Tekstweergave van ZANA_1918-01-04_002

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
de vorst allen hun netten en fuiken thuis heb¬ ben opgeborgen, bij v. M. een onderzoek in te stellen. Maandag jl. werd onder leiding van den Commissaris van politie bij v. M. huiszoe¬ king gedaan, met dit gevolg dat een tweetal der ontvreemde palingfuiken in zijn woning werden opgespoord. Zij vond aldaar ook nog een fruitmand, eigendom der Zaltbommelsche fruitveiling-verecniging, door van JVI. uit de Waal opgeviscnt en zich toegeëigend. Betreffende de herkomst ven deze voorwerpen zal'hij binnen kort zich te Tiel hebben te verantwoorden. — Diefstal van touw. Een tros, ontvreemd van een alfcier liggend vaartuig, is door de politie bij een opkooper alhier opgespoord en in beslag genomen. De dader is ook ontdekt geworden. — Houtdiefstal. De scheepsarbeider j. v. A. alhier is door de politie op heeterdaad betrapt op het afzagen van een stuk boom, staande in het plantsoen alhier, zaag en zak die hij bij zich had zijn in beslag genomen. Tegen v. A. is proces-verbaal opgemaakt. — De ruim 70jarige G. J. v. P. die door de Tielsche Rechtbank indertijd voorwaardelijk veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf, wegens oplichting, ten nadeele van een bewoner te Haaften. voor wien hij requesten schreef om stormschade vergoed te krijgen, is onlangs daar hij de door de Rechtbank bepaalde voorwaarden niet naleefde, door de politie aangehouden en naar de bijzondere strafgevangenis voor mannen te 's Gravenhage overgebracht ten einde de opgelegde straf te ondergaan. Thans is bericht ingekomen dat hij den 13en dezer in de gevangenis is overleden. Een treurig eindk voor iemand die in zooveel betere doen is geweest. — Aangenomen het beroep naar de Herv. Gemeente alhier Ds. D Bins Jz., predikant te Ellewoutsdijk. — Loop der bevolking de7er gemeente van 28 December 1917 tot en 3 Januari 1918. Ingekomen. Maria Agnes Octavia Miessen van Tilburg naar A 68. Christiaan Groenendaal van Woerden naar E 24f. Otto Christiaan Alidus Johannes Veltman van Hilversum aan boord. Julianus Cornelis Metz van Hoogeveen naar D 63. Catrina Maria Antonia Akkermans van Waalwijk naar D 3. Gijsbert Martinus van den Berg van Oosthuizen naar B 80. Johanna Schepers van Boxtel naar B 188. Samuel Koppens van Keulen (Duitschland) naar C 21. Vertrokken. Maria Beenen van A 31 naar Utrecht. Wilhelmina de Weijer van C 92 naar Tiel. Harmen van Krieken van E 24 f naar Est en Opijnen. Johanna Maria Antonia Akkermans van D 3 naar 's Hage. Alida Cornelia Rit—de Roock van A 150 naar 's Hage. Jan Willem van Holten van A 150 naar 's Hage. Gerardina Bouwman van A 98 naar 's Hage. Hendn'kus Jacobus Brouwers van D 182 naar . Rossum. Johanna Cornelia van Geenen van D 267 naar Amsterdam. ROSSUM. Vrijdagavond 28 December 1917 hield de heer H. van Wijngaarden, keurmeester bij den Gemeentelijken Keuringsdienst van 1 Arnhem, daartoe uitgenoodigd door het bestuur i van het Departement „Rossum" van de Mij. tot j Nut van 't Algemeen, in het „Union-Hotel" een lezing over „Vervalsching van Levensmid¬ delen", toegelicht door vele proeven en monsters. Spreker begon met in korle trekken een over¬ zicht te geven over de vervalsching en de wijze van keuren in den ouden tijd. Geknoeid werd er in dien tijd niet heel veel; niet, omdat de wijzen van vervalsching niet bekend waren, doch omdat er zware straffen voor opgelegd werden. Zoo werd vermeld, dat knoeiers met boter levend verbrand werden, terwijl voor de vrouwelijke overtreders de straf veranderd werd in levend begraven. In den tegenwoordigen tijd wordt in alle landen, behalve in Holland, streng de hand ge¬ houden aan de bestaande wettelijke bepalingen. Ons land echter is het grootste afzetgebied voor de knoeierijen uit andere landen, en is ook het eenige, waar van rijkswege hoegenaamd niets gedaan wordt om de vervalschingen te weren. Er bestaan hier slechts twee wetten: de Boterwet en de wet op keuring van vleesch- Voor alle andere artikelen moet iedere gemeente maar voor zich zorgen. Dientengevolge is bijna in iedere groote gemeente een keuringsdienst • opgericht, terwijl in enkele provinciën de kleinere gemeenten een provincialen dienst in het leven geroepen hebben. Met enkele zeer sprekende cijfers loonde de heer v. W. aan wat de gemeente Arnhem sinds de 6 jaren, dat de dienst werkt, door het streng optreden tegen de melkvervalsching (door toe¬ voeging van water) hiermede aan kapitaal ver¬ diend heeft. Daarna hield hij een zeer uitgebreide be¬ schouwing over. de wijze, waarop iedere huis¬ vrouw zelf haar waren keuren kan met behulp van zeer eenvoudige middelen. Om dit te ver¬ duidelijken deed hij menige proef, waardoor hij o.a. aantoonde, hoe men gemalen koffie van koffie met bijgemengde surrogaten kan onder¬ scheiden, hoe goede thee van afgetrokken thee (die na kunstmatig gedroogd en gekleurd te zijn, weer als thee in den. handel v/ordt ge¬ bracht) onderscheiden kan worden, hoe men nootmuskaat, azijn, soda, saffraan, en nog vele andere artikelen zelf keuren kan. Ook melk en suiker, twae artikelen, waar duchtig mee ge¬ knoeid kan worden, bleven niet achterwege. Hoe dikwijls gebeurt het niet, dat melk, nog geen zuren smaak hebbende, na koken schiften gaat. Een heel eenvoudige proef, n.1. toevoeging van 70 pCt. alkohol, waarbij de melk dik wordt, zou getoond hebben, dat zij koken niet meer lijden kon. Een evenzoo eenvoudig proefje be¬ staat om te zien, of suiker met krijt of meel vervalscht is. Alles, vanaf het ontbijt tot het souper, passeerde de revue (ook snoep en kin¬ derspeelgoed bleef niet achterwege), en in menige gemeente waar geen keuring is, wordt dan ook menig artikel in zeer vervalschten of ondeug- delijken staat aangetroffen. Het krachtig applaus aan het einde van zijn rede toonde de belangstelling, die het publiek in zijn lezing gesteld had. Spreker hoopte, dat deze lezing tot gevolg moge hebben, dat de gemeente het nut van het bestaan van een keu¬ ringsdienst gaat inzien, en niet aarzelen zal zich aan te sluiten bij den Provincialen Keurings¬ dienst van Gelderland, die binnen korten tijd opgericht zal worden. — De heer G. D. Hemmes is met algemeene stemmen door den Raad der gemeente benoemd tot schoolarts. Ingezonden. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Geachte Redactie, Verzoeke beleefd plaatsing van onderstaande, waarvoor bij voorbaat onzen dank. Niettegenstaande den onhoudbaren toestand der bakkerij alom in den lande overbekend is, en de bakkers halsreikend uitzien naar de zoo¬ lang in het vooruitzicht gestelde meelprijsver- laging, werden de bakkers alsmede hel bestuur der coöperatieve bakkerij alhier, op Oudejaars¬ avond „aangenaam verrast" met een schrijven, door den burgemeester tot hun gericht, dat zij I J a n u a r i 1 9 1 8 m é é r h e b b e nmet ingang van I Januari 1918 méér hebben te betalen dan de Ministrieele beschikking luidt. Wie zal aansprakelijk gesteld worden voor de gevolgen, hieruit voortvloeiend? Afdeeling Zalt-Bommel Bakkersbond „Bommelerwaard". HET BESTUUR. Verspreid Nieuws. — Vrijdag was er een vergadering van den Nederlandschen Bond voor Vrouwenkiesrecht bij den heer C. Dekker te Giessendam. De burgemeester van Giessendam is daar geen voorstander van, zoodat nooit verlof kan ver¬ kregen worden tot na tienen te vergaderen. Men was dan ook genoodzaakt de vergadering vóór tien uur te sluiten. Toen nu de streekster, mejufir. Staas uit Amsterdam, met twee bestuursleden der afdeeling de vergadering verliet, stond de veldwachter op zijn post, maar ook liep er nog iemand, die de dames toeriep: „Je moest thuis zitten werken, in plaats van oproer te maken,,. Eén der dames, die een weinig hardhoorend is, verstond den man nieten liep naar hem toe. Het was de heer W. Laurense, burgemeester De dame vroeg hem beleefd, wat hij zeide, waarop zijn Edelachtbare haar toeschreeuwde: „Je moet thuis zitten werken,,. Tegelijk gaf hij haar een duw, zoodat ze bijna omviel. Dezelfde burgemeester heeft pas een geld¬ boete gehad wegens mishandeling van een soldaat. Er is van het gebeurde bericht gezonden naar den officier van justitie. (Dordt. Ct.) — In een hotel te Groningen logeerde iemand uit Vlaardingen. Bij vergissing ging hij 's avonds een verkeerde kamer binnen, ontkleedde zich daar gedeeltelijk en stak een brillanten dasspeld, ter waarde van ongeveer ƒ 500, in het iafelkleed. Toen hij zijn vergissing bemerkte, begaf hij zich naar zijn eigen kamer, maar vergat de das- speld, die den volgende morgen verdwenen was. Tot nu toe heeft het onderzoek der politie geen resultaat opgeleverd. — Naar het Vad. verneemt is in verband met de fusie der beide spoorwegmaatschappijen een uitgebreide tariefsherziening voor het per¬ sonenvervoer in voorbereiding. De nieuwe tarieven zullen waarschijnlijk niet hooger worden. Slechts voor enkele lange af¬ standen zullen de nieuwe tarieven eenig ver¬ schil van beteekenis aanwijzen. — Volgens contract voor den tijd van 30 V . G a s f a b r i e k H e l l e v o e t -jaar aangegaan, is de N. V. Gasfabriek Hellevoet- sluis verplicht, aan gemeente en ingezetenen kook- en lichtgas te leveren voor resp. 7 en 9 ct per M3. Den laatsten tijd heeft de directie der gasfabriek herhaaldelijk getracht, die prijzen verhoogd te krijgen, maar telkens heeft de Ge¬ meenteraad geweigerd, hierin toe te stemmen, ook al, omdat het Rijk, dat eveneens een contract heeft, weigerde daartoe over te gaan. Thans heeft liet gemeentebestuur van den directeur van het Kolendistributiebureau de mededeeling ont¬ vangen, dat bij aflevering van gaskolen voor genoemde fabriek de voorwaarde wordt gesteld, dat de prijs van het gas bepaald wordt op 16 ct. en wel met ingang van 1 December jl. — Een der meest populaire bewoners van de diergaarde te Leipzig, een olifant, is eenigen tijd geleden wegens ouderdomszwakte afgemaakt. Het vleesch dat 15 centenaars weegt, is ter beschikking van een gasthuis gesteld en wordt voor RM. 1.60 ook aan particulieren verkocht. — Gij kent toch, lezer, de geschiedenis van den beroemden inbreker in Monaco? We vonden ze in een Fransch blad: In Monaco, dat leeft en bloeit door de speel¬ bank, hadden, tot op een 25 jaar geleden, de inboorlingen zelf nooit misdrijven tegen den eigendom gepleegd. Vreemdelingen, die zich daaraan wel eens schuldig maakten, werden eenvoudig over de grens gezet, wat in Monaco gauw gedaan is. Maar nu was er indertijd een in het vorstendom geboren en getogen burger, die zich schuldig gemaakt had aan inbraak onder zeer verzwarende omstandigheden. Hij werd volgens de landswet tot 10 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Maar toen kwam Monaco in last. Er was geen gevangenis. Voor den inbreker moest een huis worden ingericht en een cipier met een knecht aangesteld. Dat kostte veel geld. Het werd een aparte post op het budget en in 't parlement gingen al spoedig stemmen op tegen deze jaarlijks terugkeerende uitgave, die aan huishuur, loon voor den cipier en zijn knecht, en kost voor drie personen, bijna tien¬ duizend frank bedroeg. In het derde jaar hoopte men hem kwijt te zijn, want de inbreker ont¬ snapte in den nacht. Maar hij kwam tegen etenstijd terug. Toen liet men de deur van zijn verblijf open staan en hij ging er uit en aan 't wandelen, maar was altijd weer op tijd thuis. Eens toen het 's avonds wat laat geworden was, sloot de cipier van binnen af, maar de inbreker toonde zich een goed vakman en brak in zijn gevan¬ genis in. Men dreigde hem met gratie. Hij antwoordde, dat hij dan onmiddelijk ergens zou inbreken. Ten einde raad, besloot de Regeering hem te vragen, of hij er genoegen mee zou nemen, in Parijs te wonen, daar tot zijn dood te blijven met een staatstoelage van vijfduizend frank jaar¬ lijks. Hiermede was hij tevreden en misschien leeft hij nog in Parijs. — Te Dinxperlo is een vervolging ingesteld tegen een koffiehuïshouder wegens verkoop van sterken drank aan een..... achtjarigen knaap. Correspondentie. Aan de Lezers. De volgende week zal over het abonnements¬ geld worden beschikt. De Uitgever. Burgerlijke Stand. ZALT-BOMMEL. Van 28 December 1917 tot en met 3 Januari 1918. GETROUWD: Jacob van Riemsdijk, 35 jaar en Mijntje Groenendaal, 37 jaar. GEBOREN: Lambertus Cornelis, zoon van C. de Jong en M. A. Straatman. — Antonie Leendert, zoon van L. A. Boogaards en A. Reusel. — Lijntje, dochter van J. H. Grandia en J. C. van Horssen. Brieven van onder dienst. 2 Januari 191S. Beste Zus, Hoewel onze sectie-commandant beweert, dat de dienst vóór het meisje gaat en dat zelfs etymologisch verklaart uit het woord „dienstmeisje", zal ik voor deze gelegenheid me toch permitteeren, je vóór alles een goed jaar te wenschen. Om na deze uitspatting vol berouw je weer te gaan vertellen van den dienst en „wat dies meer zij". Toen ik je de vorige maal schreef over het poetsen en nummeren, kon ik de verleiding haast niet weer¬ staan, om direct over Bulletje te beginnen. Maar de beantwoording van jouw epistel hacfal zooveel papier genomen, dat een stem in mij me weerhield: het papier is schaarsch tegenwoordig! Bulletje is een klein soldaalje. Zfjn gezicht lijkt uitsluitend gemaakt om te eten: een groote mond, Dr. Kuyper-wangzakken en een stel geweldige kaak- spieren, die, wanneer hij eet, bij zijn slapen tot halve bollen opwellen. Hij behoort dan ook tot de grootste eters van onze sectie. Merkwaardig genoeg paart hij aan dien grooten eetlust een grooten dieustijver, welke zich voornamelijk uit in poetsen en herstellen. Toen we hier kwamen en zoo aan het werk gezet werden, glom Bulletje. Hij schuurde en poetste en naaide en cijferde, dat het een lieve lust was. Zijn gansche soldij besteedde hij aan Brasso, krijtpoeder, garen e. d. Drie avonden bleef hij thuis en nu laat hij vol trots aan een ieder zijn glimmende veldflesch en eetketel zien, weet zeker, dat er bij hem niets meer te nummeren is, daar hij zelfs het goed, dat hij aan had, aan zijn lijf genummerd heeft, en pro¬ beert, om zijn karige inkomsten te vermeerderen, het werk van anderen over te nemen, wat hem maar al te goed lukt. Avond aan avotid kan men nu kleine Bulletje parmantig zien zitten, de cljferkist vóór hem, naalden garen aan den eenen, schuurzand en Brasso aan den anderen kant, naast zich poetslappen, en hij zelf ïn voortdurende actie, vol animo en onder veel bekijks met groote virtuositeit nummerend, poetsend en naaiend. Ja. de typen onder de collega's zijn oneindig amu¬ santer dan die onder het kader. Daar heb je dien anderen Grooten Eter: Opa. Opa is een echte boer. Hij heeft uitstekende juk¬ beenderen, neergetrokken mondhoeken, een pijp tus- schen de smalle lippen. Het eenige wat hij kan, is eten, maar daarin heeft hij dan ook een vaardigheid bereikt, die aan het fenomenale grenst. Ik ben erbij geweest, dat hij opat, achter elkaar, drie borden vol aardappelen, vleesch en groenten en toen ten vierde male zijn bord hoog oplaadde met aardappelen, die hij vervolgens verorberde. Opa eet heel vlug, alsof hij bang is, dat een ander in dien tijd meer naar binnen zal krijgen, dan hij. Nog heeft hij zijn bord niet leeg, of hij staat alweer in de rij om eten te halen. Al etende dringt hij vooruit. Hij zegt weinig en laat zich alles zeggen. Hij eet alleen. En als hij soms wat zegt, dan gaat het over eten. Opa is als de dieren. Ik moet je toch ook nog even onze maaltijden beschrijven. 's Morgens, ongeveer een half uur nadat we opge¬ staan zijn, wordt onze kiig op onze krib gedepo¬ neerd en weer een half uur later komt de thee en de boter. Hier in ons nieuwe garnizoen krijgen we twee maal in de week bokking of gemarineerde haring: zeer smakelijk. Het verdeden van de boter is, wanneer er geen sergeant bij is, een zeer ondank¬ baar werkje. Ik heb het eens gedaan, maar hqop het nooit wéér te doen! Een blok boter moet op een. schaal in 50 stukjes verdeeld worden. Je doet je uiterste best, ieder evenveel te geven, maar ze staan om je heen te dringen, duwen hun kugjes, waar het stukje opgesmeerd moet worden, onder je neus. En maken een moorddadige hurrie. Waarmee je al niet bedreigd wordt, wanneer je bezig bent, weet ik niet. Zelfs is het gebeurd, dat een met de hand een stuk van de schaal afnam. Wachten kunnen ze geen van allen. Ook zijn er heeren bij, die twee, driemaal komen en zoo veroorzaken, dat er te weinig boter is. De verdeeling van het middageten is al niet veel beter. In lange rijen zitten we langs de tafels, de mutsen af en gekleed in de werkpakken. Blijft het eten wat lang uit, dan komt er een tafelconccrt met vorken en lepels. Wanneer de etenhalers met de kamillen (verbaste¬ ring van gamellen) binnenkomen, wordt er „Stilte" gecommandeerd: er kan gebeden worden. Eerst zijn de etenhalers nu aan de beurt. Dan trekt in een file de sectie langs de uitdeelers en een voor een krijgen ze een kwak eten in hun bord gekletst. De meesten hebben aan die eerste portie niet genoeg en er ont¬ staat nu een snelvreterij, wie niemals da gewesep. Want wie het eerst klaar is, wordt het eerst bediend en wie het laatst komt, heeft kans den hond in den pot te vinden. Sommigen hebben in dat snelvreten een niet te overtreffen vlugheid bereikt. Er is nooit te veel eten, want is er meer, dan wij opkunnen (en dan moet er heel wat zijn!), dan wordt het overige weggezet, 's avonds boven de gaslampen opgewarmd, en zoo genuttigd. Het eten is goed en bestaat meestal uit aardappelen, groente en vleesch door elkaar, bruine of witte boonen met jus en vleesch, erwtensoep, terwijl de kok in ons vorige garnizoen nog het geheim van een zeer smakelijke pap bezat. Gedurende het eten komt meestal een officier infor- meeren, of het eten goed is. Terwijl anders, wanneer een officier in het soldatenverblijf komt, „In orde" geschreeuwd moet worden, ieder zich voor een krib moet plaatsen en bij „Staat" onbeweeglijk recht voor zich uit moet zien, kan men dan rustig blijven zitteni wel een bewijs van hoeveel belang het eten in het Nederlandsche leger geacht wordt! Tenslotte zal ik het je nog over een specialen vriend van me hebben. Er was eens een jongen, die gestudeerd had in Duitschland en in Amsterdam, die, nadat hij van de H. B. S. afkwam, altijd op kamers leefde en zijn eigen baas was. Die jongen moest onder dienst. Na op allerlei manieren geprobeerd te hebben, het te ontloopen, na zelfs, verdacht van simulatie, een veertien dagen in een donker hok te hebben gezeten, wat noodig scheen om zijn oogen te keuren, kwam hij er toch bij. Je begrijpt, wat een fanatiek soldaat hij werd! Op allerlei manieren was hij nooit bij den dienst, tot op zekeren dag een luitenant hem vroeg oppasser bij hem te worden. Dat gebeurde en onze kleine land- stormer stak fooien en sigaren op en kreeg allerlei permissies, waarvan hij nog in lengte van dagen gebruik zou maken. Met een troepje oudere schavuiten werd hij daarna kwartiermaker en trok braaf de lijn in een leege kazerne. Toen het detachement kwam, kende de student al de koks, de sergeants en manschappen, die in het begin wacht hadden en dergelijke werkjes voor de biggen opknapten en begon voor hem een leventje als volgens de overlevering Onze-Lieve-Heer in Frankrijk heeft. Hij kon altijd de kazerne uit, deed geen dienst, als hij er geen zin in had, kreeg straf, die nooit uit¬ gevoerd werd en zoo meer. Nu moet hij, net als wij, dienstkloppen en poetsen. Zoo zie je, er is niets bestendig hier op aarde! Als het papier niet zoo schaarsch was, vertelde ik je nog een paar anecdotsn van hem. Nu tot een volgende maal Saluut! RODOLPHE.