Tekstweergave van TC_1851-10-08_001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
8 . Jaargang . ). 41 . TIELSCHE COUR Re5l ,> '^ T De prgs der AD VERTE NTI EN ia Tan EEN toj 60 Gents , en voor lederen Regel daarboven 10 Cents ; reet van 35 Cents voor iedere plaatsing , is niet daaronder pen . llrieven franco . WOENSDAG . 8 October . rit tlad wOF^t eiken Woensdag morgen fcij de Stads-Drutkers Gebbs . campagne , te Ticl , uitgegeven . De prijs van hetielve is voor drie maanden binnen de stad yO,50 en /" 0 , 60 franco door het geheele Rijk . Men abonneert zich te Wapeningen bij W . J . Tibout ; te Zalt-Bommcl bij R . van deh Poli ., alsmede elders bij alle Fostdirect . en Boekh . g Oe nieuwe Gemeente-paden . De bemoeijingen der gedeputeerde staten of van de commissaris des Konings , in de Provincie , hij gelegenheid van de eerste bijeenkomst van den nieuwen raad , zijn veelvuldig geweest . Door dat gezag is , behalve de tijdsbepaling der eerste bii - eenkomst , te kennen gegeven , dat de nieuwe en niei . de onde raad de geloofsbrieven van de geko - zene raadsleden moest onderzoeken , en dat de nieuwe raad zich in deze eerste bijeenkomst moest onthouden van alle andere werkzaamheden , dan het onderzoek der geloofsbrieven . Deze inmengingen der provinciale regering in de handelingen der gemeente-raden , schijnen ons toe onwettig , ontijdig en beleedigend te zi-jn . Er is zeer over geklaagd , dat aan het hooger gezag , bi-j de gemeente-wet , te veel invloed aan de gemeente - besturen zoude gegeven zijn , en wij hebben ons met die klagten alleen daarom niet kunnen vereenigen , omdat die invloed , welke niet te wachten was , zoolang de gemeente-bestu - ren zelven de wetten naar beliooren naleefden , ons niet belemmerend toescheen , maar alleen strek - ken kon om de uilvoering van mogelijke verkeerd - heden te kunnen voorkomen . Bij die wet toch is aan de gemeente-besturen eene groote mate van vrijheid gegeven , maar door nuttige bepalingen te - vens gezorgd , dat die vrijheid niet kan worden misbruikt . Thans zouden wij moeten gaan vreezen , dat bij de uitvoering der wet , aan de gemeente - besturen niet veel onafhankelijkheid zal gelaten worden . De wet had voorgeschreven , dat de dag der eerste bijeenkomst van den nieuwen raad , voor elke gemeente , door de gedeputeerde staten , be - paald moest worden . Aan dat voorschrift moesten de gedeputeerde staten voldaan hebben , maar daarbij hadden ïij het ook behooren te laten , en zich moeten onthouden hebben van alle andere , door de wet aan hen niet opgelegde en dus on - wettige bemoeijingen . Het is de pligt van de provinciale besturen om eerbied voor de gemeente-raden bij de ingezete - nen op te wekken , doch maatregelen als de voornoemden doen het tegendeel . Welke gedachten toch moeten bij ons oprijzen , omtrent de gemeente-raden , als wij bemerken , dat de uitlegging der gemeente-wet door hooger gezag aan hen niet wordt overgelaten of toever - trouwd , maar reeds vóór dat de vraag gedaan wordt , de beslissing wordt voorgeschreven , welke zij zullen behooren te nemen ? Deze meesterachtige inmengingen in de hande - lingen der gemeente-raden , gelooven wij met regt ontijdig en beleedigend te hebben genoemd . Niet dat wij niet geheel instemmen met de be - slissingen , die over de beide genoemde geschil - punten door het provinciaal-bestuur genomen zijn , maar wij hadden gewenscht dat zij niet ongevraagd gegeven waren , opdat de gemeente-raden door uiting van eigen gevoelens blijken hadden kunnen geven van eigene kennis en geschiktheid , en zoo waren opgebouwd in zelfstandigheid en zelfver - trouwen . Eerst dan , als de genomene besluiten niet ge - grond waren bevonden in de wet , hadden gede - puteerde . staten tusschen beide kunnen en moeten komen , ' wanneer het algemeen belang of de maatschappelijke orde zulk eene tusschenkomst vorderde . Het is te hopen , dat dit zeer te betreuren begin geen kwaad voorteeken zal wezen en dat het hooger gezag de gemeente-raden niet al te veel aan den leiband zal willen houden , en dezen de onafhankelijkheid , welke de wet hun gelaten heett , zullen weten te handhaven . Dat de nieuwe en niet de oude raad , de ge - loofsbrieven behoorde te onderzoeken , wordt voor ieder duidelijk , door eene eenvoudige vergelijking van art . 31 der gemeente-wet met art . 70 der provinciale wet en art . 9 der grondwet , In die drie artikelen vindt men de woorden inkomende leden , en niemand heeft er ooit over gedacht om daaruit af te leiden , dat de oude kamers of provinciale staten de geloofsbrieven der nieuwen hadden moeten onderzoeken . Duidelijk is dus deze werkzaamheid aan den nieuwen raad opgedragen , onverschillig of de leden allen in eens , of bij aftreding , inkomen . Bovendien zoude , om het onderzoek der ge - loofsbrieven van den nieuwen raad aan den ouden op te dragen , eene uitdrukkelijke wetsbepaling noodig zijn , want ia den regel doet men bij het constitueeren eener vergadering , onderling , maar niet aan derden , buiten de vergadering van bet regt blijken , dat men heeft om er een deel van uil te maken . Zulk eene bepaling bestaat nu niet ; de gemeente-wet spreekt volstrekt niet van de oude raden ; waar de raad genoemd wordt , is het de nieuwe , en al wilde men dus de duide - lijkheid van art . 31 betwijfelen , dan bestaat er nog evenmin reden om het onderzoek der ge - loofsbrieven aan den ouden raad , als aan eenig ander regerend persoon of collegie op te dragen . Tusschen het onderzoek der geloofsbrieven en het aanvaarden der betrekking , moet de bij de wet vast gestelde tijd verloopen , en er bestaat dus geene twijfel dat vöór dat die termijn ver - streken is , en vóór dat de eed kan worden af - gelegd . door den nieuwen raad geene eenige werkzaamheid kan worden verrigt . Zoo hier omtrent al twijfel kon bestaan hel)ben , is deze door de regering opgelost door het aan de Eerste Kamer gegeven antwoord , toen deze vroeg ; welke de toestand zoude zijn van den raad , van den tijd der eerste zamenkomst ( ter onderzoeking der geloofsbrieven ) , tot dat hij zoude zijn geconctitueerd , en of gedurende dat ti - jds-verloop , de oude raad nog zitting zoude houden , welk antwoord luidt : » Bij de eerste vei kiezing zal natuurli.jk naar aanleiding van art . 284 de oude raad blijven zitten tot dat de nieuwe zijne plaats zal kunnen innemen . De nieuwe raad is dus bezig met zich te con - stitueeren , en als de daartoe noodige werkzaam - heden zullen zijn afgeloopen , en de wettige ter - mijn zal verstreken zijn , zal hij den ouden die tot zoo lang voortleeft , vervangen ." Het is intusschen te hopen dat de oude raden in dien tijd niet meer geroepen zullen worden om te zamen te komen en besluileu te nemen , daar.hieruit , thans op vele plaatsen , waar de oude leden niet allen herkozen zi-jn , onaangenaamhe - den en botsingen zoude kunnen ontstaan . Men heeft ons oordeel over de keuzen der ge - meente - raden ongegrond en te hard genoemd . Ter wederlegging daarvan , vragen wij alleen of uit de keuzen in Nijmegen , Tiel , Z.-Bommel , Culenborg , Maurik , Wamel , Driel , ( Boemeler - waard ) , Beusichem , enz ., eensgezindheid , tevre - denheid en ; verdraagzaamheid of het tegendeel is voortgesproten ? STADS - m mm\mmmi-mm % ei . TIEL , Woensdag , 8 October 1851 , Wij Ternemen , dat de hoor Mr . R . B . Pitlo zijn ontslag heeft verzocbt uit de belrokkingeii Tanregter - plaatsïerTanger bij de Arrondissemeuts - Regtbanken President van de Kamer van Koophandel , enz.alhier . In de Tergadering Tan het Tielsch Departera , derMaatscliappij tot Nat t . ' l Algem . van den 6denjl . , las deheer O . G . A . van Lidth de Jeude eene Toorlezing Tanwijlen den Hoogleeraar P . Limburg Brouwer , over de Zonnevlecht . Als bijdrage gaf de heer ^. Wil - lemsen van OpHemert , eea onderhoudend Terslag Tan zijn uitstapje naar Londen tijdens de wereld - ientoon'stelling aldaar . Dit Terslag in drie afdeelingen ge - splitst , Zal in eene Tolgende Tergadering worden Toort - gezet . Tot lid Tan de ArroBdissements-Reglbank alhieris door Z . M . den Koning benoemd de heer Mr , £. Fost , thans kantonregter te Culenborg . Dodcwnard , 1 October . In den afgeloopen nacht werden de bewoners dezer gemeeule uit den eersten slaap gowelit door het gelui der klokken , en al ras onlvTaarden wij eenen hcTigen brand t)ij den bakker Y . M . , wonende Tlak bij de Hieniche kerk , waardoor het achterhuis ea eene schuur met het daarin zijnde , hooi en koorn , eene prooi der vlammen werden , ter - wijl hel woonhuis behouden bleef , CTeuwel niet zonder inwendig grootenlijiis beschadigd te zijn . Het is eene gewoonte allo akelige gebeurtenissen Tan brand , moord en dergelijke zoo spoedig mogelijk door de dagbladen algemeen bekend te maken . Waartoe dient dat ? Zeker zijn zij , die door eenige ramp go - trofPen , worden te beklagen . Zij Tinden deelneming door woorden en daden , zooals onze gemeente die meermalen deed blijken , maar welk belang heeft dit Toor het publiek .' Het gevolg Tan zulke mededeelin - gon is , dat de lezer der dagbladen dikwijls uitroept ; » men hoort tegenwoordig niets dan akeligheden ," tervyijl zoo menige gebeurtenis , die het hart kan Ter - heuoen , zoo menige daad , die den mensck tot eere TCfstrekt , onopgemerkt blijft . Wij aarzelden dus ook , hoewel regt dccliiemend in de ramp , die T . M . trof , dczo gebeurtenis mede te deeleu ea ïoudea het niet gedaan hebben , indien wij niet juist daardoor gelegenheid Tondou om ooic te ver - melden de bereidvaardigheid , door zoo velen betoond in het hulp aanbrengen de be>yariug van Hem , die ook den wind bestuurt , waardoor zoo digt bij - staande huizen en schuren onbeschadigd gebleven niju . VERSCflËlöEMllil PSaatseUjke gezoncSSBcSds-je&IBelc . Behalve de «/ gemeene verordeningen en icaatregelen , die , ter bevordering van de openbare gezondheid , door de regering des lands uitgevaardigd en genomen wor - den , en die , uit den aard der zaak , voor liet gehee - le rijk ( tenzij in buitengewone gevallen voor eene be - paalde streek of plaats ) moeten gelden , behooren er overal tevens plaatselijke verordeningen te bestaan , welke dit belangrijke punt in de zamenieving regelen . Er bestaat welligt geen land in de beschaafde wereld , waar niet de hoogere en lagere slnatsinagten te zaraen - werken , om het dierbaarste goed des volks , de ge - zondheid , te bewaren en het tegen zijnen grootsten vij - and , de ziekte , te beschermen . Het is voor een gou - vernement onmogelijk , om deze kwestie , die in ver - schillende plaatsen vaak eene verschillende oplossing vindt , bij eene algeraeene wet , of bij algenieene re - glementen , te regelen ; het moet de schikkingen meest - al aan de plaatselijke besturen zelve overlaten , die het best met de eigenaardige behoeften hunner onder - hoorigen bekend zijn . Het eenigste , wat de hooge regering in het belang der openbare gezoiidhcids - regeling kan doen , behoort te doen , en in somraigo rijken ook onbekrompen doet , is het vaststellen van eene aanzienlijke post op de Stads-begrooting , waaruit de plaatselijke besturen , wanneer hunne eigene mid - delen te kort schieten tot het nemen van gezondheids - maatregelen , eene met de behoefte stroukende sub - sidie verkrijgen kunnen . Hoezeer dit beginsel in an - dere landen , - vooral Frankrijk en België , gehuldigd wordt , en lot welke verblijdende resultaten zulks bereids heeft aanleiding gegeven , is door ons reeds te dik - wijls betoogd , om het hier nog eens te herhalen . In ons land , waar men zoo rusteloos aan het volks - belang zegt te arbeiden , schijnt de schatkist , hoe gun - stig hare toestand ook zijn moge , niets voor de aller - belangrijkste aangelegenheid van het volk over te heb - ben . Op de begrooting toch , die eersdaags aan de door het volk verkozene vertegenwoordiging zal wor - den voorgelegd , komt eene som van 700 gulden - voor voor epidemiën en koepokinenting ! Wij zijn nieuwsgierig , of , bij de behandeling van dit gedeelte van het budget , niemand onzer vertegen - woordigers zijne stem zal verheffen , of hij niet eenigo uitkomst zal openen aan den staat van diepe ellende , waarin nog zoovele duizenden , ten gevolge van aller - hande voor hunne gezondheid nadeelige invloeden , verkeeren ! In afwachting , evenwel , dat onze hoop beschaamd zal worden , en in de smartelijke overtuiging verkee - rende , dat onze stem als in eene onafzienbare woestijn zal wegsmelten , wanneer wij andermaal aandringen , dat ons gouvernement in dit opzigt het Belgische mogt navolgen , wenden wij ons tot de plaatselijke besturen zelve , om hun met ernst de dure pligt op het hart te drukken , die er op hen rust , nu zij al - leen staan in de zorg voor de openbare gezondheid hunner ingezetenen . De nieuwe gemeente-wet zegt in art . 1.35 : ^ an hem ( den Raad ) behoort het maken van verordeningen , die in het belang der openbare orde , zedelijkheid en gezondheid worden vereischt , enz . Op plaatsen dus , waar zoodanige verordeningen niet of gebrekkig bestaan , worden zij onmiddelijk door den Raad ontworpen of herzien , en tot al die punten uit - gestrekt , die als van zelve door de leer oin de ge - zondheid te bewaren ( hygiene ) worden aan de hand gedaan . Er bestaan reeds in vele plaatsen reglemen - ten en verordeningen , waarin eenige artikelen aan da openbare gezondheid gewijd zijn ; doch wij kennen er geene , waarin wij niet gaarne nog onderscheidene verbeteringen zagen opnemen . Schiedam b . v . heeft in 1848 een reglement van policie ( 1 ) ingesteld , waar - in én over den verkoop en keuring der voedingsmid - delen , én over de schadelijke invloeden van niorsig - heid of rottende zelfstandigheden , én over het bevor - deren der koepokinenting , de maatregelen bij heer - sohende ziekten , de prostitutie , enz . zeer behariigings - waardige voorbeelden gegeven zijn ; doch zelfs in dit reglement , dat overigens gerust door iedereen mag ge - raadpleegd worden , zijn nog vele leemten gebleven , die het ijverige bestuur van die stad ongetwijfeld weldra zal aanvullen . en ( 1 ) Plaatselijke verordeningen policie voor de stad bied . Te Schiedam , bij M . Goudé , stadsdrukker . 1848 . reglement Schiedam en derzclvcr grondde van Daar , waar een geneesheer zitting in den raad heeft , zal deze het bestuur genoegzaam , kunnen voorlichten omtrent de bepalingen , die op dit punt'noodzakelijk moeten gemaakt worden .' Is de Raad evenwel van deze voorlichting verstoken , en wenschen sommige zijner leden zelve de bronnen te raadplegen , waarin