Tekstweergave van nieuwe_tielsche_courant-18990107-001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Stoomjacht Postiljon. TIel—W^naeem. Van TIBL 'emorg, 8 n. « NIJMEGEN ’s nam, 2.30 u, ’a MAANDAGS : V an T1EL ’smorg, 6 en 11 our. Ti NI JMEGEN T s morg. 9 en ? s nam. 2. Informatiön bij den Agent A. J. TIEL, Gladde en Huw. Kistar, '97 Gladde en Ruw. Riatarwe '98 Roede Tarwe '97 N. Koode Tarwe '98 Rogge '98 Winter-Garst Zomer-Garst Haver Mais Duiveboonen Kroonerwten _ Geld. Groene Erwten Kopuc. Erwten _ Gele erwten Koolzaad Wikken Boter p. Ned. Pond Eieren 104 stuks Marktprijzen Zes en Vijftigste Jaargang. mm "VOOZ5 IDE ST-A-3D E3ST HET ^EEO^STEZSOE^CEHT. Ahonnements-prijs: Per jaav . . . - * f 2.60. Franco per post . - 3.- Advertentiën: Van één tot zes regelh 60 Cents. Voor eiken regel meer 10 Cents. Zaterdag 7 Januari. De Uitgave: geschiedt eiken Dinsdag 172 en Yi'ijdag-Avond. Eerste Blad. 6- 1- 4,' Ruinbergplaats. Ison d.1 grirL g 1 . 4# Burgemeester en Wethouders der ^’Gemeente Tiel maken hierbij bekend, e : ;dat een gedeelte van de pasch achter Ijden Watertoren is ingericht voorpuin- 5,-bergplaats. is aan het Nachtegaals- Tarwe en rogge werden tot vorige prifj De ingang V j r G L i,001 ! en begeerd, wer< kantie , bij den eersten dwarsweg in duf i/T d^CI\eTwe#nvmtn erwten flauw. dwarsweg , voor zoover die sloot langs VARKENMARKT. Aan voer klein H,u het aangewezen gedeelte loopt, del alap. ' Bij storting van puin enz. op an- Varkens fio a 35. Keujena f3.50a7j(dove plaatsen, zal de desbetreffende AMSTERDAM, 2 Jan. Tarwe op ten verbodsbepaling van de verordening f W °i88 ra d Maart f185, 186; Mrop de Straatpolitie gestreng worden atkondiging geschied, Raapolie vliegend f24 3 / 1 ,, 24V.; Mei 123' waar het behoort. Sept.. beo. 123%. Tiel, den 5 Januari Sept.-Dec. f 17»/,, 17»/ t . AaaDAPPELEN, Priesehe Franeker JammE 2.60 a 2.80. FrieacheMunatersehe of Saaiera f 1.65 a 1.1 Flakkeesche Jammen f2.90 a 3.10. Golderache Blauwen f2.85 a 2.30." Pruie, Hamburgers f3.30 a 3.50. Pruis. Rooden t 2.— a 2.10. Hocuwsche Blauwen 13.— a 3.10. Spuiaohe Jammen f3.25 a 3.40. Aanvoer 2 ladingen. Handel stil. Ver Veemarkt waren heden aangeveerd 361 Runderen, waarvan de prijzen wareii vette le qualiteit f-.60 a, 2e qual. f-,5£ 3e qual, f -.50 per K.G. 70 Melk- en Kalt roeien f 120 a 220 ; vette Kalveren, 1 lual.-.— c., 2equal.-.— c. per KG. t Gras calveren f— a —; 30 nuchtere idem 1 9 a 11 1 Schapen ƒ— a—; Lammeren f-.- L ; 441 vette Varkens 32 a 35 c. per KC ROTTERDAM, 2 Jan. Op de veemarl- raren heden aangevoerd 265 runderen, 181. ette en graskalveren , nuchtere kalvere 269 schapen of lammeren, 711 varkens.. De prijzen waren als volgt: runderen 1st ual. 30 a ct., 2e qual. 25 et., 3e que 1 ct., kalveren 1ste qual. 45 ct., 2 ual. 39 ct,, 3e qual. 33 ct., schapen Iets ual, 20 ct., 2e qual. 16 ct., varkens 1st» ual. 18 a ct., 2e qual. 17 ct., 3 ual. 16 et., licht soort - a et. Licht* arkens voor export 17 a ct. Lammeren 5 a 22 ct. Alles per */, KG. Handel in runderen en kalveren traag. Ii rolvce ging het iets beter dan de vorip mek. Varkens overvloedig tor markt, waar 172 oor de prijzen moeilijk te handhaven waren ’ok voor export ging weinig om. VLA3. Op het land bleef in de eloopen weck de vraag naar spin- en 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd : BüNfJQFF, Burgemeester. BESIER , Secretaris. Openhare kennisgeving. Burgemeester en Wethouders der gemeente Tiel noodigen de lotolingen voor de Nationale Militie van dit jaar, die verlangen bij de jiee-imiltle te dienen , uit, zich daartoe |6tir den laten Februari 1899 bij Burge 172 meester en Wethouders aan te melden. En U hiervan afkondiging geschied waar het behoort. Tiel, den 4 dan, 1899. Burgemeester en W othonders voornoemd B5NHOFF, B ESI BR, secretaris. Buitenland. In ZEJng'elsixid.. Frankrijk en Engeland blijft het nog stormen en de scheepvaart op het Kanaal heeft daarvan de gevolgen ondervonden. Enkele diensten tusschen Engeland en Frank 172 rijk moesten gestaakt worden. Er zijn heel wat soheepsongelukken voorgevallen. Tot dusver zijn alleen bij het ongeluk met een Italiaansche boot van Cardiff naar Genua menschenlevens te betreuren. De boot heelt een lek gekregen en moest voor anker gaan op de hoogte van Trevose Head. De bemanning werd door de reddingsboot van Newquai atgehaald, nadat zij tevergeefs beproefd had met de eigen reddingsbooten aan wal te komen. Bi) deze poging sloeg een der booten om en verdronken de kapitein, de stuurman en negen koppen. Uit Italië komen ook storm berichten. Aan de kust zijn tal van schepen vergaan. De opvarenden werden, voor zoover bekend is, gered. IDta.1 tsclxla,n Een circulaire van den Pruisischen minis 172 ter van Binnentandsche Zaken beveelt de politie de als anarchist bekend staande per 172 sonen naar ’t commissariaat van politie te geleiden en ze daar op anthropometrische wijze, evenals gewone misdadigers, te meten. Men meent in dezen maatregel een van de eerste gevolgen van hot anti-anarchisten 172 congres te Rome te moeten zien en verwacht een interpellatie in den Rijksdag. De Vorwiirts protesteert tegen den maat 172 regel en zegt, dat do politie ten laatste nog in Pruisen het lachen zal verbieden. Te Maagdenburg werden 31 December een aantal van anarchie verdachte personen reeds tegen I Januari op ’t politiebureau ontboden en uiterst hoffelijk werden zij ondervraagd omtrent naam, ouderdom enz., ’t welk op een afzonderlijk formulier werd geschreven. Daarna zou in een afzonderlijk lokaal de meeting der lichamen plaats vinden, De anarchisten protesteerden ten sterkste en men zag toen van het meten van de protestee- rende personen af, doch ondervroeg ben om 172 trent hun lengte enz. Er waren onder de opgeroepenen personen, die in de anarchistische kringen onbekend waren. ajaïEii;} Is. De „Siècle” heeft gewichtige mededeelin- gen gebracht, waarvoor de verantwoordelijk 172 heid natuurlijk aan dat blad blijft: „Gedurende de afgeloopeu week heeft de strafkamer van het Hof van Cassatie zeer interessante getuigenissen van twee politieke personen gekregen. Deze getuigenissen brach 172 ten niet slechts ophelderingen over reeds be 172 kende of voorziene punten van de zaak, zoo- als de beweerde bekentenissen, doch lever 172 den onthullingen over nieuwe feiten , waar 172 van de bekendheid een eigenaardig licht zou verspreiden over de enquete, die het hoogste gerechtshof doet. Zoo heelt wij kunnen dit verzekeren het Hot van Cassatie ge 172 heel nieuwe en buitengewoon interessante inlichtingen over den overste Du Paty de Clam en diens rol in do „zaak” gekregen. Wij kunnen voor het oogenblik niet meer zeggen , om de enquete niet te storen , daa 172 rentegen kunnen wij er voor instaan, dat de feiten , waarop wij doelen , den heer Méline en generaal Bi Hot bekend waren. Deze heb 172 ben ze evenwel opzettelijk en systematisch op zijde geschoven, omdat zij het door het vroegere kabinet opgemaakte plan , om de* waarheid te verstikken en de gerechtigheid te verijdelen , doorkruist zouden hebben." „Wij zijn verder in de gelegenheid te ver 172 klaren, dat het Hof van Cassatie op het spoor van nieuwe vervalschingen van diplomatieke bewijsstukken gebracht werd , over den oor 172 sprong eu den aard waarvan voorloopig niets meer te berichten valt. Zonder tegen de terughouding, die onder zulke omstandighe 172 den geboden is, te zondigen, kunnen wij in elk geval aantoonen , dat de bewijsstuk 172 ken, waarvan sprake is, uit de laatste jaren stammen en dat zy er voor ingericht waren de waarheid op het spoor te komen en dat zij opzettelijk verminkt werden om er een geheel andere, tegenovergestelde beteekeuis aan te geven, dan de onderteekenaar er aan geven wilde." Te Parijs zijn alle reporters in de weer om Déroulèdo te zoeken , die van het Farij- sehe tooneel verdwenen is. Sommigen zeggen dat hij zijne aanstaande dictatuur voorbereidt, anderen beweren dat bij in den vreemde ver 172 toeft , waar hij do terugkomst van een Ce- saristiach pretendent organiseert. Volgens der 172 den ia hij in een geheim duel gewikkeld ge 172 weest met iemand van het tooneel en heeft hij eene ernstige wonde ontvangen, die hem noodzaakt het bed te houden. In elk geval, de heer Déroulède is zoek. Een Parijseb krankzinnigendokter, de heer Michaut, heeft getracht de gevallen van waanzin na te gaan, die uit de zaak-Dreyfus zijn voortgekomen. Deze gevallen zijn zeer talrijk. Alleen tijdens het eerste proces-Zola werden in het gesticht St. Anna 25 gevallen "En sedert is het aantal steeds Feuilleton. BEVRIJD. Naar het Duitsch van H. SüDERMANN door S. d. B. v. S. XXII. 41). Do verdediger had gesproken. Een ue af gemompel verhief zich in de ruime gerechts- draad- “f < welIïs galerijen met nieuwsgierigen ge- las aanhouden. Heden aangevoerd 8929waren, een blauw Hollandsch en 1500 steen Gro . De beklaagde was gered, tenzij hij den ingsch, Het blauwe vlas was goed gezocht ^ jf. '. or het pleidooi te weeg gebracht, t werd ongeveer 2 / 5 verkocht; in de prtjzei' ,e ‘“ e! 'l. wam geen verandering. Van het Groning hoorde nauwelijks de repliek van den :he vlas werd eene enkele afdoening bekend procureur generaal aa| i. AMSK fcè EEESEêB LONDEN, 2 Jan. Ter veemarkt zjjl die op hetzelfde zondaarsbankje zat waarop ingevoerd: Runderen 1300, Schapen en acht jaar te voren die gluiperige knecht had Er heerschte veel belangstelling; zelfs was de zoon van den Shah van Perzië bij de zitting tegenwoordig, terwijl een twintigtal advocaten het verhoor volgde. Men had groote voorzorgsmaatregelen ge 172 nomen. Op de eerste bank der beschuldig 172 den zaten Koeh en zeven zijner gezellen, bewaakt door negen Parijsche gardes; op de tweede bank negen beschuldigden en zes Parijsche gardes; op de derde bank dertien beschuldigden, bewaakt door drie Parijsche te Thans telt men ze bij honderden. De be 172 smetting is zelfs overgeslagen naar de Ver 172 een igde Staten, waar een zeventienjarig meisje, mej. Fuda Basch, gek is geworden door al het denken aan Dreyfus. Zij wilde tot hem gaan om hem te troosten. De bende mn Neuilly. De dievenbende van Neuilly, aan wier hoofd zekere Koeh staat en die tal van le 172 den telt, heeft Woensdag te Parijs terecht Runderen ammeren 10000. Kalveren 5 Varkens moeten plaats nemen, este Runderen 2.4 a 4.6, Schapen en Lam- De president vroeg, of de beklaagde no» eren 3.2 a 5.8, Kalveren —. a —. Var- iets tot zijne verdediging had aan te voeren, ins —. a .—. § „Zwijgen 1 zwijgen ! u blonk het zacht door Granen kalm; meel vast; gerst prijs-^e zaal. mdend ; haver kalm ; mais onveranderd. Waterhoogte der rivier de Waal. olgena + N. A. P. K. D. O. 31 1 2 3 Dec. Jan. Paul echter stond op en begon te spreken, Hjeerst zacht en haperend, doch van lieverlede duidelijker. „Het doet my van harte leed , dat dc de Peilschaal in de Haven te Tiel,.moeite , welke zich de heer advocaat gege 172 ven heeft om mij te redden, vergeefsch is geweest. Ik ben echter niet onschuldig aan de daad , waarvan men mij beticht." De rechters keken elkander aan. Hoe nu , wdde hy tegen zichzetyen pleiten ? „Hij zeide, dat ik Tan angat na g enoe g waanzinnig was dat u gehandeld had in Ik heb mijn leven lang een angstvallig , gedrukt bestaan gevoerd en gemeend dat ik niemand onder de oogen durfde komen hoewel ik toch niets te verbergen had. 4 1 4 0 4 0 4 1 Naricht v. d. Scheepvaart: Op heden stond het water langs de stad v. 0 d. v. 10 d. , 6 , , 8 . 0 ST. ANDBIES, 30 Deo. Maas. 31 1 Jan. 2 2.12 2.16 2.21 2.60 M. A.P. A. VAN LOON - Tiel loof ik, zulks nog minder te durven doen daa vroeger, want thans zou er reden voor bestaan, —• De advocaat heeft u mijn vroe 172 ger leren voorgesteld als een toonbeeld van alle goede hoedanigheden. Dit was het echter niet. Bij mij ontbrak het zelfbewust 172 zijn, het gevoel van eigenwaarde; ik zag te veel door de vingers bij de menschen en ook bij mij zelf. En dit heeft mij steeds gehinderd , hoewel ik nooit recht begrepen heb wat het was. Mij drukten te veel zorgen , dan dat ik eens vrij had kunnen ademen, zooals voor ieder mensch noodzake 172 lijk is, wil hij niet stompzinnig en kniezerig worden. „Deze daad heeft mij echter vrijgemaakt en geschonken, wat mij zoo lang ontbrak. Zij is een groot geluk voor mij geweest en ik zou ondankbaar zijn, wanneer ik baar thans verloochende, Neen , dat doe ik niet. U moogt mij vrij in de gevangenis werpen, zoolang ti wilt; ik zal dien tijd wel doorko 172 men en daarna een nieuw leven beginnen. „En daarom moet ik ook zeggen : ik heb mijn have eu goed bij mijn volle verstand in brand gestoken ; ik was nimmer zoo goed bij mijn verstand als toen ik de petroleum over mijn koren sprenkelde en als ik heden in het zeilde geval verkeerde, God weet het, ik deed net weder I ... Waarom zou ik ook niet ? Wat ik vernietigde, heb ik door eigen arbeid verkregen , ik had het gedurende lange jaren in het zweet mijns aanschijns verwor 172 ven en kon er mede doen, wat ik wilde. Ik weet hot, de Justitie heeft dienaangaande andere inzichten en daarom zal ik mijn tijd ook geduldig uitzitten, doch wie lijdt er schade, behalve ik? „Mijne zusters zijn beiden goed bezorgd en vader . ...” hij zweeg eenige oogenblik- kon en zijn stem beefde toen hij vervolgde: „Ja, was het niet beter geweest, wanneer mijn oude vader zijne laatste levensjaren in rust en vrede bij eene zijner dochters gesle 172 ten had , dan op de plaats, waar ik nu heen ga ? „Het noodlot heeft het anders gewild. De slag heeft hem getroffen en mijne broeders zeggen, dat ik zijn moordenaar ben. Deze in geenen deele hot recht Het voorlozen der acte van beschuldiging duurde twee en een half uur. Koeh schijnt een avontuurlijk leven hebben geleid. Hij huisde overdag in ver 172 laten hutten en in sloten en droge kuilen in de nabijheid van fortificatiën. Des nachts ging hij er op uit , aan het hoofd der bende dat wil zeggen , de president van het Hof van Assises beweerde, dat Koeh het hoofd was, maar deze laatste was het daarmede nog lang niet eens. „Bewijs mij maar dat ik dat ben. Heb ik ooit iets bevolen aan iemand, wie dan ook?” „Maar de bende bestaat toch,” merkte de president op. „Zij had haar zetel te Neuilly en oefende een waar schrikbewind in do omgeving uit. Toen gij bij de bende kwaamt, was deze nog maar alleen specialiteit in het plunderen van dronken personen. Maar langzamerhand breidde zij haar werkkring uit. Zij had zelfs een wachtwoord : „Lipos.” „Dat wachtwoord is maar eenmaal ge 172 bruikt”, viel Koeh hierop in. „Men zegt, dat ik het hoofd ben, maar ik geef u de verzekering , dat ik drie kwart van de lie 172 den , die hier op de banken zitten, niet ken.” „Gij hebt u nog al veel om de toekomst bekommerd Gij kweektet zelfs leerlingen”. „Mijnheer de president, die bekwaamheid mag ik mij niet toekennen”. „Men liet jongens de uitstallingen bestelen en leerde hen bedelen. Het optreden van uw bende is zeer eenvoudig ; gij vielt de reizigers aan, plunderdet hen uit en wierpt hen dan in de kuilen bij de fortificaties. Gij vielt zelfs vrouwen aan, die een geleide hadden”. De opleiding der knapen scheen echter hoofdzakelijk het werk te zijn geweest van zekeren Colombin, aan wien niet minder dan zeven en dertig nachtelijke overvallen ten laste worden gelegd, waarvan tien in een enkelen nacht in Juli 1897. Deze is met Koeh en zekeren Prieur ge 172 vangen genomen toen zij in een kuil bij een der fortificatiën lagen te slapen. Toen de heeren ontwaakten , waren zij reeds door de politie geboeid, die hen daar overvallen had. De beschuldigden houden zich echter uiterst onnoozel. Zij zyn zich van geen kwaad be 172 wust eu hebben ook nooit kwaad gedaan, Verkrijgbaar: hij den Uitgever; bij allo Boekhandelaren en Postkantoren in dit Rijk. M.hebben’ echte" daarover een oordeel te vellen, want zij ken 172 nen mij noch vader. Zij hebben zich hun leven lang slechts om zichzelf bekommerd en mij voor vader, moeder, zusters en huis en hof laten zorgen; ik was steeds goed genoeg, wanneer zij iets van mij hebben wilden. Zij keeren zich thans van mij af, doch zij kunnen mij in de toekomst niet vreemder worden, dan zij mij geweest zijn.” „Mijne zusters,” vervolgde hij, zich naar de getuigenbank wendende, wnarGrete en Kiithe met zwarte sluiers voor het gelaat zaten te weenen, en zijne stem werd week, alsof hij moeite had zijne tranen te bedwin 172 gen, „mijne zusters willen ook niets meer van mij weten ; doch hun vergeef ik het gaarne; het zijn vrouwen en die hebben een zachter karakter ; ook staan twee vreemde mannen achter haar, wien het zeer licht moet vallen over mijne afschuwelijke daad verstoord te zijn. Thans keeren allen mij den rug toe, noen niet allen,” zijn gelaat hel 172 derde op „doch dat doet hier niets ter zake. Eén ding wil ik echter nog zeggen, al zou men mij ook voor een moordenaar houden : „Ik gevoel geen wroeging, dat vader door mijne daad gestorven is. Ik heb hem médr lief gehad, nu ik hem doodde, dan wanneer ik hem had laten loven. Hij was oud en zwak en hetgeen hem te wachten stond, was smaad en schande, hij leidde zulk een rustig leven en zou ellendig hebben moeten wegkwijnen. Dan is het beter, dat de dood hem plotseling verraste, evenals de bliksem, welke de menschen te midden van hun geluk treft. Dat is m jne meaning ; ik heb met mijn geweten afgedaan en ben nie 172 mand rekenschap verschuldigd dan God en mijzelf.” „Thans moogt u mij veroordeelen.” „Bravo I” klonk een donderende stem van uit de getuigenbank door de zaal. Hot was Donglas. De grijze renzenge 172 stalte stond daar fier opgericht, zijne oogon schitterden onder de borstelige wenkbrauwen en toen de president hem tot stilte maande, ging hij onwillig zitten, tot zijn buurman zeggende: „Op hem kan ik troteeh zijn, wat zegt gij er van?” XXIII. later werd op een helderen Twee jaren Jnm-morgen de roodgeverfde poort der ge 172 vangenis geopend teneinde door tocht te ver- leenen aan een gevangene, die met een vroo- lijk gelaat de zon begroette, als wilde hij leeren, haar glans opnieuw te verdragen. Hij slingerde met een pakje heen en weder, hetwelk hij in de hand had en keek achte 172 loos om zich heen als iemand, die nog niet weet, welken weg hij nemen zal, doch wien het onverschillig is waarheen hij gaat. Toen hij langs het rechtsgebouw kwam zag hij een rijtuig staftn, hetwelk hem bekend moest voorkomen, want hjj hield op en scheen met zijne gedachten te rade te gaan, Daarop wendde bij zich tot den koetsier, die met zijn fraaie pelsmuts op trotsch van den bok neder blikte. „Is hier iemand van Helenadal ?” vroeg hij. „Ja; mijnheer en de juffrouw. Zij zijn gekomen om mijnheer Meyhöfer af te halen. Op hetzelfde oogenblik klonk het van den stoep : „Ha, daar is hij reeds ; Elsbeth, kijk daar is hij al 1” Paul snelde de trappen op en beide man 172 nen omarmden elkander hartelijk. Nu werd zacht en schroomvallig de zware vleugeldeur geopend en verscheen een slanke, in het zwart gekleede dame op den drempel. Zij leunde met een weemoedig lachje tegen den muur en wachtte bedaard, totdat de beide mannen elkander begroet hadden. „Daar heb jij hem, Elsbeth,” zegt de oude heer. Thans stonden zij band in hand en staar- nen elkander in de oogen; daarop vleide zij haar hoofd tegen zijne borst en fluisterde : „Goddank, dat ik weder bij je ben!” „En opdat jelui het rijk alleen zoudt heb 172 ben, kinderen,” zeide Douglas, „rijdt 'jelui vroolijk samen naar huis; ik ga intusschen een glas wijn op do gezondheid vau mijn opvolger drinken. Ik ben tevreden, want thans neem ik er mijn gemak van.” „Mijnheer Douglas!“ riep Paul verschrikt. „Vader beet ik, begrepen ? Zend mij tegen den avond het rijtuig. Jij bent thans de baas in hnia, adieu !” Met deze woorden ging hij den stoep af. ofschoon de meeaten reeds gevangenisstraf hebben ondergaan. Zoo bij voorbeeld de twee en twintigjarige Jacques Gauthier. „Gij zijt al eens veroordeeld ?“ „Ja." „Voor welke feiten?” „Voor niets 1” „Hebt gij dan zes maanden gekregen, om 172 dat gij niets gedaan hebt ?“ „Ja!” Aan brutaliteit ontbreekt het hun ook niet. Toen de president aan Auguste Mi 172 chaud vroeg: „Gij waart een der hoofden der bende?” antwoordde deze: „Is bij die bende dan iedereen het hoofd ?“ De onschuldigste is zeker de huisschilder Charles Giboulot, die , volgens de beschuldi 172 ging , den slachtoffers der bende zelfs de laarzen uittrok. „Ik heb nooit een sterve 172 ling kwaad gedaan , mijnheer de president. Ik heb nooit een verboden wapen gedragen. Ik ontken alles. Ik ontken mijn onschuld. (Gelach in dc zaal). Ik ben een onschuldige, dien men ten verderve wil brengen.” Toen do zitting gisteren (Woensdag) om half zes gesloten werd, moesten er nog 17 beschuldigden verhoord worden. Spaxije. De gezondheidstoestand van Sagasta gaat iets vooruit; de oplossing der ministerieel» crisis in Spanje kan nu binnen enkele dagen verwacht worden. Men verwacht, dat Sagas 172 ta, die druk confereert met de voornaamste politieke en parlementaire personen, roet de vorming van een nieuw kabinet zal worden belast, en dat hij dan een liberaal concen- tratie-kabinet zal vormen, met medewerking van generaal Weyler. De Cortes zullen dan worden bijeengeroepen om het vredestractaat met Amerika goed te keuren. Zoodra dit geschied is, volgen ontbinding en nieuwe verkiezingen. Van de Philippijnen en uit Ilo-IIo schijnen geen nieuwe berichten ontvangen te zijn. O lis moet van Mc Kinley de opdracht ont 172 vangen hebben een strijd met de Filipinos zoolang mogelijk te voorkomen. Otis zal een proclamatie uitvaardigen waarin den Tegalen wordt medegedeeld, dat de Ver. Staten uit 172 sluitend het bewind over de eilanden ver 172 langen, om den bewoners een goed bestuur te verschaffen, hun veiligheid te beschermen en hun rechten te bewaken. Het eenige antwoord, wat de Tegalen hierop geven kun 172 nen is, dat zij zich zelf bekwaam genoeg achten hun oigen zaken te besturen en daar 172 door de Amerikanen niet noodig hebben. De berichten, die melding maakten van Agninaldo’s val worden nu weer tegenge 172 sproken. Het nieuwe ministerie der Tegalen wordt voorgesteld als geheel uit aanhangers „Kom,” zeide Paul zacht en met neder- geslagen oogen. Elsbeth kwam hem verlegen lachend na, want wijl zij thans alleen waren, durfden zij elkander niet te naderen. En daarop reden zij zwijgend naar huis over do zonnige, met bloemen getooide heide. Pimpernellen, klokjes en andere heide 172 bloempjes vormden een bont tapijt en het heldere wolgras verhief zijne wuivende knop 172 pen, alsof er sneeuwvlokken over de bloemen gestrooid waren. De bladeren van het teenrijs ruiachton zacht en de elooten, waarlangs het opschoot, geleken wel stronken schitterend lint. Paul had zich diep in de kussens gedrukt en staarde met half gesloten oogen deze me 172 nigte liefelijke wonderen aan. „Ben je gelukkig P“ vroeg Elsheth, zich naar hem overbuigende. „Ik weet het niet,” antwoordde hij, „mijn gemoed is te vol.” Zij glimlachte, want zij begreep hem. „Zie, daar is ons huis,” zeide zij, op het „Witte Huis” wijzende, dat hem van uit de verte tegen blonk. Hij drukte haar de band, zijn stem weigerde hem haar dienst. Aan den zoom van het bosch moest het rijtuig ophouden. Beiden stegen uit en begaven zich te voet verder. Nu zag bij, dat zij oen wit pakje droeg, hetwelk hij te voren niet had opgemerkt. „Wat is dat?” vroeg hij. „Dat zal je wel zien,” antwoordde zij en een ernstig lachje overtoog haar gelaat! „Eene verrassing ?“ „Ben souvenir.” Toen zij in het bosch traden , bespeurde hij tusschen de roodachtig glimmende boom 172 stammen iets zwarts, waaraan kransen hin 172 gen, „Wat beteekent dat ?“ vroeg hij, de hand uitstrekkend. „Herken je jou vriendin niet meer ?“ gaf Elsbeth ten antwoord, „zij heeft de eerste willen zijn om je welkom te boeten.” „Zwarte Suze!” juichte hij en begon snel 172 ler te loopen. „Neem mij mede,” lachte zij hijgend, „je vergeet, dat we voortaan met ons beiden sjjo.”