Tekstweergave van ZANA_1923-02-23_001

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
No. 8. PostgiroDiimmer 36321 Achtste Jaargang. 1923. ZALT-BOMMELSCH NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD voor Zalt-Bommel, Gameren, Nieuwaal, Brakel, Zuilichim, Aalst, Poederoyen, Bruchem, Kerkwijk, Delwijnen, Ammerzoden, Well, Hedel, Vrijdag 23 Februari Nederhemert, Heilouw, Haaften, Tuil, Waardenburg, Neerijnen, Opijnen, Rossum, Hurwenen, Kerkdriel en Heerewaarden. L)it blad verschijnt eiken Vrijdagmiddag. Abonnementsprijs voor Zail-Bommel ƒ 0.45 per drie maanden. Voor ae buitengemeenten / 1—. per halfjaar, franco p. post. J. PEKELHARING, ZALT-BOMMEL. TELEFOONNUMMER 36. Adverterrtiën van 1—ö regels 75 cent. ledere regel meer 12 cent. Bij abonnement aanzienlijke korting. Berichten en advertemien uiterlijk Donderdags in te zendc-r Weekkalender VRIJDAG 23 FEBRUARI. Allen, of bijna allen, krijgen wij in ons leven een redelijk aantal kansen. Maar dikwijls kunnen wij ze niet aangrijpen en nog vaker gaan we ze voor¬ bij, onbewust dat ze voor ons liggen . ZATERDAG 24 FEBRUARI. Ue goden wreken Der vad'ren misdaad niet aan den zoon; Een ieder, naar hij goed of boos is, neemt Door eigen daad zijn eigen loon zich weg. Men erft der oud'ren vloek niet, wel hun zegen. ZONDAG 25 FEBRUARI. De jeugd vraagt voorschot van het geluk en de ouderdom vergenoegt zich met de rente der herinnering. MAANDAG 26 FEBRUARI. Gun nooit aan het woord on¬ verschilligheid een plaats in het woordenboek van uw leven. Er is niets dat zoozeer liet karak¬ ter bederft en alle edele gevoe¬ lens verstikt. DINSDAG 27 FEBRUARI. Wie meent dat hij iedereen kan missen, doet dwaas; maar wie denkt dat hij zelf onmis¬ baar is doet nog dwazer. WOENSDAG 28 FEBRUARI. Z'n vijand een oprecht, vrien¬ delijk woord geven, is een grooter daad dan het verove¬ ren van een koninkrijk. DONDERDAG 1 MAART. Tracht uwe kinderen, vol fei¬ len en gebreken, er toe te bren¬ gen straks een eervolle plaats in de maatschappij te kunnen innemen, als rechtschapen, eer¬ lijke en vrije menschen, met ge¬ zond verstand, goeden wil, een ruim hart en groote levens¬ liefde. PLAATSELIJK NIEUWS. Zalt-Bommel, 2$ Februari 1923. — Maatschappij van Nijverheid. Le¬ zing van den heer Stcketee over: „Technische economie in de practijk". De technische economie leert ons, po¬ pulair uitgedrukt, de technisehe midde¬ len kennen, om een bedrijf een zoo groot mogelijk rendement te doen ge¬ ven, om er alles uil te halen. Heeft men het dus over de drooglegging der Zui¬ derzee, dan bemoeit de technische eco¬ nomie zich niet met de vraag, of dit werk nu of later moet worden uitge¬ voerd, maar wel met de voordeelig- ste wijzen van materiaalaanvoer, van grondverplaatsing, van verkaveling der drooggelegde gronden enz. Bij het ver¬ keerswezen moet zij berekenen, welke banen en welke tractiemiddelen het meest rendabel zijn, waarvoor zij de factoren dient te kennen, die het ver¬ keer beïnvloeden. Bij de electriciteits- voorzicning stelt zij de vraag, of het niet voordeeliger is de kosten voor het vervoer van de kolen uit Zuid-Lintburg naar de centrales in de verschillende deelen van het land te besparen, door die kolen op de plaats van herkomst in electriciteit om te zetten en deze van daar verder te geleiden Zij wijst op het oneconomische van provinciale netten, die b.v. liattum bedienen van uit Arn¬ hem of Nijmegen, terwijl de Uselcen- trale naast de deur is; die in Friesland tot groote verliezen lijden, hoewel de nieuwe tarieven daar exorbitant hoog zijn, doordat het afzetgebied te klein is. Zij vraagt, of elders niet toegepast kan worden ,wat de groote suikerfabriek te Halfweg laat zien, die de spanning van den opgewekten stoom aan het Prov. Electrisch bedrijf afstaat en toch vol¬ doende verwarming voor haar eigen in¬ richting behoudt. Na den oorlog brachten de jaren 1919 en 1920 groote opleving in alle bedrij¬ ven. De loonen vlogen omhoog, in ver¬ band daarmee de prijzen van grondstof¬ fen en kolen (f 70 per ton). Dat hinderde echter niet, want voor zijn producten kon de fabrikant bijna vragen, wat hij wilde. Zeer spoedig kwam evenwel de kentering. Door den oorlog bleken allen verarmd te zijn, overwinnaars, over¬ wonnenen en neutralen. Zoo groot de opbloei geweest was, zoo diep nu de inzinking. Wei daalden de loonen, doch de prijzen op de wereldmarkt nog veel meer. Looncnde productie bleek in de lauden met normale valuta vrijwel on¬ mogelijk. Oude zaken met voldoend kapitaal en conservatief beheerd kun¬ nen met inkrimping en ontslag van per¬ soneel het hoofd even boven water houden, maar andere, vooral zulke, die zich in de dure oorlogsjaren kostbare gebouwen en installatien moesten aan¬ schaffen, gaan ten onder. Indien ooit, dan is het nu de tijd voor de technische economie. In een graphische voorstelling geeft spreker den kostprijs (de resultante van vaste en veranderlijke onkosten, van dnjikracht, materialen en arbeidsloon) en de opbrengst door lijnen aan, welker snijpunt hij het kritieke punt noemt. Wat daarboven ligt, vormt de onder¬ nemerswinst, de meerwaarde van Marx. Drie middelen zijn er om deze te ver- grootcn: 1. Vermeerdering der produc¬ tie. 2. Verhooging der opbrengst. 3. Ver¬ mindering der zelfkosten. Het eerste kan o.a. verkregen wor¬ den door verlenging van werktijd, ver- hoogen der vaardigheid, vermijden van onnoodig heen- en weeiloopen, doel¬ matige ligging en inrichting van werk¬ plaatsen. Dat de vaardigheid verhoogd kan worden, bleek hier te lande tijdens den oorlog in industrieën, waar Belgi¬ sche geïnterneerden een gunstigen in¬ vloed oefenden op hun Nederlandsche vakgenooten. Ook leerde de arbeider zich aanpassen, wanneer men het aan¬ tal toeren der machine geleidelijk op¬ voerde. Onnoodig heen en weer loopen vermijdt men dnor het' te gebruiken materiaal en gereedschap op mechani¬ sche wijze in het bereik van den werk¬ man te brengen, Goede ligging der fa¬ briek vermindert den tijd voor aanvoer van grondstoffen en kolen en voor ver¬ zending van het afgewerkte product: een juiste keuze en opstelling der ma¬ chinerieën verhoogt eveneens de voort¬ brenging. Het tweede bereikt men b.v. door be¬ schermende rechten, zooals op liet mo¬ ment de schoenfabrikanten vragen, en door het verwerken van afval. Zoo ma¬ ken de Leerdamsche glasfabrikanten uil hun afval kommen, schalen enz., waardoor ze niet alleen hun inkomsten vermeerderen, maar tevens de kosten van opslag en transport bewaren. Bij het derde ligt loonsverlaging voor de hand. Gaat deze gepaard met ver¬ lenging van arbeidstijd, dan kan de werkman hetzelfde en misschien zelfs een hooger weekloon maken. Veel ver¬ mag hier ook een goed preventief toe¬ zicht. Is de patroon vroeger present dan de arbeiders, zoo kan hij zien, of alles gereed is om direct te beginnen. .Merkt hij, als in een den spreker bekend ge¬ val, dat de Ampèremeter de eerste twintig minuten gestadig omhoog loopt om daarna pas constant te blijven, dan blijkt hem hieruit, dat die eerste tijd niet ten volle benut is. Verder moeten hij en zijn bedrijfsleiders nagaan, of de arbeiders het gereedschap behoorlijk onderhouden, of zij en de machines zoo¬ veel presteeren, als redelijkerwijs ver¬ wacht kan worden. In een economisch goed geregeld be¬ drijf moeten de machinerieën zooveel mogelijk alle voortdurend in gang zijn. Om te weten, in hoever dit het geval is, kan de ondernemer in zijn kantoor een door horizontale en verticale lijnen verdeeld bord aanbrengen, waarop hij de machinerieën onder elkaar, de data naast elkaar aangeeft. Bij het ontvan¬ gen van een tegen een bepaalden dag uit te voeren order gaat hij na, welke machines daarvoor beschikbaar zijn en wanneer en vult daarnaar het bord in. Ook kan hij met behulp hiervan in een oogwenk opgeven, wanneer hij een be¬ stelling zal kunnen afleveren. In elke zaak wordt tegen de techni¬ sche economie gezondigd, meermalen, doordat de patroon zelf niet weet, dat en hoe het beter zou kunnen. Dan zou hij misschien hulp kunnen vinden bij een cfficiency-ingenicur ot door kennisne¬ ming van inrichting en resultaten van de bedrijven zijner collega's. Als voor¬ beeld deelt spreker mee, dat de was- scherijen in en orn Apeldoorn (en daar zijn er ruim honderd) hem iaurlijks ano¬ niem uitvoerige berichten over hun in¬ richting zenden. Hieruit maakt hij tabel¬ len en dan blijkt, dat de een in verhou¬ ding tot den omvang der onderneming veel meer kolen verstookt dan de an¬ der, dat bier een te groot personeel in dienst is, ginds een betere machine ge¬ bruikt kan worden, elders te \ eel waschgoed verloren raakt enz. In een vergadering bespreekt lui dit alles met de belanghebbenden, waarbij hij natuur¬ lijk geen namen noemt (wat hij ook niet zou kunnen), ma^r waar ieder gewoon¬ lijk wel begrijpt, wat op hem betrekking heeft, zoodat hfi zelf remedie aanbrengt of later de middelen daartoe met den uijverheidsinspecteur bespreekt. Hoe doeltreffend dit werkt, bleek den laatste door vergelijking van de berichten over 1922 met die Over 1921: in tal van be¬ drijven waren bezuinigingen en verbe¬ teringen aangebracht. Het onderwerp is hiermee verre van uitgeput. Zoo is grooter vaardigheid en dus hooger productie te verkrijgen door specialiseering, waarbij elke fa¬ briek slechts één bepaald onderdeel maakt. Met den wensch, dat het tegenwoor¬ dig tijdperk van malaise weldra plaats moge maken voor hernieuwden bloei, eindigde spreker, wieu daarop door den heer H. L. Philips dank werd gebracht voor zijn heldere en belangwekkende uiteenzetting. — Buitengewone Nutsvergadering. In de Woensdagavond gehouden vergade¬ ring deelde de voorzitter, de heer Bec- kermg Vinckers, mede dat de lieer De Vries uit Rossum, zich als lid had laten overschrijven. Verder dat deze ver¬ gadering hoofdzakelijk was belegd om het voorstel tot opheffing der proeftuin ie bespreken hetwelk door de commis¬ sie in overweging was gegeven. Spr. herinnert er aan dat de proeftuin in 1912 werd opgericht en in dien tijd veel goed werk heeft verricht Van de ziide der tuinders werd in den beginne veel tegenwerking onder\ onden, doch dit werd iu den loop der iaren overwonnen. De laatste jaren gaven zeer slechte re¬ sultaten en waren het gevolg dat de sclmldeni;,st was gestegen dat de toe¬ komst met zorg werd ingezien. De po¬ gingen door de Commissie bij Rijk en provincie gedaan om verhooging van subsidie zijn met gelukt, vandaar liet voorste] tot liquidatie. De opbrengst van den proeftuin gaat geregeld achter¬ uit; van f 4000 was ze nu al gekomen op f 2200. Nu zegt spr. is er bij liquidatie nog kans dat aan de verplichtingen tegenover de aandeelhouders kan wor¬ den voldaan. De heer lacobs vraagt naar de ver¬ plichtingen niet betrekking tot het Gast¬ huis. De voorzitter zegt dat het bestuur van den proeftuin pogingen zal aanwen¬ den of 't Gasthuis de roerende goederen wil o\crncmen. De lieer Philips kan niet nalaten na¬ mens de leden een woord van dank te brengen aan de bestuurders die zooveel tijd en moeite hebben besteed om de zaak gaande te houden en vindt het spijtig dat de zaak dit verloop heeft genomen. De voorzitter de vorige spre¬ ker beantwoordende zegt dat de tuin veel goeds heeft gedaan, men ziet b.v. nu overal glas, 'n bewijs dat de tuinders er toch hun voordeel mee hebben ge¬ daan. Zonder hoofdelijke stemming wordt tot opheffing besloten. De voorzitter brengt alsnu nog een woord van dank aan de hecren W. van Lookeren Campagne en Preuyt voor de vele werkzaamheden door hen verricht. De heer W. van Lookeren Campagne dankt als voorzitter der commissie voor de waardeerende woorden tot hem ge¬ richt maar herinnert er aan dat die iu de eerste plaats toekomen aan den heer Preuyt die zooveel tijd heeft opgeofferd iu het belang van den proeftuin. Spr. deelde verder mede dat alle pogingen zullen worden aangewend om den tegen- woordigen chef als eigenbouwer op den tuin te laten. Als nieuwe leden werden aangtnom.n de heeren; F. van Balkum, G. van der Kolk, A. J. Staring, C. Zeegers en W. F. Schneider (Nieuwaal). Thans telt het departement 123 leden. — Nutslezlng van den heer Felix Timmermans over: „Het ontstaan van Pallieter". Den Vlaming kan men niet denzelfden maatstaf aanleggen als den Noordneder- lander; hij is een ander mensen. Wie dit niet mocht weten, heeft het kunnen ver¬ nemen bij de lezing van mevrouw Bol- dingh en nog veel beter door de voor¬ dracht van den heer Timmermans» Zij. die Pjllieter gelezen hebben, zullen na deze persoonlijke kennismaking met den schrijver het begrijpelijk vinden, dat velen, gelijk iiij ons zelf bevestigt, in hem en Pallieter één persoon zien. Tim¬ mermans toch is zoo'n allerleukste praatbaas en verteller, zoo'n gezonde, vroolijke natuur, wieu „la joie de vivre" uit de oogen kijkt, dat wc aan Pallieter zouden denken, al wisten we niet, dat diens geestelijke vader voor ons stond, en we ons moeiehjk kunnen voorstellen, hoe hij ooit, naar hijzelf zegt, „ta peur de vivre" gekend heeft. De vader van Felix, handelaar in mut- senkant evenals de grootvader en de schrijver zeli ook, moest hard werken om voor vrouw en zestien kinderen het brood te verdienen. Met vijf honden voor de kar trok hij door Vlaanderen en een deel van Zeeland, zelfs tot Middel¬ burg. Bij thuiskomst bracht hij voor zijn kleuters een of andere kleinigheid mee, gewone rapen bijvoorbeeld, waaraan hij door het geven van bijzondere namen en eigenschappen groote waarde gaf in het oog der kinderen. Ook loonde hu paedagogisch inzicht, doordat hij zijn verhalen steeds in verband bracht met de naaste omgeving. Zoo antwoordde hij Felix op diens vraag, of de drie ko¬ ningen uit den Bijbel, en meer speciaal de zwarte, goede menschen waren: „Zeker; verleden week heb ik ze even buiten de stad nog ontmoet en heeft de zwarte mij de complimenten voor je meegegeven". Dat hij ook wel eens min¬ der gelukkig optrad, bleek uit de ge¬ schiedenis van de prijsuitdeeling op school. Zoo groeit Felix op en begint te schrijven, van alles eu nog wat, waarin zoetjesaan iets ziekehjks begint te do- mi uceren, mede onder den invloed van een na lange afwezigheid teruggekeer¬ den vroegereu vriend, die hem in kennis brengt met astrologie, occultisme, spiri¬ tisme, theosophismc en andere „ismen". Hij verdiept zich in Blavatsky, Kabala enz., tot de reactie komt, de strijd van liet onrijpe nieuwe met het oude geloof en hij behoefte gevoelt aan een nieuwen levensregel, dien hij niet vinden kan, doordat de verschillende .ismen" niet met elkaar kloppen. De vroegere opge¬ wektheid verdwijnt, hij begint te tobben. ..la peur de vivre" heeft hem te pakken, theosophie, mjsticisme en katholicisme liggen met elkaar overhoop. In dien lijd ontstaat „De Schemeiing van den Dood", volgens zijn eigen woorden het ei, waaruit Pallieter te voorschijn ge¬ komen is. Nu pas bemerkt hij, dat hij geestelijk ziek is en op genezing /innen moet. De natuur in, de stilte van het bosch en hij zoekt die bij een vriend in WalenlanJ. doch vergeefs. Terug naar huis en als hij daar evenmin de Waarheid vindt, in retraite naar de Trappisten van de Aachelschc kluis aan de Nederlandsche grens. Heel alleen is hij daar in den voor meer dan veertig vreemdelingen inge- richten vleugel. Hij maakt zich bang over die eenzaamheid, steekt van de meegebrachte kaarsen er een. twee, twaalf aan en verbeeldt zich, dat die voor zijn overlijden branden. Hij kan het niet uithouden, zegt, dat hij naar huis moet om iets op te halen en — keert niet terug. Neen, de mensen is een gezellig dier en kan den omgang met anderen niet ontberen, maar Felix; zoekt daarnevens de gelegenheid om zich te ontworstelen aan de Zwartgallige stemming, die hem een obsessie geworden is, om te komen tot liet licht: hij gaat op het Begijnhof wonen en savoureert daar Thomas a Kempis en Ruysbroeck. Niet lang duurt het, of zijn vrienden, met wie hij vroe¬ ger aan de „ismen ' deed, bezoeken hem, vinden zijn tafel zeer geschikt \ oor experimenten en dra beoefent men den tafeldans, tot de pastoor er een cm aan maakt. Nu komt er een gelukkig ongeluk, u. ze schrijver krijgt een ingewanu. doening, moet in het ziekenhui , reerd warden en zweeft eeiiigei „met de teenen naar omhoog Ui chi . leven en dood. Hij voelt, dat de Dood niet zijn uurwerk naast hem zit en Uut hij niets meer te doen heef; dan zijn asem uit te blazen. „Maar hij deed het lekker niet". Vrees voor den dood ge¬ neest hem van al de narigheid der laat¬ ste jaren, doet hem weer hunkeren en snakken naar het leven, jaagt de sche¬ meringen van den dood op de vlucht en geeft het aanzijn aan Patlieter, waar¬ voor het zaad ii: hem gestrooid wordt door een rosc en een blauwe hyacint. die de verplegende non naast hem zet. Die hyacinten tooveren hem tuin en veld voor den geest, de opnieuw ont¬ wakende natuur. Open het raam en hij snuift de lentelueht in met wijd uitge¬ zette longen, hoort den haan kraaien en de vogels tjilpen en zuigen. Alles ademt blijheid en heerlijkheid. God, hoe schoon is toch het leven! En als Timmermans weer naar buiten mag en hij ziet al de pracht en weelde, die het voorjaar te bewonderen geeft, dan weet hij, dat een nieuw geluk aan¬ vangt, dat hij getuigen moet van de wondere grootheid der schepping. Een boek zal hij schrijven om zijn geestelijke wedergeboorte te vieren, om dooven en blinden hoorende en ziende te maken. Pallieter wordt begonnen, het loflied op het leven. Den eersten dag drie blad¬ zijden, den tweeden één, den daarop volgenden bijna één, den vierden niets. De reden? Al die dagen hetzelfde mooie weer, m het landschap weinig of geen verandering en nu ontdekt Timmermans, dat de natuur alleen hem geen voldoen¬ de stof biedt, dat een mensch ieven moet brengen in het geheel, een opge¬ togen en bewonderende mensch, zooals hij in zijn ziekte er zelf een had willen wezen. Nauw beseft hij dit. of hij be¬ speurt zijn held reeds alom: in eiken boom, in iedere beek. bij alle gelegen¬ heden. Het moet een man vol boert wezen, geestdriftig voor het schoone en goede, die zicli overal thuis voelt, kort¬ om „een mensch, die van alles de saus aflikt ', Vier jaren lang werkt de kunstenaar ■eraan, voortdurend schrappende, bij¬ voegende, omwerkende: stapels pape¬ rassen op den zolder kunnen het getui¬ gen. Geen zijner helden en heldinnen is naar het leven geeopieerd: tijpen zijn het, personificaties van den Vlaamschen geest. Waar ons b.v. Pallieter? vaak lange omzwervingen buitenshuis be¬ vreemden en opvallen, vertelt spreker ons, hoe Lodewiik van Boeckel, een kunstsmid uit Lier, naar Brussel gaai, op de markt den Vlaamschen dichter Ema- nuel Hiel in diens onafscheidelijke ge- klecde jas en hoogen hoed ontmoet tn hem uitnoodigt, om samen een pint bier te drinken Maar de dichter heeft geen tijd, want zijn zuster wacht op de door hem gekochte mossels. De smid houdt aan. wint ten slotte het pleit en — drie dagen later zitten ze nog in liet bierhuis. Een tweede soortgelijk verhaal van een anderen met name genoemden vriend dient ter verdere illustratie. 'Typen als Charlot zijn in Vlaanderen eveneens voor het grijpen, getuige liet moedertje uit Lier, dat alle bedevaarten meemaakt en iu de Autwerpsche gazet van een nieuwe gelezen heeft, naar Ver- riest. Felix wil haar aan het verstand brengen, dat hier geen bedevaart be¬ doeld wordt, doch een huldiging van den letterkundige Hugo Vernest, den pastoor van lngoyghem: dat daar al¬ leen schrijvers van naam komen en men haar niet zal toelaten aan het feestmaal. Maar ze komt er wel. „Dat boerke aan de deur wou me tegenhouden en liet me pavdoor, toen ik zei, dat ik den pastoor graag wou hooren spreken; dat is net zoo mooi, als een orgeltje, dat afge¬ draaid wordt". Het boerke aan de deur was — Stijn Streuvels. „Alles in het boek is verbeelding", zegt de schrijver, „maar in den geest heb ik het van stukje tot beetje eerst duidelijk gezien en toen het boek klaar was, zat ik nog verlegen mei den titel.