Tekstweergave van TC_1852-03-03_001
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
WOENSDAG
.
3
Maart
.
So
.
9
.
9
.
Jaargang
.
TIELSCHE
C
Dit
blad
wortU
eiken
Woensdaj
;
morgen
bij
de
Stads-DrnliUers
Gecbs
.
CAMPAGNK
,
te
Tiol
,
«
ilgcgeven
.
üe
prijs
van
hetzelve
is
voor
drie
maanden
binnen
deze
stad
/
0,50
eny0,60
frannodoor
Bel
geheele
Rijk
.
Men
abbonneert
lich
te
Wngctiingen
bij
W
.
J
.
Tibopt
;
te
Zalt-Bommel
bij
K
.
ViN
lEa
PoLJ
,
,
alsmede
elders
bij
alle
Fostdirect
.
en
Bockh
.
De
prijs
der
A
DVERTENTIEN
is
Tan
EEN
lot
60
Cent
»,
en
voor
lederen
Regel
daarenboven
10
Cenl
re];t
van
.
35
Cerila
voor
iedere
plaatsing
,
is
niet
daaron
pen
.
Brieven/ranco
.
Nederland
is
,
misschien
meer
dan
eenig
ander
land
,
rijk
aan
weldadige
instellingen
.
Door
onze
vrome
voorvaderen
werden
bij
verschillende
gelegenheden
,
gelden
en
goederen
afgezonderd
en
naar
de
begrip
-
pen
van
hunnen
tijd
,
in
slichtingen
vereenigd
,
welke
ten
eeuwige
dagen
zonden
bhjven
bestaan
en
waar
-
van
de
vrnchten
voortdurend
tot
bepaaide
godsdien
-
stige
of
weldadige
einden
moesten
worden
besteed
.
Onder
deze
slichtingen
moeten
in
de
eerste
plaats
gerangschikt
worden
de
vicarycn
en
andere
tot
be
-
paalde
einden
,
onder
blijvend
toezigt
van
den
schen
-
ker
of
zijne
regtverkrijgenden
,
afgestane
geestelijke
goederen
,
en
dat
wel
én
omdat
de
zoodanige
het
meeste
voorkomen
,
én
omdat
velen
in
het
bezit
zijn
van
rijke
goederen
en
inkomsten
.
Laar
is
dus
voor
hen
,
die
deze
goederen
naasten
kunnen
,
dikwerf
eene
rijke
buit
te
behalen
,
en
het
laat
zich
gemakkelijk
begrijpen
,
dat
er
onder
de
op
-
volgers
der
stichters
velen
zijn
gevonden
,
die
,
min
-
der
vroom
dan
hunne
voorgangers
,
zich
weder
in
het
bezit
dezer
goederen
hebben
trachten
te
stellen
en
de
vruchten
aan
hunne
bestemming
hebben
onttrokken
.
Gelukkig
echter
zijn
er
ook
vele
voorbeelden
voorhan
-
den
,
ten
bewijze
,
dat
de
geest
der
ouders
ook
het
tegenwoordige
geslacht
nog
leidt
,
en
da
(
die
goede
-
ren
ook
nu
nog
worden
gebruikt
overeenkomstig
den
aard
hunner
instellingen
.
De
Minister
van
Finantiën
is
sinds
eenigen
lijd
,
vermoedelijk
door
aandrijving
en
inmenging
van
ge
-
heel
onbevoegde
,
niet
deskundige
en
huu
eigen
belang
niet
kennende
personen
,
in
het
denkbeeld
ge
-
komen
,
dat
zoodanige
goederen
krachtens
de
staats
»
regeling
van
1798
en
art
.
3
van
het
besluit
van
den
koning
van
Holland
van
2
Augustus
1808
aan
den
staat
behooren
,
en
heeft
liet
bestuur
dep
Domeinen
opgedragen
,
niet
om
te
onderzoeken
welke
vicary
-
goe-deren
verduisterd
en
aan
hunne
bestemming
onttrok
-
ken
waren
,
maar
op
te
eisehen
het
beheer
der
nog
als
zoodanig
bekende
goederen
,
die_.tot
geen
ander
doel
,
dan
waartoe
zij
bestemd
waren
,
worden
gebruikt
.
Dien
ten
gevolge
zijn
tot
een
grief
voor
alle
welden
-
kenden
,
onderscheidene
vorderingen
door
dat
bestuur
tecen
eenige
der
collatoren
en
tegenwoordige
beheer
-
deren
der
vicary
-
en
geestelijke
goederen
voor
de
arrondissements-regtbank
te
Tiel
aangebragt
,
welke
aldaar
binnen
korten
tijd
zullen
moeten
worden
be
-
handeld
.
Wij
willen
dien
regtstrijd
niet
vooruit
loopen
en
ook
ons
in
denzelven
niet
mengen
,
door
te
onderzoe
-
ken
of
de
wetten
,
waarop
de
Minister
van
Finantiën
de
regten
van
den
Staat
meent
te
kunnen
bouwen
,
ten
uitvoer
zijn
gelegd
of
toe[iasselijk
zijn
,
noch
ook
of
zij
niet
door
het
keizerlijk
decreet
van
21
Februarij
1811
zijn
herroepen
,
ninar
wij
achten
het
niet
onge
-
past
op
dezen
oogenblik
een
kort
overzigt
van
de
oor
-
sprong
,
het
doel
en
de
geschiedenis
der
vicaryen
te
seven
,
opdat
de
belangrijke
deswege
ontstane
geschil
-
len
welke
de
algenieene
aandacht
zooiesr
tot
zich
trekken
,
beter
zullen
kunnen
worden
nagegaan
en
begrepen
.
De
vicary-goederen
zijn
oorspronkelijk
als
geschen
-
ken
bij
de
stichting
van
eenig
altaar
in
de
Iloomsche
kerken
gegeven
,
met
bepaling
,
dat
de
priester
,
welke
aan
dat
altaar
de
dienst
verrigtte
,
en
die
vicaris
ge
-
noemd
werd
,
op
voordragt
van
den
stichter
of
van
zijne
opvolgers
,
door
de
geestelijkheid
zoude
worden
Lenoamd
,
en
de
vruchten
der
geschonken
goederen
ïoude
genieten
.
Na
de
Reformatie
.,
bij
de
vereeniging
van
kerk
en
staat
,
heeft
raen
de
vruchten
dezer
instelling
zooveel
mogelijk
,
volgens
het
doel
der
stichters
willen
bezi
-
gen
,
en
is
door
den
souverein
van
Gelderland
vast
-
gesteld
,
dat
door
den
collator
van
vicary-goederen
,
met
Qver°-ifle
van
eenen
staat
van
dezelven
,
een
hervormd
iong
mensch
zoude
moeten
worden
voorgesteld
,
welke
na
onder
den
naam
van
vicaris
,
voor
eenen
bepaalden
tijd
door
het
Hof
te
zijn
aangesteld
,
twee
derden
der
opkomsten
zonde
genieten
om
daarvan
te
studeeren
,
en
een
derde
moest
uitkeeren
tot
onderhoud
van
kerk
en
scholen
.
Wanneer
de
collatoren
in
het
doen
der
voordragt
van
eenen
vicaris
nalatig
bleven
,
dan
werden
de
vica
-
ryen
na
gedane
waarschuwing
,
door
het
Hof
verge
-
ven
,
en
zelfs
konden
de
goederen
worden
geseque
-
streerd
,
wanneer
zij
door
de
collatoren
of
andere
onbevoegden
werden
bezeten
,
of
ook
,
wanneer
het
een
derde
niet
werd
uitgekeerd
.
Deze
bepalingen
zijn
echter
niet
altijd
getrouw
na
-
geleefd
.
De
predikanten
hebben
ten
allen
tij'^e
,
doch
te
vergeefs
,
getracht
het
beheer
van
die
goederen
meer
aan
de
kerk
te
verbinden
;
en
van
de
andere
zijde
zijn
met
beteren
uitslag
sommige
Vicary-goederen
geheel
en
al
misbruikt
en
verduisterd
;
terwijl
de
op
-
komsten
van
die
,
welke
tot
nuttige
en
weldadige
einden
gebruikt
zijn
gebleven
,
veelal
alleen
voor
her
-
vormde
kerken
,
armen
en
scholen
gebezigd
zijn
ge
-
worden
,,
en
daar
,
waar
jongelieden
dezelve
genoten
oai
Ie
studeren
,
zijn
zij
door
de
collatoren
oj
.
e.gen
gezag
,
uitgereikt
,
'
üoch
hoezeer
dan
ook
feitelijk
o
[>
deze"wclteii
inbreuk
werd
gemaakt
,
is
er
m
hel
be
-
heer
der
Vicaryen
in
deze
streken
geene
weiuge
ver
-
andering
gekomen
vóór
het
jaar
1795
,
toen
bij
het
leglemeiit
van
bestuur
voor
de
Ticler
-
en
Boemeler
-
vva'ird
,
door
den
Souverein
is
bevolen
,
dal
de
inge
-
zeleiien
ter
plaatsen
,
waar
dergelijke
goederea
voor
-
handen
waren
,
eene
commissie
moesten
benoemen
,
die
van
de
vorige
adiTiinistraleureii
rekening
en
verant
-
woording
zonde
vragen
,
en
,
na
het
beheer
dier
goe
-
deren
op
zich
genomen
te
hebben
,
de
opkomsten
ten
meesten
nutte
der
ingezetenen
zoude
besteden
;
aan
welk
reglement
echter
,
voor
zoover
wij
weten
,
alleen
voor
de
gemeente
Tuil
gevolg
is
gegeven
.
Deze
is
op
heden
de
stand
der
zaak
.
De
voormelde
wettelijke
bepalingen
zijn
voor
de
partijen
nog
verbindende
,
en
algemeen
wordt
erkend
,
dat
alleen
het
Souverein
gezag
ter
dezer
zake
eenig
geldend
voorschrift
geven
kan
,
en
dat
dus
'/
onder
wet
,
in
den
tegenwoordigen
toestand
geene
verande
-
ring
kan
worden
gebragt
.
Het
zal
nu
te
bezien
staan
,
welke
uitgedrukte
wil
van
den
Simvcrein
aan
het
bestuur
der
Domeinen
de
regten
heeft
gegeven
,
die
het
thans
wil
doen
gelden
,
of
uit
welke
daden
of
verzuimen
van
de
Collatoren
de
Staat
het
thans
opgevorderd
regt
van
beheer
kan
af
-
leiden
.
De
Minister
heeft
beweerd
,
dat
de
Staat
eigenaar
is
dezer
goederen
;
maar
,
als
wij
wel
onderrigl
zijn
,
dan
zijn
de
vorderingen
van
het
bestuur
der
domeinen
alleen
'
gebouwd
op
een
nilsiuitend
regt
van
beheer
,
dat
aaa
dat
bestuur
over
deze
goederen
zoude
toeko
-
men
,
en
strekt
de
eisch
niet
tot
opfordering
van
ei
-
gendom
,
maar
alleen
tot
het
doen
van
rekening
en
verantwoording
en
overgifte
van
het
beheer
.
Die
eisch
is
dus
niet
gebouwd
op
de
constitutie
van
1798
of
het
koninklijk
besluit
van
1808
,
waar
alleen
van
eijendommen
sprake
is
.
Zoude
de
vordering
misschien
bij
analo<^ie
,
gegrond
zijn
op
het
geheime
koninklijk
besluit
van
21
Julij
1835
?
Bij
dit
besluit
,
dat
niemand
kracht
van
wet
zal
durven
toekennen
,
is
aan
het
domein-bestuur
even
-
wel
alleen
het
beheer
der
Vicaryen
van
Neder-Betuwe
opgedragen
,
en
daaruit
volgt
,
dat
toen
de
Staat
niet
alleen
geen
eigenaar
der
Vicaryen
meende
te
zijn
,
maar
zelfs
niet
met
het
beheer
over
dezelve
belast
was
;
zoodat
de
regering
dit
van
eenige
weinige
,
waarschijnlijk
gesequestreerde
Vicaryen
aan
dat
bestuur
toen
bepaaldelijk
heeft
moeten
opdragen
,
om
hetzelve
eenige
regten
te
geven
.
Hoe
zal
men
dit
met
de
te
-
genwoordige
beweringen
rijmen
?
Zeer
nadeelig
zonde
het
voor
de
gemeenten
,
van
welker
Vicaryen
men
de
overgifte
van
het
beheer
vraagt
,
zijn
,
als
die
eisehen
werden
toegewezen
.
Beheer
vraagt
men
,
eigendom
beweert
men
te
hebben
.
Dat
men
voorzigtig
zij
!
want
langzamerhand
zullen
langs
dien
weg
de
Vicary-goederen
met
de
domein
-
goederen
worden
vereenigd
,
en
het
gevolg
zal
zijn
,
dat
daardoor
voor
de
betrokken
gemeenten
,
een
van
de
voornaamste
bronnen
hunner
welvaart
verloren
gaan
.
De
ingezetenen
en
vooral
<
le
Hervormde
,
moeten
waken
.
Door
de
na
de
Reformatie
hier
gevestigde
orde
van
zaken
,
zijn
kerk
en
staat
ineen
gemengd
geweest
.
Dat
is
tlians
het
geval
niet
meer
,
en
echter
IS
de
regering
zeer
geneigd
om
zich
met
de
zaken
der
Hervormde
kerk
meer
te
blijven
bemoeijen
,
dan
voor
haar
heilzaam
is
.
De
maatregelen
,
welke
men
tegen
de
diaconie-besturen
en
met
betrekking
der
geestelijke
goederen
tracht
aan
te
wenden
,
leeren
dit
duidelijk
.
Mogtea
do
voorgangers
in
de
Hervormde
kerk
hare
belangen
bij
het
laatste
,
even
duidelijk
in
-
zie.n
,
als
dit
bij
het
eerste
reeds
het
geval
is
!
Is
ech
-
ter
het
tegendeel
niet
waar
,
zijn
zij
van
de
ingestelde
vervolgingen
niet
de
voornaamste
schuld
?
Hoe
zullen
zij
zich
,
ais
het
domein-bestuur
onver
-
hoopt
triunipheert
,
bedrogen
vinden
!
STADS
-
m
ARRQN
DISSEIIE^TS-NIEÜWS
.
E.^Z
..
TIEL
,
3
Maart
1852
.
Eergisteren
avond
werd
alhier
wederom
eeneVergaderingvan
het
Departement
Tiel
der
Maatschappijtot
Nut
van
'
t
Algemeen
gehouden
.
Als
spreker
tradop
de
heer
G
.
Dresselhuijs
van
Lienden
,
die
in
eenebelangrijke
verhandeling
eene
wijsgeerige
en
natuur
-
kundige
beschouwing
leverde
can
de
driften
en
hartslag,ten
en
hunnen
invloed
op
den
mensch
.
Als
bijdragesnrak
de
heer
C
.
H
.
Krusemann
over
den
oorsprong
ende
geschiedkundige
ontwikkeling
van
het
tooneelspel
,
welke
mededeeling
uit
een
historisch
oogpunt
zeermerkwaardig
was
.
Bij
besluit
van
Z
.
M
.
is
bepaald
,
dat
te
Tieleene
Kamer
van
koophandel
en
fabrieken
zal
wordengevestigd
,
bestaande
uit
9
leden
,
terwijl
de
censusvoor
het
kiesregt
bepaald
is
op
ƒ
15
in
hoofdsom
enopcenten
.
Z
,
M
.
heeft
benoemd
tot
Burgemeester
van
Ame
-
rongen
en
Leersutu
Mr
.
^.
E
.
Sandbrink
,
toi
Grif
-
fier
van
het
Kanlougeregt
te
Rhenen
den
Heer
Z
).
Sand
-
brink
.
De
Tweede
zitting
van
den
Militie-raad
in
due
provinc
.
is
bepaald
als
volgt
:
Wageningen
,
Zaturdag
27
Maart
.
Kesteren
,
Maandag
29
Culenborg
,
Dingsdag
30
Z,Bommel
,
Woensdag
31
■
Ifamel
,
Donderdag
1
April
.
Tiel
,
Vrijdag
2
De
knecht
van
den
Heer
f'ersteegh
te
Kapel
-
Avezaath
,
had
den
29
Februarij
jl
.
het
ongeluk,door
eene
of
andere
omstandigheid
,
met
zijn
ligchaarain
de
dorsch-niachine
te
geraken
,
met
dat
noodlottiggevolg
,
dat
hij
eenigen
tijd
daarna
met
een
geheelverpletterd
hoofd
levenloos
gevonden
werd
.
In
de
op
eergisteren
gehoudene
vergaderingvan
de
afd
.
Tiel
des
Nederl
.
Onderw
.
genootschaps
,
hield
de
heer
A
^.
JFillemsen
van
Op-Hemert
,
eenevoorlezing
,
ten
onderwerp
hebbende
:
Wensch
aan
deNederl
.
jeugd
met
betrekking
tot
de
wet
op
het
la
-
ger
onderwijs
,
waarna
de
heer
Th
.
ten
Hout
vanÓchten
,
sprak
over
het
nut
van
het
water
op
onzenaardbol
met
betrekking
tot
de
aardrijkskunde
in
hetalgemeen
en
diensweg
ter
bevordering
van
de
wel
-
vaart
van
ons
dierbaar
vaderland
.
*
Wageningen
,
11
Maart
.
Wij
vernemen
dat
op
Maandag
den
8sten
Maart
aanstaande
,
zich
op
het
Concert
der
Liedertafel
alhier
zullen
doen
hooren
,
de
beroemde
zangeres
Mejufvr
.
Johannssen
en
de
uit
-
stekende
Violist
de
Heer
Königslöw
.
Wij
beloven
ons
daarvan
weder
eenen
genotvollen
avond
.
17"£IiSCÏIÏEI©EWHE®i:]l
,
flngezonden
.)
Een
woord
over
den
«
Stval
van
liet
Tlelsch
Weekblad
tegen
de
Predakanten
.
Tweede
gedeelte
.
Volgens
belofte
,
mijnheer
de
Redacteur
van
het
Tielsch
JVeekblad
!
komen
wij
weder
tot
u
,
om
een
woord
over
uwe
handelwijze
jegens
de
Predikanten
te
vervolgen
,
en
u
al
aanstonds
antwoord
te
geven
op
uwe
stelling
,
dat
de
Predikanten
,
door
zich
in
te
laten
met
de
voorgedragene
armen-wet
,
zich
zouden
bemoeijen
met
wereldsche
zaken
,
die
niet
van
hun
-
ne
competentie
zijn
.
Dit
beweren
van
u
heeft
ons
grootelijks
bevreemd
,
en
wij
moeten
u
ronduit
ver
-
klaren
,
dat
ge
ons
daarmede
wat
nieuws
hebt
ver
-
teld
,
dat
wij
maar
niet
zoo
gaaf
,
op
uw
woord
al
-
leen
,
kunnen
aannemen
.
Hoe
?
diaconale
armverzor
-
ging
en
hare
regeling
zou
uitsluitend
behooren
tot
de
louter
wereldsche
;
d
.
i
.
zeker
,
volgens
uwe
mee
-
ning
,
tot
de
zuiver
politieke
zaken
,
en
niet
zijn
van
de
competentie
van
Predikanten
?
En
waarom
wor
-
den
dan
de
diakenen
aangesteld
alléén
door
de
^
er
-
;
te/yAe
gemeenten
of
van
harentwege
?
Waarom
wor
-
den
hun
dan
door
de
kerkelijke
overheid
regelen
van
beheer
en
bestuur
voorgeschreven
,
en
waarom
zijn
zij
,
ook
in
hunne
administratie
,
aan
kerkelijk
opzigt
onderworpen
?
Willen
wij
het
u
eens
zeggen
?
Het
is
,
omdat
hun
werk
in
den
aard
niets
anders
is
,
daii
eene
{
daad
van
kerkelijke
gemeenschap
en
kerkelijk
leven
;
omdat
geheel
hun
arbeid
eenig
en
alleen
een
uitvloeisel
is
van
g-odsdienst
en
niet
van
«<
aa
,
en
omdat
hij
uitsluitend
is
gegrond
op
het
bepaald
-
Christelijke
beginsel
van
liefde
en
barmhartigheid
,
geheel
onderscheiden
van
het
beginsel
van
den
zoo
-
genaamd
atheïstischen
staat
,
die
evenveel
eerbied
heeft
voor
den
God
der
Heidenen
,
Muharaedanen
en
Joden
,
als
voor
den
God
der
Chri.stenen
,
en
die
,
in
geen
ding
iets
wil
welen
van
eenige
bijzondere
belij
-
denis
.
Eu
zou
dan
deze
zaak
niet
zijn
van
de
compe
-
tentie
der
Predikanten
,
die
in
zake
van
kerkelijke
gemeenschap
en
kerkelijk
leven
,
voorgangers
en
leids
-
lieden
zijn
moeten
,
en
aan
wie
,
uit
den
aard
van
hunne
stelling
in
de
gemeente
,
zulk
een
groot
deel
van
kerke
-
ordening
en
kerkbestuur
is
opgedragen
?
En
zouden
zij
dan
hunne
bevoegdheid
te
buiten
gaan
,
als
zij
,
ziende
hoe
de
staatsmagt
geneigd
is
,
om
dit
kerkelijk
werk
in
zijne
grondslagen
aan
te
tasten
en
in
zijn
innigste
levensbeginsel
te
ondermijnen
,
op
dat
gevaar
opmerkzaam
maken
,
en
aanraden
,
om
,
langs
(
reoorloofde
wegen
en
met
wettelijke
middelen
,
dat
-
zelve
zoo
mogelijk
af
te
wenden
?
Integendeel
,
wij
gelooven
,
dat
zulk
»
pligt
voor
hen
is
.
Laat
ons
uwe
lueening
nog
maar
eens
nader
beschouwen
,
en
de
handelwijze
der
Predikanten
,
waaraan
gij
zoo
groote
ergernis
hebt
genomen
,
zal
nog
wel
meer
worden
ge
-
reo-tvaardigd
.
Diakonale
armverzorging
,
of
,
ten
min
-
ste
,
hare
wettelijke
regeling
,
zegt
gij
,
is
louter
eene
wereldsche
,
en
geene
kerkelijke
iivA
;
want
volgens
u
,
is
zij
niet
van
de
competentie
der
Predikanten
,
zij
gaat
hun
niets
aan
.
Weet
gij
wel
,
met
hoeveel
be
-
zwaren
de
doorvoering
van
deze
stelling
en
het
in
praktijk
brengen
van
haar
verbonden
zou
kunnen
zijn
;
wat
al
jammerlijke
gevolgen
daaruit
zouden
kunnen