Tekstweergave van nieuwe_tielsche_courant-19230102-001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
1923. TELEFOON INTERCOMMUNAAL 78. TtlChtigStB Jtltirgtlllg. GIRO No. 76886. ()886. XrOOZFL DEi Abonnements-prijs: Per jaar . . . f 4.10. Fralico per poet - 4.50. Uitgever A, VAN LOON, Tiel. TA3Z> BIST HESV Arm.O]>miSSEa]VtB2SrT. Advertentiën 16 regels Woensdag 2 Januari. Elke regel meer De Uitgave geschiedt eiken Dinsdag en Vrijdag. f 1.50. - 0.15. BERICHT! Zooals onze lezers zullen opmerken is dit Blad bij de intrede van den Bosten jaargang in een grooter formaat uitgekomen. Door de hierdoor verkre 172 gen meerdere ruimte hopen wij de courant nog meer lezenswaard te maken. DE UITGEVER. Met volle zeilen. Gelijk het betaamt gaan wij nauwe 172 lijks nadat de klokkonklanben verklonken üijn het nieuwe jaar vol levensmoed en levenslust tegemoet, liet oude heeft afgedaan en onder vee! dat ons heeft ge 172 griefd en teleurgesteld zetten wij een streep of halen er een dwars doorheen, om uit hetgeen vervloden dagen ons aan goeds en vreugdevols boden, kracht, energie en durf voor de toekomst te putten. Kracht, energie en durf, Is er een betere, een mooiere, een meer prikkelende leuze wel denkbaar ? Zoo gaat het ons, die den nieuwen tijd in blij verwachten te gemoet treden. Kracht, energie en durf. Het is een heilige drie-eenheid waar 172 onder wij onze nieuwe taak aanvaarden, overtuigd van de waarheid van den spreuk der ouden, „Fortes fortuna 11 - „het ge 172 luk dient den moedige". Wij willen met kracht voortgaan op den eenmaal ingeslagen weg, wij willen ons met energie werpen op al die vragen die in dezen tijd meer dun ooit in overstelpenden getale op ons aanstormen, en wij willen met durf van onze eerlijke overtuiging uitkomen. Wij willen tot onze leus, tot onzen leiddraad maken het oude dichterwoord : „Zoo U het hart tot spreken dringt zoo spreek; wij willen noemen goed wat goed, slecht wat slecht is, onverschillig of het vriend of vijand doet. Zoo stellen wij ons voor het oude jaar te beeindigen en het nieuwe integaan MET VOLLE ZEILEN! Aan deze regelen wil ik nog een enkel kort woord toevoegen, over een onder- werp, dat èn u èn mij even na aan het hart ligt althans liggen moet, n.1. : De verhouding van Pers en Publiek. Het is een even vreemd als welbe 172 kend verschijnsel, dat nog zoo bitter wei 172 nig kranten het met de waarheid - en die alleen aandurven. Men is bang -om te zeggen, waar het nu precies op staat, men vreest dikwijls ook, als het 'blijkt dat men ongelijk heeft, dit ruiter 172 lijk en onomwonden te bekennen. Beide zijn even begrijpelijk als laf. Wie dagelijks aan een krant werkt, komt er al heel spoedig achter, hoeveel meiiBchen invloed op het blad trachten uitteoefenen. Vooral natuurlijk omdat . .. ze er bang voor zijn. Voorbeelden vraagt ge ? Och, ik zal ze u liever besparen, ik heb ze in mjjn zevenjarig journaiisten- bestaau in Hiille und Fiille" voor het grijpen en ... . er wordt al zooveel pa 172 pier beklad! Een andere niet minder groote en be 172 langrijke groep, die je werk tracht te beïnvloeden, is de .... overheid, in ’t al 172 gemeen hooggeplaatste personen en voor 172 al.... de politie. Ook dit is zoo begrijpelijk, want er behoort een dikwerf niet geringe dosis moed toe, om tegenover „hooge pieten" en lieden met kikkerende sabels je zelf 172 standige inzicht ongerept te bewaren. De „groote" pers (ook ons kompas wijst in die richting ! I) heeft dit zeer belangrijke onderwerp reeds dikwerf tot object barer besprekingen gemaakt. Van beide groepen is men mag noch kan dit ontkennen de krant tot op zekere hoogte afhankelijk. Een jour 172 nalist of hoofdredactie staat nu eenmaal liever op goeden als op kwaden voet met een minister, hoofdcommissaris oi oen burgemeester. Want... men kan immers nooit vooruit weten of men deze heeren Feuilleton. RTJITENBOER doob K BI T K Ij Bi. HEL Ij. DIT HET BITOELsch DOOK W. J. RO LDAïJUS Jr. {Nadruk verboden). ' HOOFDSTUK XVII. DE SLAAF VAN GOEDHEID. 42) Anne had een gevoel, alsof zij j 6 aarde verlaten had en zonder eenige in 172 spanning of bewuste beweging, als werd zij eenvoudig opgelicht door do handen die de hare vasthielden, door het sterren- land zweefde. Haar levenskracht doortril 172 de haar als een electrische stroom. Zij voelde, dat zij, waarheen zij ook gingen, waarheen hij haar ook bracht, veilig zijn zou. En er was in die verbijsterend snelle, haar aderen als met een levend vuur vullende vaart, een geestvervoering, die haar doorhuiverde. binnen korter of langer tijd niet eeis voor de een of andere inlichting noodig heeft. Maar ook hier moet toch een krant niet te bang zijn. Natuurlijk, men blijft met een ieder graag goede vrienden maar vergete toch ook nimmer de fiere •udhollandsche spreuk : „Trek ii niet aan wat ieder zegt Maar doet wat billijk isi en recht". Wanneer ik aan het hoofd van een goede en graag gelezen krant sta^dan heeft een minister meer van mij te vreezen en te verwachten dan ik van hem. Ik sluit hierbij zelfs mijn trouwens vrij hersen 172 schimmige kans op een lintje bij voorbaat uit. En ik geloof dan ook niet ver van de waarheid te lijn, wanneer ik als mijn eerlijke overtuiging neer 172 schrijf, dat, als een krant toont niet bang te zijn voor welke autoriteit dan ook, dh gekwetste majesteit gewoonlijk al he'eli spoedig weer zelf toenadering zal komem zoeken. Ik zou u op dit gebied nog zooveel kunnen vertellen, ik zou u nog zoo’n massa „onthullingen" kunnen doen, dab ge er werkelijk versteld van zoudt staan. Ik wil echter nog slechts enkele kleinig 172 heden naar voren by -gen. Bijv. : de telef* : kelt en een ge 172 affecteerd damessttiiL. (ik bon helaas: niet in Tiel waar dit adjectief natuur 172 lijk contrabande doch in Den Haag waar het jammer genoeg schering en in 172 slag is) spreekt: „Och, meneer, zou ik u mogen vragen, ziet u, u spreekt: met freule „zoo en zoo", vanmorgen is- mijn broer baron „zoo en zoo", fail 172 liet verklaard. Nu zou ik u willen vra 172 gen of u 't als 't u-blieft niet in de krant zou willen zetten, 't Is zoo „choquant" voor de familie, ziet u." En geloof mij, er zijn waarachtig kranten die op dergelijke verzoeken in 172 gaan. Alsof ’t voor een armen drommel,! die misschien jaren lang geploeterd heeft- om den kop boven water te honden, nog niet veel ellendiger is in de krant te ko 172 men, als voor iemand die door zijn geboorte alleen toch nog geen haar beter dan een ander behoeft te zijn. Laatst was ik toevallig eens op een onzer groote krauteubureaui, toon iemand binnen kwam loopen. Hij klopte niet,, kwam zoo maar binnenzetten. Liep naar; de tafel, smeet er een brief op en zei: Daar hebben jelui nou ’s een goed stuk,, dat motten jelui nou maar ’s gauw in de krant zetten. Maar doe 't nou vanavond,, want anders is het te laat. Niemand stak gelukkig ook maar een: vinger naar het op zoo zonderlinge wijze: aangeboden pamflet uit. Ziet ge, daar zijn ook schaduwzijden aan ons mooie, vrije maar lang niet gemak- kolijke beroep. Doch de buitenwereld kent die niet, evenmin als ze dikwerf het jagen en jachten kent, die van ons wordt ge- eiecht voor ge uw krant keurig in orde ’s morgens naast uw kopje thee vindt liggen. In het „publiek ik veracht u" van Multatuli, schuilt minstens 50 pet. haat. En haat mag er bij den journalist niet zijn. Hij moet dit zij zijn levensregel zijn richtsnoer, zijn leiddraad, lief 172 hebben. Liefhebben: de maatschappij, den mensch, het publiek en last not least zijn werk. Hij moet er zelf een stak van zijn, er mee op en neergaan, al» het schip volgt het dalen en rijzen der barnende baren, de behoeften en verlangens, de lach en do snik ervan hooren en verstaan. Hij moet weten vdór het publiek weet. Maar hij moet er nimmer de slaaf van zijn. De krant ook onze krant moet gaan als een held van de schare van haar lezers. Zoo willen wij komen tot u. O. Wat henen ging, maar eeuwig keert.... „Und doch ; da» Chriatkind kornuit zur [heil’gen Nacht Auf letsen Sohlen auch zu dir gegangen, hat dir Kerzen für den Baum gebracht Und Engelahaar' leicht in sein ftruu [Gehangen...." Ik hond van liet Kerstfeest. „Weet u waar u bent ?" vroeg hij eens. En zij antwoordde in een soort adem- looze verukking: „Ik heb een gevoel, alsof ik in een regenboog gevangen ben." Hij lachte niet ces zachten, maar toch overmoedige!] lach, en trok haar nog sneller voort. Zij lieten de andere gemaskerde» ach 172 ter zich; zij verlieten den fonkelenden vijver met zijn vele lichten, en eerst in het zuivore sterrenlicht verminderden zij hun vaart. Amm ontwaakte uit haar verrukkings- transe en zag, dat zij tussehen de oevers van het riviertje waren, dat den vijver voedde. De grond aau beide kanten schitterde wit en hard in de ingevroren stilte. De volle maan rees juist boven een lange, zilveren duinrij op. Haar handen nog steeds vast in zijn krachtigen greep keek zij naar haar konden glans. Langzaam, zij wist zelf niet waarom daartoe gedreven, wendde zij zich naar don man naast zich. Zijn oogen brandden met een 'vurigen gloed naar haar en Of misschien juister: ik houd van den Kerstdag, omdat liet is een dag van huiselijk geluk, van huiselijke intimiteit, van huiselijke wijding. Immers: een feest moet men vieren, den Kerstdag moet men wijden. Zij verdraagt geen gegons van vroolijke stemmen, zij verdraagt geen schittering van fraaie toiletten, zij verdraagt geen geschitter van flonkerend kristal, en zij verdraagt geen atmosfeer waar enkel vreugde heerscht, maar waar de Kerst geest verre blijft. Wie het Kerstfeest de herdenking van de geboorte van den Christus van Hem* van wien eens de Engelsehe schrijver Temple Thurston zoo tredend getuigde: „één Christen slechts was waar en deze was een jood" hij ga voor zoover hem dien dag de han 172 den van den huiseiijken kring niet binden aan den huiseiijken haard naar het eenige (land waar deze dag wordt beschouwd en gevierd, als een stil en heilig feest bovenal hij trekke naar het Duitsche land. Eet is een vreemd verschijnsel ik zou willen schrijven een zoo zonderlinge „contra 172 dictio in terminis" dat de Duitschei' dik 172 werf van buiten zoo rauw zoo onbeholpen, dit heilige feest op een zoo treffende wijze te vieren weet. Toch is deze uiterlijke tegen 172 stelling zeer begrijpelijk voor hem die het geluk heeft de Duitsche taal en meer nog de Duitsche litteratuur een deel van zijn geestelijk eigendom te mogen noemen. Uiterlijke onbeholpenheid en innerlijke sen 172 timentaliteit zijn de polen waartusachen zich het Duitsche leven in zijn mengeling van bonte schakeeringen afspeelt. In dit zwaar- bezoehte land, dat toch den druk dezer droe 172 vige tijden ondervindt als geen ander, treft men alweder een zeer merkwaardige tegen 172 stelling zoo heel weinigen die —och laten wij onze eigen fout ruiterlijk bekennen dien dag, dat het licht des vredes in zijn oogen verblindende schittering de wereld in zijn stralenbundels omsloot met zich zei ven ontvluchten. Onevenwichtigheid en levensangst; zie 172 daar twee factoren die de ware, de eenige kerststemming bij ons zoo dikwerf gron 172 dig bederven en den dag die eene van stilte en wijding moest wezen verleelijken tot eene van luidruchtig en schetterend „vreugde 172 betoon". Het is ontroerend en het ia beangstigend tevens die geestelijke armoede, dat pijni 172 gende zieleleed, De zulten ontbreken de wortels van het leven, het fundament van het gebouw waarop wij ons leven hebben op te bouwen, het ver 172 trouwen, het geloof op het goede, het beste in den mensch, dat eenmaal triomfeeren moet en ook eenmaal triomfeeren zal. Voor hèm, die de barnende golven van dezen beklemmende» tijd ten spijt, het geloof in het goede, ongerept, ongeschonden en onbesmeurd heeft weten te bewaren die het in het bin 172 nenste van zijn hart heeft verzorgd en gekoes 172 terd als iets héél moois en iets heel kostbaars, aan welks stralende warmte wij ons in de moeilijkste uren kunnen laven en verkwikken, voor hèm is de Kerstdag de heerlijkste dag des ganschen jnars. Ik ben naar Duitschland gegaan en ik heb mij geschaamd en geërgerd over mijn eigen landgenooten. En ik heb de Duitschers zoo volkomen begrepen, die langzamerhand het woord Hollander zijn gaan beschouwen als een equivalent, een synoniem, een gelijkluidend begrip van een kiesheidslooze, een rauweling, een bruut. Ik heb mij geschaamd, Hollanders zich zelve den palm der wellevendheid te zien toekennen. Hollanders die wel leven, maar geen wellevend 172 heid toonden te kennen; Hollanders, landge 172 nooten schreeuwerige, lawaaierige, druk ges- ticuleerende geldprotsen, die den Hollandschen naam willens en wetens, bewust en opzettelijk & raison van zooveel kende en wie weet op welke wijze verdiende guldens te grab 172 bel smeten. En ik heb mij ten slotte bedroefd, landge 172 nooten te ontmoeten, die den Kerstdag —den Duitachen feestdag bij uitnemendheid niet beter wisten te benutten dan den „Weihnachts- avond" te misbruiken als een welkome gele 172 genheid tot uitspattingen en vreugde-excessen die slechts bij machte waren te bewijzen hoe zeer een beklagenswaardig gemis aan de meest elementaire begrippen van het „savoir vivre" hun materieel gewin tot niets min of meer dan een onuitwisbare vlek voor onzen eertijds gaarne gehoorden en uitgesproken Hollandschen naam heeft gemaakt. De vreemdeling die hot nog altijd even heerlijke, even imposante, even-je-zoo-hee- lemaal-in-beslag-en- „Anspruoh" nemende Ber 172 lijn binnenkomt, merkt niet onder welk een intens zwaren druk de huidige Duitscher leeft. De grootste armoede schuilt niet op de nog altijd levendige straten, ze drentelt niet op de breede „Unter den Linden" zo flaneert niet in de roezige „Friedrichs"- of „Wilhelm- strasze" waar het lichte leven zoemt en gonst als bijen in den bijenkorf. . Ze houdt zich schuil gelijk bij ons, ge 172 lijk overal in de voor nieuwsgierige blikken beschermende huizen, ze schaamt zich te plotseling overviel haar weer dat gevoel, dat haar reeds eens in zijn tegenwoordig 172 heid overvallen Vflis, een gevoel van ongerustheid. Zij stond stil, voelde plotseling haar hart sneller kloppen. Maar zij' deinsde niet terug voor dien gloeienden blik; zij doorstond hem met opgebeven oogen. Eenige seconden bleven zij elkaar zoo aanstaren. Hij scheen haar op de een of andere wijze in zijn macht te willen krijgen, haar te willen onderwerpen, doch zij week geen duimbreed. Ten slotte ver 172 brak hij nog de betoovering. „Hebt u het mij kunnen vergeven ? u „Wat „Dat ik deed, alsof ik u vanmorgen niet geloofde ? tf Was dat wel doen alsof P u „Neen, dat was het niet ï Het was bittere ernst. Ik zou alles wat ik bezit hebben willen geven om in staat te zijn u niet te gelooven. Weet je dat wel ?“ „Maar waarom, Nap ; „Waarom ? u herhaalde hij. „Omdat uw toonen den „struggle for live" die vroeger niet veel anders was als een, ijdele klank. Zij tracht het leven dat langzamerhand geen leven meer is te leven in doffe gelatenheid en koele berusting en houdt zich verre van het bruisen en schuimen der wereldstad. Maar dezen ganseh bijzonderen dag was er schier geen woning of achter de ruiten 'flik 172 kerden de lichtjes van den denneboom, den moeien, groenenden denneboom, door de natuur getooid met de eeuwige kleur der eeuwige hoop. Een schoon symbool op dezen schoenen dag voor hèm die het leven recht in de oogen kijken durft en den blik niet in bange twijfelzucht en laffe zelfmisleiding afwendt van de harde realiteit. En zij kwamen van heinde en verre de keepers, al was 1000 of soms zelfs ook wel ’s 2000 mark voor menigeen ’n som die hij anders niet dan na nauwgezet wikken en wegen voor het allernoodzakelijkste zoude hebben besteed. En den zwaren last torsende op de gebogen schouders, stelden zij den boom thuis in het feestvertrek op, dat voor deze gelegenheid met een simpel takje sparregroen £ ,’n verlei 172 delijk stukje mistletoe, een gedempt lamplicht en ’n flikkerend vuurtje tot een kleinen tem 172 pel van vrede en tevredenheid was gemaakt. En naast den boom zetten zij een tafel, belegd met kleine geschenken, en zij kwamen allen te zamen, meester en meesteres, knecht en maagd, jong en Oud, arm en rijk. Omdat het immers den geboortedag gold van Hem, voor wie wij allen gelijk heeten te zijn ? Ook in de rijke restaurants in het weel 172 derige Westen flonkerden de lichtjes, evengoed als zij flikkerden in de kleine lokalen van de andere deelen der wereldstad. In de eerste ■klonk vroolijke muziek, daar klankton de kelken, daar schertste men en lachte men, daar danste men en dacht men aan alles, wat het leven aan vreugde slechts bood. En misschien ging er ook wel eens een enkele gedachte naar den Christus uit. Ik was dien avond in een der ontelbaar kleine lokalen en sloeg met mijn vrouw vanuit een verborgen hoekje de moeizame pogingen gade, de hoogste lichtjes van een heel klein, bescheiden boompje dat toch zeker ook nog een 1000 Mark had gekost tot lichtend leven te wekken. En toen eindelijk de boom tintelde in ’t licht van tientallen vriendelijke vlammetjes, schaarde ’t gansche gezin zich om ’t symbool der stralende hoop en zongen zij heel ern 172 stig dat oude, maar nimmer verouderende lied : „Stille Nacht Heilige Nacht" De weinige gasten waren stilletjes opgestaan, en ook wij beiden hadden ons tusschen de luisterenden geschaard. e Tot wij bemerkten, dat het gemis van een pianist wel heel pijnlijk werd gevoeld. Onderzoekend rustte de vragende blikken van den eigenaar op zijn zwijgende gasten.,.. Totdat hij mij in schuchter Engelsch ver 172 zocht het lied te willen spelen. Helaas Ik moest hem teleurstellen. Maar mijn vrouw heeft op de piano aan dezen hoogen wensck voldaan, „Gute Hollander" hoorden wij hem zeggen. Alsof het lied van den Christus aan eenig land gebonden ie Het heerlijke lied der dienende liefde is immers van alle tijden en alle volken.? Al hebben maar helaas zoo bitter weinigen het verstaan. Vrede op aarde, in de menschen een wel 172 behagen ! Onwillekeurig gingen mijn gedachten terug naar den tijd nu eenige maanden geleden toen ik voor een onzer groote bladen in den Balkan zwierf. Het was in het uitgestorven Fiume, op een stikdonkeren nacht, toen de windvlagen huil 172 den door de menschen-leege straten en de re 172 gen kletterde tegen de donkere huizenblokken. Your het Madonnabeeld van een groote kerk, dat door een walmend lampje, met grillige schaduwen werd verlicht, lag oen jong fascist geknield. Door zijn woelende vingers ritselde de ro 172 zenkrans en zijn lispelende lippen prevelden een gebed. In den stormacktigen nacht alleen met de Heilige Maagd en zijn innigste gedachten. W&t hij bad, verstond ik niet. Maar het was mij als bad hij wat daar stond in gulden letters als een gulden belofte: „Fax hominibus bonae volun 172 tatis". „Vrede den menschen van goe 172 den wille". Van goeden wille, t C. Adverteert in dit Blad SUCCES verzekerd. BINNEBiLAieB. goedheid, uw reinheid een slaaf van mij maken. O, als ik u kon betrappen al» ik u maar eens kon betvapgen op .een leugen, zooals andere vrouwen lieden, dan zou ik vrij zijn. Doch u bent onver 172 dorven en boven alle onwaarheid verheven, ja, ik geloof, dat u boven alle verzoeking verheven bent." „O, je kent me niet," viel zij hem kalm in de rede. „Maar zelfs al was ik dat alles, waarom vindt je dat dan zoo ergerlijk ?“ „Waarom ? Omdat u me telkens weer in bedwang houdt, me ieder oogènblik weer beteugelt. U bindt mij aan uw zege 172 kar en ik moet het pad der deugd bewan 172 delen of ik wil of niet." Hjj brak zijn woorden, af 'met een lach, die iets duivelseh in zich had. „Bent u zelfs niet nieuwsgierig naar den inhoud van den brief, dien u nooit gekregen hebt ?“ vroeg hij plotseling. „Vertel het mij ?“ „Ik schreef u, dat ik half gek was, dat ik u dien dag niet gezien had, en ver- Rationeeler uitoefening van het land 172 bouwbedrijf. Het Hagel. Bestuur van het Kon. Ned. Landbou w-Comité heeft aan den Minister van Landbouw, N. en H. een adres ge 172 richt, waarin het waarschuwt, bij het stre 172 ven naar bezuiniging, tegen zoodanige beperking der staatsuitgaven voor den landbouw, dat daardoor maatregelen, wel 172 ke een meer rationeele uitoefening van den bodemcultuur bevorderen, achterwege blijven. Door bet achterwege laten toch van die maatregelen zullen niet alleen de belangen van den land- en tuinbouw, maar ook die van de geheele samenleving geschaad worden. Door de in de laatste jaren . op den voorgrond tredende belang 172 rijk hoogere invoer- dan uitvoerwaarde, alsmede door een aanzienlijke daling van de waarde der diensten, door Nederlan 172 ders aan het buitenland bewezen, treedt een voortdurende verarming van ons land in en de gevolgen daarvan zullen zich niet alleen op dit oogenblik, maar ook in de toekomst ernstig doen gevoelen. Onder deze omstandigheden ia vergroo- ting van de uitvoerwaarde dringend ge 172 boden ; voor onze land- en tuinbouw- voortbrengselen zal deze in 't algemeen slechts op twee manieren mogelijk zijn: door een groote ren uit voer bij gelijk blij 172 vende prijzen of door verhoogde prijzen bij gelijk blijvenden uitvoer. Als middel tot verhooging van onze uitvoerwaarde bij gelijk blijvende of lagere prijzen blijft volgens adressant slechts een verhoogde export als gevolg van een grootcre productie over. De middelen, die het Kon, Ned. Land- bouweomité zou wenschen aangewend te zien voor een meer rationeele uitoefening van het landbouwbedrijf, noemt het ver 172 volgens op: verbetering van de onvol 172 doende afwatering, ruilverkaveling, af 172 schaffing van het verouderd jachtrecht, betere regeling van het landbouw-onder- wijs, verbetering van het pachtreeht enz. Gemengd Nieuws. De fraude in „hotel des Indes u . Naar men verneemt, zijn de malversa 172 ties, waarvan het echtpaar H., directeur en directrice van „Hotel des Indes" te 's Gravenhage, ten iiadeele van genoemd hotel wordt verdacht, aan het licht ge 172 komen door de boek'u controle van den gemeentelijken accountantsdienst. Het be 172 drag dat door de verdachten aan het hotèl-bearjjf is onttrokken, wordt op f 200.000 geschat. In ieder geval zal de gemeente ’s Gravenhage, welke, zooals men weet, mcde-aandeelhoudster van „Hotel des Indes" is, een niet onbelang 172 rijke schade lijden. Ken jachtongeluk. De 52-jarige ritmeester Broers uit ’s Gra 172 venhage, die deel uitmaakte van een jachtgezelschap dat een klopjacht hield in Duiveland, had het ongeluk terwijl hij op post stond, uit te glijden over den tramrail bij nieuwerkerk, met het gevolg dat het geweer afging en het schot hagel door het benedengedeelte van den rug in ’t bekken terecht kwam. Overgebracht naar het ziekenhuis te Noordgouwe is hij aan de bekomen wonden overleden. Berooviny. De eerste machinist van een te Rot 172 terdam liggend Engelsch schip maakte de vorige weck kennis met een paar vrouwen op den Schiedamschen dijk al 172 daar. Er werden eenige café’s bezocht en na een autorit arriveerde de Engelsehe pleizierreiziger in een huis aan de Veer- laan op Katendrecht, waar hem zijn por 172 tefeuille ontstolen werd, inhoudende een cheque van 500 p. st. en 200 p. st, aan Engelsch bankpapier. Een vrouw is voor deze berooviug aangehouden, maar ’t ge 172 stolen geld is niet teruggevonden. Zijn vader getroffen. De zoon van den winkelier Herstra te Bmmen was bezig met een buks oefe 172 ningen te houden on had het ongeluk daarbij zijn vader in het hoofd te treffen. Deze is onmiddellijk naar het ziekenhuis te Groningen vervoerd. zocht u, wanneer n weer zoudt komen, het vooruit te laten weten. Ik smeekte u mij toe te staan u te mogen komen bezoeken en een dag te bepalen. Ik on- dorteekende als uw nederige en toege 172 wijde slaaf, Napoleon Errol." Hij Meld op, nog steeds vreemd lachend en bijtend op zijn onderlip. Anne bleef eenige oogenblikken zwijgen. Eindelijk zeide zij op beslisten toon: „Je moet nooit meer bij me komen." „Ook niet als mijn moeder me chape 172 ronneert ?“ spotte hij. „Noch jij noch je moeder moeten meer bij me komen," zeide zij op vastberaden toon. „En Nap, hoewel ik heel goed weet, dat je met dien brief niets kwaads bedoeld hebt, spijt het me meer, dan ik je zeggen kan, dat je dien geschreven hebt." Fier wierp hij zijn hoofd in zijn nek. „Wat ?“ zeide hij. „Heeft de koningin haar nar niet meer noodig ? Mag ik u dan zelfs niet meer schrijven ?“ „Liever niet," Inbrekers veroordeeld. Het Gereehshof te « Amsterdam heeft arrest gewezen in de zaak tegen de beide broers Grootveld door de Rechtbank ver 172 oordeeld tot 6 jaar gevangenisstraf we 172 gens een zestal inbraken, waaraan deze zich met hun derden broeder hebben schul 172 dig gemaakt. Het Hof heeft de beide broers Herman en Frans veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf wegens diefstal met braak terwijl nog geen 5 jaren verloopen waren sinds beklaagden tot 3 jaar gevangenis 172 straf waren veroordeeld. De derde broeder Oor is destijds tot 3 jaar gevangenisstraf veroordeeld en heeft in dit vonnis berust. De gemeenschappelijke Kerstboom. In de Sociëteit te Doetinchem had Eersten Kerstdag de Kerstboomviering plaats van de afdeeling van den Ned. Protestantenbond en Tweeden Kerstdag van de R. K. Scholen. Als een bijzonderheid mag hiervan wel vermeld, dat de Protestantenbond zijn Kerstboom welwillend heeft beschikbaar voor de R. K. Kerstboomviering. Een reis met ongelukken. Toen de D-trein, welke Donderdag 172 avond om kwart voor zes uit Oldenzaal vertrok het station Almelo zou binnen 172 rijden, braken plotseling twee koppelstan 172 gen. Tengevolge van den schok viel in een 2e klasse-eoupé een koffer uit oen bagagenet op hot hoofd van een der in 172 zittende dames, welke door den schrik een zenuwtoeval kreeg en eenigen tijd buiten kennis geraakte. Toen de trein verder reed en het sta 172 tion Apeldoorn zou binnenstoomen, brak de trekkingstang, zoodat de machine en de bagagewagen het station inreden, ter 172 wijl de rest van don trein er voor bleef staan. Het duurde ongeveer een halfuur voor de trein de reis kon vervolgen. Oplichting ? Eenige weken geleden vervoegde zich bij den alleen-wonenden 77-jarigen J. H. te Vlaardinger-Ambacht een persoon, die hem zei, dat hij voor een rijken mijnheer uit Den Haag land kon koopen voor geld 172 belegging. H. scheepte hem af, maar de man kwam herhaalde malen terug, en het slot was, dat H. zei, wel eens met dien rijken heer uit Den Haag te willen praten. Op den afgesproken dag heeft H. in een café te Vlaardingen met den mijnheer uit Den Haag, genaamd W. do R. over zijn land met de boerderij ge 172 sproken ; afgesproken werd, dat De R. het land een zekere tijd in handen zou hebben, hij kreeg dus bedenktijd, waarvan een acte werd opgemaakt. Ook toekende H. later nog een acte, dat hij een hypo 172 theek op het land gaf van f70.000 tegen 5 pet. rente. De koopsom van het land met boerderij zou ongeveer f140.000 moeten bedragen. De notaris, die het land op last van De R. moest overschrij 172 ven, maakte H. erop attent, dat De R. in het bezit was van een volledige on- derhandsche verkoopacte, waarin onder meer vermeld stond, dat de kooppenningen waren betaald. Daar H. het iand niet verkocht had aan De R., werd de zaak in handen van de justitie te Rotterdam gegeven ; H. ging verder op aandringen van een advocaat en de familie tot een minnelijke schikking met De R. over cn betaalde hem een belangrijke som uit. Het is de politie gelukt, zooveel be 172 wijsmateriaal tegen de R. bijeen te bren 172 gen, dat deze ter beschikking is gesteld van den rechtercommissaris te Rotterdam. Vermoedelijk is hierdoor nog een groot bedrag aan geld voor J. H. gered. Twee andere personen, eveneens in ver 172 band met deze zaak gearresteerd, zijn weer op vrije voeten gesteld. Bij zijn arrestatie was De R. in het bezit van een pasaagebiljet naar Ned. Oost-Indië 'per stoomschip „Tambora". Hij zou te Marseille zijn scheepsgegaan. Een ernstige gasverstikking. In den armenwijk van Bathnal Green (Oost-Londen)' zijn de vorige week drie personen gedood en 37 bedwelmd ten ge 172 volge van gasvergiftiging. Ben opmer 172 kelijk feit is, dat de huizen, waarin de slachtoffers wonen, geen gas hebben, doch dat het gas is ontsnapt uit een lekke buis in de straat en later de huizen bin 172 nendrong. „En waarom niet f vroeg hij op be 172 velenden toon. „Ik vermoed, dat je dat wel weet." „Weet ik waarom y Soms omdat u bang is voor uw man ?“ „Neen." „Bang voor mij dan ?" En er was nu iets honends in zijn stem. „Neen," zeide zij weer. „Maar waarom dan ?" Hij keek haar recht in haar oogen. Er was iets onheil 172 spellend in zijn gemaskerd gelaat. Zij kreeg een gevoel, alsof haar iets boven het hoofd hing. Toch antwoordde zij zonder aarzeling. „Om een reden, die voor mij alles beteekent, ook al zal zij jou misschien futiel lijken. Omdat mijn man niet altijd goed bij zijn verstand is en ik ben bang, dat hij jou wat zou doen, wanneer hij nog meer geprikkeld werd." (Wordt vervolgd). o