Tekstweergave van nieuwe_tielsche_courant-19230102-001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
1923.
TELEFOON
INTERCOMMUNAAL
78.
TtlChtigStB
Jtltirgtlllg.
GIRO
No.
76886.
()886.
XrOOZFL
DEi
Abonnements-prijs:
Per
jaar
.
.
.
f
4.10.
Fralico
per
poet
-
4.50.
Uitgever
A,
VAN
LOON,
Tiel.
TA3Z>
BIST
HESV
Arm.O]>miSSEa]VtB2SrT.
Advertentiën
16
regels
Woensdag
2
Januari.
Elke
regel
meer
De
Uitgave
geschiedt
eiken
Dinsdag
en
Vrijdag.
f
1.50.
-
0.15.
BERICHT!
Zooals
onze
lezers
zullen
opmerken
is
dit
Blad
bij
de
intrede
van
den
Bosten
jaargang
in
een
grooter
formaat
uitgekomen.
Door
de
hierdoor
verkre
172
gen
meerdere
ruimte
hopen
wij
de
courant
nog
meer
lezenswaard
te
maken.
DE
UITGEVER.
Met
volle
zeilen.
Gelijk
het
betaamt
gaan
wij
—
nauwe
172
lijks
nadat
de
klokkonklanben
verklonken
üijn
—
het
nieuwe
jaar
vol
levensmoed
en
levenslust
tegemoet,
liet
oude
heeft
afgedaan
en
onder
vee!
dat
ons
heeft
ge
172
griefd
en
teleurgesteld
zetten
wij
een
streep
of
—
halen
er
een
dwars
doorheen,
om
uit
hetgeen
vervloden
dagen
ons
aan
goeds
en
vreugdevols
boden,
kracht,
energie
en
durf
voor
de
toekomst
te
putten.
Kracht,
energie
en
durf,
Is
er
een
betere,
een
mooiere,
een
meer
prikkelende
leuze
wel
denkbaar
?
Zoo
gaat
het
ons,
—
die
den
nieuwen
tijd
in
blij
verwachten
te
gemoet
treden.
Kracht,
energie
en
durf.
Het
is
een
heilige
drie-eenheid
waar
172
onder
wij
onze
nieuwe
taak
aanvaarden,
overtuigd
van
de
waarheid
van
den
spreuk
der
ouden,
„Fortes
fortuna
11
-
„het
ge
172
luk
dient
den
moedige".
Wij
willen
met
kracht
voortgaan
op
den
eenmaal
ingeslagen
weg,
wij
willen
ons
met
energie
werpen
op
al
die
vragen
die
in
dezen
tijd
—
meer
dun
ooit
—
in
overstelpenden
getale
op
ons
aanstormen,
en
wij
willen
met
durf
van
onze
eerlijke
overtuiging
uitkomen.
Wij
willen
tot
onze
leus,
tot
onzen
leiddraad
maken
het
oude
dichterwoord
:
„Zoo
U
het
hart
tot
spreken
dringt
—
zoo
spreek;
wij
willen
noemen
goed
wat
goed,
slecht
wat
slecht
is,
onverschillig
of
het
vriend
of
vijand
doet.
Zoo
stellen
wij
ons
voor
het
oude
jaar
te
beeindigen
en
het
nieuwe
integaan
MET
VOLLE
ZEILEN!
Aan
deze
regelen
wil
ik
nog
een
enkel
kort
woord
toevoegen,
over
een
onder-
werp,
dat
èn
u
èn
mij
even
na
aan
het
hart
ligt
—
althans
liggen
moet,
n.1.
:
De
verhouding
van
Pers
en
Publiek.
Het
is
een
even
vreemd
—
als
welbe
172
kend
verschijnsel,
dat
nog
zoo
bitter
wei
172
nig
kranten
het
met
de
waarheid
-
en
die
alleen
—
aandurven.
Men
is
bang
-om
te
zeggen,
waar
het
nu
precies
op
staat,
men
vreest
dikwijls
ook,
als
het
'blijkt
dat
men
ongelijk
heeft,
dit
ruiter
172
lijk
en
onomwonden
te
bekennen.
Beide
zijn
even
begrijpelijk
als
laf.
Wie
dagelijks
aan
een
krant
werkt,
komt
er
al
heel
spoedig
achter,
hoeveel
meiiBchen
invloed
op
het
blad
trachten
uitteoefenen.
Vooral
natuurlijk
omdat
.
..
ze
er
bang
voor
zijn.
Voorbeelden
vraagt
ge
?
Och,
ik
zal
ze
u
liever
besparen,
ik
heb
ze
in
mjjn
zevenjarig
journaiisten-
bestaau
in
„
Hiille
und
Fiille"
voor
het
grijpen
en
...
.
er
wordt
al
zooveel
pa
172
pier
beklad!
Een
andere
niet
minder
groote
en
be
172
langrijke
groep,
die
je
werk
tracht
te
beïnvloeden,
is
de
....
overheid,
in
’t
al
172
gemeen
hooggeplaatste
personen
en
voor
172
al....
de
politie.
Ook
dit
is
zoo
begrijpelijk,
want
er
behoort
een
dikwerf
niet
geringe
dosis
moed
toe,
om
tegenover
„hooge
pieten"
en
lieden
met
kikkerende
sabels
je
zelf
172
standige
inzicht
ongerept
te
bewaren.
De
„groote"
pers
(ook
ons
kompas
wijst
in
die
richting
!
I)
heeft
dit
zeer
belangrijke
onderwerp
reeds
dikwerf
tot
object
barer
besprekingen
gemaakt.
Van
beide
groepen
is
men
mag
noch
kan
dit
ontkennen
—
de
krant
tot
op
zekere
hoogte
afhankelijk.
Een
jour
172
nalist
of
hoofdredactie
staat
nu
eenmaal
liever
op
goeden
als
op
kwaden
voet
met
een
minister,
hoofdcommissaris
oi
oen
burgemeester.
Want...
men
kan
immers
nooit
vooruit
weten
of
men
deze
heeren
Feuilleton.
RTJITENBOER
doob
K
BI
T
K
Ij
Bi.
HEL
Ij.
DIT
HET
BITOELsch
DOOK
W.
J.
RO
LDAïJUS
Jr.
{Nadruk
verboden).
'
HOOFDSTUK
XVII.
DE
SLAAF
VAN
GOEDHEID.
42)
Anne
had
een
gevoel,
alsof
zij
j
6
aarde
verlaten
had
en
zonder
eenige
in
172
spanning
of
bewuste
beweging,
als
werd
zij
eenvoudig
opgelicht
door
do
handen
die
de
hare
vasthielden,
door
het
sterren-
land
zweefde.
Haar
levenskracht
doortril
172
de
haar
als
een
electrische
stroom.
Zij
voelde,
dat
zij,
waarheen
zij
ook
gingen,
waarheen
hij
haar
ook
bracht,
veilig
zijn
zou.
En
er
was
in
die
verbijsterend
snelle,
haar
aderen
als
met
een
levend
vuur
vullende
vaart,
een
geestvervoering,
die
haar
doorhuiverde.
binnen
korter
of
langer
tijd
niet
eeis
voor
de
een
of
andere
inlichting
noodig
heeft.
Maar
ook
hier
moet
toch
een
krant
niet
te
bang
zijn.
Natuurlijk,
men
blijft
met
een
ieder
graag
goede
vrienden
—
maar
vergete
toch
ook
nimmer
de
fiere
—
•udhollandsche
spreuk
:
„
„Trek
ii
niet
aan
wat
ieder
zegt
Maar
doet
wat
billijk
isi
en
recht".
Wanneer
ik
aan
het
hoofd
van
een
goede
en
graag
gelezen
krant
sta^dan
heeft
een
minister
meer
van
mij
te
vreezen
en
te
verwachten
dan
ik
van
hem.
Ik
sluit
hierbij
zelfs
mijn
—
trouwens
vrij
hersen
172
schimmige
—
kans
op
een
lintje
bij
voorbaat
uit.
En
ik
geloof
dan
ook
niet
ver
van
de
waarheid
te
lijn,
wanneer
ik
als
mijn
eerlijke
overtuiging
neer
172
schrijf,
dat,
als
een
krant
toont
niet
bang
te
zijn
voor
welke
autoriteit
dan
ook,
dh
gekwetste
majesteit
gewoonlijk
al
he'eli
spoedig
weer
zelf
toenadering
zal
komem
zoeken.
Ik
zou
u
op
dit
gebied
nog
zooveel
kunnen
vertellen,
ik
zou
u
nog
zoo’n
massa
„onthullingen"
kunnen
doen,
dab
ge
er
werkelijk
versteld
van
zoudt
staan.
Ik
wil
echter
nog
slechts
enkele
kleinig
172
heden
naar
voren
by
-gen.
Bijv.
:
de
telef*
:
kelt
en
een
ge
172
affecteerd
damessttiiL.
(ik
bon
helaas:
niet
in
Tiel
waar
dit
adjectief
natuur
172
lijk
contrabande
—
doch
in
Den
Haag
waar
het
jammer
genoeg
schering
en
in
172
slag
is)
—
spreekt:
„Och,
meneer,
zou
ik
u
mogen
vragen,
ziet
u,
u
spreekt:
met
freule
„zoo
en
zoo",
vanmorgen
is-
mijn
broer
—
baron
„zoo
en
zoo",
fail
172
liet
verklaard.
Nu
zou
ik
u
willen
vra
172
gen
of
u
't
als
't
u-blieft
niet
in
de
krant
zou
willen
zetten,
't
Is
zoo
„choquant"
voor
de
familie,
ziet
u."
En
geloof
mij,
er
zijn
waarachtig
kranten
die
op
dergelijke
verzoeken
in
172
gaan.
Alsof
’t
voor
een
armen
drommel,!
die
misschien
jaren
lang
geploeterd
heeft-
om
den
kop
boven
water
te
honden,
nog
niet
veel
ellendiger
is
in
de
krant
te
ko
172
men,
als
voor
iemand
—
die
door
zijn
geboorte
alleen
toch
nog
geen
haar
beter
dan
een
ander
behoeft
te
zijn.
Laatst
was
ik
toevallig
eens
op
een
onzer
groote
krauteubureaui,
toon
iemand
binnen
kwam
loopen.
Hij
klopte
niet,,
kwam
zoo
maar
binnenzetten.
Liep
naar;
de
tafel,
smeet
er
een
brief
op
en
zei:
Daar
hebben
jelui
nou
’s
een
goed
stuk,,
dat
motten
jelui
nou
maar
’s
gauw
in
de
krant
zetten.
Maar
doe
't
nou
vanavond,,
want
anders
is
het
te
laat.
Niemand
stak
gelukkig
ook
maar
een:
vinger
naar
het
op
zoo
zonderlinge
wijze:
aangeboden
pamflet
uit.
Ziet
ge,
daar
zijn
ook
schaduwzijden
aan
ons
mooie,
vrije
maar
lang
niet
gemak-
kolijke
beroep.
Doch
de
buitenwereld
kent
die
niet,
evenmin
als
ze
dikwerf
het
jagen
en
jachten
kent,
die
van
ons
wordt
ge-
eiecht
voor
ge
uw
krant
—
keurig
in
orde
—
’s
morgens
naast
uw
kopje
thee
vindt
liggen.
In
het
„publiek
ik
veracht
u"
van
Multatuli,
schuilt
minstens
50
pet.
haat.
En
haat
mag
er
bij
den
journalist
niet
zijn.
Hij
moet
dit
zij
zijn
levensregel
zijn
richtsnoer,
zijn
leiddraad,
lief
172
hebben.
Liefhebben:
de
maatschappij,
den
mensch,
het
publiek
en
—
last
not
least
—
zijn
werk.
Hij
moet
er
zelf
een
stak
van
zijn,
er
mee
op
en
neergaan,
al»
het
schip
volgt
het
dalen
en
rijzen
der
barnende
baren,
de
behoeften
en
verlangens,
de
lach
en
do
snik
ervan
hooren
en
verstaan.
Hij
moet
weten
vdór
het
publiek
weet.
Maar
hij
moet
er
nimmer
de
slaaf
van
zijn.
De
krant
—
ook
onze
krant
—
moet
gaan
als
een
held
van
de
schare
van
haar
lezers.
Zoo
willen
wij
komen
tot
u.
O.
Wat
henen
ging,
maar
eeuwig
keert....
„Und
doch
;
da»
Chriatkind
kornuit
zur
[heil’gen
Nacht
Auf
letsen
Sohlen
auch
zu
dir
gegangen,
E»
hat
dir
Kerzen
für
den
Baum
gebracht
Und
Engelahaar'
leicht
in
sein
ftruu
[Gehangen...."
Ik
hond
van
liet
Kerstfeest.
„Weet
u
waar
u
bent
?"
vroeg
hij
eens.
En
zij
antwoordde
in
een
soort
adem-
looze
verukking:
„Ik
heb
een
gevoel,
alsof
ik
in
een
regenboog
gevangen
ben."
Hij
lachte
niet
ces
zachten,
maar
toch
overmoedige!]
lach,
en
trok
haar
nog
sneller
voort.
Zij
lieten
de
andere
gemaskerde»
ach
172
ter
zich;
zij
verlieten
den
fonkelenden
vijver
met
zijn
vele
lichten,
en
eerst
in
het
zuivore
sterrenlicht
verminderden
zij
hun
vaart.
Amm
ontwaakte
uit
haar
verrukkings-
transe
en
zag,
dat
zij
tussehen
de
oevers
van
het
riviertje
waren,
dat
den
vijver
voedde.
De
grond
aau
beide
kanten
schitterde
wit
en
hard
in
de
ingevroren
stilte.
De
volle
maan
rees
juist
boven
een
lange,
zilveren
duinrij
op.
Haar
handen
nog
steeds
vast
in
zijn
krachtigen
greep
keek
zij
naar
haar
konden
glans.
Langzaam,
zij
wist
zelf
niet
waarom
daartoe
gedreven,
wendde
zij
zich
naar
don
man
naast
zich.
Zijn
oogen
brandden
met
een
'vurigen
gloed
naar
haar
en
Of
misschien
juister:
ik
houd
van
den
Kerstdag,
omdat
liet
is
een
dag
van
huiselijk
geluk,
van
huiselijke
intimiteit,
van
huiselijke
wijding.
Immers:
een
feest
moet
men
vieren,
den
Kerstdag
moet
men
wijden.
Zij
verdraagt
geen
gegons
van
vroolijke
stemmen,
zij
verdraagt
geen
schittering
van
fraaie
toiletten,
zij
verdraagt
geen
geschitter
van
flonkerend
kristal,
en
zij
verdraagt
geen
atmosfeer
waar
enkel
vreugde
heerscht,
maar
waar
de
Kerst
geest
verre
blijft.
Wie
het
Kerstfeest
—
de
herdenking
van
de
geboorte
van
den
Christus
—
van
Hem*
van
wien
eens
de
Engelsehe
schrijver
Temple
Thurston
zoo
tredend
getuigde:
„één
Christen
slechts
was
waar
en
deze
was
een
jood"
—
hij
ga
—
voor
zoover
hem
dien
dag
de
han
172
den
van
den
huiseiijken
kring
niet
binden
aan
den
huiseiijken
haard
naar
het
eenige
(land
waar
deze
dag
wordt
beschouwd
en
gevierd,
als
een
stil
en
heilig
feest
bovenal
—
hij
trekke
naar
het
Duitsche
land.
Eet
is
een
vreemd
verschijnsel
—
ik
zou
willen
schrijven
een
zoo
zonderlinge
„contra
172
dictio
in
terminis"
—
dat
de
Duitschei'
—
dik
172
werf
van
buiten
zoo
rauw
—
zoo
onbeholpen,
dit
heilige
feest
op
een
zoo
treffende
wijze
te
vieren
weet.
Toch
is
deze
uiterlijke
tegen
172
stelling
zeer
begrijpelijk
voor
hem
die
het
geluk
heeft
de
Duitsche
taal
en
—
meer
nog
—
de
Duitsche
litteratuur
een
deel
van
zijn
geestelijk
eigendom
te
mogen
noemen.
Uiterlijke
onbeholpenheid
en
innerlijke
sen
172
timentaliteit
zijn
de
polen
waartusachen
zich
het
Duitsche
leven
in
zijn
mengeling
van
bonte
schakeeringen
afspeelt.
In
dit
zwaar-
bezoehte
land,
dat
toch
den
druk
dezer
droe
172
vige
tijden
ondervindt
als
geen
ander,
treft
men
—
alweder
een
zeer
merkwaardige
tegen
172
stelling
—
zoo
heel
weinigen
die
—och
laten
wij
onze
eigen
fout
ruiterlijk
bekennen
—
dien
dag,
dat
het
licht
des
vredes
in
zijn
oogen
verblindende
schittering
de
wereld
in
zijn
stralenbundels
omsloot
—
met
zich
zei
ven
ontvluchten.
Onevenwichtigheid
en
levensangst;
zie
172
daar
twee
factoren
die
de
ware,
de
eenige
kerststemming
bij
ons
zoo
dikwerf
gron
172
dig
bederven
en
den
dag
—
die
eene
van
stilte
en
wijding
moest
wezen
verleelijken
tot
eene
van
luidruchtig
en
schetterend
„vreugde
172
betoon".
Het
is
ontroerend
en
het
ia
beangstigend
tevens
—
die
geestelijke
armoede,
dat
pijni
172
gende
zieleleed,
De
zulten
ontbreken
de
wortels
van
het
leven,
het
fundament
van
het
gebouw
waarop
wij
ons
leven
hebben
op
te
bouwen,
het
ver
172
trouwen,
het
geloof
op
het
goede,
het
beste
in
den
mensch,
dat
eenmaal
triomfeeren
moet
en
ook
eenmaal
triomfeeren
zal.
Voor
hèm,
die
de
barnende
golven
van
dezen
beklemmende»
tijd
ten
spijt,
het
geloof
in
het
goede,
ongerept,
ongeschonden
en
onbesmeurd
heeft
weten
te
bewaren
die
het
in
het
bin
172
nenste
van
zijn
hart
heeft
verzorgd
en
gekoes
172
terd
als
iets
héél
moois
en
iets
heel
kostbaars,
aan
welks
stralende
warmte
wij
ons
in
de
moeilijkste
uren
kunnen
laven
en
verkwikken,
voor
hèm
is
de
Kerstdag
de
heerlijkste
dag
des
ganschen
jnars.
Ik
ben
naar
Duitschland
gegaan
en
ik
heb
mij
geschaamd
en
geërgerd
over
mijn
eigen
landgenooten.
En
ik
heb
de
Duitschers
zoo
volkomen
begrepen,
die
langzamerhand
het
woord
Hollander
zijn
gaan
beschouwen
als
een
equivalent,
een
synoniem,
een
gelijkluidend
begrip
van
een
kiesheidslooze,
een
rauweling,
een
bruut.
Ik
heb
mij
geschaamd,
Hollanders
zich
zelve
den
palm
der
wellevendheid
te
zien
toekennen.
Hollanders
die
wel
leven,
maar
geen
wellevend
172
heid
toonden
te
kennen;
Hollanders,
landge
172
nooten
schreeuwerige,
lawaaierige,
druk
ges-
ticuleerende
geldprotsen,
die
den
Hollandschen
naam
willens
en
wetens,
bewust
en
opzettelijk
&
raison
van
zooveel
kende
—
en
wie
weet
op
welke
wijze
—
verdiende
guldens
te
grab
172
bel
smeten.
En
ik
heb
mij
ten
slotte
bedroefd,
landge
172
nooten
te
ontmoeten,
die
den
Kerstdag
—den
Duitachen
feestdag
bij
uitnemendheid
—
niet
beter
wisten
te
benutten
dan
den
„Weihnachts-
avond"
te
misbruiken
als
een
welkome
gele
172
genheid
tot
uitspattingen
en
vreugde-excessen
die
slechts
bij
machte
waren
te
bewijzen
hoe
zeer
een
beklagenswaardig
gemis
aan
de
meest
elementaire
begrippen
van
het
„savoir
vivre"
hun
materieel
gewin
tot
niets
min
of
meer
dan
een
onuitwisbare
vlek
voor
onzen
eertijds
gaarne
gehoorden
en
uitgesproken
Hollandschen
naam
heeft
gemaakt.
De
vreemdeling
die
hot
nog
altijd
even
heerlijke,
even
imposante,
even-je-zoo-hee-
lemaal-in-beslag-en-
„Anspruoh"
nemende
Ber
172
lijn
binnenkomt,
merkt
niet
onder
welk
een
intens
zwaren
druk
de
huidige
Duitscher
leeft.
De
grootste
armoede
schuilt
niet
op
de
nog
altijd
levendige
straten,
ze
drentelt
niet
op
de
breede
„Unter
den
Linden"
—
zo
flaneert
niet
in
de
roezige
„Friedrichs"-
of
„Wilhelm-
strasze"
waar
het
lichte
leven
zoemt
en
gonst
als
bijen
in
den
bijenkorf.
.
Ze
houdt
zich
schuil
—
gelijk
bij
ons,
ge
172
lijk
overal
—
in
de
voor
nieuwsgierige
blikken
beschermende
huizen,
ze
schaamt
zich
te
plotseling
overviel
haar
weer
dat
gevoel,
dat
haar
reeds
eens
in
zijn
tegenwoordig
172
heid
overvallen
Vflis,
een
gevoel
van
ongerustheid.
Zij
stond
stil,
voelde
plotseling
haar
hart
sneller
kloppen.
Maar
zij'
deinsde
niet
terug
voor
dien
gloeienden
blik;
zij
doorstond
hem
met
opgebeven
oogen.
Eenige
seconden
bleven
zij
elkaar
zoo
aanstaren.
Hij
scheen
haar
op
de
een
of
andere
wijze
in
zijn
macht
te
willen
krijgen,
haar
te
willen
onderwerpen,
doch
zij
week
geen
duimbreed.
Ten
slotte
ver
172
brak
hij
nog
de
betoovering.
„Hebt
u
het
mij
kunnen
vergeven
?
u
„Wat
?«
„Dat
ik
deed,
alsof
ik
u
vanmorgen
niet
geloofde
?
tf
„
Was
dat
wel
doen
alsof
P
u
„Neen,
dat
was
het
niet
ï
Het
was
bittere
ernst.
Ik
zou
alles
wat
ik
bezit
hebben
willen
geven
om
in
staat
te
zijn
u
niet
te
gelooven.
Weet
je
dat
wel
?“
„Maar
waarom,
Nap
;
„Waarom
?
u
herhaalde
hij.
„Omdat
uw
toonen
den
„struggle
for
live"
—
die
vroeger
niet
veel
anders
was
als
een,
ijdele
klank.
Zij
tracht
het
leven
dat
langzamerhand
geen
leven
meer
is
—
te
leven
in
doffe
gelatenheid
en
koele
berusting
en
houdt
zich
verre
van
het
bruisen
en
schuimen
der
wereldstad.
Maar
dezen
ganseh
bijzonderen
dag
was
er
schier
geen
woning
of
achter
de
ruiten
'flik
172
kerden
de
lichtjes
van
den
denneboom,
den
moeien,
groenenden
denneboom,
door
de
natuur
getooid
met
de
eeuwige
kleur
der
eeuwige
hoop.
Een
schoon
symbool
op
dezen
schoenen
dag
voor
hèm
die
het
leven
recht
in
de
oogen
kijken
durft
en
den
blik
niet
in
bange
twijfelzucht
en
laffe
zelfmisleiding
—
afwendt
van
de
harde
realiteit.
En
zij
kwamen
van
heinde
en
verre
de
keepers,
al
was
1000
of
soms
zelfs
ook
wel
’s
2000
mark
voor
menigeen
’n
som
die
hij
anders
niet
dan
na
nauwgezet
wikken
en
wegen
voor
het
allernoodzakelijkste
zoude
hebben
besteed.
En
den
zwaren
last
torsende
op
de
gebogen
schouders,
stelden
zij
den
boom
thuis
in
het
feestvertrek
op,
dat
voor
deze
gelegenheid
met
een
simpel
takje
sparregroen
£
,’n
verlei
172
delijk
stukje
mistletoe,
een
gedempt
lamplicht
en
’n
flikkerend
vuurtje
tot
een
kleinen
tem
172
pel
van
vrede
en
tevredenheid
was
gemaakt.
—
En
naast
den
boom
zetten
zij
een
tafel,
belegd
met
kleine
geschenken,
en
zij
kwamen
allen
te
zamen,
meester
en
meesteres,
knecht
en
maagd,
jong
en
Oud,
arm
en
rijk.
Omdat
het
immers
den
geboortedag
gold
van
Hem,
voor
wie
wij
allen
gelijk
heeten
te
zijn
?
Ook
in
de
rijke
restaurants
in
het
weel
172
derige
Westen
flonkerden
de
lichtjes,
evengoed
als
zij
flikkerden
in
de
kleine
lokalen
van
de
andere
deelen
der
wereldstad.
In
de
eerste
■klonk
vroolijke
muziek,
daar
klankton
de
kelken,
daar
schertste
men
en
lachte
men,
daar
danste
men
en
dacht
men
aan
alles,
wat
het
leven
aan
vreugde
slechts
bood.
En
misschien
ging
er
ook
wel
eens
een
enkele
gedachte
naar
den
Christus
uit.
Ik
was
dien
avond
in
een
der
ontelbaar
kleine
lokalen
en
sloeg
met
mijn
vrouw
vanuit
een
verborgen
hoekje
de
moeizame
pogingen
gade,
de
hoogste
lichtjes
van
een
heel
klein,
bescheiden
boompje
—
dat
toch
zeker
ook
nog
een
1000
Mark
had
gekost
—
tot
lichtend
leven
te
wekken.
En
toen
eindelijk
de
boom
tintelde
in
’t
licht
van
tientallen
vriendelijke
vlammetjes,
schaarde
’t
gansche
gezin
zich
om
’t
symbool
der
stralende
hoop
en
zongen
zij
—
heel
ern
172
stig
—
dat
oude,
maar
nimmer
verouderende
lied
:
„Stille
Nacht
—
Heilige
Nacht"
De
weinige
gasten
waren
stilletjes
opgestaan,
en
ook
wij
beiden
hadden
ons
tusschen
de
luisterenden
geschaard.
e
Tot
wij
bemerkten,
dat
het
gemis
van
een
pianist
wel
heel
pijnlijk
werd
gevoeld.
Onderzoekend
rustte
de
vragende
blikken
van
den
eigenaar
op
zijn
zwijgende
gasten.,..
Totdat
hij
mij
in
schuchter
Engelsch
ver
172
zocht
het
lied
te
willen
spelen.
Helaas
Ik
moest
hem
teleurstellen.
Maar
mijn
vrouw
heeft
op
de
piano
aan
dezen
hoogen
wensck
voldaan,
„Gute
Hollander"
hoorden
wij
hem
zeggen.
Alsof
het
lied
van
den
Christus
aan
eenig
land
gebonden
ie
Het
heerlijke
lied
der
dienende
liefde
is
immers
van
alle
tijden
en
alle
volken.?
Al
hebben
maar
helaas
zoo
bitter
weinigen
het
verstaan.
Vrede
op
aarde,
in
de
menschen
een
wel
172
behagen
!
Onwillekeurig
gingen
mijn
gedachten
terug
naar
den
tijd
—
nu
eenige
maanden
geleden
toen
ik
voor
een
onzer
groote
bladen
in
den
Balkan
zwierf.
Het
was
in
het
uitgestorven
Fiume,
op
een
stikdonkeren
nacht,
toen
de
windvlagen
huil
172
den
door
de
menschen-leege
straten
en
de
re
172
gen
kletterde
tegen
de
donkere
huizenblokken.
Your
het
Madonnabeeld
van
een
groote
kerk,
dat
door
een
walmend
lampje,
met
grillige
schaduwen
werd
verlicht,
lag
oen
jong
fascist
geknield.
Door
zijn
woelende
vingers
ritselde
de
ro
172
zenkrans
en
zijn
lispelende
lippen
prevelden
een
gebed.
In
den
stormacktigen
nacht
alleen
met
de
Heilige
Maagd
en
zijn
innigste
gedachten.
W&t
hij
bad,
verstond
ik
niet.
Maar
het
was
mij
als
bad
hij
wat
daar
stond
in
gulden
letters
als
een
gulden
belofte:
„Fax
hominibus
bonae
volun
172
tatis".
„Vrede
den
menschen
van
goe
172
den
wille".
Van
goeden
wille,
—
—
t
C.
Adverteert
in
dit
Blad
SUCCES
verzekerd.
BINNEBiLAieB.
goedheid,
uw
reinheid
een
slaaf
van
mij
maken.
O,
als
ik
u
kon
betrappen
—
al»
ik
u
maar
eens
kon
betvapgen
op
.een
leugen,
zooals
andere
vrouwen
lieden,
dan
zou
ik
vrij
zijn.
Doch
u
bent
onver
172
dorven
en
boven
alle
onwaarheid
verheven,
ja,
ik
geloof,
dat
u
boven
alle
verzoeking
verheven
bent."
„O,
je
kent
me
niet,"
viel
zij
hem
kalm
in
de
rede.
„Maar
zelfs
al
was
ik
dat
alles,
waarom
vindt
je
dat
dan
zoo
ergerlijk
?“
„Waarom
?
Omdat
u
me
telkens
weer
in
bedwang
houdt,
me
ieder
oogènblik
weer
beteugelt.
U
bindt
mij
aan
uw
zege
172
kar
en
ik
moet
het
pad
der
deugd
bewan
172
delen
of
ik
wil
of
niet."
Hjj
brak
zijn
woorden,
af
'met
een
lach,
die
iets
duivelseh
in
zich
had.
„Bent
u
zelfs
niet
nieuwsgierig
naar
den
inhoud
van
den
brief,
dien
u
nooit
gekregen
hebt
?“
vroeg
hij
plotseling.
„Vertel
het
mij
?“
„Ik
schreef
u,
dat
ik
half
gek
was,
dat
ik
u
dien
dag
niet
gezien
had,
en
ver-
Rationeeler
uitoefening
van
het
land
172
bouwbedrijf.
Het
Hagel.
Bestuur
van
het
Kon.
Ned.
Landbou
w-Comité
heeft
aan
den
Minister
van
Landbouw,
N.
en
H.
een
adres
ge
172
richt,
waarin
het
waarschuwt,
bij
het
stre
172
ven
naar
bezuiniging,
tegen
zoodanige
beperking
der
staatsuitgaven
voor
den
landbouw,
dat
daardoor
maatregelen,
wel
172
ke
een
meer
rationeele
uitoefening
van
den
bodemcultuur
bevorderen,
achterwege
blijven.
Door
bet
achterwege
laten
toch
van
die
maatregelen
zullen
niet
alleen
de
belangen
van
den
land-
en
tuinbouw,
maar
ook
die
van
de
geheele
samenleving
geschaad
worden.
Door
de
in
de
laatste
jaren
.
op
den
voorgrond
tredende
belang
172
rijk
hoogere
invoer-
dan
uitvoerwaarde,
alsmede
door
een
aanzienlijke
daling
van
de
waarde
der
diensten,
door
Nederlan
172
ders
aan
het
buitenland
bewezen,
treedt
een
voortdurende
verarming
van
ons
land
in
en
de
gevolgen
daarvan
zullen
zich
niet
alleen
op
dit
oogenblik,
maar
ook
in
de
toekomst
ernstig
doen
gevoelen.
Onder
deze
omstandigheden
ia
vergroo-
ting
van
de
uitvoerwaarde
dringend
ge
172
boden
;
voor
onze
land-
en
tuinbouw-
voortbrengselen
zal
deze
in
't
algemeen
slechts
op
twee
manieren
mogelijk
zijn:
door
een
groote
ren
uit
voer
bij
gelijk
blij
172
vende
prijzen
of
door
verhoogde
prijzen
bij
gelijk
blijvenden
uitvoer.
Als
middel
tot
verhooging
van
onze
uitvoerwaarde
bij
gelijk
blijvende
of
lagere
prijzen
blijft
volgens
adressant
slechts
een
verhoogde
export
als
gevolg
van
een
grootcre
productie
over.
De
middelen,
die
het
Kon,
Ned.
Land-
bouweomité
zou
wenschen
aangewend
te
zien
voor
een
meer
rationeele
uitoefening
van
het
landbouwbedrijf,
noemt
het
ver
172
volgens
op:
verbetering
van
de
onvol
172
doende
afwatering,
ruilverkaveling,
af
172
schaffing
van
het
verouderd
jachtrecht,
betere
regeling
van
het
landbouw-onder-
wijs,
verbetering
van
het
pachtreeht
enz.
Gemengd
Nieuws.
De
fraude
in
„hotel
des
Indes
u
.
Naar
men
verneemt,
zijn
de
malversa
172
ties,
waarvan
het
echtpaar
H.,
directeur
en
directrice
van
„Hotel
des
Indes"
te
's
Gravenhage,
ten
iiadeele
van
genoemd
hotel
wordt
verdacht,
aan
het
licht
ge
172
komen
door
de
boek'u
controle
van
den
gemeentelijken
accountantsdienst.
Het
be
172
drag
dat
door
de
verdachten
aan
het
hotèl-bearjjf
is
onttrokken,
wordt
op
f
200.000
geschat.
In
ieder
geval
zal
de
gemeente
’s
Gravenhage,
welke,
zooals
men
weet,
mcde-aandeelhoudster
van
„Hotel
des
Indes"
is,
een
niet
onbelang
172
rijke
schade
lijden.
Ken
jachtongeluk.
De
52-jarige
ritmeester
Broers
uit
’s
Gra
172
venhage,
die
deel
uitmaakte
van
een
jachtgezelschap
dat
een
klopjacht
hield
in
Duiveland,
had
het
ongeluk
terwijl
hij
op
post
stond,
uit
te
glijden
over
den
tramrail
bij
nieuwerkerk,
met
het
gevolg
dat
het
geweer
afging
en
het
schot
hagel
door
het
benedengedeelte
van
den
rug
in
’t
bekken
terecht
kwam.
Overgebracht
naar
het
ziekenhuis
te
Noordgouwe
is
hij
aan
de
bekomen
wonden
overleden.
Berooviny.
De
eerste
machinist
van
een
te
Rot
172
terdam
liggend
Engelsch
schip
maakte
de
vorige
weck
kennis
met
een
paar
vrouwen
op
den
Schiedamschen
dijk
al
172
daar.
Er
werden
eenige
café’s
bezocht
en
na
een
autorit
arriveerde
de
Engelsehe
pleizierreiziger
in
een
huis
aan
de
Veer-
laan
op
Katendrecht,
waar
hem
zijn
por
172
tefeuille
ontstolen
werd,
inhoudende
een
cheque
van
500
p.
st.
en
200
p.
st,
aan
Engelsch
bankpapier.
Een
vrouw
is
voor
deze
berooviug
aangehouden,
maar
’t
ge
172
stolen
geld
is
niet
teruggevonden.
Zijn
vader
getroffen.
De
zoon
van
den
winkelier
Herstra
te
Bmmen
was
bezig
met
een
buks
oefe
172
ningen
te
houden
on
had
het
ongeluk
daarbij
zijn
vader
in
het
hoofd
te
treffen.
Deze
is
onmiddellijk
naar
het
ziekenhuis
te
Groningen
vervoerd.
zocht
u,
wanneer
n
weer
zoudt
komen,
het
vooruit
te
laten
weten.
Ik
smeekte
u
mij
toe
te
staan
u
te
mogen
komen
bezoeken
en
een
dag
te
bepalen.
Ik
on-
dorteekende
als
uw
nederige
en
toege
172
wijde
slaaf,
Napoleon
Errol."
Hij
Meld
op,
nog
steeds
vreemd
lachend
en
bijtend
op
zijn
onderlip.
Anne
bleef
eenige
oogenblikken
zwijgen.
Eindelijk
zeide
zij
op
beslisten
toon:
„Je
moet
nooit
meer
bij
me
komen."
„Ook
niet
als
mijn
moeder
me
chape
172
ronneert
?“
spotte
hij.
„Noch
jij
noch
je
moeder
moeten
meer
bij
me
komen,"
zeide
zij
op
vastberaden
toon.
„En
Nap,
hoewel
ik
heel
goed
weet,
dat
je
met
dien
brief
niets
kwaads
bedoeld
hebt,
spijt
het
me
meer,
dan
ik
je
zeggen
kan,
dat
je
dien
geschreven
hebt."
Fier
wierp
hij
zijn
hoofd
in
zijn
nek.
„Wat
?“
zeide
hij.
„Heeft
de
koningin
haar
nar
niet
meer
noodig
?
Mag
ik
u
dan
zelfs
niet
meer
schrijven
?“
„Liever
niet,"
Inbrekers
veroordeeld.
Het
Gereehshof
te
«
Amsterdam
heeft
arrest
gewezen
in
de
zaak
tegen
de
beide
broers
Grootveld
door
de
Rechtbank
ver
172
oordeeld
tot
6
jaar
gevangenisstraf
we
172
gens
een
zestal
inbraken,
waaraan
deze
zich
met
hun
derden
broeder
hebben
schul
172
dig
gemaakt.
Het
Hof
heeft
de
beide
broers
Herman
en
Frans
veroordeeld
tot
5
jaar
gevangenisstraf
wegens
diefstal
met
braak
terwijl
nog
geen
5
jaren
verloopen
waren
sinds
beklaagden
tot
3
jaar
gevangenis
172
straf
waren
veroordeeld.
De
derde
broeder
Oor
is
destijds
tot
3
jaar
gevangenisstraf
veroordeeld
en
heeft
in
dit
vonnis
berust.
De
gemeenschappelijke
Kerstboom.
In
de
Sociëteit
te
Doetinchem
had
Eersten
Kerstdag
de
Kerstboomviering
plaats
van
de
afdeeling
van
den
Ned.
Protestantenbond
en
Tweeden
Kerstdag
van
de
R.
K.
Scholen.
Als
een
bijzonderheid
mag
hiervan
wel
vermeld,
dat
de
Protestantenbond
zijn
Kerstboom
welwillend
heeft
beschikbaar
voor
de
R.
K.
Kerstboomviering.
Een
reis
met
ongelukken.
Toen
de
D-trein,
welke
Donderdag
172
avond
om
kwart
voor
zes
uit
Oldenzaal
vertrok
het
station
Almelo
zou
binnen
172
rijden,
braken
plotseling
twee
koppelstan
172
gen.
Tengevolge
van
den
schok
viel
in
een
2e
klasse-eoupé
een
koffer
uit
oen
bagagenet
op
hot
hoofd
van
een
der
in
172
zittende
dames,
welke
door
den
schrik
een
zenuwtoeval
kreeg
en
eenigen
tijd
buiten
kennis
geraakte.
Toen
de
trein
verder
reed
en
het
sta
172
tion
Apeldoorn
zou
binnenstoomen,
brak
de
trekkingstang,
zoodat
de
machine
en
de
bagagewagen
het
station
inreden,
ter
172
wijl
de
rest
van
don
trein
er
voor
bleef
staan.
Het
duurde
ongeveer
een
halfuur
voor
de
trein
de
reis
kon
vervolgen.
Oplichting
?
Eenige
weken
geleden
vervoegde
zich
bij
den
alleen-wonenden
77-jarigen
J.
H.
te
Vlaardinger-Ambacht
een
persoon,
die
hem
zei,
dat
hij
voor
een
rijken
mijnheer
uit
Den
Haag
land
kon
koopen
voor
geld
172
belegging.
H.
scheepte
hem
af,
maar
de
man
kwam
herhaalde
malen
terug,
en
het
slot
was,
dat
H.
zei,
wel
eens
met
dien
rijken
heer
uit
Den
Haag
te
willen
praten.
Op
den
afgesproken
dag
heeft
H.
in
een
café
te
Vlaardingen
met
den
mijnheer
uit
Den
Haag,
genaamd
W.
do
R.
over
zijn
land
met
de
boerderij
ge
172
sproken
;
afgesproken
werd,
dat
De
R.
het
land
een
zekere
tijd
in
handen
zou
hebben,
hij
kreeg
dus
bedenktijd,
waarvan
een
acte
werd
opgemaakt.
Ook
toekende
H.
later
nog
een
acte,
dat
hij
een
hypo
172
theek
op
het
land
gaf
van
f70.000
tegen
5
pet.
rente.
De
koopsom
van
het
land
met
boerderij
zou
ongeveer
f140.000
moeten
bedragen.
De
notaris,
die
het
land
op
last
van
De
R.
moest
overschrij
172
ven,
maakte
H.
erop
attent,
dat
De
R.
in
het
bezit
was
van
een
volledige
on-
derhandsche
verkoopacte,
waarin
onder
meer
vermeld
stond,
dat
de
kooppenningen
waren
betaald.
Daar
H.
het
iand
niet
verkocht
had
aan
De
R.,
werd
de
zaak
in
handen
van
de
justitie
te
Rotterdam
gegeven
;
H.
ging
verder
op
aandringen
van
een
advocaat
en
de
familie
tot
een
minnelijke
schikking
met
De
R.
over
cn
betaalde
hem
een
belangrijke
som
uit.
Het
is
de
politie
gelukt,
zooveel
be
172
wijsmateriaal
tegen
de
R.
bijeen
te
bren
172
gen,
dat
deze
ter
beschikking
is
gesteld
van
den
rechtercommissaris
te
Rotterdam.
Vermoedelijk
is
hierdoor
nog
een
groot
bedrag
aan
geld
voor
J.
H.
gered.
Twee
andere
personen,
eveneens
in
ver
172
band
met
deze
zaak
gearresteerd,
zijn
weer
op
vrije
voeten
gesteld.
Bij
zijn
arrestatie
was
De
R.
in
het
bezit
van
een
pasaagebiljet
naar
Ned.
Oost-Indië
'per
stoomschip
„Tambora".
Hij
zou
te
Marseille
zijn
scheepsgegaan.
Een
ernstige
gasverstikking.
In
den
armenwijk
van
Bathnal
Green
(Oost-Londen)'
zijn
de
vorige
week
drie
personen
gedood
en
37
bedwelmd
ten
ge
172
volge
van
gasvergiftiging.
Ben
opmer
172
kelijk
feit
is,
dat
de
huizen,
waarin
de
slachtoffers
wonen,
geen
gas
hebben,
doch
dat
het
gas
is
ontsnapt
uit
een
lekke
buis
in
de
straat
en
later
de
huizen
bin
172
nendrong.
„En
waarom
niet
f
vroeg
hij
op
be
172
velenden
toon.
„Ik
vermoed,
dat
je
dat
wel
weet."
„Weet
ik
waarom
y
Soms
omdat
u
bang
is
voor
uw
man
?“
„Neen."
„Bang
voor
mij
dan
?"
En
er
was
nu
iets
honends
in
zijn
stem.
„Neen,"
zeide
zij
weer.
„Maar
waarom
dan
?"
Hij
keek
haar
recht
in
haar
oogen.
Er
was
iets
onheil
172
spellend
in
zijn
gemaskerd
gelaat.
Zij
kreeg
een
gevoel,
alsof
haar
iets
boven
het
hoofd
hing.
Toch
antwoordde
zij
zonder
aarzeling.
„Om
een
reden,
die
voor
mij
alles
beteekent,
ook
al
zal
zij
jou
misschien
futiel
lijken.
Omdat
mijn
man
niet
altijd
goed
bij
zijn
verstand
is
en
ik
ben
bang,
dat
hij
jou
wat
zou
doen,
wanneer
hij
nog
meer
geprikkeld
werd."
(Wordt
vervolgd).
o