Tekstweergave van SCHW_1959-02-01_002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
aan politiek kan zij uiteraard niet straffeloos gaan doen. Laat 2e voorzichtig zijn. Zelf „Ikke" moet daarmee uitkijken! Vraag 4: ,,\Vaor slopte rustiger, in een oud huis in 't durp of in een nijt in de polder?" Alweer zu'n vraag, waar men alle kanten mee uit kan. Men kan zeggen: „Dat hangt er van af of men vroeger meer gewend was aan de bedstee dan nu aan het ledikant." Het kan afhangen van de meer¬ dere rust in het nieuwe huis, omdat men daar de koeien niet meer zo hoort stommelen als vroeger in dat oude achterhuis, ook kan het feit, dat men in het nieuwe huis hogere lasten moet betalen een rol spelen. Enfin, zonder meer kan men dat zo maar niet zeggen. Ik denk, dat „Ikke" met die vraag iets bijzonders bedoelt, maar dan moet hij eerst maar eens zeggen wat. Vraag 5: „In welk jaar 2000 kan de Vurlichtings- dienst nog meer ingekrompen worden?" Dat is — met permissie gezegd — helemaal 'n idiote vraag. Wie kan daar nu op antwoorden? Als „Ikke" be¬ zwaar heeft tegen het inkrimpen van de Voorlich¬ tingsdienst — wat men uit deze vraag zou kunnen opmerken — dan moet hij dat duidelijker laten uit¬ komen en er zich niet op deze wijze vanaf maken. Vraag 6: „Hoeveul geld magde uitgeven aan kon- trebuties ommcr béter van te worrc?" Dat is een betere vraag, daar kan men tenminste op antwoor¬ den. Niet in de zin van dit of dat bedrag in gul¬ dens uitgedrukt, maar met te zeggen, dat de boe¬ ren en tuinders in 't algemeen niet voldoende zijn doordrongen van aangesloten te zijn bij de orga¬ nisaties, te hunnen behoeve opgericht. Nog niet de helft in de Bommelcrwaard is aangesloten bij de standsorganisatie, terwijl iedereen daar eigenlijk deel van behoort uit te maken in zijn eigen voor¬ deel. Antwoord op de vraag dus: „Niet in een geldbedrag uit te drukken, maar beslist te wei¬ nig." Vraag 7: „In welk jaor krijge we de vijfdaagse werkweek vur den boer?" In deze vraag zit he¬ laas een grote dosis scherts; iedereen weet wel, dat de boer niet vijf of vijf en een halve dag moet werken, maar zes en een halve, want 's zon¬ dags moet er ook nog gemolken en gevoerd wor¬ den. Dus: „Met Sint Juttemis" is het antwoord. Vraag 8: „Hoelang duur 't nog vur de koei der ège melleke?" „Ikke, je moet 't nu niet al te bont maken, dat is nu werkelijk een vraag, waarvan je¬ zelf de oorsprong niet weet." Daaraan ontbreekt elke logica. Mocht ik me vergissen en heb je er wat in willen leggen, dan hoor ik 't wel. Vraag 9: „Zulle d'r over 20 jaor al boere uit den Bommelerwèrd naor de maon gaon?" Ik geloof het niet. Dat wil niet zeggen, dat ik 't onmogelijk acht, dat de maan eens bereikt zal worden, maar dan gaan er toch nog niet de Bommelerwaard se boeren in de eerste plaats heen. Dat moeten ze ook niet doen. Het zal de eerste tijd nog best een beetje gevaarlijk zijn en waar zou 't goed voor zijn als 't niet noodzakelijk is? Vraag 10: „Op wie motter laoter gefoeterd worrc aster helemaol gin domme mmse mir zijn?" En¬ kele jaren geleden hoorde ik eens een pientere oude boer zeggen: „De wereld heeft nergens meer gebrek aan dan aan domme mensen." En men kan zeggen wat men wil, maar daar zit een grond van waarheid in. Zon oudere boer, zelfs wel een jon¬ gere boer, kan somtijds met zijn beste wil niet meer begrijpen met wat maatregelen wc tegen¬ woordig te doen krijgen en waar men al niet aan gebonden is. Het leven wordt al ingewikkelder. Dat men dan een kreet slaakt als die oude boer, is beslist niet vreemd; hij vraagt zich af: „Waar is het toch allemaal voor nodig?" Onder ons ge¬ zegd: wi) ook welecns. Te foeteren valt er dus later niks. Tenzij op mijnheer Ikke, maar dan niet later, maar nu. Hij heeft er wat van gemaakt, 't is ernst en luim, mooi en lelijk, 't is alles door elkaar in die vragen. Maar interessant, dat valt niet te ontkennen, zoals altijd die „Giel en Ikke" inte¬ ressant zijn. Ik kon daarom niet nalaten zo goed en kwaad het ging hem te antwoorden. Als hij echt met al deze dingen zit, wel dan moe-t hij geholpen worden. Al is 't alleen maar omdat hij — naar wij vernamen — zijn artikeltjes zomaar gratis ver¬ strekt. „Voor wat, hoort wat." Dus ook op hem niet foeteren. Mocht hij dus in 't vervolg nogeens weer gaan piekeren over bepaalde dingen, wij laten er hem, als hij ermee voor de dag komt, niet alleen mee. Stichting Boekhoudbur. en Acc.dienst van de G.M.v.L met Rechtskundige AMeling. Bijkantoor Zallbommel. „HOORT U BIJ DE GELUKKIGEN?" De nieuwe aangiftebiljetten ink. bel. 1958/verm. bel. 1959 zijn inmiddels uitgereikt. Mogen wij onze deelnemers verzoeken om de bil¬ jetten zo spoedig mogelijk bij ons in te leveren. Dit is van belang voor het tijdig invullen van de voorlopige aangifte inkomstenbelasting 1959. In de redactie van het aangiftebiljet is in verge¬ lijking met het vorig jaar niet veel gewijzigd. Wel willen wij een belangwekkende opmerking maken. Aan het slot van de bij het aangiftebiljet gevoeg¬ de toelichting wordt vermeld: „Indien u verwacht, dat de (definitieve) aansla- IB.enpremieheffingA.O.W.overhetjaar,.gen I B. en premieheffing A.O.W. over het jaar „195S te zamen u recht zullen geven op een „teruggaaf van meer dan f 100,—, kunt u dit „kenbaar maken in een aan de voorzijde van het „aangiftebiljet te hechten brief. De vaststelling „van uw aanklagen zal dan zoveel mogelijk wor- „dc-n bespoedigd " Blijkt bij het doen van een aangifte dus, dat u meer dan f 100,— teveel betaald hebt, dan is het van belang om de bedoelde brief aan het biljet te hechten. Dit kan zelfs van belang zijn voor een belasting¬ plichtige, die enkel maar loon of salaris geniet en toch voor een aanslag in de inkomstenbelasting in aanmerking komt. Met een voorbeeld willen wij u dit duidelijk maken. Belastingplichtige is gehuwd en heeft kinder¬ aftrek voor 1 kind, geboren 30 nov, 1958: Inkomen over 1958: Loon, pensioen enz. (volgens een nadere specificatie) f 9000,— Af: kosten tot verwerving (stel 5%-regeling) „ 450,— Zuiver inkomen f8550,— Bij de inhouding van de loonbelasting is nog geen rekening gehouden met kinderaftrek. Tevens wordt vermindering van belasting ge¬ vraagd wegens een buitengewone last, t.w.: Premie ziekenhuis- en opcratiekostenv erzekering f 200,— Rekening huisarts „ 75,— Rekening tandarts „ 95,— Kosten van geboorte „ 125,— Apotheek en patentgeneesmiddclen „ 75,— Totaal f 570 — De verschuldigde belasting bedraagt f 907,— Aan loonbelasting kan zijn ingehouden f1316,— Terug te ontvangen bij definitieve aanslag f 409,— De gelukkige vader in ons voorbeeld zal nu van de mogelijkheid, zoals hierboven geschetst, ge¬ bruik kunnen maken en heeft dan een kans, dat hij de teveel betaalde belastinggelden spoedig terugontvangt. Hecht hij geen brief aan de aangifte, dan bestaat de mogelijkheid, dat hij een geruime tijd langer 2ai moeten wachten op zijn teveel betaalde belas¬ tinggelden. T.B.V. V. T. B. Garanties? Af en toe beluisteren wij ook wel eens stemmen van tuinders, die als de prijzen van bepaalde pro¬ ducten (te) laag zijn, er op wijzen, dat je beter boer kunt zijn, want die heeft vaste gegaran¬ deerde prijzen voor zijn produkten. In de eerste plaats gelden in de landbouw richt¬ en garantieprijzen, lang niet voor alle produkten, terwijl de vraag nog niet beantwoord is of het voor de landbouw (en men denkt dan met name aan de melkproducenten) wel zo kan voortduren. Het is niet onze bedoeling de ingewikkelde land¬ bouwpolitiek der laatste jaren te trachten uiteen te rafelen, het lijkt ons een bijna onmogelijke taak. Wel kunnen wij aan de hand van de verslagen der gehouden debatten in de volksvertegenw-oor- digmg enige indrukken krijgen van de moeilijk¬ heden, die ontstaan als men door welke oorzaken dan ook, te veel wil gaan leiden. Meestal eindigt het er mee, dat de ontevredenheid algemeen wordt, zij die leiden weten niet meer hoe het moet, en zij, die geleid worden, zijn onte¬ vreden. Er komt nog bij, dat, hoe aantrekkelijk het ook is voor vaste prijzen te telen of te produceren, dit toch in de meeste gevallen leidt tot een verstar¬ ring in de produkhc. De prikkel der concurrentie verdwijnt en de vin¬ dingrijkheid verslapt, de bedrijfsvoering richt zich nog slechts ten dele op een verhoging der pro¬ dukten van minder zekere afzet, terwijl de zgn. vrije produkten zoveel mogelijk uit het schema verdwijnen. Dat er op deze wijze niet meer doelmatig wordt gewerkt, is verklaarbaar, even verklaarbaar als het feit, dat een overheid, als zij ergens geldelijk steunt ook een vinger of wat in de pap wil hebben. Hoewel er niets is, dat er op wijst, dat de ge¬ organiseerde tuinbouw in de richting van garan¬ tie- of richtprijzen denkt, zullen groente- en fruit¬ telers er goed aan doen om iets dergelijks ook nooit te vragen. Zoekend en tastend zocht en vond de tuinbouw in ons land de wegen naar een bepaalde welvaart, groot was de energie, die werd opgebracht, groot was ook het risico, dat men telkens weer nam. Zekerheden zijn in de groente- en fruitsector net zo min te vinden als diamanten in de Druncnsc duinen, maar voor hen, die aan willen pakken, goed wakker zijn om met de ogen open ver over de grenzen te zien, zal er zeker nog wel een hoop¬ vol verschiet zijn. Nimmer in de geschiedenis van de tuinbouw stond er voor de ondernemer zoveel op het spel als in deze overgangstijd naar een vrije Europees handelsverkeer. De eerste tien jaar zal de strijd met alle scherpte gevoerd worden, doch hij die zorgt, dat hij vijf minuten voor blijft, wint de race. Alle Wij willen ditmaal eens enkele onderwerpen aan¬ roeren, welke volkomen los van elkander in ver¬ schillende bladen aan de orde worden gesteld. Zij zijn willekeurig gekozen en boeiden ons door hun inhoud. In de eerste plaats zagen we op de voorpagina van „Groente en Fruit" zoals ieder jaar, de omzetcijfers van de bij het C.B. aangeslo¬ ten veilingen. De totale omzet bedroeg over 1958 ƒ 542.800.000 'n niet gering bedrag. Toch blijkt dit f 25.000.000 lager te zijn dan in 1957, terwijl dit bedrag prak¬ tisch minder werd omgezet door de fruitteelt. Vanzelfsprekend is hieraan schuld het feit, dat bij de hoge prijzen van 1957 niemand behoefte had zijn hoeveelheid fruit nog te bewaren tot voorjaar 195S. Neemt men nu (met „Groente en Fruit") aan dat ƒ 17 000.000 normaal in een voorjaar ver¬ kocht wordt, dan volgt hier toch uit, dat ondanks de zeer grote oogst, 1958 over het algemeen ge¬ zien, geen best jaar was voor de fruitteler. Gelderland, de provincie waar ook wij in leven en werken, hield merkwaardigerwijs zijn veiling- omzet op peil van de twee voorgaande jaren, in 1956 38.1 miljoen en in 1957 39-3 miljoen en in 1958 39-"i miljoen gulden. Bij de groentcnomzet was dit achtereenvolgens S.7 (1956), 9.7 (1957) en 10 miljoen gulden in (195S), zodat hier weinig verandering in optrad De totale omzet in Gelderland op de aangesloten veilingen voor groente en fruit, bedroeg in 1956 48.1 miljoen, in 1957 50.3 miljoen en in 195S 50.9 miljoen gulden. Uit al deze cijfers blijkt een zekere stabiliteit, die zou doen vermoeden, dat het nu niet beter, doch ook niet slechter gaat dan de laatste jaren. Toch zijn deze cijfers in zoverre misleidend, dat hierin niet tot uitdrukking komt het 2eer aanzien¬ lijke bedrag aan investeringen, dat over de ge¬ hele linie in de groente- en fruitsector plaats vond. Wél echter blijkt duidelijk, dat de vollegronds- groenteteelt en zelfs de koudegl as -cultures minder goede of zelfs slechte uitkomst gaven, een uitslag, die wij hier in de Bommclerwaard ook al wel vermoed hadden. Zien wij nu echter dat ondanks de minder goede opbrengst van groenten en de geringe omzet fruit in het voorjaar 1958 onze streek toch nog voor pl.m. 7 miljoen gulden veilde, dan kan ieder zelf wel uitmaken, welk aandeel hierin de aardbei heeft. Er is dus reden ons gelukkig te prij¬ zen, dat de gespecialiseerde teelt van aardbeien een vrij hechte basis vormt, doch er is zeker ook reden om niet in tevredenheid hierover in te sla¬ pen, doch alle aandacht te blijven schenken aan nieuwe rassen en het verbeteren van de bestaande. Agrarisch-sociale voorlichting in de Bommelerwaard Stelt u ?irh voor: cen boerengezin zit bijeen rond de tafel: vader, moeder, zoon, die werkzaam is in het bedriji en wil gaan trouwen (wc zullen hem voor het gemak maar Jan noemen), ongetrouwde dochter en getrouwde ?oon, die gestudeerd heeft en in een flatje in de stad woont, vergezeld van zijn vrouw. Na over koetjes en kalfjes gesproken te hebben, begint Jan over zijn plannen voor de toekomst. Tot dusver betaalde moeder zijn zakgeld en zorgde zij ervoor, dat hij goed in de kleren zat. Maar nu zou hij graag zelfstandig worden, hij had graag een eigen huisje, ontving voortaan graag loon of hij wil ook wel het bedrijf geheel of gedeeltelijk overnemen. Als Jan met zijn voorstellen voor de draad komt, wordt de huiselijke vrede wreed verstoord. Vader zegt, dat Jan wel in kan trouwen, maar dat hij er een gat in ziet om een huisje voor hem te zetten. Als Jan het wooid boedelscheiding gebruikt, zegt hij kernachtig tegen moeder: „Wij voelen er niks voor, hè vrouw, om ons uit te kleden lang voordat we naar bed gaan." Er komt nog een moeilijkheid naar voren, afkomstig van de vrijgezelle dochter. Zij voelt er niets, maar dan ook niets voor, bij een eventuele in trouw, naast moeder en a s. schoonzuster als derde wiel aan een fiets te fungeren. Ze steekt niet onder stoelen en ban¬ ken, dat ze er spiit van heeft, dat ze vroeger nooit een beroep geleerd heeft, opdat ze voor zichzelf zou kunnen zorgen, want ze voelt er ook weinig voor om ah dienstmeisje het vrije leven op de boerderij vaar¬ wel te zeggen. Tot overmaat van ramp wil de „bestudeerde" ge¬ trouwde zoon, nu hij een „vcrdclingskans" zïet, zijn te erven portie innen om hiermede zijn ideaal — cen eigen huis -— verwezenlijkt ie zien. Ziedaar het probleem, dat op een podium in de land¬ bouwschool te Bruchcm en in „Ons Huis" te Rossum door enige medcweikers van „de Agrarische Sociale Voorlichting" werd „ten toon gespreid". Natuurlijk kwamen de „improvisators" er in hun rol¬ lenspel niet uit, hetgeen ook helemaal de bedoeling niet was. Het doel ervan was de talrijke aanwezigen te confron¬ teren met één van de lamiliemoeilijkhcdcn, die helaas nog maar al te vaak — ook op het platteland — voorkomen. Wegens plaatsgebrek moet het vervolg van dit verslag wachten op de volgende „Schijnwerper". G. M. Verkuil, Bommetsekadc 12, Zaltbommel. Ring Bommelerwaard Door de dikke mist naar Bralcel. Ja, u hebt het natuurlijk al gezien... kleine lettertjes. Dat betekent, dat we ons dit keer met minder plaats¬ ruimte moeten behelpen dan de vorige maal. Aan de ene kant een beetje ver¬ velend, maar anderzijds toch prettig, omdat dit een duidelijk bewijs is dat onze ,,Schijnwerper" niet te kampen heeft met een te¬ kort aan copy. Ditmaal nemen wij u mee naar Brakcl en Hcdcl. In het dorp bij Locvcstcin waren we present — na een ware mat teling door de mist — om de eerste toneeluitvoering van de B.O G. en B.O.L.H. bij te wonen. Sinds koit cx-voorziltci Wim van den Heuvel heette de genodigden op vlotte manier welkom, waarna de secretaresse en secretaris de jaarverslagen voorlazen. Hieruit konden wc concluderen, dat de B.O.G. on¬ danks haar ouderdom {26 jaar) nog een jong hart heeft en fris en monter één en ander durft te orga¬ niseren. Toneelspel „De Dijk". Voor de uitvoering was de keus gevallen op „De Dijk", een dramatisch spel, handelende over de februari- ramp op één der zecuwse eilanden in 1953. Toen het gordijn voor de eerste keer open ging, viel ons direct op, dat de „Biakclaars" er in geslaagd wa¬ ren, het kleine podium in „Het Wcrkliedengebouw" goed te benutten. We zagen in de drie bedrijven res¬ pectievelijk een geslaagde boerenkamer, cen „echt" opvangcentrum van het Rode Kruis en een burger¬ lijk vertrek van een stadsgezin. Het moet voor amateur-regisseur van der Linden een zeer zware opgaaf geweest zijn, om met een dergelijk dramatisch stuk de „artisten in de hand te houden", opdat de bewogenheid van die dagen goed tot uiting komt, zonder te overdrijven. Namen noemen doen we niet, omdat we er van over¬ tuigd zijn. dat alle meespelenden hun uiterste best hebben gedaan. ,,Brakel", u-e hopen volgend jaar weer van de partij ■ te zijn, we twijfelen er niet aan of de plankenprestaties zullen in kwaliteit het debuut overtreffen, want we zijn nu éénmaal van jullie gewend, dat als je ergens mee begint, je doorgaat met de perfectie als doel. Omdat ze er daar in die Westhoek van overtuigd zijn, dat het op daden en niet op woorden aankomt, zeggen ze er niet zo veel. Toch hopen wc eerstdaags voorzitter Versteeg aan het praten te krijgen, opdat wc in een volgende editie wat over de tentoonstel- lingsplanncn kunnen vertellen. Rest ons nog te vermelden, dat etn groepje vlotte jongelui uit Rossum, onder de naam „De Boemerangs" met beschaafde muziek de tussentijden vulden. Van de Waal naar de Maas, waar ook alweer cen I.TijsvanLeeuwen,onsopdefeeste¬ex-voorzitter, n I. Tijs van Leeuwen, ons op de feeste¬ lijk getinte jaarvergadering toesprak in de zaal van café „De Zwaan", die ook nu weer nauwelijks groot genoeg was om alle genodigden te bevatten. De gecombineerde jaarverslagen werden leuk gebracht door mej A v. Hckezen en voorzitter H. v. d. Bo- gerd, met als onderbrekingen verschillende uitbeeldin¬ gen door B.O.L.H.-sters De ..verrassing" bestond dit jaar uit een kostelijke modeshow van a la minute gemaakte krantentoiletjes. Groot was de hilariteit toen mevr. Diekerhof op gees¬ tige wijze de mannequins één voor één de revue liet passeren De hersengymnastiek was wel leuk misschien voor de deelnemers, maar door de zachte beantwoording kon het publiek er niets van verstaan, waardoor het effect grotendeels verloren ging. De heer W. v. d. Werken, de voorzitter van de Bom- mclse veiling, brak bij de prijsuitreiking van de aard- beiensclcctiewedstrijdcn cen lans voor „zijn" bedrijf. Hij toonde zich enigszins teleurgesteld omdat er in ons gebied altijd nog mensen zijn, die hun „heil" op andere veilingen zoeken. De eerste piijs ging naar C. A. v. d. Bogerd, de tweede naar D. v. Hees en de derde naar C. v. d. Anker. Tussen fantastische mooie decors met een alleraardigste achtergrond voerden de „Routiniers" het vrolijke blij¬ spel „De Nieuwe Veearts" op. Omdat we ook in Brakcl de spelers niet afzonderlijk behandeld hebben, doen we dat ook hier niet. Wel waren al degenen, die reeds eerder uitvoeringen in Hcdcl bijgewoond heb¬ ben, het er roerend over eens, dat het spel er ook:dit jaar nog op vooruit gegaan is. Het best konden wc dit zien bij de „nieuwe veearts" zelf, deze was er nu, vooral zij de regie van Wika Pietersen, in geslaagd, in de huid te kruipen van de persoon, die hij voor moest stellen. Bij de sport zegt men wel eens, dat de spelers spelen, zoals de tegenpartij dit toe staat, d.w.z. als deze goed partij geeft, dan moeten de anderen automatisch mee. Zo was het ook hier, door het beheerste spel van „de oude garde" moesten de nieuwelingen mee en zij slaagden daarin wonderwel. Traditiegetrouw sprak burgemeester van der Werken een slotwoord, waarbij hij een artikel voorlas uit „Het Nieuwsblad voor het land van Heusden en Altena", waarin de Bommclerwaard als voorbeeld gesteld werd ten aanzien van het jeugd- en vormingswerk. Toch adviseerde de burgemeester de bevolking uit ons ge¬ bied nog meer gebruik te maken van de capaciteiten van de vormingsleiders, maatschappelijke werkers en werksters alsmede van de adviezen van de jeugdleiders. Spreker prees zich gelukkig met de initiatieven, die de jonge boeren en boerinnen steeds weer, tot hei! van de BommtUrwaardië gemeenschap, tot ontplooiing brengen.