Tekstweergave van SCHW_1956-04-24_002
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
vertellen hadden en nu valt één ding direct
op: of het nu over fruit, groente, veldge-
wassen of veevoeder gaat. het draait alle¬
maal om kwaliteit, want als je maar zorgt
dat die in ordd is, dan heb je kans op een
redelijk gewin en nog wel een gewin, dat
direct voelbaar is. want kom je met twee¬
de kwaliteit of minder aan de markt, dan
zit je direct verkeerd en moet je maar af¬
wachten wat je ervoor krijgt. En nu is het
opvallend, dat de doorsnee-veehouder zo
weinig belangstelling heeft voor de kwali¬
teit van zijn melk, terwijl hij daarnaast niet
de kwaliteit van zijn vee gaarne een go-id
figuur slaat.
Hier moet iets niet kloppen en we zullen
trachten dit probleem in deze rubriek tot
oplossing te brengen en met elkaar eens
onder ogen zien hoe we daarin verandering
kunnen brengen.
Het Ii)kt me het beste als we met elkaar
eens naar een kaasmarkt gaan, bijv. Gouda
of Bodegraven.
Op enige duizenden veehoudersbedrij ven
in het westen verwerkt men n.1. de melk
zelf tot kaas en als we nu de drukte op zo'n
kaasmarkt eens zouden gadeslaan en in de
gelegenheid waren dat meerdere malen te
doen, dan zou het ons opvallen, dat prak¬
tisch steeds dezelfde veehouders grote be¬
langstelling hebben voor hun produkt, ter¬
wijl dat voor anderen in mindere mate
schijnt te gelden. Die moeten zitten te hen¬
gelen om klanten. Natuurlijk is er in alle
gevallen een dapper loven en bieden, doch
het eind van het liedje is, dat de eerste ca¬
tegorie met veel bravoure naar huis toe
gaat in de overtuiging, dat zij de hoogste
markt gemaakt hebben of zelfs meer en
dat een ander met wrevel in het hart huis¬
waarts keert en het welkom-thuis voor de
vrouw vergeten heeft, waarbij we de rest
van het verhaal maar met gesloten deuren
zullen laten afhandelen, slechts even toe¬
lichtend, dat de vrouw meestal de kaas ge¬
maakt heeft.
Als we in de Bommelerwaard dezelfde
bedrijfsvoering hadden, zouden we zeker
precies hetzelfde beeld te zien krijgen en
zie ik velen uwer met angst in hel hart ter
markt tijgen en naarstig handjeplakken om
toch maar een beetje prijs te bedingen.
want de kwaliteit der aangeboden kaas is
niet best.
Natuurlijk is dit maar een verhaal, doch
ik hoop ei in geslaagd te zijn u allen duide¬
lijk te maken, dat u- bij de levering van uw
melk aan de fabriek, de kijk op de werke¬
lijkheid hebt verloren
Want hetgeen voor al uw produkten
geldt, geldt zeker voor een zo gevoelig
produkt als melk: kwaliteit en nog eens
kwaliteit.
Protestantse Contactraad
Over dorpshnizen en nog wat
Toen wij de voiige keer ,.De Schijnwer¬
per" enig licht deden werpen op onze -n-
\eremgingsleven.beloofdenzichten in het \eremgingsleven. beloofden
wij wat al te gemakkelijk ook iets te zullen
vertellen over de dorpshuizen. Wat al ie
gemakkelijk omdat wij, nu wij er ons toe
zetten deze belofte gestand te doen, er¬
varen, dat dit nog niet zo eenvoudig is.
Het ii. daarom niet zo eenvoudig, omdat
ons artikeltje niet alleen voorlichtend maar
ook verdedigend zal moeten zijn, willen alle
lezers van dit blaadje er iets aan hebben.
Het is n.1. mogelijk, dat daaronder men¬
sen schuilen, die, wanneer zij het opschrift
„dorpshuizen" zien staan, reeds onmiddel¬
lijk reageren met: „Daar ben ik tegen, dat
lees ik niet eens* . Zouden er zulke mensen
zijn, dan mogen wij die o 1. niet tot de meest
verstandige rekenen, omdat zi| het: ..On¬
derzoekt alle dingen en behoudt het goede"
wel zeer slecht ui toepassing brengen.
Maar die mensen zijn er. Meermalen heb¬
ben wij ze ontmoet, die bijv. alleen maar de
oude schnivers lezen en nooit de nieuwe,
w i ! zij geloven, dat die oude veel beter
wisten wat de waarheid inhield dan de
nieuwe. Hoe zij dit weten en waarop dit
gebaseerd is, ontgaat ons, omdat zij met de
nieuwe niet eens kennis maken en deze dus
ook met kunnen beoordelen.
Het is er trouwens mee als met dezulken,
die nooit naar de kerk gaan of alleen maar
bij bepaalde predikanten, terwijl andere —
ook aL hebben zi] die nooit gehoord ■— zon¬
der meer door hen veroordeeld worden.
Gelukkig leven wij nog in een vrij Ne¬
derland en kan hiei iedereen denken en
zeggen wat hij wil en wij nemen het dan
ook niemand kwalijk, dat hij doet wat hij
denkt dat goed is. maar voor ons is het (och
op rijn minst genomen merkwaardig, dat
men er maar zonder meer vanuil gaat, dat
het oude altijd goed was en dat van het
nieuwe toch eigenlijk niet veel deugt. Ove¬
rigens schijnt dit altijd zo geweest te zijn,
want De Genestet, die ook tot de ouden
mag worden gerekend, dichtte immers m
zijn tijd al:
..Wat nieuw is vindl altijd bestrijders.
Doch 't komt niet op in hunne geest.
Dat 't oude waarmee zij zo dwepen
Toch ook eens nieuw moet zijn geweest."
Ook onder zijn tijdgenoten waren er dus,
die altijd maar weer teruggrepen op wat
vroeger geweest was zonder te bedenken
dat wat toen oud was daarvóór ook een¬
maal nieuw moest zijn geweest. Als zodanig
dus: „Niets nieuws onder de zon".
Naast degenen, die afwijzend staan ont¬
moet men de velen, die men wel smalend
„nalopers" noemt en die een bepaalde weg
in het leven volgen, omdat anderen hun
daarop voorgaan Dit is wel de allergemak-
kelijkste weg. want dan behoeft men niet
zelf te denken. Want nadenken vermoeit
maat. Die anderen, die voortrekkers, daar¬
van veronderstelt men dan, dat die de goe¬
de weg gevonden hebben, een houding,
waarvoor wij niet zo heel veel bewondering
kunnen opbrengen De mens. die zelf be-
wust 'eeft en zich verantwoordelijk voelt
voor eigen doen en laten, die zal zeker
trachten — weloverwogen — het goede van
anderen na te volgen. Maar hij zal daar¬
naast blijven zoeken naar een vervol¬
makende aanvulling van dat goede.
Copie
voor het
volgend
nummer
van ,
De Schij
nwei
per
in
te
zenden voor 15
mei
a.s
Daarvoor echter is nadenken nodig, daar¬
voor is bestudering nodig of om het met
een vertrouwd woord te noemen: daarvoor
is onderzoek nodig. Onderzoek van het
oude, onderzoek ook van het nieuwe.
Voorts zijn er de onzekeren. de twijfe¬
laars, een groep, misschien wel de aller¬
grootste, die zeker niet gerekend mag wor¬
den tot de niet-nadenkenden, maar die hier
wat zoekt en daar wat tast. doch die eigen¬
lijk er niet aan toe kan komen — er de moed
of de duit niet voor bezit .— een eigen weg
of een vast doel te bepalen.
Wij zullen ons zeker nimmer een oordeel
over welke groep, dus zeker niet over deze,
aanmatigen. Wel kunnen wij -— getui¬
gende uit enige ervaring — zeggen, dat het
mogelijk is ■— zij het met veel strijd en
moeite — de onzekerheden en de twijfel in
dit leven kleiner te maken. En wij geloven,
dat een ieder onverschrokken deze strijd
heeft aan te binden.
Een drietal groepen hebben wij thans ge¬
noemd, met een vierde moeten \\ ij ze aan¬
vullen. Daarna zullen wij nog hoogst onvol¬
ledig zijn want daar zijn er nog veel meer.
De vierde dan is het aantal dergenen, die
weloverwogen en welbewust hun weg gaan.
Dit is zeker geen grote groep. Weinig men¬
sen bereiken het in hun leven met volkomen
zekerheid de hun opgedragen plichten ie
volbrengen. Het zijn de benijdenswaardi-
gen, die wat er ook gebeurt en hoe sterk de
weerstanden ook zijn. rustig doorgaan, zon¬
der om te zien naar de geleden verliezen en
de overwonnen moeilijkheden. Het zijn de¬
genen, die gelov en in de hun opgedragen
taak en die met al de hun geschonken gaven
en talenten zullen trachten die opdracht te
volbrengen.
Zonder het te willen of te weten kwamen
wij bij het schrijven van dit artikeltje in een
geheel ander vaarwater terecht dan hetgeen
wij ons voornamen.
Een volgende keer dus over de dorps¬
huizen.
De Welvaartstichting
„Men schildert met het hoofd en met met
de handen". Het was de Italiaanse kunste¬
naar Michelangelo die deze wijze woorden
eens neerschreef.
Na wat wij konden zien en horen op de
eïiidles van de cursus handenarbeid van de
commissie Huisvlijt, op maandag 16 april
j.I., menen wij het nog sterker te kunnen
stellen: „men doet handenarbeid met het
hoofd en het hart en niet met de handen!"
Wij wilden u omtrent deze cursus en zijn
eindles wat gaan vertellen, maar iemand
anders was ons voor. Onderstaand verslag-
je ontvingen wij van een enthousiaste be-
zocker(-stcr) van deze avond en naar onze
mening spreekt dit voor zichzelf.
..We hebben met buitengewoon veel ple¬
zier maandag 16 april een kijkje genomen
in de Landbouw huishoudschool te Zaltbom-
mel. Wat viel daar wél te genieten?
Veel. ja heel veel zelfs. Daar werd de
eindles gegeven van een cursus handen¬
arbeid, georganiseerd door de commissie
Huisvlijt van de Welvaartstichting.
Terwijl belangstellenden rondliepen werk¬
ten de cursisten ijverig door aan onderwer¬
pen, betrekking hebbende op het circus.
We zagen een eeuw in een kooi, diverse
clowns, olifanten en allerlei leuke tekenin¬
gen. Er werd met zoveel plezier en enthou¬
siasme gewerkt, dat verschillende bezoekers
aangestoken werden en ook een klomp klei
ter hand namen om mee te doen.
Onderwijl hield de hoofdleider van de
cursus, de heer L. de Jong uit Renkum, een
gezellig verhaal over de betekenis van deze
moderne handenarbeid. Zonder veel ge¬
reedschap, alleen met een zakmes, schaar
of penseel en niet hout (afval), klei, raffia
enz. kan men heel wat experimenteren.
Wat een. vreugde hieraan beleefd wordt,
hebben we maandagavond kunnen zien.
Een woord van hulde aan organisatoren
en leiders van deze cursus, maar bovenal
aan de groep jonge mensen, die deze winter
koude en sneeuw trotseerde en iedere
maandagavond haar kennis kwam ver¬
rijken. Mogen zij het hier geleerde door¬
geven in eigen kring, zodat velen vreugde
beleven aan deze uitstekende vorm van
vrijetijdsbesteding."
V.T.B.V.V.T.B.
Waar de ,,cost voor de baet" uitgaat
niet het minst in de tuinbouw, zal de finan¬
ciering van een bedrijf te allen tijde veel
zorgen baren.
Ook in vroeger tijden werd hoe gering
ook al geïnvesteerd teneinde een bestaan
in de tuinbouw te vinden. Groot waren de
bedragen nooit, want geld was in de perio¬
de tussen de twee wereldoorlogen in onge¬
veer heizelfde als water voor de woestijn-
reiziger.
Door een tekort aan kapitaal bleven de
meeste bedrijfjes te klein en te extensief.
Zelfs zij die over wat grond als eigen¬
dom beschikten, vonden bij banken en par¬
ticuliere geldschieters toch niet voldoende
vertrouwen, en werd er nog wel geld ver¬
strekt dan verdween het nog dikwijls in de
deplorable exploitatie als sneeuw voor de
zon.
Vanaf 1925 werd de toestand iets beter
en ontstonden er van lieverlede wat glas-
bedrijljes. Hoewel in die tijd een eenruiter
slechts ƒ1.— per stuk kostte, was men
zeer voorzichtig met aanschaffen.
Vanaf 1937 gaat de uitbreiding in een
sneller tempo, mede als gevolg van de op¬
leving voor de laatste oorlog
Direct na de oorlog was de drang voor
aanschaffingen zo groot dat er nog al eens
onverantwoorde investeringen tot stand
kwamen welke zich dan ook dikwijls ge¬
wroken hebben doordat het rendement
ontbrak.
Mede doordat de lonen na de oorlog nog
lang betrekkelijk laag bleven en de sociale
lasten nog met overal werden toegepast,
bleef een goed opgezette aanschaf van be¬
drijfsmiddelen te lang achterwege.
Naarmate echter zowel de lonen als de
hieraan verbonden sociale lasten drastisch
werden verhoogd kwam de ondernemer
die niet met zijn tijd mee was gegaan adem
te kort. Op dat moment werd duidelijk dat
arbeid zo duur zou worden dat zonder
hulpmiddelen geen bedrijf rendabel was te
maken. Dit alles ging zo snel dat vele niet
vermochten in te zien dat het hoog tijd
werd mechanisatie toe te passen.
Onvoldoende technisch inzicht en te
weinig gebruik maken van de altijd aan¬
wezige voorlichting leidde er dikwijls toe
dat het na de oorlog verdiende kapitaaltje
snel ineenschrompelde.
De laatste jaren is men echter twee din¬
gen beter gaan inzien, n.1. dat arbeid zeer
duur is, en dat men, wil men zijn bedrijf in
stand houden steeds meer geld zal moeten
investeren. In het kader van dit onder¬
werp is niet precies aan te geven hoeveel
geld er in een bedrijf gestoken moet wor¬
den, dit hangt van vele factoren af, doch
een nieuw te stichten bedrijf vraagt nog
altijd ƒ25.000,-.
Wij zien dus dat het ook in de tuinbouw
zonder kapitaal niet meer mogelijk is Moe¬
der Aarde een bestaan te ontfutselen. Ook
hier wordt met dure hulpmiddelen gewerkt,
terwijl de economische slijtage in vele ge¬
vallen hoger is als de materiële.
Een voorbeeld zien wij in de fruitteelt
waar men door geperfectioneerde machines
aan te schaffen de nog lang niet versleten
zijnde aan de kant zet.
Iets dergelijks zou in de tuinbouw ook
mogelijk zijn als de plastics het glas gaan
verdringen.
Wil men dus als tuinder (en hier ver¬
staan wij ook de fruitteler onder) een zo
goed mogelijk bedrijf in stand houden dan
is er steeds geld nodig ter vernieuwing.
Wanneer er nu winst (genoeg) wordt
gemaakt dan zal dit nog wel gaan. doch is
een bedrijf te klein of niet goed uitgerust
(het laatste is erger dan het eerste), dan
zullen de middelen onvoldoende zijn" om tot
vernieuwing over te gaan.
Men kan nu twee dingen doen, n.1. of
genoegen nemen met een zeer laag in¬
komen hetgeen bij een dalende conjunctuur
tot verpaupering leidt of men kan op de
een of andere wijze geld proberen te lenen.
Er zijn tot dit doel diverse instellingen
bereid geld te verschaffen, echter niet zon¬
der voldoende waarborgen. Vooral de
Boerenleenbanken hebben de laatste jaren
vrij grote bedragen verstrekt ter financie¬
ring van land- en tuinbouw.
Momenteel kan men zelfs zonder waar¬
borg van particuliere zijde geld opnemen
als men aan de hiervoor gestelde eisen
voldoet. Men heeft hierover uitvoerig kun¬
nen lezen in een vorig nummer van de
Schijnwerper waarin het Borgstellings¬
fonds en het Waarborginstituut werden
behandeld.
Is een tuinder zich dus voldoende bewust
van het feit dat hij kennis moet bezitten
van zijn vak, dat zijn bedrijf levensvat¬
baarheid bezit., en dat het voortgezet kan
worden, dan is het o.i. verantwoord finan-
tiële hulp te aanvaarden en verplichtingen
aan te gaan.
Laat men zich echter terdege bewust
zijn, dat ook al kan men vrij gemakkelijk
crediet krijgen, de uiteindelijke consequen¬
ties voor de aanvrager blijven.
Al te vlot aangegane verplichtingen
mogen nu nog met als een drukkende last
worden gevoeld, bij een eventuele terug¬
gang of tegenslag zijn de gevolgen er niet
minder om.
Over datgene wat men nu in zijn bedrijf
zou moeten aanschaffen willen wij gaarne
de volgende maal eens met U van gedach¬
ten wisselen. (Ongecorrigeerd).
Interparochieel Sociaal Charitatief Centrum
IBeroepskeuzevoorlichting I
Gelukkig ziet men tegenwoordig aller¬
wegen in, dat niet alleen een dik maand¬
salaris of een goedgevuld loonzakje van
beslissende invloed is op de vreugde in het
werk. doch ook nog vele andere factoren.
Van deze factoren is de juiste keuze van
het beroep wel de belangrijkste. Wij leven
in een tijd, waarin men aandacht heeft
voor het hier gestelde. Wij kunnen be¬
schikken over deskundigen op dit terrein,
mensen, die door hun kennis van zaken,
personen, arbeidsverhoudingen, arbeidsbe-
hoeften e.d., in staat zijn een advies te
geven t.a.v. de beroepskeuze, dat verant¬
woord is.
Ieder beroep stelt zijn aparte eisen aan
de beroepsbeoefenaar. De kandidaat-be¬
roepsbeoefenaar kent deze eisen niet, de
beroepskeuze-adviseur kent ze wel. Op
grond van zijn veelvuldige ervaringen is
hij ook op de hoogte van de niet zo direct
op de voorgrond tredende eisen voor be¬
paalde beroepen. Wij denken hier meer
speciaal aan de eisen, die sommige beroe¬
pen aan hart. gevoel, karakter en moraal
stellen. Het werk van de beroepskeuze-
adviseur beperkt zich dus niet tot het peilen
der verstandelijke capaciteiten i.v.m. een
bepaald beroep.
In verband met het bovenstaande is het
wellicht duidelijk, dat men van R.K. zijde
een eigen beroepskeuzevoorlichtingsappa-
raat heeft opgebouwd. Alleen de R.K. be¬
roepskeuze-adviseur kan een R.K. beroeps-
kandidaat volledig verantwoord van advies
dienen Hij let op die speciale factoren, die
niet-R.K. beroepskeuze-adviseurs doodeen¬
voudig niet kunnen behartigen, omdat zij
de katholieke gedachtengang niet volledig
kunnen vatten. Zonder dus aan deze niet-
kathoüeke beroepskeuze-adviseurs te kort
te doen menen wij toch het bovenstaande te
moeten stellen en achten wij het dus een
plicht voor iedere R.K. het eigen apparaat
zo goed mogelijk te steunen.
In de Bommelerwaard is werkzaam de
atdelmg Bommelerwaard van de Interdio¬
cesane Stichting voor Katholieke Beroeps¬
keuzevoorlichting. Zij stelt zich ten doel het
katholieke beroepskeuze voorlichtingswerk
te propageren en te verbreiden. Zij verleent
bemiddeling, wanneer er getest moet wor¬
den, zij houdt beroepskeuzevoorlichtings¬
avonden, zij organiseert spreekuren, waar
de beioepskeuze-adviseur voor allen, die er
gebruik van wensen te maken, dus ook
voor hen, die zich b.v. willen laten om¬
scholen, zitting houdt. Werkt allen aan de
bloei van de eigen katholieke beroepskeuze¬
voorlichting. Vreugde in het werk. vreugde
in het leven!
Agenda:
25 april: beroepskeuzevoorhehtingsavond
in het parochiehuis te Velddriel, 'savonds
8 uur. Speciaal voor de ouders van de
hoogste klassen der lagere school, doch
ook voor andere belangstellenden en be¬
langhebbenden.
Spreekuren: zaterdag 28 april, 10—12
uur, R.K. Jongensschool.
26 april: Idem in het parochiehuis te Zalt-
bommel.
Spreekuren: zaterdag 28 april. 1—3 uur
in de R K. Jongensschool.
27 april: Spreekuren: zaterdag 28 april van
3.30—5.30 uur in de R.K. Jongensschool.