Tekstweergave van SCHW_1956-06-26_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
DE SCHIJNWERPER ^iê^
Verschijnt de laatsle dinsdag van
iedere maand huis-aan-huis in de
Bom me Ierwaard en Heerewaarden.
BIJLAGE VAN „DE BOMMELERWAARD"
Ie JAARGANG Nr. 6
26 JUNI 1956
Redactie : G. Hovens Greve,
H. G. J. Linssen
en G. Reijnen
Rcdaclic-adrc* ■ De Virieusingel 10,
Zaltbommei. telefoon 0M180-3Ö7
Uitgegeven door een commissievan de Stichting ter bevordering van de Welvaart in de Bommelerwaard, bestaande uit vertegenwoordigers van:
Polderdistrict Bommelerwaard boven de Meidijk
Stichting ter Bevordering vnn de Welvaart in de Bommclerwaard
Coup. Veiling ZMlbom.nel en Omstreken
Coöp. Landbouwers Au n koop vereniging ..De Onderneming" Ned<
Coöp. Teleravereniglnc ..De BommdcrwaorJ1' Kerkwijk
Vereniging lot Bevordering en Verbetering van de Tuinbouw i/d Bom
Stichting Kruamcentrum van het Groene Kruis te Znltbommel
Proteslnnlsc Coritaclraaii voor Maatschappelijk Werk in de Bommclerwaard
Interporoch.ecl Sociaal Ch.ini.-u! Centrum in de Bommclerwaard
De afdelingen van de Noardbnbiintie Christelijke Boerenbond i/d Bommelerwaard
De afdelingen van de Christelijke Boeren en Tumdersbond i/d Bommclerwaard
De afdelingen van Je Gelderse Mnalschoppij van Landbouw i/d Bommclerwaard
Veeteelt Commissie
Coóp. Boerenleenbank Ie Ammerzoden
Coop. Boerenleenbank te Hedcl
Coöp Boerenleenbank te Rossum
Coop Boerenleenbank te Zaltbommcl
Fabriek van Melkproducten ..De Bommelcrwaard'"
Coóp. Zuivelfabriek ..Op Hoop van Zegen" Ger
K.L-vcreniging „West-Betuwe"
n.v. Heusdei
d.rcn
Stichting Kraamcentrum
van%et Groene
Kru
is
Een woord van dank aan de redactie van
.,De Schijnwerper" voor haar welkom in
het nummer van 29 mei j.1. is hier allereerst
op zijn plaats.
En nu dan de schijnwerper op de Stich¬
ting Kraamcentrum van het Groene Kruis te
Zaltbommei.
De Gelderse Vereniging Het Groene
Kruis gaf nog tijdens de oorlog aan de hui¬
dige leidsterdocente de opdracht tot het for¬
meren van een opleidingscentrum en bemid¬
delingsbureau voor kraamhulp. Ondanks het
feit. dat dit geen eenvoudige opgave was,
liepen de werkzaamheden al spoedig en
werden meisjes opgeleid en uitgezonden
naar de gezinnen.
Met de groei van het Centrum werd aldra
de behoefte gevoeld aan een betere organi¬
satie van de bi]komende werkzaamheden,
reden waarom in 1950 overgegaan werd tot
de stichtingsvorm.
In het bestuur van de stichting kregen alie
plaatselijke Groene Kruis-Verenigingen op
het arbeidsterrein van het Centrum zitting,
terwijl de Gelderse Vereniging een belang¬
rijke stem behield in de beleidsvoering.
Het eerste bestuur van deze stichting
kreeg een allerminst eenvoudige taak: im¬
mers het Centrum had reeds enige jaren ge¬
werkt en werkte nog. terwijl elk der be¬
stuursleden in deze gang van zaken zich niet
anders dan de kat in het vreemde pakhuis
kon voelen.
Zoals vrijwel alles in het ons landje zit
ook een kraamcentrum organisatorisch niet
bepaald simpel in elkaar. Het was dan ook
moeilijk bij het bestuur dat inzicht te doen
groeien waardoor de leiding van hem uit
kon gaan.
Eenmaal zover was door de geheel ver¬
anderde toestand sedert de start de finan¬
ciële positie allerminst rooskleurig te noe¬
men. Nauwelijks ingewerkt in de materie
moest al zeer spoedig de geldelijke zorg. de
leiding mede op de schouders worden ge¬
legd.
En nog is de toestand wat dit aangaat
niet alles rozegeur en maneschijn.
Toch gaat het werk door en er wordt
hard gewerkt door verpleegster, kraam¬
verzorgsters zowel als leerling-kraamver-
zorgsters.
Is het Centrum nu waar het wezen moet
in de Bommelerwaard of de status quo be¬
reikt? Kan men het werk aan?... Vene
daarvan: er is een alles en allen stimulerend
toekomstideaal: ,.Bi) elke bevalling gediplo¬
meerde hulp!"
Hoeveel Waalwater er nog onder de brug
bij Zallbonimel door moet gaan om zover te
komen vraagt u?: daarover een volgende
maal.
voor alle ruilverkavelingsgebieden in het
land. Deze dag is dus belangrijk voor de
toekomst en het is een belangrijke dag in
de ontwikkelingsgang van de streek. Maar
het belangrijkste is de vreugde van de ge¬
zinnen, die straks in de nieuwe huizen moe¬
ten wonen en waarvoor al dit werk wordt
verricht. Een goede samenwerking tussen
alle organen is daarom van het grootste be¬
lang.
De heer Roseboom besloot met de beste
wensen voor de toekomst van dit werk uit
te spreken.
Na de thee werd dan onder leiding van
mej. Bosman de boerderij bekeken; deze is
werkelijk bijzonder smaakvol ingericht. Het
Protestantse Contactraad voor
Maatschappelijk werk in de Bommelerwaard
Op vrijdag 15 juni werd te Zaltbommcl
de voorbeeldboerderij in de ruilverkave¬
lingsgebieden geopend, d.w.z. opengesteld
voor excursies. Deze opening geschiedde
onder auspiciën van de „Werkgroep huis¬
houdelijke voorlichting in de ruilverkave¬
lingsgebieden van de Bommelerwaard" en
vond plaats in de Landbouwhuishoudschool
te Zaltbommei.
Mej. van Schaick, voorzitster van deze
werkgroep, opende de bijeenkomst door alle
aanwezigen welkom te heten, in het bijzon¬
der de vertegenwoordigers van de departe¬
menten van landbouw, visserij en voedsel¬
voorziening en van wederopbouw en volks¬
huisvesting. Ze zette daarna het doel van
de werkgroep uiteen: voorlichting te geven
aan de huisvrouwen over de inrichting van
de nieuwe boerderijen en verder, voor zo¬
ver de aanbesteding nog niet heeft plaats
gevonden, over de indeling bij de bouw er¬
van. Deze werkgroep is opgericht in decem¬
ber 1955 en bestaat uit de directrices van
de beide landbouwhuishoudscholen in de
Bommelerwaard, vertegenwoordigsters van
de G.M.v.L. en de N.C.B., een vertegen¬
woordiger van de Komgrondenstichting, de
beide leidsters voor het maatschappelijk
werk in deze streek en de voorlichtings¬
lerares.
Aangezien deze werkgroep geen be¬
moeienis heeft gehad met de bouw of in¬
richting van de voorbeeldboerderij kon mej.
van Schaick hierover verder niets vertellen
en gaf daarom graag het woord aan mej.
Vorkink.
Mej. Vorkink vertelde, dat de eerste stap
om te komen tot voorlichting op dit gebied
is geweest de woningtentoonstelling, die in
1954 in Zaltbommei is gehouden. Een vol¬
gende stap was het inrichten van twee
toonhuizen in het Land van Maas en Waal,
waarheen vele excursies plaats vonden,
voordat het huis werd bewoond. Men vond
het echter nodig om hier tot een andere op¬
zet te komen, omdat men graag een blijvend
voorbeeld wilde hebben en zo is- het idee
om te komen tot een voorbeeldboerderij
ontstaan. De voordelen zijn dus, dat we al¬
tijd een voorbeeld hebben, waar de mensen
uit de eigen streek naar toe kunnen komen,
maar ook de mensen uit de andere streken.
b.v. uit de Tielerwaard, waar de ruilver¬
kaveling nog gaat beginnen. Tenslotte be¬
antwoordt het beter aan het doel. omdat
het in samenwerking gebeurd is met het ge¬
zin. Er is vooral gelet op de inrichting; nok
wel op de indeling, maar dat was hier toch
geen hoofdzaak.
De bedoeling was te komen tot een com¬
binatie van de oude meubels, die het gezin
reeds had en nieuwe, die erbi] moesten
worden aangeschaft, omdat dit in de prak¬
tijk bij de gezinnen ook altijd zo gebeurt.
Dit is in de woonkamer niet goed gelukt,
hier is in hoofdzaak alles nieuw.
Mej. Vorkink bracht tenslotte dank aan
de heer Stuvers, voor de goede samenwer¬
king met de Cultuurtechnische dienst, ver¬
der aan het gezin, dat ook volledig heeft
meegewerkt en tenslotte aan mej. Bosman,
de binnenhuisarchitecte, terwijl ook een
woord van dank paste aan de Bond van
Plattelandsvrouwen in Zeeland, die mej.
Bosman indertijd ter beschikking stelde.
Na mej. Vorkink kreeg de heer Stuvrs
het woord, die sprak namens de plaatselijke
commissie, die de ruilverkaveling uitvoert.
Indeitijd. bij het werken in het Land van
Maas en Waal, had men nog geen begrip
van de waarde van de huishoudelijke voor¬
lichting bij dit werk. Maar nadat de dienst
de fouten had gezien, die daardoor ontston¬
den, ging men er anders over denken. Men
zag, dat deze voorlichting zeer nodig was
en sindsdien is er alleen maar sprake van
een goede samenwerking. We zijn nu nog
wel niet waar we zijn willen, het kan altijd
nog beter, maar dankzij de voorlichting,
heeft men nu beter verantwoorde woonhui¬
zen gekregen. In de Tielerwaard, waar men
moet gaan beginnen, zijn de mensen geest¬
driftig over deze voorlichting, zij zien het
nut ervan in en zullen er dus ook zeker mee
gaan beginnen.
De inrichting van een voorbeeldboerderij
brengt wel moeilijkheden met zich mee, om¬
dat het gaat om het huis van een al be¬
staand gezin. Er is zodoende vaak weinig
geld voor beschikbaar, omdat er ook voor
het bedrijfsgedeelte allerlei nieuws nodig is.
Ook voor de Tielerwaard zal straks een
voorbeeldwoning nodig zijn.
Tenslotte opende de heer Roseboom met
enkele woorden officieel deze boerderij. In
de eerste plaats sprak hi) een gelukwens uit
met dit heuglijke feit. Misschien zal het zo
gaan, dat dit een voorbeeld gaat worden
is niet goed mogelijk hiervan een beschrij¬
ving te geven, maar ik zou u allen willen
opwekken om eens een excursie hiernaar te
organiseren. U kunt dit aanvragen bij de
bewoners zelf: dit is de familie Kraay, Bom-
melsekade 8, te Zaltbommei, tel. 779. Te¬
gelijkertijd moet u dan overleg plegen met
mej. G. Muntinga, Thorbeckeplein 14, die
als voorlichtingslerares in de ruilverkave¬
lingsgebieden is aangesteld en u deskundig
kan rondleiden. Hopenlijk zal deze voor¬
beeldboerderij aan zijn doel beantw-oorden
en zullen velen, met dit voorbeeld voor
ogen, hun huis goed verantwoord gaan
inrichten
Boerenleenbank-berichten
Belegging van gelden van minderjarigen
op een spaarbankboekje bij de Boerenleenbank:
Er schijnen zich wel eens verwikkelin¬
gen voor te doen, als de voogd gelden van
een minderjarige op een spaarrekening bi)
de spaarbank der boerenleenbank wil be¬
leggen.
Het Burgerlijk Wetboek laat de voogd
de keus utt verschillende mogelijkheden om
de gelden van minderjarigen te beleggen.
In dat wetboek staat, dat de voogd zonder
nadere machtiging van de kantonrechter
de gelden van de minderjarige kan beleg¬
gen m onroerende goederen, in eerste
hypotheken en in beleggingen bij de njks-
postspaarbank. De voogd zal de gelden
van de minderjarige ook op andere wijze
kunnen beleggen, bijv. op een spaarreke¬
ning bij de spaarbank der boerenleenbank,
doch daarvoor is dan machtiging van de
kantonrechter nodig.
Wat ziet men in de praktijk nog al eens
gebeuren? Iemand overlijdt en laat minder¬
jarige kinderen na. Er komt een voogd
over deze kinderen, meestal de langstleven¬
de ouder. De boedel van de overledene zal
tussen de erfgenamen moeten worden ver¬
deeld. Tot de erfgenamen behoren ook de
minderjarige kinderen. Deze verdeling van
de boedel moet echter, omdat minderjarigen
erbij betrokken zijn, door de kantonrechter
worden goedgekeurd. Bij het geven van
die goedkeuring schrijft de kantonrechter
menigmaal voor, dat de gelden, die aan de
minderjarigen zijn toebedeeld, bij de njks-
postspaarbank moeten worden belegd. Als
nu de overledene het geld op een spaarreke¬
ning bij de spaarbank der boerenleenbank
had staan, betekent dat. dat het geld van de
boerenleenbank moet worden weggehaald
en bij de rijkspostspaarbank moet worden
gebracht.
Voor de voogd komt deze beslissing ge¬
heel onverwacht. Hij zou het geld veel liever
op een spaarrekening bij de boerenleenbank
willen laten. Hij vermoedde ook niet, dat de
kantonrechter tegelijk met de goedkeuring
van de boedelscheiding opdrachten zou
geven met betrekking tot de belegging van
gelden. Anders zou hij de kantonrechter
wel hebben verzocht de gelden bij de boe¬
renleenbank te mogen beleggen.
Nu is dit alles niet zo erg, want de voogd
zal zich alsnog tot de kantonrechter kunnen
wenden en toestemming kunnen vragen
voor belegging op een spaarrekening bij de
boerenleenbank.
Maar het is beter, dat al deze moeilijk¬
heden worden voorkomen en dat is op de
volgende wijze mogelijk. De voogd zal bij
de boedelscheiding aan de notaris te kennen
moeten geven, dat hij de gelden van de min¬
derjarigen op een spaarrekening bij de boe¬
renleenbank wenst te beleggen. Als de
notaris goedkeuring van de boedelscheiding
aan de kantonrechter verzoekt, zal hij tevens
in opdracht van de voogd moeten vragen,
of de gelden, welke aan de minderjarigen
worden toebedeeld, op een spaarrekening
bij de boerenleenbank mogen worden ge¬
stort.
* * *
Uit het jaarverslag van de Coöperatieve
Centrale Raiffeisenbank te Utrecht blijkt,
dat het totaal der spaargelden van de 730
bij haar aangesloten boerenleenbanken in
1955 is toegenomen met 107 miljoen gulden.
Deze stijging bedroeg bij de boerenleenban¬
ken, aangesloten bij de Coöperatieve Cen¬
trale Boerenleenbank te Eindhoven een
totaal bedrag van 25^ miljoen gulden.
Het totaal spaarkapitaal der beide groepen
bedraagt thans ongeveer 2]/^ miljard gul¬
den. Coöp. Boerenleenbank ..Zaltbommei".
Van het waterschap.
De begroting 195ó/'57 vanMiet polderdistrict Bommclerwaard boven^de MeidiJK
Deze begroting der ontvangsten en uit¬
gaven betreft het tijdvak 1 juli 1956-—
1 juli 1957. Aan die begroting is een me¬
morie van toelichting toegevoegd, waarin
met betrekking tot elke begrotingspost
wordt aangegeven hoe de raming van het
bedrag totstandgekomen en samengesteld
is.
De begroting en de memorie van toe¬
lichting werden van 6 t/m 14 juni j.1. op de
secretarie van het polderdistrict voor een
ieder ter inzage gelegd. De terinzageleg-
ging werd bekend gemaakt in ,,De Bomme¬
lerwaard" van 8 juni j.1. Tot 22 juni j.1.
konden belanghebbenden bezwaren tegen
de begroting inbrengen.
Het gecombineerd college stelde de be¬
groting vast op IS juni.
Door deze daad is voorlopig een einde
gekomen aan het vaststellen van begrotin¬
gen ,,aan de lopende band".
Thans zijn we weer zover, dat de begro¬
ting vastgesteld is vóór het begin van het
dienstjaar en daardoor weer werkelijk „be¬
groting" is.
De achterstand is ingelopen omdat het
mogelijk bleek in ruim 9 maanden tijds drie¬
maal een begroting ter tafel te brengen.
De volgende begrotingen immers bereik¬
ten hun vaststelling in de volgende ver¬
gaderingen van het gecombineerd college:
1954/'55 op 16 september 1955;
1955/56 op 9 februari 1956;
I956/'57 op IS juni 1956.
De memorie van toelichting met haar 150
bladzijden tracht het verloop der toekom¬
stige geldmiddelen van het polderdistrict te
beschrijven. De beschrijving van de manier.
waarop de nering naar de tering is gezet, is
eenvoudig. Hoe kan het ook anders? Een
gewoon mens moet de tering naar de nering
zetten en dat is moeilijk! Bij zijn geldelijk
beleid past het waterschap de inkomsten
aan de uitgaven aan!
Kon u dat ook maar! Wat zou dat een
gezellige boel geven! Het is dus geen kunst
om de waterschapsbegroting sluitend te
krijgen, d.w.z. inkomsten en uitgaven in
evenwicht te brengen. Je begint domweg de
nodige uitgaven te ramen en kom je tekort:
dan oraslagverhoging. Zo is de omslag ver¬
hoogd van ƒ 38,— tot ƒ 40,— per ha, nadat
de vorige keer de sprong was gemaakt van
ƒ30,— naar ƒ 38, —. De belastingbetalers
— de grondeigenaars — betalen wel. Wat
zouden ze anders moeten? Lacht het u toe