Tekstweergave van SCHW_1959-03-01_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
DE SCHIJNWERPER
Verschijnt de laatste dinsdag van
iedere maand nuia-aan-nuis in de
Bommelerwaard en Heerewaarden
BIJLAGE VAN
4e JAARGANG
,DE BOMMELERWAARD"
Nr. 3
MAART 1959
Redactie: M. W. Aar!
ReJ.ei
Z.llbo,
G. Rcijnen
es de Viricusingel 10,
Uitgegeven door een commissie van de Stichting Ier bevordering van de Welvaart in de B
MeiJijl
.Je Bc
Polderdistrict Bommelerwoord boven de
Slicbling ter Bevorder,,,» van de Welv.
Coóp. Veiling Zallbommel en Omstreken
CoOp. Landbouwer» Aankoopvereniging ,,De Onderneming" F*
Coöp. Telersvereniging .,Dc Bommelerwnord' Kerkwijk
IVereniging tot Bevordering en Verbetering van de Tuinbouw t/d I
Stichting Kraamcentrum van bet Groene Kruis te Zallbommcl
ommelerwaard. bestaande uit vertegenwoordigers van,
de Bommelcrwaard
Protestantse Contoctrood voor Maatschappelijk Werk
Interparochieel Sociaal Charilatiel C.i.. in de Bomn.elerwaerd
De afdelingen ... de Noordbr.bontsc Cbr„lelüke Boerenbond ,/d Bommelerv
De afdelingen van de Cbrlstelljkc Boeren en Tuinderstond l/d Bommelerv
De afdelingen van de Gelderse Maotscbapp.j von Landbouw i/J Bommelerv
Veeteelt Commissie B O.G ring Bommelerv
Slicbtlng Boekboudbureau en Accountonlsdiensl v.d. GMvL b.,k. Zallbo
Fabriek va
K.l.-vcreni
.leenbank te Am
,enlee„bank te Hedel
enleenbank Ie Koisum
cnleenb.nk te Z.llbomm
1 Melkproducten ..De Boi
lelfabriek .Op Hoop van
;ing ..Wesl-Betuwe"
Zegei
■ord- n.v
Gende,
„De Schijnwerper' blijft!
Op 12 maart j.I. werd in een vergadering van deel¬
nemers aan de „Schijnwerper" vastgesteld, dat de
betekenis van dit blaadje een zodanige is gewor¬
den, dat het beslist onjuist zou zijn met de uitgifte
daarvan op te houden.
Inmiddels moeten er maatregelen genomen worden
i.v.m het feit, dat enkele deelnemers besloten hun
financiële bijdrage in te trekken, tengevolge waar¬
van de gratisverspreiding in 't gedrang komt. Op
deze maatregelen gaat de komende weken de
redactie zich bezinnen; onderwijl blijft het blaadje-
normaal verschijnen.
De Welvaartstichting
Het is nu alweer enige maanden geleden, dat de
laatste secretaris van de Stichting wegging. In ver¬
band met de op dat tijdstip in de lucht hangende
mogelijkheden ter verhoging van hc-t Provinciaal
subsidie werd de benoeming van een nieuwe secre¬
taris even uitgesteld. De heer Lindcnbcrgh, secre¬
taris van de Gelderse Komgrondcncommissie, teza¬
men met mevrouw Hovens Greve deden het nodig.
stc werk.
Zodra in de wintervergadering van de Staten van
Gelderland besloten was een hogere subsidie aan
de Welvaartstichtingen in het uitzicht te stellen
werden onmiddellijk sollicitanten opgeroepen ter
vervulling van de vacature. Op het moment dat u
dit blaadje leest zal hoogstwaanchijnlijk de benoe¬
ming plaats gehad hebben. Wij hopen er m
het volgend nummer op terug te kunnen komen.
Werk ligt er in overvloed te wachten. Inmiddels
hebben de werkzaamheden niet stilgestaan. Het is
o.a aan de Stichting Muziekschool dat heel veel
aandacht werd besteed. Gehoopt wordt dat deze
in de loop van het jaar tot stand komt en met de
eerste cursussen zal starten. Ook hierover volgen
spoedig nadere mededelingen.
Giel
en 1
kki
Watter van dees week gepasseerd is, dè hek nog
nooit meegemakt. Giel, die dik van* tijen thuis te
is,wastertussenuitgetrokkeenJenwiesvein.de is, waster tussen uit getrokke en Jen wies
nie woar noar toe. Effijn, zo groot isten Bomme-
lerwêrd nou ok wir nie en ikke dus mar zuke...
't Was wel een bietje toevallig dak op den
Heemstraweg op et nije deel Giele teugekwam,
mar ge kundoe cge vurstclle dak gek opkeek toen
'k zag dattie op ze'n sokke liep, Dè motte oc es
veurstelle, Giel op ze'n sokke op den Heemstra-
weg mee zun klein melk-karrcke noast em woar
ze'n schoen instonde...
Och, och, wa kan enen mins toch gruts worre,
en dan allénig omdatter iemand mee een groot
hoofd zo goed of zo kwoad was om die vroage
van Giele prebere te beantwoorde! Ik zeg tege
Giele: ,,Woar motte gij nou noar toe?" „Woar
ik noar toe mot," zee Giel, „dè zak oe nou es
loate zien", en toen hoaldc ie enen grote verre¬
kijker dietic nog uit de tijd toen wij nog logees
hadde van '40 tot '45, uit dè karreke, en nog een
groot pak! „Kèk es," zee Giel, „gij kim nou wel
dinke, dat iedereen de „Schijnwerper" léést omda
gij der in schrijft, mar de kan toch allemg mar
as ik oe vertel wa gemot schrijve". Nou, dè is net
zo woar as al die hekkes die doar op dieê' Heem¬
straweg stoan, dus ik dee niks anders as knikke,..
Toen makte ie dè pak ope en doar zat ene mooie
bos rozen in... „Begriptct nou," zeetie, en eerlik
woar, ik snapte der niks van en ik zeg tege Giele-
„Neeë, ik snap wel daggij noast oe schoene lopt,
van verwoandigheid, mar de rest dè goa bovc men
pet".
Mar toen haddem motte heure: „Kik," zeetie,
„hier mee deze verrekijker zij'k nou al den hek-
dag oan 't zuke noar dieë mins van die antwoorde!
Dè mot ene mins zijn, mee een groot hoofd en al
mok nou een week zuke, veinde zakkem, want dè
is ene keel uit één stuk hur! Jonge, jonge wa het
dieë mins ze'n best gcdoan om al die vroage goed
op te losse. Af en toe issie der wel een bietje
neffe, mar dè hettum toch heel wa tijd gekost om
dè allcmoal zo uit te kiene. Van merrege docht ik
dak em gevonde ha, want in Poeieroye zag ik ene
kêèl mee ene flinke moat, mar toen ik oan em
vroeg of hij in de „Schijnwerper" die antwoorde
ha geschrevc, keek tic net offie woatcr zag bran-
de... Ene schijnwerper, zeetie, neeë, doar hek
nog nie van gehturd, mar dè Bommels krantje
woar alle kerc ingezonde stukke in stoan, dè lees
ik wel. Wa dieë mins uit Bruchem geschrevc- ha
over dè peil van die cultuuroavende m de school,
dè is nie mals, mar dè gif niks, zeetie, die plarte-
lans-vrouwlui kunne best tege een schokskt! Ik
zeg tegenem," zee Giel, „wa witte gij nou ègelik
van cultuur af, hier in Poeieroye? Hou mar op
van cultuur, zeetie, want toen dieë vent mee dieën
snor de hele wereld onder de kwast wou lope, was
et ok alk-moal cultuurdroagenj, watte klok sloeg.
En as et nog efkes langer geduurd ha, dan hanze
alles weggedroage, misschien de komgrond ok
nog, en dan waster van den hele ruilverkaveling
niks nie terecht gekomme. . M.ir alléé, dieë kêèl
was et dus nie geweest, toen bink verder goan
turc, nog een bietje langs de Moas henen en hier
en doar nog, es ene keer noar enen mins mit een
groot heut gevroagd oan deze en genen, mar gin
mins wiester road op. In Oalst dochte ze dagge
doar in dieë buurt nie moes goan zuke noar nunse
die roadscls oplosse, die zitte mir oan den oost¬
kant, zeeën ze. Mar al hekkem nou vandoag nie
gevonde, merrege goa'k weer op stap, en veinde
doe ik em, want ik heb men hele rozebumpke
motte plundcre vur dè boskc! En gij kun ok ge¬
rust oppasse mee die polletiekc dïnge, want anders
ligder vandoag of merrege uit mit et schrijve in de
„Schijnwerper". Dè zou nou geducht jammer zijn,
want den èrstcn tijd zal ik oe nog aan een hendig
bietje stof kunne hclpe, hur!"
En zo hè Giel kans gezien om mijn duidelijk te
moake da hij de mins is die mee de eer goa strijke
en dè zakkem toch nog wel es ene keer betoald
zette, hur!
tijd, d.w.z. nu ons land een steeds kleinere plaats
in internationaal verband gaat innemen en op vele
terreinen nauwelijks een eigen plaats meer kan
hebben, is het voor de regering vaak bijzonder
moeilijk de juiste weg te vinden. Het moge dan
zo zijn, dat hier en daar de geleide economie wat
te ver gaat, men mag niet vergeten, dat zonder
enige leiding te dien opzichte het tegenwoordig
ook niet meer gaat, zij het alleen al, omdat men
te veel te maken heeft met wat de nabuurlanden
doen en laten.
Hij wees in dit verband op de zich snel ontwik¬
kelende E.E.G. (Europese Economische Gemeen¬
schap), die haar invloed zal doen gelden ook in
de Nederlandse land- en tuinbouw. De zes West-
Europese landen, de Benelux-landen België, Neder¬
land en Luxemburg, alsmede West-Duitsland,
Frankrijk en Italië, hopen na ongeveer 15 jaren
zover te zijn, dat men o.a. met betrekking tot de
prijzen der producten tot volledige overeenstem¬
ming onderling is gekomen. Nederland moet daar¬
mede rekening houden en meer dan ooit zorgen
voor de beste producten tegen een zo laag moge¬
lijke prijs teneinde op deze wijze de concurrentie
met anderen het hoofd te kunnen blijven bieden.
Om dit te bereiken, zullen de bedrijfsomstandig¬
heden zo gunstig mogelijk moeten worden ge¬
maakt; dit wil o.a. zeggen, dat de arbeid op de
bedrijven zo voordelig mogelijk wordt aangewend.
Aan ruilverkaveling, zo zeide hij, zal dus niet zijn
te ontkomen, immers elk uur dat te veel verbruikt
moet worden om van het ene perceel naar het
\erlies.HijhadzelfinDuits¬andere te lopen is \erlies. Hij had zelf in Duits¬
land en Frankrijk de grote werken ter verbetering
van de landbouw gezien en als Nederland niet op
zijn qui vive is, zal het achterkomen met alle
gevolgen van dien. Een andere factor is, dat de
boerenbevolking sinds 1930 is teruggelopen van
18 tot 12 c/c van het geheel en men verwacht, dat
dit nog belangrijk minder zal worden. Met alle
kracht zal er daarom aan gewerkt moeten worden
voor het uit de landbouw vrijkomend deel een
passende werkkring te vinden. Beroepskeuze en
beroepenvoorhehting eisen onze grote belangstel¬
ling, onderwijs en soort van onderwijs onze dage¬
lijkse zorgen.
De organisatie in de Bommelcrwaard is nog altijd
een zeer zwak punt. Nauwelijks 30 % van de
boeren, tuinders en arbeiders zijn bij een stands¬
organisatie aangesloten. Men volstaat teveel met
negatieve uitspraken t.a.v. het Landbouwschap en
verzuimt zich aan te sluiten bij de stands- of vrije
organisaties. Het is een op zichzelf merkwaardig
■verschijnsel, dat 3) jaar landbouwonderwijs en
voorlichting nog steeds niet in staat geweest zijn
het besef bij te brengen, dat iedere boer en tuinder
lid behoort te zijn van de standsorganisatic, do¬
zijn belangen behartigt daar waar het mogelijk en
nodig is. Het is bij name in deze zich zo bijzonder
snel ontwikkelde m.utschappij datgene wat onze
extra aandacht vraagt en het is een meer dan zorge¬
lijke zaak, dat ondanks het feit, dat technisch wel
allerlei verbeteringen tot stand komen, organisa¬
torisch velen nog altijd van het juiste inzicht blij¬
ven gespeend. Gelukkig begint een verblijdende
tekening te komen in de landbouwjongerenwereld,
Coöp. Aankoopvereniging te Nederhemert
Wij waren de vorige maand in de gelegenheid de
jaarvergadering bij te wonen van deze voor de
Bommelerwaard zo belangrijke coöperatie en heb¬
ben er behoefte aan iets mede te delen, zowel uit
de openingsrede van de voorzitter als uit het ver¬
slag van de directeur.
Het openingswoord getuigde van de goede gang
van zaken gedurende het boekjaar 1957—'58.
Echter meende de voorzitter niet in de eerste
omd.itditwelplaats daarbij stil te moeten staan, omd.it dit wel
zou blijken uit het jaarverslag. Interessanter vond
hij het zich ditmaal even bezig te houden met de
algemene situatie, waarin zich de boeren- en tuin¬
dersstand op dit ogenblik bevindt.
Mocht hij vaststellen, dat 1958 een niet al te
moeilijk jaar is geweest vanwege de voor bepaalde
gewassen uitstekende oogsten zoals suikerbieten,
granen en in iets mindere mate aardappelen, om
de belangrijkste landbouwgewassen te noemen, de
overvloedige hooioogst, de welige grasgroei en de
niet onbevredigende prijs voor de melk, tevens
voor wat de tuinbouw betreft goede prijzen voor
de aardbeien, wat minder goede voor de tomaten
en groenten en voor het fruit alleen voor de beste
bedrijven nog lonend; anderzijds meende hij'erop
te moeten wijzen, dat de toekomst toch wel voor
bepaalde problemen kan stellen.
Hoewel, naar hij zeide, de gewone boer en tuinder
genoeg hebben aan hun dagelijkse arbeid en in het
algemeen niet toekomen aan het bestuderen van
de hogere landbouwpolitiek, was hij toch van oor¬
deel, en achtte hïj het toch gewenst iets daarvan
mede te beleven, omdat men er anders ook geen
begrip voor zou kunnen hebben. Het is, zo zeide
hij, gemakkelijk en ook vaak wel de gewoonte om
wat te mopperen als het niet goed gaat en dan
maar de overheid daarvan de schuld te geven;
echter te weinigen gunnen zich de moeite dóór te
denken en zich af te vragen, welke de oorzaken
zijn en of er wel wat aan te doen is. Vooral in deze
waar de laatste jaren vele activiteiten vallen waar
te nemen. Verwacht mag worden, dat deze zich
ookstraksalsdejongerentotdeoude¬\oortzetten ook straks als de jongeren tot de oude¬
ren zullen gaan behoren.
Op een paar belangrijke dingen meende de voor¬
zitter nog de aandacht te mogen vestigen:
Ten eerste op de wel zeer gelukkige omstandig¬
heid, dat de coöperatieve aankoopvereniging een
paar jaar geleden kwam tot de bouw van een
graandrooginstallatie, die voor de graantelers grote
voordelen met zich bracht, omdat in natte jaren
granen, welke vroeger voor een groot deel van¬
wege het te hoge vochtgehalte niet meer voor een
normale prijs konden worden verkocht, nu kunnen
worden gedroogd en tot goed verkoopbare pro¬
ducten worden gemaakt. De coöperatie is ten deze
opzichte het verlengstuk geworden voor het boeren¬
bedrijf en van grote betekenis; in één woord
onmisbaar, een blijk van wat samenwerking ver¬
mag.
Ditzelfde is het geval bij de coöperatieve telers¬
vereniging, die dit jaar een begin gaat maken met
de bewaring van consumptie-aardappelcn. Dit is
niet alleen noodzakelijk, omdat de kuilbewaring
minder goed voldoet, maar ook opdat men de
afzet op de juiste wijze over het seizoen kan
spreiden. Dergelijke voorzieningen moeten getrof¬
fen worden, wil men met zijn tijd mee kunnen
gaan en het is zeer verblijdend, dat althans op
dit terrein de streek niet achterblijft en de mensen
worden gevonden, die de ruime blik hebben deze
verbeteringen tijdig te voorzien.
Met een opwekkend woord ter overdenking van
de bij de opening der vergadering gestelde punten,
verklaarde de voorzitter de vergadering voor ge¬
opend.
De directeur kon goede geluiden laten horen m.b.t.
de omzetten der vereniging in het afgelopen jaar.
Deze bedroegen in geld ƒ2.523.214,51 en in
kg 11.093.769. Een stijging t.o.v. het vorig jaar
van ruim 11 %, de hoogste cijfers tot nog toe
bereikt. Een winstpunt was de toegenomen omzet
in landbouwwerktuigen. De handel daarin werd
beter aangepakt dan voorheen met behulp van een
goede smid-monteur. Uit deze activiteit blijkt, dat
in deze tijd van mechanisatie de vereniging de
bakens op tijd weet te verzetten. De graandroog¬
installatie is daar overigens ook een bewijs van.
Een belangrijke mededeling was, dat thans plm.
65 % van de omzet aan leden en 35 % aan niet-
leden wordt afgeleverd. Voorts, dat een belangrijk
deel van de verkochte zaaizaden, evenals dat met
pootaardppelcn het geval is, in eigen streek worden
verbouwd.
Het aantal leden bedroeg 404.
Als gevolg van de aansluiting der vereniging bij
het Instituut van Landbouwcoöperatie voor Gelder¬
land en Overijsel, kon de leden als iets nieuws
worden toegezonden hc-t orgaan „De Garve". Dit
komt iedere 4 weken thuis en wanneer men dit
leest is men voldoende op de hoogte van wat zich
in de Nederlandse Coöperatiewercid afspeelt.
Het was een goede vergadering met niet te veel
bezoek maar grote belangstelling. Het zou goed
zijn, dat veel meer leden een dergelijke samen¬
komst bijwoonden.
Warm of koud ?
Deze vraag heeft men zich in het verleden ook
wel eens gesteld t.a.v. de Bornmelerwaardse tuin¬
der: is hij nu warm of is hij koud; de derde
mogelijkheid was dan ook nog: dat hij wat lauw
kon zijn.
Dit is echter al weer verleden tijd en wie nu met
een jongere tuinder spreekt, komt gelukkig tot de
ontdekking, dat hij zeker niet meer afzijdig staat
tegenover de problemen waarmede hij in zijn
bedrijf heeft te maken.
„Warm of koud" is de laatste tijd een actuele
vraag geworden en wel naar aanleiding van een
artikeltje van de heer Spit van het R.T.C, in het
Be.Te.Bc. van februari.
In dit artikeltje zette de heer Spit uiteen, dat bij
het rangschikken van de opbrengstcijfers, die ver¬
zameld zijn van een aantal rolkassen in 1957, doch
ook van 1958, hieruit bleek dat warme kassen
financieel geen beter resultaat gaven dan koude
rolkassen.
Dit was nu naar veler mening nogal een boude
bewering, maar d.iar niemand anders over cijfers
beschikte dan de heer Spit, kon men in het alge¬
meen slechts zeggen dat men het er niet geheel
mee eens was.
De direct geïnteresseerden konden zich nu eenmaal
niet voorstellen dat het stoken van de aardbeien
zo slecht beloond zou worden en er werden dan
ook nogal wat telefoongesprekken gevoerd met
het R.T.C, in Geldermalsen.
Als reactie hierop heeft de heer Spit in een volgend
BT.B. in een heel wat uitvoeriger overzicht het
warm en koud nog eens tegenover elkaar gesteld.
Nu is het niet onze bedoeling in het bestek van
dit artikeltje eens haarfijn uit te pluizen hoe men
„warm" en „koud" moet bezien, maar wel wülen
wij er op wij2cn dat gemiddelde cijfers nooit een
zuiver beeld geven. Daar de factor grond, die bij
dit onderzoek niet in aanmerking is (of kon
worden?) genomen, zal uiteraard uit deze cijfers
niet mogen worden geconcludeerd, dat men niet
meer naar verwarming moet streven.
De heer Spit merkt zelf al op, dat de resultaten
slechts over 2 jaar lopen, iets wat voor een onder¬
zoek veel te kort is om in een advies tot uitdruk¬
king te worden gebracht.
Het is nu voorjaar en er zal dit seizoen nog volop
gelegenheid zijn nogmaals aandacht aan dit naar
onze mening toch belangrijke onderdeel van de
aardbeienteelt te schenken. Wellicht dat dan ook
het prijsverloop eens scherp zal worden bekeken,
want door de steeds groter wordende aanvoer
treedt wellicht eerder een zekere prijsdaling in.
Als dit laatste het geval zou zijn, kan het zelfs