Tekstweergave van ZANA_1918-01-11_005

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
No. 3. Derde Jaargang 1918. EXTRA NUMMER VAN HET ZaltBommelsch Nieuws- en Advertentieblad. ZATERDAG 12 JANUARI 1918. Uitgave van de Electrische Drukkerij J. PEKELHARING, Zalt-Bommel. VERSLAG VAN DE SPOEDEISCHENDE OPENBARE RAADSVERGADERING, gehouden op VRIJDAG 11 JANUARI 1918 des namiddags half twee uur. Nadruk verboden. Voorzitter de Burgemeester de lieer J. F. B. Van Hasselt. Tegenwoordig zijn 9 Raadsleden, n.1. de lieercn Mr. J. J. Bergsma, \V. Van Lookeren Campagne, J. J. H. Orolle. A. F. Van Heuckelum, C. B. W. Meijer, J. Mooring, R. P. Van der Pant, F. D. Ubens en Jhr. C. P. J. Von Weiier. Afwezig de heer A. G. Van Anrooy met kennis¬ geving, wegens ziekte; zonder kennisgeving de heer H. L. Philips. De vergadering wordt om 21/, uur geopend. De VOORZITTER zegt, dat het H. M. de Koningin wederom heeft mogen behagen hein rret ingang van 1 Januari hertebenoemen als burgemeester dezer ge¬ meente en dat door hem bereids de veieischte eeden in handen van den Heer Commissaris der Koningin in deze provincie zijn afgelegd. In deze eerste vergadering des jaars wenscht bij de heeren met hunne gezinnen geluk bij de wisse¬ ling des jaars en hoopt dat hen de kiachten zullen mogen gegeven zijn om de belangen der gemeente zooveel als in hun vermogen is, te helpen bevorderen. Hij wenscht te constateeren een zeer belangrijke ge¬ beurtenis, die vorig jaar plaats had, namelijk de aan¬ sluiting van deze gemeente aan het electrisch net, welke gebeurtenis hij hoopt, dat voor de gemeente tot zeer gunstige en belangrijke resultaten zal leiden. Spreker wenscht dank te brengen aan de heeren Wethouders en den lieer Secretaris en alle verdere ambtenaren, die hem hebben ter zijde gestaan om den moeielijken taak te volvoeren. Hij hoopt, dat de aangename verhouding, die er steeds was, bestendigd zal blijven en de gemeente in 1918 moge toenemen in bloei. De heer VAN DER PANT dankt den voorzitter voor het gesprokene. Wederkeerig wenscht hij hem met zijn gezin alle goeds toe en hoopt dat het hem gegeven zal zijn de belangen der gemeente met den- zelfden Ijver en lust en met dezelfde toewijding te behartigen. De VOORZITTER spreekt voor den afwezige wegens ziekte, den heer Van Anrooy den wensch uit, dat hij spoedig geheel hersteld weder de verga¬ deringen zal kunnen bijwonen. De heer PHILIPS komt ter vergadering. De Raad wordt in kennis gesteld met de volgende ingekomen stukken: a. Bericht dd. 2 Januari 1918 van den C. d. K. in Gelderland, dat bij Koninklijk besluit dd. 21 December 1917 no. 31 is benoemd tot Burgemeester van Zalt- Bommel de heer j. F. B. van Hasselt, zulks met ingang van 1 Januari 1918 en dat de benoemde be¬ reids de vereischte eeden heeft afgelegd. b. Bericht van den heer R. P. van der Pant, wet¬ houder alhier, dat hij aanneemt zijne benoeming tot bestuurslid van het Gemeentelijk pensioenfonds. c. Besluit van Gedeputeerde Staten van Gelderland dd. 8 Januaril918 no. 127, houdende goedkeuring van het Raadsbesluit dd. 2S December 1917 no. 14/22 tot het aangaan eener geldleening ad ƒ 8500.— tot dekking van het restant der restaureeringskosten van den St. Maarlenstoren ten laste der gemeente komende met goedkeuring tevens van het Leemngsplan. Deze stukken worden op voorstel van den voor¬ zitter voor kennisgeving aangenomen. d. Adres dd. 3 Januari 1918 van de afdeeling Zalt- Bommel van den Nederl. Onderwijzersbond, waarbij aangedrongen wordt op het maken eener verordening tegen het rooken door kinderen en jeugdige personen in deze gemeente. Op voorstel van B. en W. wordt besloten dit adres om advies te zenden naar B. en W. e. Schrijven van den tuinarchitect Springer te Haarlem, houdende zijne voorwaardeu waarop hij plannen wil maken om het plantsoen in orde te brengen. Naar B. en W. om advies. De VOORZITTER deelt mede, dat tot 3e ambte¬ naar ter secretarie is benoemd mej. H. Hendrix alhier, thans tijdelijk. Aangenomen voor kennisgeving. De VOORZITTER geeft lectuur van het voorstel van B. en W. dd. 4 Januari 1918 no. 1/1, houdende het verleenen van reductie op de prijzen van brand¬ stoffen en wel Ie. aan de inwoners der gemeente, die één of twee haardsteden hebben en wier jaarlijkse!) inkomen ƒ 800.— niet bereikt een toeslag van ƒ 0.60 per eenheid (1 l/j H.L.) cokes: 2e aan inwoners die drie haardsteden hebben en wier jaarlijksch inkomen ƒ 1200.— niet bereikt, een toeslag van ƒ 1.— per H.L. anthraciet ƒ 1,— per H.L. steenkolen en ƒ 1.— per l'/3 H.L. cokes 3e. deze toeslagen (sub Ie. en 2e. dus) te geven voor niet meer dan twee eenheden per maand en niet langer dan tot 1 April 1918. De VOORZITTER zegt gelezen te hebben er weer eene andere Rijksregeling is te verwachten en deelt mede, dat bij eene andere regeling een eventueel door den Raad in deze te nemen besluit geheel of gedeeltelijk buiten werking zou kunnen komen, dat de toeslagen dan misschien niet zouden worden ver¬ leend. De heer MOORING viaagt of dit besluit ook van terugwerkende kracht zal zijn, dat bijv. ook de toe¬ slagen zullen worden gegeven voor de brandstoffen, die reeds nu zijn gekocht. De VOORZITTER zegl: „Neen, 't zal ingaan op den dag van heden"' De heer MOORING zegt dat de meesten al '6 of 7 eenheden hebben gehad dus de toeslag maar zal gelderrvoor 3 of 4 eenheden. Hij wenscitte wel een besluit met terugwerkende kracht. De VOORZITTER zegt, dal dit moeielljk zal gasn, Ie meer nog daar sommigen brandstoffen buiten ie distributie hebben betrokken, die afgeschreven zijn op de kaarten. Het is niet doenlijk om dit nog weer te gaan uitzoeken. De heer VAN LOOKEREN CAMPAGNE vraagt of het voorstel steunt op eene Rijksregeling. Hij had liever meer progressie in het voorstel, liever eene meer regelmatig afkomende regeling. Hij zou niet in eens bij ƒ 1200.— ophouden. Iemand meteen inkomen van f 1230.— of ƒ 1300.— kan het immers soms nog meer noodig hebben dan emand met een inkomen van ƒ 1200.- De VOORZITTER zegt, het Rijk geeft in deze i geen, voorschriften. Bij elke regeling zul je onbillijk- | heden hebben; die zijn niet te vermijden. In deze i hebben B. en W. hei cijfer aangenomen genoemd | in de Rijksregeling voor die distrb. van schoeisel, wol en sajet. De heer PHILIPS vindt ook dat onbillijkheden moeielijk zijn te ondervangen. Spreker zegt men vindt ze ook bij de Rijksinkomstenbelasting De heer MOORING kan wel met het voorstel van B. en W. meegaan, doch hij zag gaarne terugwer¬ kende kracht aan 't besluit verleend voor hen die een inkomen hebben van beneden ƒ 800.— De VOORZITTER zegt dat dat tegenover de anderen eene veel te groote onbillijkheid zou zijn en komt nog eens terug Op de groote moeilijkheid om uit te zoeken wat niet uit de distributie is be¬ trokken. De heer GROLLE vermeent dat het toch niet zoo lastig zal zijn. Het voorstel van B. en W. wordt zonder hoofde¬ lijke stemming aangenomen. Het voorstel Mooring om terugwerkende kracht te verleenen wordt verworpen met 8 stemmen. (Voor stemden de heeren Mooring en Groljc). Aan de orde komt een voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de verordening op den Hoofdelijken Omslag in deze gemeente. De Ie klasse van belastingplichtigen zal omvatten hen, die een inkomen hebben van ƒ 500.— tot beneden ƒ 550.— (oud ƒ 400.— tot beneden ƒ 450.-). De heer MEIJER juicht het voorstel van B. en W. toe, doch ook zou hij willen wijzigen den kinder¬ aftrek. Spreker zou die willen brengen op ƒ 50.— per kind om vooral die met een talrijk kroost ge¬ zegend zijn eenigszïns van den belastingdruk te ontheffen. De heer PHILIPS vindt het voorstel erg sober; zoo geen enkele toelichting erbij. Hij vraagt hoeveel het percentage zou worden bij een aftrek van ƒ 500.— en hoeveel bij eene van ƒ 600.— De VOORZITTER zegt dat het percentage in 'teerste geval zou komen op 3 in het tweede geval op 31/, a 4. De heeren Wethouders hebben wel den staat van berekening onder de oogen gehad, doch hij meende die om niet te noemen redenen niet bij het voorstel te moeten overleggen. De heer PHILIPS gaal mee met het voorstel van den heer Meijer, waann veel bilhjks zit. De heer VAN LOOKEREN CAMPAGNE vraagt of er niet uitdrukkelijk moest in staan de belastingen over welk jaar, mogen worden afgetrokken. De VOORZITTER zegt: „Het is regel op te geven de inkomsten van het vorige jaar, zoodat dan alle belasting wel bekend is. Is dit niet het geval, dan wordt genomen het laatste aanslagbiljet". De heer VAN HEUCKELUM zou een grens willen hebben, waar de aftrek ad ƒ 1.S7* ophield. Dit zou een groot voordeel voor de minderen zijn. De VOORZITTER zegt dat juist deze progressie in de verordening is opgenomen om de mindereH te ontlasten. Wijziging in dezen zin zou de verorde¬ ning geheel uit haar verband rukken. De heer GROLLE stelt met overname van het voorstel Meijer voor de aftrek te bepalen op ƒ600.—. In dien geest was ook het voorstel Philips. De heer PHILIPS zegt dat nooit te hebben voor¬ gesteld en de kalme wijze, waarop de verordening * steeds werd toegepast, is voor hem waarborg genoeg dat de minderen met te zeer gedrukt zullen worden. De heer MEIJER hoopt dat de heer Grolle zijn voorstel betreffende aftrek voor levensonderhoud zal terug nemen. Hij vindt het 't verstandigst eerst eens te zien hoe 't bij het opmaken en vaststellen van het kohier loopt. De heer PHILIPS zegt, wijl Zalt-Bommel toch al niet zooveel biedt, zullen personen deze plaats gaan verlaten, wanneer de belasting te veel zou gaan druk¬ ken, en verzoekt den heer Grolle zijn voorstel terug te nemen tot het kohier is gemaakt. De heer GROLLE zegt dat de kwestie betreffende het percentage hem koud laat. Hij kan zijn voorstel niet intrekken. Die gaan verhuizen, gaan naar plaat¬ sen, waar de belasting nog honger is; en vestigen doen hier zich toch geen personen; dan zouden we hier industrie moeten hebben. Het voorstel Grolle in stemming gebracht wordt met 7 tegen 3 stemmen verworpen. (Vóór stemden de heeren Grolle, Mooring en Ubens). Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt nu zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heer BERGSMA vraagt, of met alle Rijksbe¬ lastingen ook bedoeld zijn de toekomstige. De VOORZITTER zegt: „Ja, er staat immers alle". De heer BERGSMA zou er toch bij willen plaat¬ sen „ook de toekomstige". De VOORZITTER en den heer GROLLE achten dit overbodig. Besloten wordt toch btj te voegen „ook de toe¬ komstige". Het voorstel van den heer Meijer (kinderaftrek te brengen op ƒ 50.—) wordt zonder hoofdelijke stem¬ ming aangenomen. Komt aan de orde het voorstel van B. en W. tot wijziging en aanvulling der Algemeene Politieveror¬ dening dezer gemeente, naar aanleiding van een voor¬ stel Mr. Bergsma, houdende om in het Ie lid van art. 57 tusschen de woorden „kinderwagentjes" en „be¬ nevens rijwielen" te voegen het woord „kinderslede.n" en art. 135 te vervangen door een nieuw artikel, luidende: „In deze verordening worden onder open¬ bare wegen en straten verstaan alle wegen, straten, gangen, stegen en pleinen, die voor ieder toeganke¬ lijk zijn en onder het uitsluitend voor voetgangers bestemde deel van den openbaren weg en de open¬ bare straat de klinker- en tegelpaden, langs de kei- bestrating der openbare wegen en straten. De heer GROLLE vraagt wat moet verstaan wor¬ den onder kindersleden. De heer BERGSMA zegt speeltuig van kinderen. De heer MOORINO vraagt wat in de praktijk met het voorstel bedoeld wordt en welke gevolgen het zal hebben in de toekomst. De VOORZITTER zegt, dat de Ambtenaar van het Openbaar Ministerie op overtreding der bestaande artikelen geen strafrechterlijke vervolging kon instellen.