Tekstweergave van SCHW_1956-02-28_001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
DE SCHIJNWERPER ót.ehfc Verschijnt de laatste Dinsdag van iedere maand huis-aan-huis in de Boni meier waard en Heere waarden. BIJLAGE VAN „DE BOMMELERWAARD" 1e JAARGANG No. 2 28 FEBRUARI 1956 Redaclit Redactie Zaltbom G. Hovens Greve, H. G. J. Linssen en G. Reijnen ei : d- Virieusincel 10. Telefoon 04180-367 Uitgegeven door een commissie van de Stichting Ier bevordering van de Welvaart in de Bommele: Polderdistrict BoH,n>ckr«.„.J boven de Meidijk Stichting ter Bevordering van de Welvaart in de Bom mei er waard Coop. Veiling Zallbomme. en Omstreken Coóp. Lindbouneu Aankoopv. reniging ..De Onderneming" Nederhemort Bomn.clerwat.rd"KerkwijkCoóp. Telersvereniging ..De Bomn.clerwat.rd" Kerkwijk Vereniging tol Bevordering en Verbetering van de Tuinbouw i.'d Bommclerwaard d. bestaande uit vertegenwoordigers van; de Bommelerwaard Piotttlantie Conlartrnad voor MuUchappelijk Werk Interparochieel Sociaal Charitatief Cent.um in de Bommelerwe. De afdelingen van de Noordhrabanlse Christelijke Boerenbond i/d B De afdelingen van de Christelijke Boeren en Tuindenhond i/d B. De afdelingen van de Gelderse Maalschappi, van Landbouw i/d B, Veeteelt Commissie Coöp. Boerenleenbank te Amme Coóp. Boerenleenbank Ie Hede! d Coop. Boerenleenbank Ie Ro.iuo d Coöp Boerenleenbank Ie Zallbo d Fabriek van Melkproducten „De Coóp. Zuivelfabriek ,Op Hoop K.l.-verenlginrf ..We»t-Betuwe" Tamelerwnard" i Zegen" Gei n.T. Heusden deren Van de redactie Bij het verschijnen van dit tweede num¬ mer van ons blad mogen wij U op twee dingen wijzen. Allereerst de naam ,,Schijn¬ werper", die U boven in de kop vermeld ziet. Alle briefschrijfsters en -schrijvers, die ons namen aan de hand deden, hartelijk dank voor Uw blijk van medeleven, Na enig wikken en wegen meenden wij dat de naam die wij uit Bruchem opgegeven kre¬ gen, ..de Schijnwerper", ons ideaal toch wel het dichtst benaderde. Moge ons blad als een schi)nwerper het licht werpen op de activiteiten van onze diverse Bommeler- waardse organisaties, die gezamenlijk de streek tot meer welvaart en meer cultureel •leven willen brengen. Bruchemse inzender moge U van Uw petekind veel plezier be¬ leven. Vervolgens wijzen wij U op het dubbele formaat Van dit blad. Ook al weer na enig wikken en wegen meenden wij voor dit¬ maal te moeten besluiten om ons blad twee maal zo groot te maken, een grote hoeveel¬ heid actuele en belangrijke copie dwong ons hier min of meer toe. Finantiële redenen beletten ons voor¬ lopig dit veel vaker te doen. Intussen dit extra nummer hebt U alvast, doet er Uw voordeel mede. Afgeluisierd: Wabhef? Wie hè tè no wir geprakkezeerd um ene kraant uit te gaon geve? D'r zijn zeker nog gien kraante genog in de wereld? Waar is tè no toch in vredes naam goed veur? Ze denke zeker dè ene miens anders niks te doen hè dan te léze. Mer enen boer hè wel wè béters te doen. al dè léze. dé is nerregaans goed veur. Amaol nij fratse daor ze 't over hebbe. Wik-is zegge wè ze moesse doen al die pennelekkers, ze moesse gaon werreke, dè moesse ze. Werreke, daor hebbe ze gelijk een bruurke aon dood en ge kan gien man krijge. Wè is 't toch een aorige wereld. Ze motte mijn mer is zegge, wor tè amaol goed veur is. Antwoord; In het hierboven weergegeven deel van een afgeluisterd gesprek zitten enige bittere opmerkingen. Wat moeten wij, redactie, wij, die aon werreke een bruurke doad hebben, daarmee aan. We hadden het gesprek niet behoeven te publiceren, dan waren wij over¬ al vanaf geweest, we hebben immers toch al gebrek aan plaatsruimte in dit blad. Toch meenden wij dat wij het hier af moesten drukken, in het vertrouwen dat onze boeren nog even tijd vinden dit te lezen. Er zullen dan onder hen zeker meerderen, zijn die het met de spreker uit bovenstaand gesprek eens zijn. Daarnaast zijn wij pennelikkers er gelukkig van overtuigd dat er boeren aan onze zijde staan. We behoeven alleen maar in de kop van dit blad de diverse lanbouw- organisaties te tellen die aan dit blad mede¬ werken. Er is sinds ons eerste nummer al weer een nieuwe organisatie op het gebied van de veeteelt bij: de K.I. Vereniging ..West-Be- tuwe". Maar ja, KI is volgens onze spreker mo¬ gelijk ook een ni|e frats dè nerregaans goed veur is. Wij zijn geen veehouder, wij kun¬ nen dus de K.ï. ook zo maar niet verdedigen, maar dat laten wij graag aan de betrokken vereniging over. En nu geachte spreker, wiens gesprek wij afluisterden, wij kunnen U verder maar een advies geven: neem maandelijks een klein half uurke en lees ons blad, U stelt zich dan op de hoogte van wat er gedaan wordt door diverse organisaties van Uw eigen streek en ook van Uw eigen stand. Wij... wij gaan intussen weer werreken. Basta! Redactie. Protestantse Contactraad „Blij met Dat is uiteraard de Protestantse Contact- raad. Voor velen langzamerhand geen on¬ bekende meer voor anderen nog altijd iets, waarvan ze wel eens gehoord hebben maar daar bleef het bij. Voor de Protestantse Contactraad is het daarom gelukkig, dat de idee werd geboren een blaadje uit te gaan geven, dat door iedereen in de Bommelerwaard kan wor¬ den gelezen. Zi) heeft er meermalen tijdens haar bestaan behoefte aan gevoeld de men¬ sen iets te kunnen vertellen over haar taak en doelstellingen. Temeer was dat het ge¬ val als voor en na wel eens bleek, dat het „onbekend maakt onbemind" op haar van toepassing kon worden gebracht. Als dan de mogelijkheden om zich bekend te maken ontbreken, is dat jammer: Want de Con¬ tactraad, zoals wij haar kortheidshalve noemen, bestaat niet om zichzelf maar om in alle bescheidenheid te trachten haar steentje bij te dragen tot de ontwikkeling van de bevolking van de Bommelerwaard. Daarover echter later. In dit nummer zij 't ons vergund iets mede te delen over het ontstaan van de Contactraad enkele jaren geleden. Hadden wij voor de laatste oorlog reeds kennis gemaakt met een langzamerhand zich ontwikkelende vorm van het Maat¬ schappelijk werk in de loop van de 30-er jaren, veel hadden we er toen nog niet van gehoord. Na de oorlog echter mede tenge¬ volge van de verschrikkelijke verwoestin¬ gen voornamelijk in de Zuidelijke dorpen aangericht, mochten wij met grote vreugde ervaren dat de Stichting van Maatschappe¬ lijk Werk ten Plattelande te Den Haag zich het lot van de zwaarst getroffenen onmid¬ dellijk en in sterke mate aantrok. Zij zond haar Maatschappelijke Werksters uit om zo snel mogelijk het grootste leed te lenigen. de blijden" Dit geschiedde aanvankelijk in contact met een eveneens reeds voor de oorlog ontstane Sociale Commissie van de Stichting ter Be¬ vordering van de Welvaart in de Bomme¬ lerwaard. Deze Sociale Commissie kon voor de oorlog nog weinig beginnen; voor haar werk was de tijd nog niet rijp. Alles heeft in deze wereld zijn bestemde tijd. Toen na de oorlog tengevolge van de om¬ standigheden het Maatschappelijk Werk zich sterker ging ontwikkelen kwam ook de Sociale Commissie meer in actie. ,,Men" leerde het langzaamaan kennen en dus ook waarderen en men mag wel zeg¬ gen: in de Bommclerwaardse samenleving had een nieuw element zijn intrede gedaan. Een element — dit blijkt steeds meer — van grote en nog steeds toenemende betekenis. In andere delen van het land werd het Maatschappelijk Werk — voor zover het ook al niet in fabrieken e.d. zijn intrede had gedaan — vaak geleid door Kerkelijke in¬ stanties. In de Bommelerwaard lag dat wat moeilijk, omdat men daar met een gedeelte¬ lijk Protestantse en een gedeeltelijk Katho¬ lieke bevolking te maken had. 't Was het Katholieke deel, dat het eerst in de Stich¬ ting Katholiek Sociaal Charitatief Centrum, een orgaan vond, dat via een afdeling Bom¬ melerwaard zijn initiatieven ging nemen en leiding ging geven aan het Maatschappelijk Werk en de Gezinsverzorging. Over deze Gezinsverzorging wordt later — naar wij hopen — wel eens iets verteld. Geprikkeld door de aanpak aan Katho¬ lieke zijde gingen ook de Protestanten zoe¬ ken naar een bepaalde vormgeving aan de 9enoemde maatschappelijke ontwikkeling. Het was de heer Lieve, destijds ambtenaar op 't gemeentehuis te Kerkdriel, die het eerst de koe bij de horens greep en een groepje mensen om zich heen wist te inte¬ resseren voor deze aangelegenheid. De Protestantse Contactraad was ge¬ boren, iets geheel nieuws, waarvan men tot dat tijdstip nooit gehoord had. Nieuw van naam, nieuw van opzet, nieuw ook m.b.t. de uit te voeren werkzaamheden. Het spreekt vanzelf, dat dit nieuwe niet direct zijn bestaansrecht kon bewijzen. De Genestet's woorden bewezen opnieuw hun waarheid: ,,Wat nieuw is. vindt altijd bestrijders Maar 't komt niet op in hunne geest, Dat 't oude, waarmee zij zo dwepen Toch ook eens nieuw moet zijn geweest." Noch de bevolking zelve, noch de leiding¬ gevende instanties als Gemeente- en Kerk¬ besturen bleken dadelijk open te staan voor steun aan de Contactraad, En dit was nodig. Immers wilde zij kunnen komen tot wat zij zich voorstelde te gaan doen, dan kon deze steun — zowel in de morele als in de finantiële zin van het woord — niet ge¬ mist worden. Maatschappelijk Werk evenals Gezins¬ verzorging hoe idieel ook ingesteld — kos¬ ten geld. Het is te danken aan de Stichting voor Maatschappelijk Werk ten Plattelande in Den Haag en later ook aan de Stichting voor Maatschappelijk Werk in de Provin¬ cie, dat het na de oorlog geleidelijk-aan be¬ gonnen werk kon doorgaan en het is hier zeker de plaats om daarvoor dank te zeg¬ gen. Maar de contacten met de Gemeente- en Kerkbesturen werden opgenomen. Lang¬ zaam maar zeker word het terrein verkend en bouwrijp gemaakt. Steeds meer werd met aan 't werk te gaan — zij 't onder de moei¬ lijkste omstandigheden — aangetoond, dat het goed werk was en dat onze tijd daar eigenlijk niet buiten kon. De belangstelling — voorlopig in slechts kleine kring aanwezig — breidde zich uit, het werk nam vastere vormen aan en we mogen zeggen: met de belangstelling -nam de" sympathie toe. Maar nog altijd weet een groot deel van de bevolking weinig van de Contactraad af en het is daarom, dat wij ons zozeer verheugen in het verschijnen van dit blaadje, omdat er nu van tijd tot tijd over geschreven kan worden, we de illusie hebben, dat iedereen dit kan lezen en dat dientengevolge deze Contactraad steeds meer zal gaan leven, opdat zij worde een orgaan door iedereen gekend en — mocht het zo zijn — door iedereen bemind. Zou dit nieuwe blaadje daartoe het zijne kunnen bijdragen, onze moeite om tot de verschijning ervan te komen, zou niet te vergeefs zijn geweest. Graag wil ik nog even uw aandacht ves¬ tigen op de derde en laatste oriëntatie- avond van dit seizoen. Deze zal gehouden worden op woensdag 14 maart des avonds om half acht in het Nutsgebouw te Zalt- bommel. Spreker is de heer C. Rümke, psychiater in Groningen. Voor degenen, die deze avonden nog niet eerder bezoch¬ ten is de toegangsprijs ƒ 1,—. V.T.B.V.V.T.B. Biedt Tuinbouw bestaansmogelijkheden? In het eerste artikeltje beloofden wij nog-' eens terug te komen op de vrij grote groep agrariërs die in de richting van de tuin¬ bouw hun bestaan zoeken. Dat wij juist deze groep als uitgangs¬ punt voor ons onderwerp nemen is duide¬ lijk als men weet. dat ze verreweg in de meerderheid is. Specifieke landbouwbedrij¬ ven zijn er (nog) niet veel in de Bommc¬ lerwaard. Wellicht wordt hun aantal in de toekomst wat groter. Zoals vermeld, zijn het dus gemengde boerenbedrijfjes geweest die zich vooral met het telen van aardbeien hebben bezig gehouden. Hoe deze bedrijfjes ontstonden is een geschiedenis apart, welke elders in dit blad nog wel aan de orde zal komen. Dat een deel der ondernemers op deze gemengde bedrijven niet blind is voor wat zich rondom hen voltrekt, wordt duidelijk bewezen door het geleidelijk overschake¬ len van de landbouw naar de tuinbouw. Wat drijft deze ondernemers hiertoe? In de eerste plaats het feit, dat zij op het gemengde te kleine bedrijf met voldoende kunnen mechaniseren, voorwaarden welke voor de landbouw als een eerste eis moet worden gezien. Toch moeten er nog andere motieven zijn welke hen in een bepaalde richting stuwen. O i. is het de zeer sterke drang naar zelfstandigheid die hen ieder middel doet aangrijpen agrariërs te blijven. Wij geloven niet, dat dit streven het ge¬ volg is van een gebondenheid aan de grond, dit zal eerder voorkomen bij hen die van geslacht op geslacht op de meer grote be¬ drijven zetelden, doch gebondenheid aan een bodem waarvan men maar een kleine oppervlakte in gebruik heeft, en dan meest¬ al nog als pachtgrond, lijkt ons niet de oor¬ zaak. Wij menen echter wel, dat men in onze Bommelerwaard grote waarde aan het eigen bedrijf (je) toekent, omdat dit in de ergste crisisjaren het gezin behoedde voor nog grotere armoede. Is dit streven dus te verklaren, het geeft nog geen antwoord op de vraag of het voor iedere ondernemer juist is deze tak van het bedrijfsleven als basis voor zijn bestaan te kiezen. De algemene welvaart welke ook het platteland niet onberoerd laat, brengt in een vrij korte tijd grote veranderingen teweeg. De tegenstelling die er vroeger was toen de arbeider de ondernemer benijdde om zijn zelfstandigheid, is in vele gevallen om¬ gekeerd, nu de arbeider onder veelal gun¬ stiger omstandigheden, althans met een grotere zekerheid, een bestaan vindt waar de kleine ondernemer, welke verstoken is van sociale voorzieningen, meestal op zich¬ zelf is aangewezen. In de nabije toekomst zullen dan ook vele ondernemers zich voor de vraag ge¬ plaatst zien of zij in hun drang naar zelf¬ standigheid moeten blijven volharden. Dit vraagstuk wordt nog groter als men niet blind is voor de gevolgen van de groots opgezette planten als ruilverkaveling en sanering in de landbouw in de Bomme¬ lerwaard. Onherroepelijk zal, teneinde voorwaar¬ den te scheppen voor een zo gezond moge¬ lijke landbouw, een niet onaanzienlijk deel van de gemengde bedrijven worden gesa¬ neerd. Een en ander komt planmatig tot stand en hoe hard het ook klinkt, er zullen onge¬ twijfeld moeilijke situaties ontstaan. Wat is nu meer voor de hand liggend dan dat een te kleine boer, wiens opper¬ vlakte grond absoluut niet toereikend is voor een bestaan, zich dan maar in de rich¬ ting van de tuinbouw gaat bewegen. Het is op dit punt dat wij ernstig willen wijzen! Er wordt n.1. nogal vaak te licht gedacht over de mogelijkheden in de tuinbouw, men ziet er al te gemakkelijk winst in. Ware dit zo, de zaak lag niet moeilijk, men saneerde de landbouw tot flinke roy¬ ale boerderijen en bracht de rest over naar de tuinbouw en fruitteelt. ,Zo ligt het echter niet. in feite bestaat er een parallel tussen landbouw en tuin¬ bouw. Wat landbouw met bewonderens¬ waardige energie nastreeft, zou voor de tuinbouw ook moeten gelden. Ook in de tuinbouw is lang niet ieder bedrijf levensvatbaar, maar het staat nog niet zo in het middelpunt der belangstel¬ ling. Het is in de tuinbouw de laatste jaren ook nogal eens voorgekomen, dat met name de vollegrondsgroenteteelt met zeer ernstige moeilijkheden had te kampen, zelfs zo¬ danig, dat de Overheid aanleiding vond over te gaan tot het verlenen van steun in natura aan tuinders, teneinde deze te hel¬ pen het hoofd boven water te houden. Dat er ook in onze streek van deze rege¬ ling kon worden ,,geprofiteerd?" bewijst wel, dat hier gevaren schuilen. Om dit zwakke punt nog even te onder-