Tekstweergave van nieuwe_tielsche_courant-18990107-001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Stoomjacht
Postiljon.
TIel—W^naeem.
Van
TIBL
'emorg,
8
n.
«
NIJMEGEN
’s
nam,
2.30
u,
’a
MAANDAGS
:
V
an
T1EL
’smorg,
6
en
11
our.
Ti
NI
JMEGEN
T
s
morg.
9
en
?
s
nam.
2.
Informatiön
bij
den
Agent
A.
J.
TIEL,
Gladde
en
Huw.
Kistar,
'97
Gladde
en
Ruw.
Riatarwe
'98
Roede
Tarwe
'97
N.
Koode
Tarwe
'98
Rogge
'98
Winter-Garst
Zomer-Garst
Haver
Mais
Duiveboonen
Kroonerwten
_
Geld.
Groene
Erwten
—
Kopuc.
Erwten
_
Gele
erwten
Koolzaad
Wikken
Boter
p.
Ned.
Pond
Eieren
104
stuks
Marktprijzen
Zes
en
Vijftigste
Jaargang.
mm
"VOOZ5
IDE
ST-A-3D
E3ST
HET
^EEO^STEZSOE^CEHT.
Ahonnements-prijs:
Per
jaav
.
.
.
-
*
f
2.60.
Franco
per
post
.
-
3.-
Advertentiën:
Van
één
tot
zes
regelh
60
Cents.
Voor
eiken
regel
meer
10
Cents.
Zaterdag
7
Januari.
De
Uitgave:
geschiedt
eiken
Dinsdag
172
en
Yi'ijdag-Avond.
Eerste
Blad.
6-
1-
4,'
Ruinbergplaats.
Ison
d.1
grirL
g
1
.
4#
Burgemeester
en
Wethouders
der
^’Gemeente
Tiel
maken
hierbij
bekend,
e
:
;dat
een
gedeelte
van
de
pasch
achter
Ijden
Watertoren
is
ingericht
voorpuin-
5,-bergplaats.
is
aan
het
Nachtegaals-
Tarwe
en
rogge
werden
tot
vorige
prifj
De
ingang
•
V
j
r
G
”
L
i,001
!
en
begeerd,
wer<
kantie
,
bij
den
eersten
dwarsweg
in
duf
i/T
d^CI\eTwe#nvmtn
erwten
flauw.
dwarsweg
,
voor
zoover
die
sloot
langs
VARKENMARKT.
Aan
voer
klein
H,u
het
aangewezen
gedeelte
loopt,
del
alap.
'
Bij
storting
van
puin
enz.
op
an-
Varkens
fio
a
35.
Keujena
f3.50a7j(dove
plaatsen,
zal
de
desbetreffende
AMSTERDAM,
2
Jan.
Tarwe
op
ten
verbodsbepaling
van
de
verordening
f
W
°i88
ra
d
’
Maart
f185,
186;
Mrop
de
Straatpolitie
gestreng
worden
atkondiging
geschied,
Raapolie
vliegend
f24
3
/
1
,,
24V.;
Mei
123'
waar
het
behoort.
Sept..
beo.
123%.
Tiel,
den
5
Januari
Sept.-Dec.
f
17»/,,
17»/
t
.
AaaDAPPELEN,
Priesehe
Franeker
JammE
2.60
a
2.80.
FrieacheMunatersehe
of
Saaiera
f
1.65
a
1.1
Flakkeesche
Jammen
f2.90
a
3.10.
Golderache
Blauwen
f2.85
a
2.30."
Pruie,
Hamburgers
f3.30
a
3.50.
Pruis.
Rooden
t
2.—
a
2.10.
Hocuwsche
Blauwen
13.—
a
3.10.
Spuiaohe
Jammen
f3.25
a
3.40.
Aanvoer
2
ladingen.
Handel
stil.
Ver
Veemarkt
waren
heden
aangeveerd
361
Runderen,
waarvan
de
prijzen
wareii
vette
le
qualiteit
f-.60
a,
2e
qual.
f-,5£
3e
qual,
f
-.50
per
K.G.
70
Melk-
en
Kalt
roeien
f
120
a
220
;
—
vette
Kalveren,
1
lual.-.—
c.,
2equal.-.—
c.
per
KG.
t
Gras
calveren
f—
a
—;
30
nuchtere
idem
1
9
a
11
1
Schapen
ƒ—
a—;
—
Lammeren
f-.-
L
—
;
441
vette
Varkens
32
a
35
c.
per
KC
ROTTERDAM,
2
Jan.
Op
de
veemarl-
raren
heden
aangevoerd
265
runderen,
181.
ette
en
graskalveren
,
—
nuchtere
kalvere
’
269
schapen
of
lammeren,
711
varkens..
De
prijzen
waren
als
volgt:
runderen
1st
‘
ual.
30
a
—
ct.,
2e
qual.
25
et.,
3e
que
1
ct.,
kalveren
1ste
qual.
45
ct.,
2
ual.
39
ct,,
3e
qual.
33
ct.,
schapen
Iets
■
ual,
20
ct.,
2e
qual.
16
ct.,
varkens
1st»
ual.
18
a
—
ct.,
2e
qual.
17
ct.,
3
ual.
16
et.,
licht
soort
-
a
—
et.
Licht*
arkens
voor
export
17
a
—
ct.
Lammeren
5
a
22
ct.
Alles
per
*/,
KG.
Handel
in
runderen
en
kalveren
traag.
Ii
rolvce
ging
het
iets
beter
dan
de
vorip
mek.
Varkens
overvloedig
tor
markt,
waar
172
oor
de
prijzen
moeilijk
te
handhaven
waren
’ok
voor
export
ging
weinig
om.
—
VLA3.
Op
het
land
bleef
in
de
eloopen
weck
de
vraag
naar
spin-
en
1899.
Burgemeester
en
Wethouders
voornoemd
:
BüNfJQFF,
Burgemeester.
BESIER
,
Secretaris.
Openhare
kennisgeving.
Burgemeester
en
Wethouders
der
gemeente
Tiel
noodigen
de
lotolingen
voor
de
Nationale
Militie
van
dit
jaar,
die
verlangen
bij
de
jiee-imiltle
te
dienen
,
uit,
zich
daartoe
|6tir
den
laten
Februari
1899
bij
Burge
172
meester
en
Wethouders
aan
te
melden.
En
U
hiervan
afkondiging
geschied
waar
het
behoort.
Tiel,
den
4
dan,
1899.
Burgemeester
en
W
othonders
voornoemd
B5NHOFF,
B
ESI
BR,
secretaris.
Buitenland.
In
ZEJng'elsixid..
Frankrijk
en
Engeland
blijft
het
nog
stormen
en
de
scheepvaart
op
het
Kanaal
heeft
daarvan
de
gevolgen
ondervonden.
Enkele
diensten
tusschen
Engeland
en
Frank
172
rijk
moesten
gestaakt
worden.
Er
zijn
heel
wat
soheepsongelukken
voorgevallen.
Tot
dusver
zijn
alleen
bij
het
ongeluk
met
een
Italiaansche
boot
van
Cardiff
naar
Genua
menschenlevens
te
betreuren.
De
boot
heelt
een
lek
gekregen
en
moest
voor
anker
gaan
op
de
hoogte
van
Trevose
Head.
De
bemanning
werd
door
de
reddingsboot
van
Newquai
atgehaald,
nadat
zij
tevergeefs
beproefd
had
met
de
eigen
reddingsbooten
aan
wal
te
komen.
Bi)
deze
poging
sloeg
een
der
booten
om
en
verdronken
de
kapitein,
de
stuurman
en
negen
koppen.
Uit
Italië
komen
ook
storm
berichten.
Aan
de
kust
zijn
tal
van
schepen
vergaan.
De
opvarenden
werden,
voor
zoover
bekend
is,
gered.
IDta.1
tsclxla,n
Een
circulaire
van
den
Pruisischen
minis
172
ter
van
Binnentandsche
Zaken
beveelt
de
politie
de
als
anarchist
bekend
staande
per
172
sonen
naar
’t
commissariaat
van
politie
te
geleiden
en
ze
daar
op
anthropometrische
wijze,
evenals
gewone
misdadigers,
te
meten.
Men
meent
in
dezen
maatregel
een
van
de
eerste
gevolgen
van
hot
anti-anarchisten
172
congres
te
Rome
te
moeten
zien
en
verwacht
een
interpellatie
in
den
Rijksdag.
De
Vorwiirts
protesteert
tegen
den
maat
172
regel
en
zegt,
dat
do
politie
ten
laatste
nog
in
Pruisen
het
lachen
zal
verbieden.
Te
Maagdenburg
werden
31
December
een
aantal
van
anarchie
verdachte
personen
reeds
tegen
I
Januari
op
’t
politiebureau
ontboden
en
uiterst
hoffelijk
werden
zij
ondervraagd
omtrent
naam,
ouderdom
enz.,
’t
welk
op
een
afzonderlijk
formulier
werd
geschreven.
Daarna
zou
in
een
afzonderlijk
lokaal
de
meeting
der
lichamen
plaats
vinden,
De
anarchisten
protesteerden
ten
sterkste
en
men
zag
toen
van
het
meten
van
de
protestee-
rende
personen
af,
doch
ondervroeg
ben
om
172
trent
hun
lengte
enz.
Er
waren
onder
de
opgeroepenen
personen,
die
in
de
anarchistische
kringen
onbekend
waren.
ajaïEii;}
Is.
De
„Siècle”
heeft
gewichtige
mededeelin-
gen
gebracht,
waarvoor
de
verantwoordelijk
172
heid
natuurlijk
aan
dat
blad
blijft:
„Gedurende
de
afgeloopeu
week
heeft
de
strafkamer
van
het
Hof
van
Cassatie
zeer
interessante
getuigenissen
van
twee
politieke
personen
gekregen.
Deze
getuigenissen
brach
172
ten
niet
slechts
ophelderingen
over
reeds
be
172
kende
of
voorziene
punten
van
de
zaak,
zoo-
als
de
beweerde
bekentenissen,
doch
lever
172
den
onthullingen
over
nieuwe
feiten
,
waar
172
van
de
bekendheid
een
eigenaardig
licht
zou
verspreiden
over
de
enquete,
die
het
hoogste
gerechtshof
doet.
Zoo
heelt
—
wij
kunnen
dit
verzekeren
—
het
Hot
van
Cassatie
ge
172
heel
nieuwe
en
buitengewoon
interessante
inlichtingen
over
den
overste
Du
Paty
de
Clam
en
diens
rol
in
do
„zaak”
gekregen.
Wij
kunnen
voor
het
oogenblik
niet
meer
zeggen
,
om
de
enquete
niet
te
storen
,
daa
172
rentegen
kunnen
wij
er
voor
instaan,
dat
de
feiten
,
waarop
wij
doelen
,
den
heer
Méline
en
generaal
Bi
Hot
bekend
waren.
Deze
heb
172
ben
ze
evenwel
opzettelijk
en
systematisch
op
zijde
geschoven,
omdat
zij
het
door
het
vroegere
kabinet
opgemaakte
plan
,
om
de*
waarheid
te
verstikken
en
de
gerechtigheid
te
verijdelen
,
doorkruist
zouden
hebben."
„Wij
zijn
verder
in
de
gelegenheid
te
ver
172
klaren,
dat
het
Hof
van
Cassatie
op
het
spoor
van
nieuwe
vervalschingen
van
diplomatieke
bewijsstukken
gebracht
werd
,
over
den
oor
172
sprong
eu
den
aard
waarvan
voorloopig
niets
meer
te
berichten
valt.
Zonder
tegen
de
terughouding,
die
onder
zulke
omstandighe
172
den
geboden
is,
te
zondigen,
kunnen
wij
in
elk
geval
aantoonen
,
dat
de
bewijsstuk
172
ken,
waarvan
sprake
is,
uit
de
laatste
jaren
stammen
en
dat
zy
er
voor
ingericht
waren
de
waarheid
op
het
spoor
te
komen
en
dat
zij
opzettelijk
verminkt
werden
om
er
een
geheel
andere,
tegenovergestelde
beteekeuis
aan
te
geven,
dan
de
onderteekenaar
er
aan
geven
wilde."
—
Te
Parijs
zijn
alle
reporters
in
de
weer
om
Déroulèdo
te
zoeken
,
die
van
het
Farij-
sehe
tooneel
verdwenen
is.
Sommigen
zeggen
dat
hij
zijne
aanstaande
dictatuur
voorbereidt,
anderen
beweren
dat
bij
in
den
vreemde
ver
172
toeft
,
waar
hij
do
terugkomst
van
een
Ce-
saristiach
pretendent
organiseert.
Volgens
der
172
den
ia
hij
in
een
geheim
duel
gewikkeld
ge
172
weest
met
iemand
van
het
tooneel
en
heeft
hij
eene
ernstige
wonde
ontvangen,
die
hem
noodzaakt
het
bed
te
houden.
In
elk
geval,
de
heer
Déroulède
is
zoek.
—
Een
Parijseb
krankzinnigendokter,
de
heer
Michaut,
heeft
getracht
de
gevallen
van
waanzin
na
te
gaan,
die
uit
de
zaak-Dreyfus
zijn
voortgekomen.
Deze
gevallen
zijn
zeer
talrijk.
Alleen
tijdens
het
eerste
proces-Zola
werden
in
het
gesticht
St.
Anna
25
gevallen
"En
sedert
is
het
aantal
steeds
Feuilleton.
BEVRIJD.
Naar
het
Duitsch
van
H.
SüDERMANN
door
S.
d.
B.
v.
S.
XXII.
41).
Do
verdediger
had
gesproken.
Een
ue
af
gemompel
verhief
zich
in
de
ruime
gerechts-
draad-
“f
<
welIïs
galerijen
met
nieuwsgierigen
ge-
las
aanhouden.
Heden
aangevoerd
8929waren,
een
blauw
Hollandsch
en
1500
steen
Gro
.
De
beklaagde
was
gered,
tenzij
hij
den
ingsch,
Het
blauwe
vlas
was
goed
gezocht
^
jf.
'.
or
het
pleidooi
te
weeg
gebracht,
t
werd
ongeveer
2
/
5
verkocht;
in
de
prtjzei'
,e
‘“
e!
'l.
wam
geen
verandering.
Van
het
Groning
hoorde
nauwelijks
de
repliek
van
den
:he
vlas
werd
eene
enkele
afdoening
bekend
procureur
generaal
aa|
i.
AMSK
fcè
EEESEêB
LONDEN,
2
Jan.
Ter
veemarkt
zjjl
die
op
hetzelfde
zondaarsbankje
zat
waarop
ingevoerd:
Runderen
1300,
Schapen
en
acht
jaar
te
voren
die
gluiperige
knecht
had
Er
heerschte
veel
belangstelling;
zelfs
was
de
zoon
van
den
Shah
van
Perzië
bij
de
zitting
tegenwoordig,
terwijl
een
twintigtal
advocaten
het
verhoor
volgde.
Men
had
groote
voorzorgsmaatregelen
ge
172
nomen.
Op
de
eerste
bank
der
beschuldig
172
den
zaten
Koeh
en
zeven
zijner
gezellen,
bewaakt
door
negen
Parijsche
gardes;
op
de
tweede
bank
negen
beschuldigden
en
zes
Parijsche
gardes;
op
de
derde
bank
dertien
beschuldigden,
bewaakt
door
drie
Parijsche
te
Thans
telt
men
ze
bij
honderden.
De
be
172
smetting
is
zelfs
overgeslagen
naar
de
Ver
172
een
igde
Staten,
waar
een
zeventienjarig
meisje,
mej.
Fuda
Basch,
gek
is
geworden
door
al
het
denken
aan
Dreyfus.
Zij
wilde
tot
hem
gaan
om
hem
te
troosten.
De
bende
mn
Neuilly.
De
dievenbende
van
Neuilly,
aan
wier
hoofd
zekere
Koeh
staat
en
die
tal
van
le
172
den
telt,
heeft
Woensdag
te
Parijs
terecht
Runderen
ammeren
10000.
Kalveren
5
Varkens
—
moeten
plaats
nemen,
este
Runderen
2.4
a
4.6,
Schapen
en
Lam-
De
president
vroeg,
of
de
beklaagde
no»
eren
3.2
a
5.8,
Kalveren
—.
a
—.
Var-
iets
tot
zijne
verdediging
had
aan
te
voeren,
ins
—.
a
.—.
§
„Zwijgen
1
zwijgen
!
u
blonk
het
zacht
door
Granen
kalm;
meel
vast;
gerst
prijs-^e
zaal.
mdend
;
haver
kalm
;
mais
onveranderd.
Waterhoogte
der
rivier
de
Waal.
olgena
+
N.
A.
P.
K.
D.
O.
31
1
2
3
Dec.
Jan.
Paul
echter
stond
op
en
begon
te
spreken,
Hjeerst
zacht
en
haperend,
doch
van
lieverlede
duidelijker.
„Het
doet
my
van
harte
leed
,
dat
dc
de
Peilschaal
in
de
Haven
te
Tiel,.moeite
,
welke
zich
de
heer
advocaat
gege
172
ven
heeft
om
mij
te
redden,
vergeefsch
is
geweest.
Ik
ben
echter
niet
onschuldig
aan
de
daad
,
waarvan
men
mij
beticht."
De
rechters
keken
elkander
aan.
Hoe
nu
,
wdde
hy
tegen
zichzetyen
pleiten
?
„Hij
zeide,
dat
ik
Tan
angat
na
g
enoe
g
waanzinnig
was
dat
u
gehandeld
had
in
Ik
heb
mijn
leven
lang
een
angstvallig
,
gedrukt
bestaan
gevoerd
en
gemeend
dat
ik
niemand
onder
de
oogen
durfde
komen
hoewel
ik
toch
niets
te
verbergen
had.
4
1
4
0
4
0
4
1
Naricht
v.
d.
Scheepvaart:
Op
heden
stond
het
water
langs
de
stad
v.
0
d.
v.
10
d.
,
6
,
,
8
„
.
0
„
ST.
ANDBIES,
30
Deo.
Maas.
31
„
1
Jan.
2
„
2.12
2.16
2.21
2.60
M.
A.P.
A.
VAN
LOON
-
Tiel
loof
ik,
zulks
nog
minder
te
durven
doen
daa
vroeger,
want
thans
zou
er
reden
voor
bestaan,
—•
De
advocaat
heeft
u
mijn
vroe
172
ger
leren
voorgesteld
als
een
toonbeeld
van
alle
goede
hoedanigheden.
—
Dit
was
het
echter
niet.
Bij
mij
ontbrak
het
zelfbewust
172
zijn,
het
gevoel
van
eigenwaarde;
—
ik
zag
te
veel
door
de
vingers
bij
de
menschen
en
ook
bij
mij
zelf.
—
En
dit
heeft
mij
steeds
gehinderd
,
hoewel
ik
nooit
recht
begrepen
heb
wat
het
was.
—
Mij
drukten
te
veel
zorgen
,
dan
dat
ik
eens
vrij
had
kunnen
ademen,
zooals
voor
ieder
mensch
noodzake
172
lijk
is,
wil
hij
niet
stompzinnig
en
kniezerig
worden.
„Deze
daad
heeft
mij
echter
vrijgemaakt
en
geschonken,
wat
mij
zoo
lang
ontbrak.
—
Zij
is
een
groot
geluk
voor
mij
geweest
en
ik
zou
ondankbaar
zijn,
wanneer
ik
baar
thans
verloochende,
—
Neen
,
dat
doe
ik
niet.
U
moogt
mij
vrij
in
de
gevangenis
werpen,
zoolang
ti
wilt;
ik
zal
dien
tijd
wel
doorko
172
men
en
daarna
een
nieuw
leven
beginnen.
„En
daarom
moet
ik
ook
zeggen
:
ik
heb
mijn
have
eu
goed
bij
mijn
volle
verstand
in
brand
gestoken
;
ik
was
nimmer
zoo
goed
bij
mijn
verstand
als
toen
ik
de
petroleum
over
mijn
koren
sprenkelde
en
als
ik
heden
in
het
zeilde
geval
verkeerde,
God
weet
het,
ik
deed
net
weder
I
...
Waarom
zou
ik
ook
niet
?
—
Wat
ik
vernietigde,
heb
ik
door
eigen
arbeid
verkregen
,
ik
had
het
gedurende
lange
jaren
in
het
zweet
mijns
aanschijns
verwor
172
ven
en
kon
er
mede
doen,
wat
ik
wilde.
Ik
weet
hot,
de
Justitie
heeft
dienaangaande
andere
inzichten
en
daarom
zal
ik
mijn
tijd
ook
geduldig
uitzitten,
doch
wie
lijdt
er
schade,
behalve
ik?
„Mijne
zusters
zijn
beiden
goed
bezorgd
en
vader
.
...”
hij
zweeg
eenige
oogenblik-
kon
en
zijn
stem
beefde
toen
hij
vervolgde:
„Ja,
was
het
niet
beter
geweest,
wanneer
mijn
oude
vader
zijne
laatste
levensjaren
in
rust
en
vrede
bij
eene
zijner
dochters
gesle
172
ten
had
,
dan
op
de
plaats,
waar
ik
nu
heen
ga
?
„Het
noodlot
heeft
het
anders
gewild.
De
slag
heeft
hem
getroffen
en
mijne
broeders
zeggen,
dat
ik
zijn
moordenaar
ben.
—
Deze
in
geenen
deele
hot
recht
Het
voorlozen
der
acte
van
beschuldiging
duurde
twee
en
een
half
uur.
Koeh
schijnt
een
avontuurlijk
leven
hebben
geleid.
Hij
huisde
overdag
in
ver
172
laten
hutten
en
in
sloten
en
droge
kuilen
in
de
nabijheid
van
fortificatiën.
Des
nachts
ging
hij
er
op
uit
,
aan
het
hoofd
der
bende
—
dat
wil
zeggen
,
de
president
van
het
Hof
van
Assises
beweerde,
dat
Koeh
het
hoofd
was,
maar
deze
laatste
was
het
daarmede
nog
lang
niet
eens.
„Bewijs
mij
maar
dat
ik
dat
ben.
Heb
ik
ooit
iets
bevolen
aan
iemand,
wie
dan
ook?”
„Maar
de
bende
bestaat
toch,”
merkte
de
president
op.
„Zij
had
haar
zetel
te
Neuilly
en
oefende
een
waar
schrikbewind
in
do
omgeving
uit.
Toen
gij
bij
de
bende
kwaamt,
was
deze
nog
maar
alleen
specialiteit
in
het
plunderen
van
dronken
personen.
Maar
langzamerhand
breidde
zij
haar
werkkring
uit.
Zij
had
zelfs
een
wachtwoord
:
„Lipos.”
„Dat
wachtwoord
is
maar
eenmaal
ge
172
bruikt”,
viel
Koeh
hierop
in.
„Men
zegt,
dat
ik
het
hoofd
ben,
maar
ik
geef
u
de
verzekering
,
dat
ik
drie
kwart
van
de
lie
172
den
,
die
hier
op
de
banken
zitten,
niet
ken.”
„Gij
hebt
u
nog
al
veel
om
de
toekomst
bekommerd
Gij
kweektet
zelfs
leerlingen”.
„Mijnheer
de
president,
die
bekwaamheid
mag
ik
mij
niet
toekennen”.
„Men
liet
jongens
de
uitstallingen
bestelen
en
leerde
hen
bedelen.
Het
optreden
van
uw
bende
is
zeer
eenvoudig
;
gij
vielt
de
reizigers
aan,
plunderdet
hen
uit
en
wierpt
hen
dan
in
de
kuilen
bij
de
fortificaties.
Gij
vielt
zelfs
vrouwen
aan,
die
een
geleide
hadden”.
De
opleiding
der
knapen
scheen
echter
hoofdzakelijk
het
werk
te
zijn
geweest
van
zekeren
Colombin,
aan
wien
niet
minder
dan
zeven
en
dertig
nachtelijke
overvallen
ten
laste
worden
gelegd,
waarvan
tien
in
een
enkelen
nacht
in
Juli
1897.
Deze
is
met
Koeh
en
zekeren
Prieur
ge
172
vangen
genomen
toen
zij
in
een
kuil
bij
een
der
fortificatiën
lagen
te
slapen.
Toen
de
heeren
ontwaakten
,
waren
zij
reeds
door
de
politie
geboeid,
die
hen
daar
overvallen
had.
De
beschuldigden
houden
zich
echter
uiterst
onnoozel.
Zij
zyn
zich
van
geen
kwaad
be
172
wust
eu
hebben
ook
nooit
kwaad
gedaan,
Verkrijgbaar:
hij
den
Uitgever;
bij
allo
Boekhandelaren
en
Postkantoren
in
dit
Rijk.
M.hebben’
echte"
daarover
een
oordeel
te
vellen,
want
zij
ken
172
nen
mij
noch
vader.
Zij
hebben
zich
hun
leven
lang
slechts
om
zichzelf
bekommerd
en
mij
voor
vader,
moeder,
zusters
en
huis
en
hof
laten
zorgen;
ik
was
steeds
goed
genoeg,
wanneer
zij
iets
van
mij
hebben
wilden.
Zij
keeren
zich
thans
van
mij
af,
doch
zij
kunnen
mij
in
de
toekomst
niet
vreemder
worden,
dan
zij
mij
geweest
zijn.”
„Mijne
zusters,”
—
vervolgde
hij,
zich
naar
de
getuigenbank
wendende,
wnarGrete
en
Kiithe
met
zwarte
sluiers
voor
het
gelaat
zaten
te
weenen,
—
en
zijne
stem
werd
week,
alsof
hij
moeite
had
zijne
tranen
te
bedwin
172
gen,
—
„mijne
zusters
willen
ook
niets
meer
van
mij
weten
;
—
doch
hun
vergeef
ik
het
gaarne;
het
zijn
vrouwen
en
die
hebben
een
zachter
karakter
;
—
ook
staan
twee
vreemde
mannen
achter
haar,
wien
het
zeer
licht
moet
vallen
over
mijne
afschuwelijke
daad
verstoord
te
zijn.
Thans
keeren
allen
mij
den
rug
toe,
—
noen
niet
allen,”
—
zijn
gelaat
hel
172
derde
op
—
„doch
dat
doet
hier
niets
ter
zake.
Eén
ding
wil
ik
echter
nog
zeggen,
al
zou
men
mij
ook
voor
een
moordenaar
houden
:
„Ik
gevoel
geen
wroeging,
dat
vader
door
mijne
daad
gestorven
is.
Ik
heb
hem
médr
lief
gehad,
nu
ik
hem
doodde,
dan
wanneer
ik
hem
had
laten
loven.
Hij
was
oud
en
zwak
en
hetgeen
hem
te
wachten
stond,
was
smaad
en
schande,
—
hij
leidde
zulk
een
rustig
leven
en
zou
ellendig
hebben
moeten
wegkwijnen.
Dan
is
het
beter,
dat
de
dood
hem
plotseling
verraste,
evenals
de
bliksem,
welke
de
menschen
te
midden
van
hun
geluk
treft.
Dat
is
m
jne
meaning
;
ik
heb
met
mijn
geweten
afgedaan
en
ben
nie
172
mand
rekenschap
verschuldigd
dan
God
en
mijzelf.”
„Thans
moogt
u
mij
veroordeelen.”
„Bravo
I”
klonk
een
donderende
stem
van
uit
de
getuigenbank
door
de
zaal.
Hot
was
Donglas.
De
grijze
renzenge
172
stalte
stond
daar
fier
opgericht,
zijne
oogon
schitterden
onder
de
borstelige
wenkbrauwen
en
toen
de
president
hem
tot
stilte
maande,
ging
hij
onwillig
zitten,
tot
zijn
buurman
zeggende:
„Op
hem
kan
ik
troteeh
zijn,
wat
zegt
gij
er
van?”
XXIII.
later
werd
op
een
helderen
Twee
jaren
Jnm-morgen
de
roodgeverfde
poort
der
ge
172
vangenis
geopend
teneinde
door
tocht
te
ver-
leenen
aan
een
gevangene,
die
met
een
vroo-
lijk
gelaat
de
zon
begroette,
als
wilde
hij
leeren,
haar
glans
opnieuw
te
verdragen.
Hij
slingerde
met
een
pakje
heen
en
weder,
hetwelk
hij
in
de
hand
had
en
keek
achte
172
loos
om
zich
heen
als
iemand,
die
nog
niet
weet,
welken
weg
hij
nemen
zal,
doch
wien
het
onverschillig
is
waarheen
hij
gaat.
Toen
hij
langs
het
rechtsgebouw
kwam
zag
hij
een
rijtuig
staftn,
hetwelk
hem
bekend
moest
voorkomen,
want
hjj
hield
op
en
scheen
met
zijne
gedachten
te
rade
te
gaan,
Daarop
wendde
bij
zich
tot
den
koetsier,
die
met
zijn
fraaie
pelsmuts
op
trotsch
van
den
bok
neder
blikte.
„Is
hier
iemand
van
Helenadal
?”
vroeg
hij.
„Ja;
mijnheer
en
de
juffrouw.
Zij
zijn
gekomen
om
mijnheer
Meyhöfer
af
te
halen.
Op
hetzelfde
oogenblik
klonk
het
van
den
stoep
:
„Ha,
daar
is
hij
reeds
;
—
Elsbeth,
kijk
daar
is
hij
al
1”
Paul
snelde
de
trappen
op
en
beide
man
172
nen
omarmden
elkander
hartelijk.
Nu
werd
zacht
en
schroomvallig
de
zware
vleugeldeur
geopend
en
verscheen
een
slanke,
in
het
zwart
gekleede
dame
op
den
drempel.
Zij
leunde
met
een
weemoedig
lachje
tegen
den
muur
en
wachtte
bedaard,
totdat
de
beide
mannen
elkander
begroet
hadden.
„Daar
heb
jij
hem,
Elsbeth,”
zegt
de
oude
heer.
Thans
stonden
zij
band
in
hand
en
staar-
nen
elkander
in
de
oogen;
daarop
vleide
zij
haar
hoofd
tegen
zijne
borst
en
fluisterde
:
„Goddank,
dat
ik
weder
bij
je
ben!”
„En
opdat
jelui
het
rijk
alleen
zoudt
heb
172
ben,
kinderen,”
zeide
Douglas,
„rijdt
'jelui
vroolijk
samen
naar
huis;
ik
ga
intusschen
een
glas
wijn
op
do
gezondheid
vau
mijn
opvolger
drinken.
Ik
ben
tevreden,
want
thans
neem
ik
er
mijn
gemak
van.”
„Mijnheer
Douglas!“
riep
Paul
verschrikt.
„Vader
beet
ik,
begrepen
?
Zend
mij
tegen
den
avond
het
rijtuig.
Jij
bent
thans
de
baas
in
hnia,
adieu
!”
Met
deze
woorden
ging
hij
den
stoep
af.
ofschoon
de
meeaten
reeds
gevangenisstraf
hebben
ondergaan.
Zoo
bij
voorbeeld
de
twee
en
twintigjarige
Jacques
Gauthier.
„Gij
zijt
al
eens
veroordeeld
?“
„Ja."
„Voor
welke
feiten?”
„Voor
niets
1”
„Hebt
gij
dan
zes
maanden
gekregen,
om
172
dat
gij
niets
gedaan
hebt
?“
„Ja!”
Aan
brutaliteit
ontbreekt
het
hun
ook
niet.
Toen
de
president
aan
Auguste
Mi
172
chaud
vroeg:
„Gij
waart
een
der
hoofden
der
bende?”
antwoordde
deze:
„Is
bij
die
bende
dan
iedereen
het
hoofd
?“
De
onschuldigste
is
zeker
de
huisschilder
Charles
Giboulot,
die
,
volgens
de
beschuldi
172
ging
,
den
slachtoffers
der
bende
zelfs
de
laarzen
uittrok.
„Ik
heb
nooit
een
sterve
172
ling
kwaad
gedaan
,
mijnheer
de
president.
Ik
heb
nooit
een
verboden
wapen
gedragen.
Ik
ontken
alles.
Ik
ontken
mijn
onschuld.
(Gelach
in
dc
zaal).
Ik
ben
een
onschuldige,
dien
men
ten
verderve
wil
brengen.”
Toen
do
zitting
gisteren
(Woensdag)
om
half
zes
gesloten
werd,
moesten
er
nog
17
beschuldigden
verhoord
worden.
Spaxije.
De
gezondheidstoestand
van
Sagasta
gaat
iets
vooruit;
de
oplossing
der
ministerieel»
crisis
in
Spanje
kan
nu
binnen
enkele
dagen
verwacht
worden.
Men
verwacht,
dat
Sagas
172
ta,
die
druk
confereert
met
de
voornaamste
politieke
en
parlementaire
personen,
roet
de
vorming
van
een
nieuw
kabinet
zal
worden
belast,
en
dat
hij
dan
een
liberaal
concen-
tratie-kabinet
zal
vormen,
met
medewerking
van
generaal
Weyler.
De
Cortes
zullen
dan
worden
bijeengeroepen
om
het
vredestractaat
met
Amerika
goed
te
keuren.
Zoodra
dit
geschied
is,
volgen
ontbinding
en
nieuwe
verkiezingen.
Van
de
Philippijnen
en
uit
Ilo-IIo
schijnen
geen
nieuwe
berichten
ontvangen
te
zijn.
O
lis
moet
van
Mc
Kinley
de
opdracht
ont
172
vangen
hebben
een
strijd
met
de
Filipinos
zoolang
mogelijk
te
voorkomen.
Otis
zal
een
proclamatie
uitvaardigen
waarin
den
Tegalen
wordt
medegedeeld,
dat
de
Ver.
Staten
uit
172
sluitend
het
bewind
over
de
eilanden
ver
172
langen,
om
den
bewoners
een
goed
bestuur
te
verschaffen,
hun
veiligheid
te
beschermen
en
hun
rechten
te
bewaken.
Het
eenige
antwoord,
wat
de
Tegalen
hierop
geven
kun
172
nen
is,
dat
zij
zich
zelf
bekwaam
genoeg
achten
hun
oigen
zaken
te
besturen
en
daar
172
door
de
Amerikanen
niet
noodig
hebben.
De
berichten,
die
melding
maakten
van
Agninaldo’s
val
worden
nu
weer
tegenge
172
sproken.
Het
nieuwe
ministerie
der
Tegalen
wordt
voorgesteld
als
geheel
uit
aanhangers
„Kom,”
zeide
Paul
zacht
en
met
neder-
geslagen
oogen.
Elsbeth
kwam
hem
verlegen
lachend
na,
want
wijl
zij
thans
alleen
waren,
durfden
zij
elkander
niet
te
naderen.
En
daarop
reden
zij
zwijgend
naar
huis
over
do
zonnige,
met
bloemen
getooide
heide.
Pimpernellen,
klokjes
en
andere
heide
172
bloempjes
vormden
een
bont
tapijt
en
het
heldere
wolgras
verhief
zijne
wuivende
knop
172
pen,
alsof
er
sneeuwvlokken
over
de
bloemen
gestrooid
waren.
De
bladeren
van
het
teenrijs
ruiachton
zacht
en
de
elooten,
waarlangs
het
opschoot,
geleken
wel
stronken
schitterend
lint.
Paul
had
zich
diep
in
de
kussens
gedrukt
en
staarde
met
half
gesloten
oogen
deze
me
172
nigte
liefelijke
wonderen
aan.
„Ben
je
gelukkig
P“
vroeg
Elsheth,
zich
naar
hem
overbuigende.
„Ik
weet
het
niet,”
antwoordde
hij,
„mijn
gemoed
is
te
vol.”
Zij
glimlachte,
want
zij
begreep
hem.
„Zie,
daar
is
ons
huis,”
zeide
zij,
op
het
„Witte
Huis”
wijzende,
dat
hem
van
uit
de
verte
tegen
blonk.
Hij
drukte
haar
de
band,
—
zijn
stem
weigerde
hem
haar
dienst.
Aan
den
zoom
van
het
bosch
moest
het
rijtuig
ophouden.
—
Beiden
stegen
uit
en
begaven
zich
te
voet
verder.
Nu
zag
bij,
dat
zij
oen
wit
pakje
droeg,
hetwelk
hij
te
voren
niet
had
opgemerkt.
„Wat
is
dat?”
vroeg
hij.
„Dat
zal
je
wel
zien,”
antwoordde
zij
en
een
ernstig
lachje
overtoog
haar
gelaat!
„Eene
verrassing
?“
„Ben
souvenir.”
Toen
zij
in
het
bosch
traden
,
bespeurde
hij
tusschen
de
roodachtig
glimmende
boom
172
stammen
iets
zwarts,
waaraan
kransen
hin
172
gen,
„Wat
beteekent
dat
?“
vroeg
hij,
de
hand
uitstrekkend.
„Herken
je
jou
vriendin
niet
meer
?“
gaf
Elsbeth
ten
antwoord,
„zij
heeft
de
eerste
willen
zijn
om
je
welkom
te
boeten.”
„Zwarte
Suze!”
juichte
hij
en
begon
snel
172
ler
te
loopen.
„Neem
mij
mede,”
lachte
zij
hijgend,
„je
vergeet,
dat
we
voortaan
met
ons
beiden
sjjo.”