avond.
Zaterdag
2
Januari.
Verkrijgbaar
;
dij
(ten
Uitgever;
bij
alle
Boekhandelaren
en
Postkantoren
in
dit
Rijk.
-
—
•—=~~
i-
—
heeft
geen
behoefte
aan
uitbreiding
zijner
koloniën
en
sedert
deze
op
gehouden
heb
172
ben
,
zoowel
voor
den
staat
als
voor
de
particulieren
,
.
eene
melkgevende
koe
te
zijn,
is
het
taak
der
Regeering,
de
rijke
hulpbronnen
z&b
veel
mogelijk
meer
te
ontwikkelen
en
te
bevorderen,
dat
Neder
172
landers
zich
daar
vestigen.
Men
heeft
-
en
dit
dunkt
ons
een
gunstig
teeken
—
hoe
langer
hoe
meer
op
kolonisatie
niet
in
Amerika
of
Afrika,
maaltin
Indië
het
oog
gevestigd.
*
Zoowel
daar,
als
in
Europa,
hield
de
crisis
in
landbouw
,
industrie
en
handel
,
die
reeds
in
1884
een
a^nvang
had
ge
172
nomen
aan
,
en
ook
ons
vaderland
heeft
er
de
nawenen
van'
ondervonden.
Alge
172
meen
was
dan
ook
de
stilstand
in
bijna
alle
zaken
en
het
gevolg
daarvan
was
bij
minder
productie
gebrek
aan
werk,
zeer
ton
nadeele
van
de
arbeidende
klaasen,
vooral
in
de
groote
stedvn,
waarheen
velen
zich
hadden
begeven,
in
de
hoop
daar
hooger
betaald
werk
te
vinden.
Er
heevschte
bijna
overal
ontevredenheid,
afgunst
tegen
de
bezittende
klassen
en
van
die
omstandigheden
maakten
de
op
172
ruiers
gebruik,
om
hunne
verderfelijke
theoriën
den
volke
te
prediken
en
de
ar
172
beiders
tegen
de
regeerin.fi-
en
de
hoogere
standen
op
te
zetten.
Nederland
bleef
niet
verschoond
van
socAdstiscke
woelin
172
gen
en
hoewel
die
nog
niet
tot
misdadige
aanslagen
op
het
leven
en
den
eigendom,
zooals
elders,
oversloegen,
staat
het
toch
vast
dat
wij
thans
in
de
sociaal-democraten
eene
revolutionaire
partij
bezitten^
die
er
geen
geheim
van
maakt,
dat
omverwer
172
ping
der
maatschappij
het
doel
van
hen
streven
is.
Van
eene
kwaal
zijn
wij
gelukkig
be
172
vrijd
gebleven,
dat
is
van
de
cholera,
die
in
het
zuiden
van
Frankrijk
,
Italië
en
bovenal
in
Spanje
zoo
doodelijk
is
opgetreden.
In
beide
laatstgenoemde
landen
is
het
opnieuw
gebleken,
hoe
treurig
het
daar
met
de
volksbeschaving
gesteld
is,
hoe
sterk
daar
nog
het
bijge
172
loof’
heerscht.
Een
lichtstraal
te
midden
quaestie
zou
dan
wellicht
Europa
in
vuur
en
vlam
hebben
gezet;
er
bestaat
altoos
gevaar,
dat
het
daartoe
nog
eenmaal
ko
172
men
zalwanneer
de
Turksche
nalaten
172
schap
.
openvalt.
De
belangen
van
Oos
172
tenrijk
en
Rusland
loopen
zoo
uiteen,
dat
het
dan
moeielijk
za)
zijn
,
tnssehen
beide
-rijken
eene
schikking
te
treffen.
Nog
in
1885
heeft
de
bijeenkomst
der
drie
Kei
172
zers
te
Skierniewicz
(15—18
September)
gunstig
gewerkt
op
het
in
stand
houden
van
den
vrede,
die
in
hoofdzaak
door
alle
mogendheden
wordt
^begeerd,
maar
hoe
weinig
tractaten
en
verbonden
in
onze
dagen
he
teeken
en
,
dit
heeft
de,
geschie
172
denis
van
onzen
tijd
en
nu
wederom
het
gebeurde
in
Bulgarije
bewezen.
Er
valt
op
dit
verbond
ook
niet
te
rekenen
—
de
Keizer
van
Duitsckland
is
een
man
van
den
dag;
zal
zijn
zoon
de
staatkunde
van
zijn
vader
en
die
van
den
Rijkskan
172
selier
,
die
beiden
,
ook
met
het
doel
om
het
Duitsche
Rijk
te
eonsolideeren,
zeer
voor
den
vrede
gestemd
zijn,
volgen
?
Maar
wat
daarvan
zij
—
voorloopig
ia
het
der
diplomatie
gelukt
een
algemeenen
oor
172
log
te
bezweren
en
de
voorstanders
van
den
vrede
hebben
alle
reden
tot
tevre
172
denheid
De
mogendheden,
die
in
het
bezit
van
/olm
Bull
lie”
geducht
sijo
SmlLu
riw-
Jtolpniën.
aijn,
Imdd^n
—
met
uitzondering
Op
het
scheidingspunt.
1685—16S6.
Wy
zijn
op
hef;
scheidingspunt
van
het
oude
en
het
nieuwe
jaar
genaderd
:
het
oude
zal
weldra
als
een
droppel
verdwij
172
nen
in
liet
meer
der
eeuwigheid,
dat
al
172
les
,
wat
er
gebeurt,
verslindt;
het
nieuwe
gaat
straks
als
een
zon
voor
de
wereld
op,
die
het
hart
der
menschenkinderen
weder
met
hoop
en
vertrouwen
op
de
toe
172
komst
vervult.
Stellen
wij
ons
voor,
dat
wij
een
Ja
172
nushoofd
bezitten
,
dat
ons
vergunt
oen
blik
te
werpen
op
het
afgeloopen
jaar
en
tevens,
op
den
jaarkring,
die
nu
aanbreekt.
'Wat
gaf
1885
en
wat
belooft
1886?
De
korte
spanne
tijds,
die
het
jaar
1885
doorliep,
was
niet
zonder
beweging
en
beroering';
.
tóch
is
alles
nog
beter
af
172
geloopen
dan
het
zich
liet
aanzien.
Tot
twee
malen
toe
kwamen
dreigende
on
172
weerswolken
op
aan
den
staatkundigen
hemel
,
die
gelukkig
zijn
afgedreven.
Een
oorlog
tnssehen
Rusland
en
Engeland
in
Caitraal-Azië
scheen
zoo
goed
als
zeker
—en
het
is
alleen
aan
de
bezadigdheid
van
den
Czaar
van
eerstgenoemd
rijk
en
zijn
bekwamen
Minister
von
Griers
te
dan
172
ken,
dat
het
gevaar
is
voorkomen,
want
en
toonde
zich
bijzonder
belust,
om
den
kamp
met
den
Noordschen
beer
te
wagen.
Het
geschil
tusschen
Spanje
en
Duitschland
gaf
minder
ongerustheid
en
is
dan
ook
zeer
kalm
afgeloopen.
Toch
mocht
het
jaar
1885
niet
eindigen,
zonder
dat
ook
in
Europa
en
wel
in
het
Oosten
het
zwaard
werd
getrokken.
Die
oorlog
tusschen
Serviërs
en
Bulgaren,
twee
Slavische
stammen,
was
nog
wel
een
broedroor-
log,
waarin
de
opgewonden
Grieken
ook
al
grootcn
lust
hadden
zich
te
mengen,
wat
gelukkig
is
verhoed.
Ware
dit
geschied
,
dan
zouden
de
Turken
vermoedelijk
ook
op
het
oorlogstooneel
zijn
verschenen,
om
het
geringe
gebied,
dat
hun
in
Europa
nog
overblijft,
met
wapengeweld
te
be
172
houden.
De
altoos
brandende
Oosterache
r
euilleton.
Een
Schaduw.
—
o—
Novelle
naar
het
Duitsch
VAN
V.
YON
WOLFSHOFER.
L
1)
Sir
Francis
Aberdeen
was
een
van
die
achtenswaardige
mannen
,
zooals
men
er
niet
zelden
in
Oud-Engcland
aantreft,
een
man
van
eer
tot
de
verborgenste
schuilhoe
172
ken
van
zijn
hart
en
tegenover
ziclzelven
even
zoo
streng
als
tegen
anderen.
Hij
genoot
de
vruchten
van
zulke
gevoe
172
lens
,
want
in
den
geheelen
omtrek
van
zijn
landgoed
Aberdeenhouse
tot
London’s
voor
172
steden
toe,
vereerde
men
hem
als
een
vader.
Geen
aangelegenheid
van
eenig
gewicht,
waarin
men
niet
zijn
raad
inwon
,
geen
eere-
titel,
geen
openbaar
ambt,
dat
men
niet
het
allereerst
hem
aanbood
,
maar
er
waren
ook
geen
bedrukten
,
die
zich
niet
in
geval
van
nood
tot
hem
gewend
hadden,
want
zij
konden
er
zeker
van
zijn,
dat
de
edele
grijsaard
in
het
oude
hoerenhuis
hen
niet
wegsturen
zou,
zonder
hen
getroost
en,
zooveel
hij
vermocht,
geholpen
te
hebben.
Sir
Francis
Aberdeen
had
derhalve
de
gelukkigste
onder
de
stervelingen
kunnen
zijn,
ware
hij
niet
door
een
hard
noodlot
vervolgd
geworden.
Hij
stond
moederzalig
alleen
op
de
wereld
,
bijna
met
den
voet
in
’t
grai,
zonder
een
enkel
wezen
te
bezitten,
dat,
door
de
ban
172
den
des
bleeds
aan
hem
verknocht,
met
liefste
voor
hem
zorgde.
Men
wist,
dat
dit
Sir
Francis
Aberdeen
bitter
verdriet
veroorzaakte,
dat
het
als
een
worm
aan
zijn
hart
knaagde
en
misschien
van
Spanje
en
Portugal
—
ook
hunne
geschillen
,
die
tot
bloedige
gevechten
met
de
overzeesche
volksstammen
aanleiding
ga
172
ven,
Frankrijk
bad
die
in
Tonkin
en
Madagaskar
,
Engeland
in
Afrika,
Egypte,
Afghanistan
en
nu
onlangs
in
Bermah,
terwijl
wij
onophoudelijk
in
oorlog
leven
met
Atjeh.
In
weerwil
van
al
die
ver
172
wikkelingen
,
kenschetste
zich
het
afgeloo
172
pen
jaar
op
merkwaardige
wijze
door
een
wedloop
om
koloniën,
waaraan
bovenal
Duitschland
en
België
deelnamen.
De
Rijksvlag
werd
niet
slechts
geheschcn
in
Afrika,
maar
ook
in
Nieuw
Guinea,
en
zoowel
Duitschland
als
België
namen
be
172
zit
van
een
deel
van
het
Congo-gebied.
Nederland
nam
aan
dien
wedloop
geen
deel,
en
misschien
niet
te
onrechte;
het
zijn
dood
verhaasten
zou.
Men
wist
nog
meer
....
Allos
,
alles,
wat
eens
voor
on
172
geveer
tien
jaren
in
de
trotsche
vertrekken
van
Aberdeen
was
voorgevallen.
Maar
men
wachtte
zich
wel,
in
tegenwoordigheid
des
grijsaards
daarvan
te
spreken.
Maar
op
de
akkers,
als
men
het
graan
oogstte
of
in
de
lange
winteravonden
,
als
de
wind
langs
de
muren
der
onde
abdij
floot
en
het
dienst
172
personeel
aan
het
vertrouwelijk
haardvuur
zat,
vertelde
men
elkaar
zulke
geschiedenissen
des
te
drukker,
en
geen
vreemdeling
kwam
in
die
streek,
geen
gast
op
Aberdeenhouse,
zonder
dat
ook
hij
spoedig
daarvan
kennis
gekregen
had.
Zoo
was
het
op
een
keer
weder
winter
geworden.
Het
verre
,
heuvelachtige
land
172
schep
tusschen
Londen
en
do
oude
abdij
was
overdekt
met
een
dik
sneeuwkleed
eu
de
storm
huilde
over
de
verre
vlakte.
Op
zulk
een
avond
klopte
een
wandelaar
aan
de
hooge
hoofdpoort
van
Aberdeenhouse
en
verzocht
binnengelaten
te
worden.
Men
gaf
slechts
gehoor
aan
de
wetten
der
gastvrijheid
en
der
gewoonte
van
bet
huis,
wanneer
men
den
vreemdeling
rust
en
nachtverblijf
verschafte.
Spoedig
zat
hij
in
een
confortabla
ver
172
warmd
vertrek
der
benedenverdieping.
De
bejaarde
huishoudster
van
Aberdeenhouse
dekte
do
groote
eikenhouten
tafel
met
een
sneeuwwit
laken.
Daarop
plaatste
zij
wit
172
tebrood
en
koud
wildbraad
,
de
overblijfselen
van
het
avondeten
,
dat
men
reeds
genuttigd
had.
Warme
gekruide
wijn
dampte
in
hooge
ouderwetsohe
steenen
kruiken
en
noodigde
uit,
dien
aan
te
spreken.
De
vreemdeling
liet
zich
niet
lang
noodi-
gen.
Terwijl
hij
at,
sloegen
hem
de
aan
172
wezigen
met
de
stilzwijgende
belangstelling
gade
,
als
iemand
verwekt,
die
onder
onge
172
wone
omstandigheden
in
ons
midden
geko
172
men
is.
Hij
verkeerde
in
de
lente
des
levens,
in
die
gelukkige
grensscheiding,
waar
172
in
het
onzeker
schijnt,
of
men
nog
jongeling
of
reeds
man
is.
Zijn
gestalte,
het
eerste
dons
op
wangen
en
bovenlip
lieten
wel
het
eerste
vermoeden
als
het
ware
gelden.
Maar
het
verstandig
oog,
het
aan
gedachten
rijke
voorhoofd
bewezen,
dat
hier
kennis
en
ervaring
de
rijpheid
dos
mans
verhaast
hadden.
Dat
hij
tot
do
beste
standen
behoorde,
zag
men
licht
aan
zijne
bleeding,
die
een
172
voudig
en
voornaam
was,
maar
men
mocht
den
vreemdeling
bovendien
gaarne
zien:
hij
dwong
achting
af,
terwijl
hij
te
gelijker
tijd
vertrouwen
inboezemde.
'
Toen
bij
zijn
maal
genuttigd
had,
gaf
de
onde
huishofmeester
slechts
aan
den
algemee
172
nen
wensch
uitdrukking
,
toen
hij
zei:
„Uwe
kamer
in
de
bovenverdieping
is
gereed
en
goed.
verwarmd.
Mocht
gij
die
willen
op
172
zoeken
,
dan
zal
men
er
n
heen
geleiden.
Maar
zijt
gij
met
ons
gezelschap
tevreden
dan
zal
het
ons
aangenaam
zijn,
u
nog
in
ons
midden
te
zien.
In
den
winter
komt
zelden
een
gast
op
Aberdeenhouse.
Dan
verheugen
wij
ons,
zooals
licht
te
begrijpen
is,
wanneer
ons
stil,
eentonig
leven
op
een
keer,
al
is
het
maar
voor
enkele
uren,
afgebroken
wordt,
om
uit
geloofwaardigen
mond
tijdingen
te
vernemen,
omtrent
eene
wereld
van
welke
wij
om
meer
dan
eene
roden
bijna
afgesloten
zijn.
Zonder
lang
te
dralen
bleef
de
vreemde
172
ling.
De
gestopte
pijp,
die
hem
nu
werd
gereikt,
nam
hij
in
dank
aan.
Even
zoo
moest
hij
bot
zich
laten
wel
gevallen,
dat
de
huishoudster
zijne
ouderwetsche
kan
op
172
nieuw
met
dampenden
wijn
vulde.
Spoedig
zat
hij
midden
in
den
kring
voor
het
flikkerend
haardvuur
en
nam
deel
aan
het
gesprek.
Natuurlijk
viel
het
als
van
zelf
ook
op
den
eigenaar
der
abdij
en
het
eentonig
leven
dat
hij
leidde.
„Altoos
was
dat
niet
zoo,”
zei
de
oude
hofmeester,
zijne
pijp
uitkloppend
,
om
baar
opnieuw
te
stoppen.
„Aberdeenhouse
heeft
eens
vroolijker
dagen
gekend.
Toon
zat
Sir
Francis
ook
niet
alleen
in
zijne
vertrekken.
Een
lieve
huisvrouw
was
daarin
werkzaam
der
duisternis
was
aldaar
de
belangstel
172
ling
,
dio
zoo
wel
de
Konmg
van
Italië
als
die
van
Spanje
aan
den
dag
legden,
die
niet
schroomden
de
arme
lijders
te
bezoeken
en
hun
woorden
van
troost
en
bemoediging
toe
te
spreken
en
hulp
te
ver
172
schaffen
,
waar
die
bleek
noodig
te
zijn.
Aan
gedenkdagen
,
feesten
,
congressen
eu
tentoonstellingen
ook
in
1865
geen
gebrek.
De
internationale
expositie,
te
Antwerpen
gehouden,
is
goed
afgeloopen,
heeft
althans
betere
uitkomsten
opgele
172
verd
,
dan
die
in
1883
te
Amsterdam.
Om
van
het
algemcene
tot
het
bijzon
172
dere
af
te
dalen,
de
toestand
van
ons
vaderland
Iaat
zich
in
weinige
woorden
schetsen.
De
occonomische
en
politieke
ge
172
steldheid
laat
niet
alleen
veel
te
wenschen
over,
maar
was,
vooral
wat
de
laatste
betreft
,
treurig.
Wij
zijn
op
het
doode
punt
en
hoe
zullen
wij
er
af
komen
?
Toch
is
het
geroep
om
herziening
van
het
kiesrecht
algemeen
en
hebben
de
voorstanders
van
algemeen
kiesrecht
ont
172
zaggelijk
veld
gewonnen.
Het
Ministerie
Heemskerk
zit
nog
vast
in
den
zadel,
vooral
nn
de
begroetingen
zijn
aangeno
172
men
,
en
het
zal
vooreerst
wel
aanblijven,
foute
de
miewx.
In
tnssehen
zijn
in
1885
drie
Ministers,
die
van
Financiën,
Buiten-
landsche
Zaken
en
Marine,
afgetreden
en
door
andere
tmfïaAoseu
vervangen.
Het
gewest
en
de
stad
onzer
inwoning
mogen
zich
in
betrekkelijke
welvaart
ver
172
heugen
,
al
zijn
ook
hier
en
daar
de
ge
172
volgen
van
de
kwijning
der
bronnen
van
volksbestaan
,
vooral
van
den
landbouw
,
merkbaar.
Nergens,
dit
moet
geconsta
172
teerd
worden
,
werden
orde
en
rust
ver
172
stoord.
Even
als
er
ieder
jaar
zijn
ook
in
1885
mannen,
die
op
het
wereldtooneel
eene
ge
172
wichtige
rol
hebben
gespeeld,
daarvan
atgetreden.
Spanje
had
het
verlies
te
betreuren
van
zijn
jeugdigen
Koning
Alfonsus
XII,
Engeland
van
zijn
moedi
172
gen
held
Generaal
Gordon,
die
in
het
verre
Khartum
zijn
leven
liet,
voorts
van
de
edele
mensckenvrtenden
Sir
Mozes
Mon-
en
om
beiden
speelde
een
mooie
knaap,
met
frissche
wangen
—
„Hij
stierf?”
viel
de
vreemdeling
vragend
in
de
rede.
„Erger
dan
dat!
Hij
geraakte
in
slecht
gezelschap.
Hij
hoopte
schimp
en
schande
op
het
oude
huis,
waarvan
hij
eens
de
eeoige
erfgenaam
had
moeten
zijn.
Sir
Francis
Aberdeen
deed
zeker
alles
,
om
hem
te
verbeteren.
Toen
echter
alle
bemoeiing
mislukte,
bleef
hem
niets
verder
ovrig
dan
zich
van
zijn
ontaarden
zoon
voorgoed
los
te
maken.”
„Waar
is
hij
thans
De
hofmeester
haalde
de
schouders
op.
„Dat
weet
de
hemel
—
een
van
ons
zeker
niet.
Zelfs
Sir
Francis
bezit
op
dit
oogen-
blik
geene
tijding
van
hem.
Sedert
hij
zich
door
den
deugniet
niet
meer
laat
brand
172
schatten
,
bekommert
deze
zich
bitter
weinig
om
alles,
wat
in
Aberdeenhouse
gebeurt.
Het
heet
zelfs,
dat
hij
Engeland
verlaten
heeft,
wanneer
hij
nog
mocht
leven.”
De
vreemdeling
had
met
inspanning
ge
172
luisterd.
Welken
diepen
indruk
die
tijdin
172
gen
op
hem
hadden
gemaakt,
werd
nog
duidelijker
uit
eenige
vragen,
die
hij
tot
den
verteller
richtte.
Maar
in
hoofdzaak
was
het
onderwerp
voor
de
algemeene
stem
172
ming
niet
bevorderlijk
geweest.
Eene
zekere
eentonigheid
ontstond:
hier
en
daar
doofde
zelfs
het
glimmend
vuur
in
de
pijp
uit;
en
toen
de
huishoudster
de
kruiken
met
ver-
schen,
dampenden
kruidenwijn
wilde
aan
172
vullen
,
kreeg
zij
menig
bedankje.
Zoo
kwam
het
allen
gelegen,
toen
de
vreemdeling
den
wensch
uitsprak
,
zijn
leger
172
stede
mogen
opzoeken.
Toen
hij
het
vertrek
reeds
verlaten
wilde,
rustte
zijn
voet
nog
één
oogenblik.
„Dat
ik
het
vergat,"
zei
hij
glimlachend.
„Het
is
toch
niet
meer
dan
billijk,
dat
gij
den
naam
van
hem,
dien
gij
hier
zoo
vrien
172
delijk
een
herberg
verschaft,
leert
kennen.
Ik
heet
Eduard
Poë,
ben
advokaat
te
Lon
172
den
,
Regentstreet
21.
Het
slechte
weder
tefiore
en
Lord
Shaftesburry,
terwijl
aar
Frankrijk
de
beroemde
dichter
Victor
Hugo,
aan
Nederland
o.
a.
de
oud-Hoógleeraar
Modderman
,
Prof.
Tellegen
,,
Mr.
J.
P.
Amersfoordt,
Mr.
J.
Kneppelhout
,
Jong-
,
kindt
Conhick
en
de
staatsman
Graaf
van
Lijnden
ontvielen.
Nog
voor
het
jaar
ten
einde
spoedde,
maakte
de
dood
een
einde
aan
het
leven
en
de
werkzaamheid
van
Neerlands
groolen
geleerde,
den
Hoegleeraav
Harting.
Van
al
die
mannen
kan
en
mag
gezegd
wor
172
den
,
dat
zij
niet
te
vergeefs
geleefd,
maar
in
hunne
v/erken
gedenkstukken
van
hun
aanzijn
op
aarde
nebben
achter
172
gelaten
,
waardoor
hunne
namen
voor
de
vergetelheid
zijn
bewaard.
Wat
zal
het
jaar
1886
geven?
zal
er
,
een
einde
komen
aan
de
occonomische
crisis
?
zal
de
gewenschte
Grondwets-her-
ziening
in
Nederland
slagen
?
zullen
tevredenheid
en
rust
overat
heer-
schen
?
ziedaar
vragen
,
waarop
wij
zoo
gaarne
een
bevredigend
antwoord
zouden
willen..geven,
maar
wij
zijn
er
niet
toe
in
staat.
Niemand
vermag
een
tipje
van
de
gordijn,
die
de
toekomst
bedekt
op
te
lichten,
maar
de
hoop
op
betere
tijden
en
het
vertrouwen
op
de
voorzienigheid
mo
172
gen
ons
bij
den
aanvang
van
het
nieuwe
jaar
niet
begeven.
De
gedachte
:
God
légeert
?
vervtïHe
ons:\rn.ot
nieuwen
le
172
vensmoed
!
31
December
1885.
Buitenland,
Oosttoni*!
j
1^.
Uit
Triest
wordt
dd.
25
December
melding
gemaakt
van
twee
nieuwe
gevallen
van
cholera,
makende
met
de
reeds
vermelde
in
het
geheel
vier.
De
twee
eerste
eindigden
met
den
dood.
Drie
der
vier
lijders
waren
kolendragers
aan
boord
van
eene
der
stoom-
booten
van
Lloyd,
die
pas
uit
Venetië
was
gekomen
,
en
de
vierde
was
stoker
aan
boord
van
eene
Triester
boot,
die,insgelijks
kort
geleden
te
Venetië
was
geweest.
De
plaat
172
selijke
overheid
te
Triest
had
,
in
afwach
172
ting'
der
bekrachtiging
van
dezen
maatregel
verraste
mij,
toen
ik
van
een
uitstapje
voor
zaken
op
het
land
naar
Londen
wilde
te-
rugkeeren.
Een
rijtuig
was
niet
te
krijgen
en
daar
ik
anders
een
flink
wandelaar
ben
,
dacht
ik,
het
kan
geen
kwaad
wanneer
ik
door
een
hoop
sneeuw
moest
waden
en
de
wind
mij
de
ooren
rood
neep.
Maar
ik
zag,
dat
ik
mijne
krachten
toch
een
weinig
overschat
had.
Zonder
de
gastvrijheid
van
dit
huis
had
het
mij
slecht
kunnen
gaan.
Zulk
eene
hulp
in
den
nood
vergeet
een
eerlijk
denkend
mensch
nooit
in
zijn
leven.
En
ik
nit
den
wensch,
dat
ik
op
do
eene
of
andere
wijze
gelegenheid
moge
vinden
,
mijne
dankbaarheid
ook
door
eene
daad
te
bewijzen.
Nn
goeden
nacht
al
te
maal
1”
De
deur
sloot
zich
achter
zijne
hooge
man
172
nelijke
gestalte.
Reeds
op
den
volgenden
morgen
wilde
Eduard
Poë
de
abdij
verlaten.
Maar
de
hofmeester
liet
zijn
gast
de
reis
niet
te
voet
afleggen.
Een
slede
,
met
twee
flinke
kleine
deensche
paarden
bespannen,
stond
reeds
in
den
hof
gereed,
en
de
jonge
advokaat
moest
het
zich
laten
welgevallen,
om
haar
te
bestijgen
en
zich
in
den
warmen
deken
te
hullen,
dien
de
hofmeester
op
zijn
zitplaats
ge
172
legd
had.
Eduard
Poë
drukte
hem
hartelijk
de
hand.
„Derhalve
tot
weerziens.
Dank
ook
Sir
Francis
voor
de
goedheid,
die
men
aan
een
onbekende
in
zijn
huis
ten
deel
liet
vallen.”
De
hoeven
der
vurige
rossen
werden
opge
172
licht,
de
schellen
lieten
hun
gefjingel
hooren,en
pijlsnel
gleed
de
lichte
slede
over
den
met
sneeuw
bedekten
grond
voort.
Den
volgenden
avond
sprak
men
op
Aber-
deenhause
nog
wel
eens
van
den
vreem
172
den
man,
maar
allengskens
geraakte
hij
in
vergetelheid.
{Wordt
vervolgd.)