Tekstweergave van ZANA_1922-10-06_004

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
OPENBARE RAADSVERGADERING van Vrijdag 29 September 1922. Voorzitter de Burgemeester, de heer J. F. D. van Hasselt. Secretaris de heer W. C. Pleyte. Tegenwoordig zijn 8 Raadsleden, nl. de heeren G. A. de Jongh, H. Kaasjager, C. B. W. Meyer, J. Mooring, H. L. Philips, R. Rut¬ gers, Th. tl. Schoonenbcek en P. M. Wink. Afwezig met kennisgeving, de lieer J. M. de Brcc, zonder kennis¬ geving de heeren W. van üelder en C. de Ridder. De VOORZITTER opent om 2 1/4 uur des namiddags de Ver¬ gadering. Notulen. Aan de goedkeuring van den Raad worden onderworpen de no¬ tulen der openbare Raadsvergadering van Vrijdag 18 Augustus 1922 No. 6, zij worden ongewijzigd vastgesteld, (B.R.R. No. 138). Ingekomen stukken. De Raad wordt in kennis gesteld met de navolgende ingekomen stukken: a. Bericht van den heer P. M. Wink alhier, dat hij aan¬ neemt de benoeming lol medebestuurder v.h. Gemeentelijk Pensi oenfonds, b. koninklijk besluit dd. 9 Augustus 1922 No. 35, waarbij aan de gemeente Zalt-Bommel tot wederopzegging, de vrijstelling wordt verleend bedoeld in art. 6 a der Vleeschkcuringswet (toe¬ laten van huisslachting, geen noodslacluing, van varkens, schapen en geiten), c. besluiten van Gedeputeerde Staten van Gelderland dd. 30 Augustus 1922 No. 159 tot goedkeuring van de Verordening op den Keuringsdienst van vee en vleesch en van de instructie voor den keuringsveearts en d.d. 5 September 1922 No. 27 tot goed¬ keuring van het Raadsbesluit van 18 Augustus 1922 No. 6/136 B.R.R. tot verpachting van het jachtrecht op de gemeentelandenjen onder Dell en Enspijk. „Wordt besloten deze stukken aan te nemen voor kennisgeving. (B.R.R. No. 139). d. Reclames tegen schoolgeldaan- I ) . M a k k i n k e n 1 1 a n d e r e n e . R e c l a m e s t e g e n p l a a t s e l i j k eslagen van I). Makkink en 11 anderen e. Reclames tegen plaatselijke directe belastingaanslagen van E. A. Kraker, D. G. de Geus en S. C. van Rossum 'Ie stellen in handen van het D.B., om advies (B.R.R. No. 140). i. Aanvrage om subsidie uit de gemeentekas van 1923 van de St. Elisabcthsvcrecniging voor het uitzenden van kinderen naar vaeantiekolonies. Te behandelen bij de Gemeentebegroting voor 1923 (B.R.R. No. 141). g. De Rekening van Ontvangsten en Uitgaven van het Groote Bommelsche Gasthuis over 1921, ingezonden door Regenten van dat gesticht: Wordt gesteld in handen eener com¬ missie tot onderzoek en rapport. (B.R.R No. 142). De VOORZITTER benoemt tot leden dier Commissie de heeren Meyer, Kaasjager en Van Gelder, tot plaatsvervangend lid de lieer .1. Mooring. De ter vergadering aanwezigen nemen de benoeming aan; den lieer Van Gelder zal bericht worden gezonden. Ii. Adres van de Voetbalvereniging Zalt-Bommel om speeltcr- rein en verlof tot entrécheïfing. Te stellen in handen van het D. B., om advies. (B.R.R. No. 143). Mededeelingen. De VOORZITTER deelt mede, dat op 12 September j.1. publiek zijn verpacht de bouwlanden, dit najaar uit de pacht komende. Ze zijn opnieuw voor 6 jaren verpacht voor eene totale som van f 790.— tegen f 627.— over de afgeloopen 6 jaren. Burgemeester en Wethouders zijn het Bestuur van de Ambaehtsschool door den brand verstoken van ruimte, tijdelijk tegemoet gekomen door in gebruik te geven het voormalige Stadskoffiehuis en een nict-gebruikt wordend lokaal van School tl. Als bekend, is voor eenige dagen de gciiieentevToedvrouw mej. C. ü. van Zelm overleden. Door Burgemeester en Wethouders is op zijn daartoe gedaan verzoek, met ingang van 1 November a.s. eervol ontslag verleend aan den stadsarbeider J. A. van Suijdam. Deze mededeel in gen worden aangenomen voor kennisgeving. (B.RR. No. 144). Sedert vorige vergadering lagen voor de leden ter visie de ver¬ slagen over 1921 van het Carnegie-Heldenfonds voor Nederland en v au de Ambaehtsschool en Avoudtcekenschool alhier. De VOORZITTER vraagt of nog iemand over die verslagen in¬ lichtingen of het woord verlangt; waar blijkt dat zulks niet het ge¬ val is. worden die stukken thans aangenomen voor kennisgeving (B.R.R. No. 145). Voorloopige vaststelling der Genieenterekening over 1921 en van de Bedrijfsrekenlngen over dat jaar. De VOORZITTER geeft lectuur van het rapport der commissie ad hoc die de stukken heeft onderzocht; de conclusie van het rap¬ port strekt tot voorloopige vaststelling van bedoelde Rekeningen zooals zij zijn overgelegd. De VOORZITTER vraagt of nog een der Raadsleden het woord of inlichtingen verlangt; dit blijkt niet het geval te zijn. De Genieenterekening 1921 en de Bedrijisrekeningen 1921 worden daarop voorloopig vastgesteld zooals ze zijn ingediend (B.R.R. No. 146 2). De Wethoudeis onthielden zich van stemmen. Plaatselijke belasting. Reclames wegens dubbelen aanslag. Gedeputeerde Staten hebben de aandacht van het Gemeentebe¬ I I d e r W e t v a n 3 1 1 D e c e m b e rstuur gevestigd op de bepaling van § II der Wet van 311 December 1920 Stbl. No. ü23 zooals die bepaling later is aangevuld, onder op¬ merking, voor zooveel noodig, dat krachtens voormelde bepaling personen die bij den aanvang van het belastingjaar 1 Mei 1921 — 1 Mei iy22 hoofdverblijf hadden in eene gemeente, voor welke door 's Rijksbelasting-administratie de plaatselijke inkomstenbelasting werd geheven en aan welke personen deswege een voljaarsaanslag werd opgelegd, doch die zich in den loop van het belastingjaar met¬ terwoon hebbeu gevestigd in gemeenten die zelve hare belasting inden, in deze laatsle gemeenten over hetzelide tijdvak niet kunnen worden aangeslagen; dat daarom gezien de betreffende reclames bij Gedeputeerde Staten ingekomen, aan J. A. Wagteudonk en Dr. E. L. Smit beiden thans te Zalt-Bommel gevestigd, restitutie be¬ hoort te worden verleend van de ten hunnen laste gebrachte aan¬ slagen in den Hoofde lijken Omslag van de gemeente Zalt-Buinmel casu quo de aanslagen te vernietigen, alles voorzoover betreft het tijdvak 1 Januari 1^22—1 Mei 1922. Het college van D. B. stelt den Raad voor aan den eisch van Ge¬ deputeerde Staten te voldoen. Wordt conform besloten. (B.R.R. No. 147). Beroep bij Gedeputeerde Staten in zake weigering door den Raad van Zalt-Bommel tot beschikbaar stellen van gelden ten behoeve eener bizondere school. Gedeputeerde Staten stellen in handen van den Raad. om advies, een adres van het Bestuur der Vereeniging voor Christelijk School- ondervvijs alhier, d.d. 4 September 1922, houdende beroep tegen het besluit van den Raad d.d. 18 Augustus 1922 No. 6/135 B.R.R., waar¬ bij de ingevolge art. 72 der Lager Onderwijswet 1920 ingediende aanvrage om gelden beschikbaar re stellen voor de invoering van het 7e leerjaar aan de School van voormeld bestuur betreffende de aanvrage alleen gelden voor schoolnieubelcn enz. werd afgewezen. Het D. B. blijft op gruiid van de overwegingen opgenomen in voormeld Raadsbesluit van oordeel, dat hetgeen waarvoor de gel¬ den gevraagd worden hier noch vestiging noch uitbreiding noch verandering eener School betreft, wat 't geval moet zijn, wil de Raad gelden beschikbaar kunnen stellen en adviseert dus den Raad op zijne beurt Gedeputeerde Staten te adviseeren het Raadsbesluit voormeld te handhaven. Wordt conform besloten. (B.R.R. No. 148). Verhuring van een woonhuis. Aan de orde is een adres van G. van den Braak, wonende Bosch- straat wijk C No. 144 alhier in een huis der Gemeente om dat huis bij hem in huur tot en met 31 Oetober 1922, weder te mogen inhuren. Het D. B. heeft de eventueele nieuwe huurovereenkomst met Van den Braak besproken. Het D. B. meent dat de huur tot nu toe f3.50 per week voor dat huis te gering is en Van den Braak heeft toege¬ stemd in eene huur van f 4.50 per week maar zou gaarne de vrij¬ heid hebben om de huur met 3 maanden te kunnen opzeggen, waar¬ tegen het D. B. geen bezwaar heeft. Voorgesteld wordt met ingang van 1 November 1922 het huis te verhuren aan Van den Braak tot ultimo Oetober 1923 voor f 4.50 per week, op de nader in het con¬ cept-huurcontract (den Raad overgelegd) te bepalen eonditiên met dien verstande dat de huurder het recht heeft gedurende het hiiur- jaar met drie maanden de huur op te zeggen. De heer PHILIPS vraagt of ook de vruchtboomen van het per¬ ceel ten bate van den huurder zijn, waarop de VOORZITTER be¬ vestigend antwoordt. De heer PHILIPS vindt dan de bepaling van opzegging ongunstig voor de Gemeente, immers dan kan de huur¬ der opzeggen als hij de vruchten geplukt heeft. De VOORZITTER zegt dat Van den Braak de huur wel wat hoog vindt en daarom die bepaling wenschte. De heer KAASJAGER vraagt wat vroeger werd betaald en of de Huureommissic gekend is. De VOORZITTER noemt de oude huur f 3.50; de Huureoinmissiewci is niet toepasselijk op verhuring door een publiekrechtelijk lichaam (de Gemeente). Even¬ wel zou de Huurcommissiewet deze hoogere huur kunnen toelaten. De heer DE JONGH merkt op dat 't bezwaar van den heer Philips niet geldt waar de huur 31 Oetober eindigt en dus de vruchten pas aan 't einde van de huur njp zijn. De heer KAASJAGER vraagt waarom hooger huur als Van den Braak die huurprijs te hoog vindt. De VOORZITTER ..We moeten ook op 't gemeentebelang letten en gezien de Huurcommissiewet, is de huur zeker niet te hoog. De heer DE JONGH herinnert zich dat toen de vorige maal verhuurd werd. de huurprijs ..eigenlijk te laag" is genoemd. De Raad besluit thans conform het voorstel van het D. B (B.R.R. No. 149). Schoenen voor Stadsarbeiders buiten de Gemeente gekocht. In behandeling komt een adres van A. Bonman en vier anderen, allen schoenmakers in deze gemeente, waarin wordt geklaagd dat zij bij levering van schoenen voor de stadsarbeiders zijn gepas¬ seerd, dat hun geen gelegenheid is gegeven te eoucurrecren met den marktkoopman aan wien de leverantie is gegund, daar bij geen hunner naar prijs is geïnformeerd, dat de zuinigheid de wijsheid zal bedriegen en zoodoende de stadsarbeiders (gelet op kwaliteit) de dupe zullen worden, dat adressanten die mede de gemeentelasten dragen, recht ineencu te hebben bij leveranties voor de Gemeente niet te worden achter gesteld bij vreemdelingen, dat zij gaarne de reden zullen vernemen waarom in deze (naar hunne meening) legen het belang van ingezeten neringdoenden is gehandeld. Het D. B. legt over een rapport van den Gemeentearchitect waar¬ in wordt medegedeeld, dat prijs is gevraagd bij A. Bonman en 't antwoord was f 10.— per paar. dat op grond van de bekende soli¬ dariteit van 't gilde niet ook nog aan de anderen is gevraagd, dat waar de genoemde prijs den Architect veel te boog voorkwam en hem verzekerd was dat de koopman J. A. Mels uit 's Bosch, die Dinsdags ter markt komt. goede kwaliteit voor beduidend lagcreu prijs wilde leveren, hij dien koopman de leverantie opdroeg en wel voor f 6.50 per paar, wat op 8 paren die noodig waren eene be¬ sparing gaf van f 28.—. Bij die leverantie werd een garantiebewijs gegeven (mede aan het D. B. en den Raad overgelegd) dat wanneer binnen twee maanden na levering zich gebreken voordoen ontstaan door mindere kwaliteit van het leder of maakfouten gratis andere schoenen ter vervanging worden geleverd. De heer SCHOONENBEEK vraagt of de prijsopgaaf is gevraagd enkele dagen voor den aankoop of vroeger. De VOORZITTER ant¬ woordt ..enkele dagen voor den verkoop". De heer SCHOONEN¬ BEEK ..De schoenmakers boden in Februari j.1. aan voor ï 8.50 per paar". De VOORZITTER ..Daar is me niets van bekend". De heer PHILIPS heeft een deputatie uit de schoenmakers gehad, die hem gezegd heeft dat er ditmaal geen prijsopgaaf is gevraagd. De VOORZITTER „dat komt omdat de Gemeentearchitect het niet zelf gevraagd heeft maar heeft laten doen door een ander". De heer SCHOONENBEEK: .,ls ook aan andere schoenmakers gev raagd? De VOORZITTER: ..Neen". De heer MOORING is van oordeel dat over 't geheel de middenstanders te veel voor hun waren vragen, te veel wanneer er geen concurrentie is en meer dan elders; koopt nu de Gemeente elders goedkooper dan is 't gemakkelijk met een klacht als deze te komen maar de Raad kan daar buiten blijven, kan een dergelijke zaak gerust overlaten aan den Gemeentearchitect. De heer SCHOONENBEEK heeft niets tegen de houding in deze van den Gemeentearchitect die handelt in 't belang der Gemeente maar waarom ook niet de andere schoenmakers gevraagd? De heer KAASJAGER zou ook bij allen prijs willen vragen en wel officieel door den Gemeentearchitect. Nu zegt Bonman dat hem niet ge¬ vraagd is. De VOORZITTER is bereid in vergadering met gesloten deuren den naam te noemen van hem die gevraagd heeft. De heer MEYER wil den Gemeentearchitect in dezen geheel vrij laten; men moet waardeeren dat bij 't gemeentebelang behartigt Wethouder RUTGERS heeft de schoenmakers Bouman en Bakker met de klacht bij zich gehad. Spreker had zijne verbazing over 't geval te- kennen gegeven maar we hebben nu de uitdrukkelijke verklaring van den Gemeentearchitect dat gevraagd is. In 't algemeen moet volgens den heer Rutgers zooveel mogelijk binnen de Gemeente ge¬ kocht worden maar in dit geval heeft de Gemeentearchitect gelijk. De heer KAASJAGER: „Daarom juist de hand houden aan officieel prijs vragen; nu trekken de inenschen de zonderlingste conclusies ook iu verband met de openingsrede van den Burgemeester bij den aanvang van de Winkelweek waarin opgewekt werd om in de ge¬ meente zelve te koopen wat er te krijgen is. De heer PHILIPS zou de prijsopgaven gevraagd willen hebben door het bedrijfshoofd zelf, inschrijving dus bij Gemeentearchitect. De VOORZITTER zegt. dat met de diverse opmerkingen rekening zal worden gehouden. Het adres wordt alsnu aangenomen voor kennisgeving. (B.R.R. No. 150). Moet in de bouwverordening een welstandsbepaling worden opge¬ nomen? Aan de Raadsleden is overgelegd een extract uit de notulen der Vergadering van het D. B. van 24 Augustus j.1. luidende: ..De Voorzitter zegt overweging in het College van Burgemeester en Wethouders te hebben toegezegd van de vraag van den heer Philips in de Raadsvergadering van 18 dezer gedaan of het niet wenschelijk was eene welstandscommissie in het leven te roepen ter beoordeeling van bouwplannen. Spreker voelt er niet veel voor. Al weer eene commissie er bij. En bovendien de samenstelling levert groote moeilijkheden, waar er niet voldoende personen zijn, bevoegd om een oordeel over bouwplannen te vellen, althans waar de commissie eene Raadscommissie za! moeten zijn en dit is tocit zeker wel de bedoeling. Ook samenstelling van eene commissie buiten den Raad lijkt onmogelijk. Wethouder Wink is het eens met den Voorzitter, wat betreft de moeilijkheid van samenstelling eener Commissie, bovendien, zegt Spreker, hebben we niets aan eene zoo¬ danige commissie, zonder welstandsbepalingen in onze verordening. De verordening moet aangevuld worden, anders bereiken we niets effectiefs levens zag Spreker dan ook gaarne eene verbodsbepa¬ ling opgenomen tegen ontsierende reclame. Besloten wordt naar aanleiding van de vraag van den heer Phi¬ lips de navolgende vraag aan den Raad te stellen: „Wenscht de Raad vast te stellen in de Bouwverordening welstaudsbepalingeii en wenscht hij iu 't leven te roepen verbodsbepalingen tegen ont¬ sierende reclame?" Wordt deze vraag bevestigend beantwoord, dan zullen betreffen¬ de concepten later aan den Raad worden voorgelegd en zal getracht worden eene Welstandscommissie samen te stellen." De heer PHILIPS vindt 't prachtig dat die vraag nu juist komt nu we aan onze Markt weer zulk een eigenaardig geveltje (met schietgaten nu) gaan krijgen, 't Is werkeliik hoog tijd aan zulke ont- sieringen paal en perk te stellen. Zoo iets had niet kunnen gebeuren als we de verbodsbepaling reeds hadden. Spreker zou ondanks het „weer eene Commissie" van den Burgemeester, eene Commissie willen in 't leven roepen niet bepaald uit den Raad maar bestaande uit een paar deskundige inenschen. Liever ééne commissie meer dan 10 leelijke huizen Wethouder WINK pleit voor een welstandsbe¬ paling in de Verordening, anders bereikt men niets. De bezwaren dat er duurder gebouwd zal moeten worden zijn zeer overdreven, dat leert de ondervinding in andere plaatsen. De verbodsbepaling is noodig men moet in gevallen dat de Commissie adviseert anders te bouwen, kunnen dwingen. De heer KAASJAGER meent dat de Ge¬ meente toch lid is van die „Vereeniging ter bevordering van schoon¬ heid van stad en land" en daarvan vijf gratis adviezen per jaar kan krijgen. Laat die adviseeren. Er is nu iutusschen al gebleken dat een advies van de Schoonheidscommissie door het D. B. niet kon wor¬ den gevolgd, waarom dan de inwoners dwingen? waarom 't bou¬ wen bemoeilijken? De heer MOORING wil ook alleen advies zonder dwang, niemand bouwt expresse lijk leehjk. Wethouder WINK ..De eenige proef tot nu toe genomen was met den bouw van Van Tuijl in de Oliestraat; dat trof ongelukkig iu een tijd dat de Commissie zeer onvoltallig was en daardoor de zaak te lang duurde, het D. B. den bouw niet langer op wilde houden: we hebben toen alleen over¬ gebracht dat de Commissie toezicht van een architect noodig oor¬ deelde. De heer PHILIPS meent dat iuist in gevallen waar geen ar¬ chitect is geroepen eene Commissie nuttig kan werken. Spreker noemt onderscheiden gevallen in onze gemeente van gcvelbederven en wil dat voor 't vervolg voorkomen. Na ampele discussie waarbij ook de heeren Meyer en de Jongh en Rutgers zich tegen eene ver¬ bodsbepaling verklaren wordt tot overeenstemming gekomen en wordt besloten tot instelling van eene Welstandscommissie van ad¬ vies, tot bijstand van het D. B. bij het verleenen van bouwvergun¬ ningen, welke Commissie niet uitsluitend uit Raadsleden behoeft te bestaan. (B.R.R. No. 151). Vervolgens wordt besproken wie die Commissie zal bonoemen. De VOORZITTER vind 't uitzoeken van leden zeer moeilijk en doet 't liever niet. De heer MOORING zou zeggen de inenschen die zoo gereedelijk afbreken en leelijk vinden, doen dat niet zonder dat ze eenige kennis van de zaken hebben; die zijn dus als 't ware aange¬ wezen om lid eener dergelijke Commissie te zijn. De heer PHILIPS kan best. zegt deze. als leek vinden dat een eostume zeer slecht zit al heeft hij ook heelemaal geen coupeurskennis; de opmerking van den heer Mooring acht hij dus niet op haar plaats. De heerl MOO¬ RING antwoordt dat de lieer Philips zijne woorden heeft misver¬ staan: hij bedoelde dat waar men afbreekt men zich eens disponibel moet stellen om nieeop te bouwen. Wordt besloten dat de Raad zal benoemen op aanbeveling te ge¬ ven door het D. B. (B. R. R. No. 152), De heer Philips verlaat de Vergadering. Aanbieding van de Concept-Geineentebegrooting voor 1923 en van de concept-begrootingen der Bedrijven voor 1923, De aanbieding der bovenstaande begrootingen geschiedt. Na eenige discussie wordt besloten vóór de behandeling in 't openbaar een eomité-generaal te houden 13 Oetober 1922 des namiddags om 7 uur ter bespreking van de concepten (B. R. R. No. 153). Financieel? besluiten. Op voorstel van het D. B. wordt deGemeentebcgrooting 1922 ge¬ wijzigd als volgt: Hoofdstuk 1 art. 1. „Vermoedelijk batig saldo der Rekening over liet loopende dienstjaar 1922" te verhoogen met I I . a r t . I . „ H o o f d e l i j k ef 13.000.— (gewone ontvangst) en Hoofdstuk II. art. I. „Hoofdelijke Omslag", dienst 1922 tevermindereii -met f 13.000.— (gewone ont vangst). (B R. R. No. 154). Op voorstel van het D.B. wordt de Gemeentébegrooling 1922 aan¬ I a r t . 1 .gevuld als volgt: Buitengewone Ontvangst, Hoofdstuk I art. 1. .Vermoedelijk saldo der Rekening over het loopende dienstjaar" V . a r t . 3 . b . „ P r e m i ef 4586.66.5. Buitengewone Uitgaaf, Hoofdstuk V. art. 3. b. „Premie toegekend aan de Woningstichting Onder!. Hulp" alhier i 4586.66.5 (B.R.R. No. 155). Subsidie „Groene Kruis" niet verleend. Op grond dat de „Vereeniging Wijkverpleging" alhier lid is van de Vereeniging „Het Groene Kruis" en aan de Wijkverpleging jaar¬ lijks een subsidie wordt verleend uit de Gemeentekas voor over¬ eenkomstige doeleinden als het Groene Kruis beoogt, wordt eene subsidieaanvrage van laatst gemelde Vereeniging, overeenkomstig het voorstel van het D. B. afgewezen. (B.R.R. No. 156). Geinccnteëigciidoiu verbouwing. Crcdiet. Burgemeester en Wethouders stellen den Raad voor — zulks on¬ der overlegging van plannen — tot verbouwing van het woonhuis gelegen achter het gemeentehuis, in de Tolstraat, een en ander in verband met het verplaatsen van het transïormatorstatiou van het Electriciteitsbedrijf en de verbouwing der arrestantenlokalen tot welke beide laatste handelingen de Raad reeds vroeger toestem¬ ming gaf. Crcdiet voor de verbouwing van het huis wordt mede ge¬ vraagd. Wordt iu verband met deze zaak overgegaan tot eene Vergade¬ ring met gesloten deuren. Nadat veertig minuten zijn verstreken, wordt de openbare ver¬ gadering hervat. De Raad geeft toestemming tot de verbouwing hierboven bedoeld en verleent crcdiet (B.R.R. No. 157). Op zijn daartoe gedaan ver¬ zoek, wordt de Voorzitter gemachtigd aan de genomen besluiten zonder resumtie gevolg te geven. Rondvraag. De heer KAASJAGER releveert dat bij de preinietoekenning aan den beer Van Achterberg voor zijn particuliere woningbouw, de Raad een voorwaarde maakte n.l. dat hij de bestaande woning die weg zal gaan niet mag afbreken vóór den bewoner een andere wo¬ ning is verschaft. Nu beeft hij dien bewoner de huur opgezegd en heeft zelfs een vonnis tot uitzetting verkregen. ..Ligt het nu niet op den weg van den Raad", vraagt Spreker „de premie in te trekken en de Regeering van de zaak iu kennis te stellen?" De heer MOORING voegt aan de woorden van den heer Kaasjager toe. dat de heer Van Achterberg hem Spreker in den spoortrein onaangenaam heeft be¬ jegend in verband met het feit dat hij Spreker tegen het voorstel van het D. B. om de premie te verleenen, heeft geageerd. Spreker meent dat zooiets niet te pas komt. Verder is hij het eens met den heer Kaasjager, dat waar liet verleenen van premies' voor particu¬ lieren bouw uit den booze is men toch niet kan tolereeren dat. waar de straks genoemde voorwaarde is gemaakt, de bewoner van het af te breken pand wordt uitgezet uit een woning die bovendien nog heel goed is. De heer Van Achterberg heeft ook nog in den spoor¬ trein gezegd dat die premiebouw hein heelemaal geen voordeel geeft eer nadeel. ..nu dat moet toch niet bevorderd worden nog wel ten kos¬ te van de Gemeentekas!" De wijze waarop de heer Van Achterberg een geval als dit heeft behandeld, om zijn plan naar wensch uit te kunnen voeren, waartoe de bewoner verwijderd moet worden, is beneden alles. N.B. heeft hij den niets kwaads vermoe¬ denden man naar Dnitschland trachten te krijgen, naar Duitschland waar de toestand zoo ellendig is. Spreker vereenigt zich met den wensch van den heer Kaasjager: premie intrekken en 't Rijk waar¬ schuwen. De VOORZITTER antwoordt dat de Rijkspremie geldt, gegeven wordt zoowel voor particuliere als voor woningstichtings- bouw maar 't huis mag niet worden afgebroken vóór de voorwaar¬ de (ander huis voor bewoner) is vervuld. Den heer Van Achterberg is daar vanwege het D. B. uitdrukkelijk op gewezen. Spreker is be¬ reid het voorstel tot intrekken van het Raadsbesluit tot premie- vcrleeniiig op de agenda der volgende Raadsvergadering te bren¬ gen. De heer KAASJAGER is daarmede tevreden, als maar niet be¬ taald wordt. De VOORZITTER „Dat kan met vóór de vervulling der voorwaarde!" De heeren KAASJAGER en MOORING vragen naar de maat¬ regelen die het D. B. zal nemen met 't oog op de reeds eenigermate bestaande en de te wachten meerdere werkeloosheid. Of werk, óf. als er dat dan niet te vinden is, uitkeering zal moeten gegeven wor¬ den. Men kan de menschen werkeloos buiten hun schuld toch niet laten verhongeren! De heer Mooring kent al gevallen waar in 't gezin m geen dagen warm eten is geweest. Veel liever heeft men werk en zoo mogelijk productief werk dan uilkeering. Van de zijde van het D. B. wordt zoowel door den Burgemeester als door beide Wethouders betoogd dat o.a. den vorigen dag nog langdurig door het College naar eene oplossing is gezocht maar dat men die niet heeft kunnen vinden, 't Beste schijnt de zaak te stellen in handen eener commissie. Men bedenke echter dat begint men er aan, 't' aantal werkeloozen beslist zal toenemen. De heer KAASJAGER zegt dat waar 't saldo der Rekening 1921 zóó gunstig is er toch wel iets gedaan kan worden ook wanneer er geen productief werk is te vinden. In andere gemeenlen o.a. in Culeniborg doet men 't toch ook wel! De heer MOORING: Men mag er zich maar niet afmaken met „we weten niets" men wachte den winter niet zouder meer af! 't Gros van de werklieden is niet zóó dat 't liever uitkeering heeft dan geld voor arbeid. De heer PHILIPS — weder ter vergadering gekomen - wijst op de financieele ellende in Tiel gekomen voor een goed deel door 't maken van werk voor de werkeloozen. De lieer SCHOONENBEEK zou een juist overzicht wenschen van de¬ genen die zich bij 't werkeloosheidsbureau aanmelden. Gedaan moet er wat worden, 't zij werk geven, liefst productief voor de Gemeen¬ te, en anders steunen. Kan er bij de vervulling der vacature stads- arbeider van Suijdam nu geen rekening gehouden worden met de werkeloozen (geschikte). De lieer PHILIPS vindt dat heel gevaar¬ lijk; de Gemeentearchitect moet den meest geschikte nemen, ook al woont die niet in Zalt-Bommel. De heer SCHOONENBEEK „ik sprak ook van geschikte personen". Nog wordt o.a. door den heer KAASJAGER gewezen op de boomen in 't plantsoen; ook met vel¬ len en vervoeren onder deskundig toezicht is toch wel werk te ver¬ schaffen. Of 't reinigen der grachten! Als men maar wil en niet bij ieder punt dat genoemd wordt bezwaren maakt die er misschien wel eenigermate zijn maar die nu in 't belang der werkeloozen toch wel eens eenigermate zijn voorbij te zien! De heer PHILIPS denkt aan rictsnijden in de grachten. De heer PHILIPS noemt nog 't be¬ zwaar dat wanneer kleine industrieën zich pogen op te werken ook door wat matiger loon te besteden, die hun pogingen wel kunnen opgeven wanneer er werkverschaffing komt, want dan willen de arbeiders liever daar gaan waar ze veelal kunnen doen nèt zoo veel en zoo weinig als ze willen, immers 't opzicht zit er mee, dat ze zoo eenigszins mogelijk aan 't werk moeten gehouden worden. De heer MOORING antwoordt: „De weekloonen bij de werkver¬ schaffing zijn niet hoog, zijn die bij de zich opwerkende kleine in¬ dustrieën nog lager, dan hebben de menschen gelijk dat ze de eerste kiezen". De VOORZITTER verklaart zich bereid eene commissie te be¬ noemen. De heer PHILIPS zou de zaak nader willen bespreken in 't Co- niité-generaal op 13 Oetober a.s. Wordt goedgevonden. Sluiting der Vergadering.