Tekstweergave van SCHW_1959-01-01_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
DE SCHIJNWERPER
Verschijnt de laatste dinsdag
iedere maand nuis-aan-nuis in
Som m el e r waard
van
de
Hee re waarden,
BIJLAGE VAN „DE BOMMELERWAARD"
4e JAARGANG Nr. 1
JANUARI 1959
Redactie: M. W. Aa:
Redactie
Zoltbom
G. Reijnen
IIes: de Virieusingcl II
telefoon 04180-367
Uitgegeven door een commissie van de Slicnting ter bevord
d bo¬
Vde V
Polderdistrict Bommelervvoi
Stichting ter Bevordenog va
Coop. Veiling Zallbommcl
Coóp. Landbouwers Aenkoope',
Coop, Telersvereniging „De LI,
Vecesjiging tot Bcvordei
Stichting Kroamcentmir
n de Meidijk
clv.o.l in de Bomnrele,
strelen
Iging .De O.iderneml,
eel.-rseaard' Kettwijk
ig en Verbetering van de Tuinbonee
van het Groene Kreiis te Zallbo
evoruenng v
" Ncderbcmert
l/d Bommelerseoo
ande Welvaart in de Bommelerwuard, beslaande uit vertegenwoordigers van;
de Bominelervsnor.l
Protestantse Contnctrood voor Maatschappelijk Werle
Interparocbieel Sociaal Charitatief Centrum in de Bonrmelereva.rd
De ofelclingen van de Noordbrobantse Christclijlee Boerenbond i/d B.
De afdelingen van de Christelijke Boeren en Tuindersbond i/d B,
De afdelingen van ele Gelderse Maatschappij van Landbouev i/d B,
Veeteelt Commissie B.O.G. ring B,
Stichting Boekhoudbureoei en Accountantsdienst v.d GMvL btjle. Zollb
Coop.' B,
Fabriek e'
K.l.-vete,
mbi
„,L,
enleenb,
rcnleenbi
i Melk,
ah te Ammerro
Iledelnle te I ledel
el Ie Rossum
,li te Z.ltbomrr
ductcn „De Bo
•clFabriek ..Qp fcloop
ing ..WesLeBerusve"
erreelecjeaorrl" njt- Hcjssdei,
Zegen" Gondelen
,,De Schijnwerper''
Het laatste nummer van ,,De Schijnwerper"
gewaagt van de mogelijkheid, dat dit maand-
blaadje misschien zijn langste tijd heeft ge¬
had. Enkele deelnemers hebben bedankt en
derhalve hun bijdrage ingetrokken. Uiter¬
aard geeft dit moeilijkheden, aangezien de
kosten maar net kunnen worden bestreden
uit de door de deelnemers bijeengebrachte
gelden. Andere inkomsten zijn er niet. De
meeste bladen dekken hun onkosten uit de
abonnements- en advertentiegelden. ,,De
Schijnwerper" beschikt over geen van beide.
Ondanks het feit, dat alle kopie gratis door
medewerkers wordt geleverd, staat men voor
de vraag: ..Zal het moeten ophouden?" Wel¬
ke conclusie kan men hieruit trekken? Dat
alleen maar idealisme toch niet een zaak in
stand kan houden. Men moet zakelijk zijn,
men moet leren denken in geld; anders gaat
het nu eenmaal niet.
Het is — naar het ons voorkomt — jam¬
mer als dit produkt van Bommelerwaardse
aktiviteit weer zou moeten verdwijnen. Het
moge dan zo zijn. dat velen er weinig of
niets aan hebben, gelukkig zijn er toch ook
anderen, die ons verzekerden, dat zij het
blaadje altijd van a tot z lezen, omdat zij
daarbij steeds ervaren, dat het een echt
Bommelerwaards produkt is en dat het hen
als zodanig interesseert en aantrekt. Dat zijn
degenen, die echt meeleven in het wel en
wee van hun streek, die de goede bedoelin¬
gen van wat ..De Schijnwerper" wil zijn,
aanvoelen.
Welke zijn ook weer die goede bedoelingen?
Mogen we ze hier nogeens trachten weer te
geven? Mogelijk worden er lezers zodanig
door getroffen, dat zij zich op hulp gaan be¬
zinnen en in een volgend nummer middelen
aangeven ter genezing van dit financieel
kranke lid van de Bommelerwaardse samen¬
leving. Men kan nooit weten. Het is lang¬
zamerhand wel aan ieder bekend, dat er de
laatste tientallen jaren in de Bommelerwaard
ontzettend veel is gebeurd. Toen ongeveer
een kwart eeuw geleden een destijds nog
jonge Achterhoekse boer in het toenmalige
orgaan van de bond van oud-leerlingen van
het land- en tuinbouwonderwijs. nadat hij de
eerste afdeling van deze jongerenorganisatie
in Kerkwijk — ..O Bronkhorst, waar zijt gij
gebleven?" — had opgericht, schreef: ,,De
Bommelerwaard ontwaakt", heeft niemand
kunnen denken, dat dit ontwaken eenmaal
de belangrijke gevolgen zou kunnen hebben,
waarvan thans gewag kan worden gemaakt.
Niemand zou toen hebben kunnen geloven,
dat een behoorlijk ontwikkelde coöperatieve
apparatuur, (coop. aankoopver., coop. telers-
ver., coop. pootgoedbewaarplaatsen, coöp.
boerenleenbanken, coöp. veilingsver., coöp.
werktuigenver., coöp, vriesboxen enz.) tot
stand zou komen als thans het geval is. Was
tot aan die tijd de landbouwer en de tuinder
bij de afzet der produkten volkomen afhan¬
kelijk van derden, thans hebben zij hun eigen
apparaat waarover zij zelf baas zijn, dat hun
als verlengstuk van hun bedrijf ten dienste
staat. In een goede kwart eeuw hebben zij
zich onafhankelijk gemaakt van velen, waar¬
aan zij vroeger ondergeschikt waren. Beseft
men wel, wat dit zeggen wil?
Een tweede verandering voltrok zich in het
organisatieleven, helaas niet zozeer in dat
van de ouderen, maar gelukkig wel in dat
van de jongeren en de laatste jaren ook
in dat van de vrouwen. B.O.G- en B. L.O.H. -
afdelingen, vrouwenverenigingen, in de vorm
van confessionele en algemeen georiënteerde,
kwamen vrijwel overal tot stand. De ont¬
wikkelingsmogelijkheden langs de weg van
dit verenigingsleven zullen we hier wel niet
weer behoeven te memoreren.
Technisch, wat zijn er technisch geen veran¬
deringen. De ruilverkavelingen, wat hebben
ze niet een ontsluiting van vroeger bijna on¬
bereikbare kavels gebracht, wat is er niet
voor wegen verbetering en betere waterbe¬
heersing uitgegeven? Wie herinnert zich nog
de vele bruggen (schoren of horren), waar¬
mee men uren moest sjouwen alvorens ze ter
plaatse waren aangebracht. Wie denkt nog
na over de veldwegen, die als diepe mod¬
derpoelen in het najaar de velden .doorsne¬
den; wie peinst nog over de natte, verzopen
gronden in de buurt van de Lucht, Hoenza-
driel, het Gamerse veld enz.? Is men dit alles
dan al weer vergeten? Is men dan zo'n on¬
dankbaar wezen?
Iets anders, het land- en tuinbouwonderwijs.
Vóór 19-10 niets anders dan een land- of
tumbouwavondcursus, waarbij de jongens
soms zaten te knikkebollen, tegenwoordig 2
landbouwscholen, een tuinbouwschool, een
tuinbouwvakschool en bovendien nog allerlei
cursussen. Laten we ons eens even inden¬
ken de gevolgen daarvan, de veel hogere
opbrengsten de kwaliteitsverbetering der
produkten, de veel intensievere werkwijze
enz. Als we dit laatste noemen, herinneren
we ons bijv., dat we 25 jaar geleden nog
lazen, dat in de Bommelerwaard de boeren
over zoveel tijd beschikten, dat ze altijd met
zn tweeën ploegden, één bij de paarden;
één bij de ploeg. De jongeren van vandaag
kunnen het zich nauwelijks voorstellen.
Melkkoeien weiden in het veld achtte men
vrijwel onmogelijk, fruittelen aan pyramiden,
roals men het vroeger noemde, vond men
maar een rare vertoning. Dat alles ten aan¬
zien van de bedrijven. Maar er is meer
gebeurd. Nog slechts een paar nummers ge¬
leden, werd er een artikeltje over de Wel¬
vaartstichting geplaatst en kon men lezen,
hoe deze tot stand kwam en zich ontwik¬
kelde. Hoe met behulp van daaruit ontstane
commissies allerlei aktiviteiten werden op
gang gebracht: het onderwijs, rationalisatie
\ an de landbouw, de veeteelt, de maatschap¬
pelijke voorzieningen, deze laatste doorgege¬
ven aan de bekende organen Prot, Contact-
raad en Kath. Centrum. Verondersteld
wordt, dat tegenwoordig iedereen wreet wat
deze beide instanties doen aan maatschappe¬
lijk werk, gezinsverzorging, vormingswerk
en jeugdwerk. Een tiental jonge frisse krach¬
ten konden daarvoor worden aangesteld.
Daarnaast is er nog het streekontwikkelings-
werk, de huishoudelijke voorlichting, beide
sterk gestimuleerd door de voorlichtings¬
dienst, het Komgrondenapparaat, de land¬
en tuinbouwscholen, de organisaties enz., te
veel om op te noemen.
Wat heeft dit alles met ..De Schijnwerper"
te maken? We hebben ons altijd voorgesteld,
dat het voor een goede gang van zaken in
iedere samenleving gewenst is, dat de sa¬
menstellende leden zoveel mogelijk van el¬
kaar weten. Alleen indien men elkanders
beweegredenen voor bepaalde daden leert
kennen, zal men er de juiste waardering voor
kunnen hebben. Daartoe werden de deelne¬
mers van ,,De Schijnwerper" bijeen geroe¬
pen, daartoe werd er van hen een klein
financieel offer gevraagd. De start was
goed. Zal hij nu moeten verdwijnen? Vroe¬
ger zei men in de Bommelerwaard: „Och,
dè gao hier toch nie!" en het ging ook niet.
Tegenwoordig weet men al lang, dat het hier
wel kan, daar zijn vele voorbeelden van.
Zal het nu met ,,De Schijnwerper" weer niet
kunnen? We nemen het voorlopig nog niet
aan.
Huishoudschool ,,Prinses Irene'
Met de handen in 't haar zitten, kan inder¬
daad de gehuwde man, wanneer zijn vrouw
door ziekte of andere oorzaak tijdelijk haar
werk in de huishouding niet kan verrichten.
Vooral ook indien er kinderen zijn in het ge¬
zin, zullen in dergelijke omstandigheden de
problemen zich opstapelen. Wie niet de
moeilijkheden kent van het zoeken naar tijde¬
lijke huishoudelijke hulp, het onderbrengen
van kinderen bij kennissen enz., is in deze
tijd gelukkig te prijzen.
In vele gevallen echter zouden verschillende
moeilijkheden te vermijden geweest zijn, in¬
dien vader niet met twee linkerhanden tegen¬
over de huishoudelijke plichten gestaan had
en indien hij wat meer inzicht gehad had
in het werk der huisvrouw.
De tijd is voorbij, dat de huishouding uit¬
sluitend het terrein van de vrouw is. Dat de
man, indien het nodig is, de stofzuiger han¬
teert, bij de afwas helpt of het bed opmaakt,
is tegenwoordig met zó gek meer, dat hij
dat angstvallig voor zijn buren moet verzwij¬
gen.
Ook een behoorlijk inzicht in het klaarmaken
van een warme maaltijd, kennis van de in¬
grediënten, die gebruikt worden, het weten
hoe een tafel gedekt wordt, zijn alle dingen,
waarvan de man, als hij weet hoe het moet
gaan, alleen maar plezier kan hebben.
De huishoudschool wil hierbij graag de hel¬
pende hand bieden. Indien er voldoende in¬
teresse voor bestaat, wil ze een cursus orga¬
niseren om de heren enige kennis van de
kookkunst bij te brengen.
De cursus zal gegeven worden op woensdag¬
avond van 7.30—10 uur, te beginnen in
februari en duurt zes weken. De onkosten
bedragen ƒ3,60 cursusgeld, plus de onkosten
voor de te gebruiken ingrediënten.
Opgave tot deelname gaarne zo spoedig mo¬
gelijk bij de directrice der school, p.a. Huis¬
houdschool „Prinses Irene" Tel. 390, Oude
Bosscheweg 2, Zaltbommel.
Giel en Ikke.
't Was deze keer een heel spul om Giele
zover te krijge, dattie mijn nou 's rustig kon
vertelle waorom dattie zo de pee in ha over
de letste ..Schijnwerper".
Hier hedde dan 't verhaol.
,,'Ge zou oe ège schaome," zee-tie, ..dagge
aan de oostkant van den spoorlijn woont."
Giel heddet z'n ège geducht aongetrokke,
wat dieje mins van den N.C B. hè geschreve
over de streekverbêtering.
,,'t Is waor," zee tie. „'t is gin wonder da
zun kemissie ene keer uit mekaor ploft, want
't zijn er mar een paor, die vuruit gehollepe
wille worre.
De rest die blijf rustig thuis zitte en dè is
geducht stom, want der is nog zunne hoop
te lere en as ge oe ège een bietje aonpast.
dant vaker laoter ok nog best wel 's wa
af hur!
Overal kunde mee gehollepe worre, mee
grondmonsters. mee gierkelders, mee oew
teultplan, hoe ge oew kemder op mot voeje,
hoe ge mee een klèèn bietje geld oew huis
mooi kun maoke, waor ge 't „huske" mot
neerzette as 't ouwe in mekaor zakt, affijn
noem mar op!
En dè is nog lang nie alles, want afgelope
zomer konde vur een paor cente mee de bus
naor de beste tentoonstellinge, zo gère had
de kemissie, dagge ok 's ene dag van huis
gaot!
Ge snapter niks van da de minse nou nie
begrijpe da zu'n kemissie ok wel 's der ge¬
duld kan verheze — en wa dan? Dan lopte
de kans dagge de kemissie kwijt raokt en de
cente ok, waor anders den oosterling lekker
mee van mag proffetere. Jonge, jonge, als nou
alleman er naor die vergaoderinge wou kom-
me, dan hadde toch al gauw een 500 man
bij mekaor en dan waster in Driel gin één
lekaol groot genoeg en dan stonter in ene
vluuk en ene zucht nog een mooi nijt durps-
huis ok.
Mins, zee Giel, tenminste boereminse, die
motte der bij der haoren bijslepe, anders
krijdet nooit goed vur mekaor in den Bom-
melerwaord!"
Zo, dè was Giele gezicht op de streekver¬
bêtering.
Ik zij er zelf nog nie over uitgedocht hoe dè
nou allemaol in mekaore zit, Giel vuul het
misschien béter an as ikke, mar der mot toch
eireges ene oorzaok zijn vur dè wegblijve!
As tie kemissie nou es alle weke de boeres
bij mekaor riep. dè wastan 50 kere in 't jaor
en as ze dan es alleman zu'n briefke in liet
vuile net as bij diejen voetbalpool, dan kon-
nen ze misschien wel alle weke ƒ 500.— ver¬
delen. De hoofdprijs ƒ250.— vur den boer
die de vraoge 't beste beantwoord het, en
de andere ƒ250.— verdèle over de rest!
Op die manier makte toch een goei kans,
dagge ze bij mekaor krijgt en der blijf nog
een bietje sport in ok.
Vur de kemissie wier 't dan ok veul mek-
kelikker, die hoef dan niks anders te doen
dan alle weke nije vraoge op te stelle — en
dè lijk mijn toch niks te raoeihk vur zu'n uit¬
gezocht gezelschap.
Toen Giel mijn planneke heurde, hattie drek
al een lusje mee wa vraoge, die zouwe dan
vur den erste keer misschien gebrukt kunne
worre!
Giel en ikke zijn geducht blij, da wij van
enze kant iiou ok 's wa hebbe kunne doen,
om de achterlikhed op die menier mee uit
de wereld te hellepe!
„As dit spelleke nou gin goei oplossing
bringt, nou kemissie, dan schijter mar gerust
mee uit, hur!"
En hier dan de erste vraoge:
1 Wie motter op de boerderij de cente
bewaore: de mins of de vrouw?
Wa verstaot ene stadsmins onder „ene
grote boer"?
Op welke pertij motte in mèèrt stemme
vur ene goeie melkprijs?
Waor slopte rustiger, in een oud huis
in 't durp, of in een nijt huis in de
polder?
In welk jaor 2000 kan de Vurlichtings-
dienst nog meer ingekrompe worre?
Hoeveul geld magde uitgeve aon kon-
trebuties ommer béter van te worre?
In welk jaor krijge we de vijfdaogse
werkweek vur den boer?
Hoe lang duur 't nog vur de koei der
ège melleke?
Zulle dr over 20 jaor al boere uit den
Bommelerwèrd naor de maon gaon?
Op wie motter laoter gefoeterd worre
aster helemaol gin domme minse mir zijn?
Veul sukses, hur!
10
V.T.B.V.V.T.B.
Het is deze keer vrij gemakkelijk iets te
VV.T.B.,wantdeachterschrijven voor de V V.T.B., want de achter
ons liggende tumbouwmiddag leverde vol¬
doende stof.
Misschien is het van het goede wat tè veel
als wij ook hier nog eens uitvoerig gingen
uitwijden over de interessante onderwerpen,
welke werden besproken, want de goede
belangstellende tuinder was er zelf. terwijl
de pers voor een keurig verslag zorgde.
Nu we de laatste jaren mogen spreken van
een goede vooruitgang op het terrein van de
tuinbouw, vooral de jongere generatie toont
dat zij „ergens" heen wil, is het beter ons
daarmee bezig te houden. Ofschoon willen en
kunnen niet hetzelfde zijn, mogen we er in
de Bommelerwaard toch op rekenen, dat er
over 15 a 20 jaren een behoorlijke kern van
tuinbouw aanwezig zal zijn, want ,,de aan¬
houder wint".
Men vraagt ons wel eens of er een voor¬
spelling te doen is omtrent aantal bedrijven.
afzet, omzetcijfers of iets dergelijks. Dit laat¬
ste is een vrij hachelijke onderneming, want
wat wéten we eigenlijk van de toekomst?
Men kan natuurlijk werken met gegevens
over verwachte bevolkingstoename, met ca¬
lorische waarden van voedingsmiddelen, met
te verwachten welvaart en vele andere ver¬
onderstellingen, maar een voorspelling doen
voor een periode langer dan 5 jaren is slechts
een schot in de ruimte.
Er komt dan nog bij, dat de gehoopte Euro¬
pese éénwording ons nog wel voor grote en
(wellicht) niet altijd aangename verrassin¬
gen kan plaatsen, zodat men zich ook wat
dit betreft, niet helemaal aan illusies moet
overgeven.
Daar staat gelukkig tegenover, dat er onte¬
genzeggelijk ook grote mogelijkheden zullen
zijn als de grenzen geheel weg zijn en im¬
portheffing en exportpremie volledig zijn ver¬
ballen.
Als we nu eens ons streekprodukt, de aard¬
bei nemen, dan is de afzet van het glas-
produkt al jaren een kwestie van export naar
België. Dit land kon of kan zich blijkbaar
de weelde veroorloven, dit luxe produkt in