Tekstweergave van SCHW_1959-05-01_003

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
gelijk aan dezelfde kant blijft ophouden: het moet telkens opnieuw door verstandige, soms wijze, altijd menselijke beslissingen behouden worden Tot 1 juli 1958 bestond de buitenpoldcr Hur- wenensche Uiterwaarden polder. Volgens de laat¬ ste begroting van die opgeheven en bij het gebied van het polderdistrict gevoegde polder drukte op elke omslagplichtige hectare grond wegens bestuurskostcn een last van ƒ 5,86. Tegenover het wegvallen van de eigen kosten van bestuur staat, dat de zgn. buitenafdeling van het polderdistrict, genaamd Hurwensche Uiter¬ waarden, jaarlijks aan het polderdistrict een bij¬ drage moet verstrekken als aandeel in de kosten van bestuur van het polderdistrict. Gedeputeerde Staten schreven indertijd: „Deze bijdrage zal slechts een aan het belang van de buitenpolder evenredige bijdrage behoeven te zijn. Indien men hierbij acht slaat op de totale oppervlakte van het polderdistrict, vergeleken bij die van het gereglementeerde uiterwaard en ver¬ der in aanmerking neemt, dat de zorg van het polderdistrict binnendijks normaliter méér zal om¬ vatten dan die voor de buitendijkse gronden, dan zal het duidelijk zijn, dat op deze wijze een be¬ langrijke besparing op de best uurs kosten zal worden verkregen." Dij besluit van het gecombineerde college van 17 maart 1959 werd de bijdrage voor het tijdvak 1 juli 1958—1 januari 1964 vastgesteld op ƒ880,77 per jaar, d.w.z. ƒ3,09 per ha. De door Gedeputeerde Staten voorspelde belang¬ rijke besparing op de- bestuurskosten bedraagt dus ƒ 2,77 per ha per jaar of ruim 47 pet. ,,Gedeputeerde Staten hebben gelijk . . tot 1 januari 1964!" De pachters van het grasgewas der weg- en dijk- bermen worden er aan herinnerd, dat volgens de schriftelijke pachtovereenkomsten hun percelen ten minste 2 maal gemaaid moeten worden en wel vóór 1 juni en 1 september van elk jaar. Niet-naleving van de overeenkomst kan tot ge- Maaien grasgewas weg- en dijkbermen volg hebben, dat men zijn rechten als pachter verliest of dat het gewas zonder nadere waar¬ schuwing vanwege het polderdistrict wordt ge¬ maaid. Bij het maaien dienen de bermen tegelijkertijd te worden gezuiverd van onkruid 3. Bekendmaking van een openbare vergadering van het gecombineerd college De dijkgraaf van het polderdistrict Bommeler¬ waard boven de Meidijk maakt bekend, dat op vrijdag 29 mei 1959 om 10 uur in het districts- huis alhier een openbare vergadering van het ge¬ combineerd college zal worden gehouden. De onderwerpen zijn: 1) Notulen. 2) Ingekomen stukken van Gedeputeerde Sta¬ ten. 3) Andere ingekomen stukken en mededelin¬ gen. 4) Nadere beslissing op een bezwaarschrift tegen de schatting van de huurwaarde van gebouwen, vrijgesteld van grondbelasting. 5) Betaling uit de post voor onvoorziene uit¬ gaven der begroting van de gewone dienst 1958/1959 van het polderdistrict, van uit¬ gaven, behorende tot een afgesloten dienst. 6) Wijzigingen van de begroting 1958/1959 van het polderdistrict. 7) Vergoeding autokosten technisch ambtenaar en opzichter (in plaats van gebruik van 2 dienst-motorrijwiclen). 8) Onderzoek geloofsbrieven van 5 (her¬ benoemde hoofdgeërfden. 9) Bekostiging aandeel polderdistrict in verbe¬ tering van de Ammerstraat in de kom van Ammerzoden 10) Bestemming tot openbare weg van de Van Heemstraweg (vak Steenweg te Zaltbommel tot Meidijk te Zuilichcm). 11) Rondvraag. Deze bekendmaking geschiedt door aanplakking op de gebruikelijke plaats en verder door op¬ neming m ,,De Schijnwerper" van 26 mei 1959. De dijkgraaf voornoemd, H KLEBER. Zaltbommel, 19 mei 1959- in West-Europa. Vanuit Nederland trekken ge¬ zelschappen en produktivitcitstcams naar Amerika; zij kijken hun ogen uit, maar zijn bij terugkeer teleurgesteld dat het raam van de vaderlandse produktie en afzetmogelijkheden zo klein is, waardoor van de praktische toepassing van het geleerde zelden veel terechtkomt. Verstandiger lijkt het mij dan ook de blik te richten naar Zwitserland, dat bij minimale natuurlijke en geo¬ grafische mogelijkheden een maximaal econo¬ misch resultaat heeft weten te bereiken. En toch telt Zwitserland maar 5 miljoen inwoners en was het 50 jaar geleden nog een heel arm land. Vroeger verkochten de Zwitsers hun zonen als huursoldaten, zij maakten een paar horloges en de boerinnen klosten kant. De Zwitsers hebben maar weinig vlakke akkers, zij liggen niet aan zee, zij hebben geen kolen en olie in de bodem, zoals wij, en toch is een salaris van 1000 frank per maand voor een bekwame secetaresse of een vakkundige baas in Zünch geen exceptie, terwijl de leraar en de stadsingenieur 20.000 frank en meer per jaar toucheren De Zwitserse frank is 88 cent waard. Het is niet de spectaculaire hotellerie, die wel het organisatietalent en het koopmanschap van de Zwitsers bewijst, maar in wezen niet winst¬ gevend is. Het seizoen is te kort. net als in Schcveningen. Neen, de grote voorsprong van de Zwitsers boven ons is hun verstandiger gebruik van de vondsten van de natuurwetenschap en van de veroveringen van de techniek. Bovenaan staat de Zwitserse machine-industrie, die een kwaliteitsnaam over de wereld heeft ver¬ kregen. Maar niet minder presteert dit merkwaar¬ dige volk in de chemie, de farmaceutica en de textiel. De horloges waren al eeuwenlang hun specialiteit. De Zwitsers hadden geen steenkool, maar 2ij wisten hun bergstromen te temmen en nu gebrui¬ ken zij tweemaal zoveel elektriciteit als wij. Zij zijn fel op de technische vooruitgang en melden in Londen dubbel zoveel patenten aan als de- Nederlanders. Aan de scholing van de jonge vaklieden, aan het opkweken van jonge technici en aan het vormen van jonge ingenieurs wordt veel zorg besteed. Wij blijven helaas in deze zaken achter. Nederland onderaan . . . Professor Rieben in Lausanne maakte een studie van het aantal inwoners per afgestudeerde inge¬ nieur van ieder jaar: Rusland 1 op 3.500 inwoners U.S.A. 1 op 7.400 inwoners West-Europa 1 op 15.000 inwoners Engeland 1 op 17.500 inwoners Frankrijk 1 op 11.000 inwoners Zwitserland 1 op 12.000 inwoners Nederland 1 op 22.000 inwoners Wij mogen de Russische cijfers wellicht met een korreltje zout nemen en ons troosten met het feit dat Engeland ook onder de achterblijvers behoort. Maar de Engelsen zijn nu bezig 24 Technical Colleges om te bouwen tot Colleges of Advanced Technology'. Globaal gezegd breiden zij 24 mts-en uit tot technische hogescholen als Eindhoven of Lausanne. De Zwitser betaalt zijn vaklieden dubbel zoveel loon als de Nederlandse fabrikant; maar hij zorgt dan ook dat zij prima gereedschap hebben, want hij is overtuigd dat zonder het beste en modern¬ ste gereedschap geen hoge kwaliteitsproduktie mogelijk is. Dr. Fremcry heeft in „De Ingenieur" van 22 nov. 1957 daarover een boekje open gedaan. Het gaat om het investeren in gereedschapswerktuigen 'm de metaalnijverheid. De cijfers spreken voor zichzelf. investering per arbeider per jaar ƒ785 ƒ 450 ƒ 425 ƒ 397 ƒ 340 ƒ 255 ƒ 238 Zwitserland Zweden Engeland West-Duitsland België Italië Nederland Wij komen nog na Italië. Nu de Euromarkt begint te. draaien, kunnen wij echter niet zelfgenoegzaam op ons armoe-eiland blijven zitten. Of de ambitieuze Nederlanders trekken hier weg omdat zij in Frankrijk of Italië betere kansen zien, of de Duitsers en Fransen komen hier om ons les te geven in het fabriceren, zoals de Amerikanen en Zweden al bezig zijn te doen. (Elsevier's Weekblad) Nederland: welvaart of slechts waan? Wesiduitse schooljeugd moei lang werken Het inkomen van de bewoners van de U.S.A. bedraagt 2000 dollar per hoofd per jaar, Canada ligt daar vlak onder. In Europa komen Zweden en Zwitserland met 1000 dollar per hoofd nog vrij gunstig voor de dag, maar Nederland brengt het slechts tot 500 dollar. Op drie wijzen hebben verschillende economen getracht deze pijnlijke diagnose aan te vechten. Men heeft haastig het biutocijfer van zoveel hon¬ derd dollar vervangen door indexcijfers. Eén auteur heeft in de Economisch Statistische Be¬ richten Nederland wel vergeleken met Denemar¬ ken en Noorwegen, maar niet met Zweden. En Zwitserland liet hij ook maar weg. Vervolgens is men van welvaartsverschillen gere¬ tireerd op produktivdi'ttsverschillen. Men heeft de gemiddelde produktie per arbeidskracht geno¬ men. Met de laatste kunstgreep heeft men ge¬ tracht aan te tonen dat dit verrassende verschil niet lag aan de geringe economische prestaties van het Nederlandse volk, maar aan zijn bevol- kingsstructutir; wij hebben naar rato veel meer kinderen dan onze buren; de Hollandse huis¬ vrouw gaat zelden uit vv erken buitenshuis. Men kan zich verbazen over zoveel sofisme, maar nog ongelofelijker doet het aan dat de Nederlandse economen van deze statistische fei¬ ten zo geschrokken zijn Wie Brussel bezoekt, hoeft maar een half uur door de stad te dwalen om een beeld van wel¬ vaart en ruime consumptie te krijgen, dat in Nederland niet is te vinden. Dat de Zwitserse burger het veel beter heeft en 't veel breder kan laten hangen dan zijn Neder¬ landse collega's is toch zeer gemakkelijk te con¬ stateren, en dat niet alleen in Züridi — waar naar men zegt meer miljonairs wonen dan in heel Nederland voorkomen — en Genève, maar ook in Sierre en Chur, in St. Gallen of Morges. Dat indexcijfers totaal misleidend zijn op een chapiter als het onderhavige, zou toch eigenlijk geen betoog behoeven. Zeker, een .Nederlandse leraar of ingenieur, wiens diepste verlangen is 6 kleine huisjes te huren en 's ochtends een em¬ mer vol melk en 10 broden aan te schaffen, is bijzonder welvarend vergeleken bij een Ameri¬ kaans of Zwitsers collega. Maar deze irreële cijfers kan men toch heus niet als vergelijkingsbasis nemen. De huren in Neder¬ land zijn kunstmatig gedrukt en wat die brave middenstander aan huurwinst boekt, betaalt hij terug aan de belasting, die honderden miljoenen moet opbrengen voor de gesubsidieerde woning¬ bouw. Op elke liter melk en elk broodje krijgt hij een dubbeltje cadeau, maar honderden miljoe- door dr. J. Luning Prak nen verdwijnen in het landbouw-cgalisaticfonds en tegenover elk dubbeltje subsidie op deze pri¬ maire levensbehoeften staat zeker een gulden aan belasting voor die leraar of ingenieur. Onbehoorlijk De sprong van II miljoen consumenten naar 4 miljoen producenten is al even onbehoorlijk. Zelfs lieden met een totaal gemis aan filosofische scholing kunnen deze redenering snel ad absur- dum voeren. Men kan immers ook kijken naar die 2000 miljonairs in ons vaderland en zeggen: daarmede reken ik alleen, ik kijk niet naar die 11 miljoen andere stakkers! Niet het produceren is het criterium, maar het consumeren. Wanneer wij 2 miljoen meer kinderen en adoles¬ centen moeten onderhouden dan de Belgen, die nog net iets meer produceren, mogen wij niet schaapachtig zeggen: dat zit in de bevolkings¬ structuur — laten zij maar emigreren — maar dan moeten wij trachten middelen te verzinnen om zoveel rationeler te produceren en te distri¬ bueren dat ook die 2 miljoen jeugdige Neder¬ landers aan hun trek komen. Als in Nederland slechts 15 pet van de gehuwde vrouwen buitenshuis gaat verdienen, in België 35 pet en in West-Duitsland 50 pet, is er mis¬ schien reden te overwegen of ons fnuikend be¬ lastingsysteem niet debet is aan deze al te grote verschillen. Immers de gehuwde onderwijzeres of lerares, die de kinderen groot heeft en wel 12 of 20 uur in de week wil doceren, wordt ver¬ welkomd met de confiscatie van 50 pet van haar salaris, terwijl ze de kosten voor huishoudelijke hulp slechts voor een fractie mag aftrekken. Tal van dergelijke welgezinde vrouwen komen tot een netto verlies. Tegenover de quasi overschuimende rijkdom aan minimale huishuren, melk- en broodprijzen, kun¬ nen wij toch eerlijk eens vragen: welke marge hebben de arbeider, de ambtenaar en de zaken¬ man in de US.A., in Zweden, in Zwitserland, in Nederland beschikbaar voor de aanschaf van een wasmachine, een televisietoestel, een Encyclopcdia Brittannica, een Ford, een reisje naar Parijs of Londen ? En bij het bevredigen van al deze toch redeli]ke wensen staan de Nederlanders in het achterste gelid. Het ,,discretionary income" in ons land staat voor 2 miljoen gezinnen op een Noord- atlantisch dieptepunt. Maximaal resultaat Het is niet wel doenlijk vergelijkingen op te stellen tussen ons vaderland en alle buurlanden Streven naar vorm van eigen we Ivaart. Het probleem, dat de naoorlogse Westduitse jeugd vormt, heeft reeds menig wetenschapsman tot uit¬ gebreide onderzoekingen verleid. Men heeft de kwestie van de sociologische kant bekeken en men is daarbij tot bepaald niet ongunstige conclusies gekomen. En tenslotte heeft men zich de moeite genomen om te berekenen wat een gemiddelde h.b.s.-er hier zo al niet heeft te doen. Hij moet, zo luidde het resultaat van dit onderzoek, langer werken dan de gemiddelde arbeider in de West¬ duitse industrie...! - Te München heeft men uitgerekend dat een leer¬ ling van de eerste klas van het gymnasium voor zijn schooltijd en zijn huiswerk per week 4? uren nodig heeft. Een 16-jarige h.b.s.-er te Dortmund heeft er zelfs 52 uur voor nodig, van de 40-urige werkweek, zoals die hier in heel wat bedrijven bestaat, is dus voor de middelbare scholier geen sprake. Een overzicht in de Bonner krant „Gene¬ ral Anzeiger" vermeldt in dit verband de term „schoolkinderen met managersziekte". Elders schrijft men over schoolkinderen met maagkwa- kn... Het is de fout van ouderen, zo zegt men hier, dat zij hun schooljaren gaan afwegen tegen wat een moderne scholier moet verrichten om een einddiploma te halen Ook vroeger had een h.b.s.-er en gymnasiast meer dan 50 uur per week nodig voor de lesuren en het huiswerk. Ook vroeger waren tegen het eind van het schooljaar, heel wat kinderen overspannen als directeuren van grote bedrijven. Maar men meent nu dat de huidige tijd er bepaald niet geschikt voor is een dergelijke spanning te laten voortduren Deze tijd, aldus de onderzoekers, eist dat het kind en zeker ook de middelbare scholier tot rust kan komen en meer vrije- tijd krijgt. Men heeft daar¬ bij ook op het oog het feit dat reeds kinderen van 6 tot 12 jaar — de leerlingen van de lagere scholen — belast worden met vele uren huiswerk, al was het maar omdat door gebrek aan leer¬ krachten en schoollokalen het onderwi|s niet over¬ al op volle toeren kan draaien Verkapte kinderarbeid Het is om dit alles, dat in de bondsrepubliek het verzet steeds groter wordt tegen verkapte kin¬ derarbeid, waarbij scholieren zich tijdens hun va¬ kantie verhuren als ongeschoolde arbeider. Dat alles natuurlijk om geld te verdienen. Het percentage h.bs.-ers en gymnasiasten dat hier tijdens de vakantie werkt, wordt geschat op 60 a 70' Een groot deel van hen meldt zich ge¬ woon aan bij de arbeidsbureau*, anderen reflec¬ teren op advertenties en zij allen doen alsof het normaal is dat men tijdens zijn vakantie werkt: zowel in de grote zomervakantie als tijdens de paar dagen paas- en pinkstervakantie. Er zijn daarbij veelbelovende knapen, die met zwaar en langdurig werk in een maand honderden marken bij elkaar weten te ploeteren. Er is hier geen sprake van kinderen van arme ouders. Een groot deel van deze werklustigc kinderen komt uit ge¬ goede gezinnen! Als de ouderen De conclusie welke men hieruit trekt is, dat de zucht naar welvaart van de ouderen — naar het bezit van een reeks technische hulpmiddelen -— is overgeslagen op de kinderen, die hun eigen radio, buitenlandse vakantie, pick-up en wat niet al wensen te bezitten, om nog te zwijgen van die middelbare scholieren, die met hun verdiensten een scooter of een tweede hands-auto weten te financieren. Men acht dit alles verderfelijk in zoverre het noodzakelijk wordt geacht dat men op de scholen alle krachten te baat neemt om zich voor te berei¬ den op het latere leven, dat thans reeds midden ' in de normale schooltijd zijn intrede doet in het bestaan van meisjes en jongens. Niet voor niets verzuchten vele ouders in de bondsrepubliek dat het de vloek van het „Wirtschaftswunder" is dat hun welvaart niet genoeg is voor hun kinderen, die recht menen te hebben op een aparte wel¬ vaart .. (N. R. C ) , Foto-w©dstry