Tekstweergave van ZANA_1923-12-28_006

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
wend bij het Gasthuis maar ze werpen een schril licht op de weigering om het Ziekenfonds te blijven steunen. Er wordt vaak verwezen naar het ,,Reglement van het Gasthuis", dat dit zou voor¬ schrijven en dat niet zou toelaten. Dit Reglement is van 15S2 en inderdaad verouderd. Maar evengoed als er in 1901 en in 1906 kleine wijzigingen in zijn aangebracht, kunnen Regenten aan den Raad, zoo noodig, nieuwe ingrijpende wijzigingen voorstellen en wanneer deze. wat ik niet betwijfel, in het belang onzer gerneentenaren zijn, zal de Raad ze zeker gaarne bekrachtigen. Alles bijeengenórheri wensen ik niet de verantwoordelijkheid op mij te nemen vóór deze begrooting te stemmen en wanneer er geen hoofdelijke stemming plaats heeft, wil ik geacht worden tegen gestemd te hebben. De heer MOORING is ook van oordeel dat de ingezetenen bizonder weinig hebben aan de groote inkomsten van het Gasthuis. Spreker zou niet zooals de heer Wink tegen deze begrooting willen Memmen maar zou het D.B. willen vragen te pogen in overleg te treden met het College van regenten om te bevorderen dat men aan het Gasthuis eene meer praktische inrichting krijgt, opdat behoeftige zieken er meer aan zullen hebben. „Men zie nu eens alleen de verzending van de wasch, wat een geld!" „Willen Burgemeester en Wethouders die toezeg¬ ging doen, dan wil ik vóór de Begrooting stemmen". De VOORZITTER stelt voor de Gasthuisbegrooting zooals ze daar ligt, vast te stellen. De heer MOORING „Kunt U dus niet aan mijn verzoek voldoen, dan, 't zal wel niet veel helpen, ga ik met den heer Wink mee". De VOORZITTER ,.lk ben toch niet het College van D.B.; de Wethouders zwijgen beide, dus ik kan moeilijk eenige toe¬ zegging doen". Wethouder PHILIPS acht 't niet ongeschikt de zaak eens in de vergadering van D.B. te bespreken, „maar wat zal 't geven? Regenten weten al hetgeen verleden jaar te berde is ge¬ bracht; zij meenen dat 't zóó goed is als zij doen." — Daarna werd het voorgemelde besluit genomen. BENOEMING REGENT VAN MET GROOTE BOMMELSCHE GASTHUIS. 19. De Raad gaat over tot de benoeming van een regent van het Groote Bommclsche Gasthuis, naar aanleiding van de periodieke aftreding als zoodanig, met 1 Januari 1924 van den heer W. van lockeren Campagne Sr. Regenten bevelen met den aftredende aan oen heer mr. J. J. Bergsma. De VOORZITTER verzoekt de beide Wethouders met hem het bureau van stemopneming te willen vormen. Uitgebracht worden 10 stemmen op den aftredenden regent zoodat die is herbenoemd en 1 stem op mr. Bcrgsma. COMMISSIE VOOR DE GEMEENTEBEDRIJVEN. UITBREIDING. 20. De Raad besluit op voorstel van het D.B.. de Commissie voor de Gemeentebedrijven met één lid uit te breiden. 21. De Raad benoemt met S stemmen tot lid der Commissie den heer P. M. Wink (die aanneemt) 1 stem op den heer J. de Koff; 2 op den heer J. A. Pctter. — Als motief voor de uitbreiding gaven Burgemeester en Wet¬ houders op, dat in de Raadsvergadering van 24 Üetober j.1. de wenschelijkheid is uilgesproken bedoelde Commissie uit te breiden daar thans, nu 2 leden van het D.B. (de Burgemeester en Wethouder Philips) daarin zitting hebben eene verhouding in die Commissie is ontstaan wat aantal betreft tusschen vertegenwoordigers van het D.B. en vertegenwoordigers van den Raad die onevenredig is. De heer MEYER zegt bij de bespreking m het voorstel van het D.B. bedoeld, niet tegenwoordig te zijn geweest; hij begrijpt 't nut van de uitbreiding niet. In den tijd dat twee leden van het D.B. lid der Commissie waren (de Burgemeester en Weihouder Van der Panl) ging alles op rolletjes. De heer KAASJAGER had verdediging van liet voorstel verwacht van den Voorzitter der Commissie. Spreker bracht 24 Üetober i.l. de zaak ter sprake omdat hij meende dat waar de Commissie er eene is van advies, de Raad die Com¬ missie voldoende moet zijn vertegenwoordigd. Mij wil niemand weg hebben maar nog een Raadslid er bij om de verhouding tegenover 't College van D.B. juister te maken; immers altijd heeft de Raad de meerderheid in die Commissie gehad. De heer MEYER zegt, dat zulks pas in de laatste periode van 4 jaren 't geval was en de Com¬ missie is met 3 leden voldoende bezet; 't is bovendien eene Com¬ missie van bijstand, niet van advies. De heer KAASJAGER „Door de aanwijzing van den Burgemeester tot Voorzitter, welke benoeming door het D.B. geschiedde, is de verhouding anders geworden." De VOORZITTER „De Raad benoemde in September j.1. 3 leden. Ni- moet er één lid van het D.B. lid zijn. Het D.B. wees den Burge¬ meester aan; dat is eene beslissing die aan het D.B. is. Dit kan 't van belang achten dat de Burgemeester steeds op de hoogte is van den gang van zaken." „Sedert 1906, toen ik hier kwam, tot vóór 4 jaren waren steeds 2 leden van het D.B. lid." „De Commissie is er eene van bijstand, met van advies." De heer KAASJAGER ver¬ wondert er zich over dat van de Bestuurstafel de zaak op die wijze wordt behandelt; het D.B. zelve stelt de aanvulling voor. De VOORZITTER „Ik heb de zaak recht gezet maar me niet uit¬ gelaten over de wenschelijkheid van aanvulling" De heer WINK vraagt „Wat ontbrak er in de laatste vier jaren aan de samen¬ werking?" De VOORZITTER: „Niets bepaald, alleen is de Burge¬ meester minder op de hoogte dan zooals 't nu geregeld was." De heer WINK „Er zijn toch altijd notulen ter inzage". De VOORZITTER „Neen als ik geen lid ben van de Commissie heb ik daarvan geen inzage". De heer PHILIPS zegt dat toen de heer Kaasjager de zaak aanhangig maakte hij dadelijk heeft willen abdiceeren; hif vindt 't beter nog een Raadslid er bij. Voor 't kunnen houden der vergaderingen kan 't zeker geen kwaad dat er nog een l!d beschikbaar is want dikwijls kan men de menschen niet bij elkaar krijgen. De heer MEYER wil ook wel uit de Commissie ontslagen worden; misschien is 't beter dat er nieuw bloed in komt. — GEMEENTELIJK PENSIOENFONDS. BESTUURDERS. 22 a. b. Benoemd worden tot bestuurders met den Burgemeester (a. h.) van het Fonds de heeren H. L. Philips en R. Rutgers. I J a n . ' 2 4 - 1 S e p t . ' 2 4 .SCHOOLGELDVERORDENING I Jan. '24-1 Sept. '24. 23. De Raad stelt vast eene schoolgeldverordening voor het tijd¬ vak 1 Januari 1924—1 September 1924 met de bedoeling met ingang 1 September 1924 eene nieuwe verordening vast te stellen waarbij het schoolgeld zal worden gegeven over het cursusjaar: daardoor zal 't niet meer voorkomen, zooals nu telkens het geval is, dat voor leerlingen die met 1 September de school verlaten en voor welke, naar de tegenwoordige regeling, over het gcheeie kalenderjaar mnest worden betaald, teruggaaf van schoolgeld moet worden ge¬ vraagd Waar dit uit den aard der zaak pas met September a.s. kal] beginnen is eene tusschenverordening tot 1 September a.s. geldende, noodig. 2i. ONTHEFFING SCHOOLGELD. De Raad verleent ontheffing van schoolgeld aan diverse personen wegens het door de leerlingen voor wie 't versphuldigd was tus- schentijds verlaten der Scholen i en II; één wordt afgewezen. STUDIEBEURZEN. BEGEVING OVER !923. , Voor de studiebeurzen 1923 zijn ingekomen sollicitatien van S. C. van Rossum alhier, voor zijn zoon Gijsbert, leerling aan de kweek¬ school voor de zeevaart te Amsterdam; P. Brouwers alhier, voor zijn zoon Jan. student in wis- en natuurkunde aan de Rijksuniver¬ siteit te Utrecht; J. H. Conrads alhier, voor zijn zoon Gijsbert H. J. M„ leerling aan de Rijksvakschool voor goud- en zilversmeden en horlogemakers te Schoonhoven. De heer PETTER vraagt of 't niet de bedoeling is van de stichting der studiebeurzen, dat m de eerste plaats studenten aan eene uni¬ versiteit in aanmerking komen. De VOORZITTER antwoordt dat zeer wijdloopige discussiën over die zaak zijn gedrukt maar dat de Raad vnnr eenige jaren aannam dat hij in de bcgeving absoluut vrij is. 25 a. De Raad geeft de eerste beurs f 100.— aan J. H. Conrads (7 stemmen, 4 op P. Brouwers), 25. b. de tweede beurs J 100.— aan S. C. van Rossum (6 stemmen, 4 op P. Brouwers, 1 op Conrads). WIJZIGING INVORDERINGSVERORDENING OP DE PLAATSE- LIJKE 1NKOAISTENBELAST1NG. 26. De Raad stelt eene wijziging vast van administratieven aard, in verband met wijziging van de Rijkswet. De heer KAASJAGER vraagt of het D.B. niet zijn invloed kan uit¬ oefenen np het zeer gewenschte vroeger uitreiken der aanslag¬ biljetten voor de Rijksinkomstenbelasting; sommigen, ia velen, heb¬ ben ze hier nog niet en in Mei moet betaald worden; hoe eer de kleine man ze heeft hoc beter hij bij kleine gedeelten kan betalen. De VOORZITTER antwoordt dat het D.B. niets kan doen aan wat de ambtenaren der Rijksinkomstenbelasting aangaat; ook de Raad kan daar niets aan doen. De heer MOORING ..Maar kan er dan niet eens op vroeger uitreiking aangedrongen worden?" De heer PETTER merkt op, dat de verordening zooeven vastge¬ steld 't mogelijk maakt van uitbreiding van betalingstermijn te pro- fiteeren. De VOORZITTER wil wel eens vragen wat de heer Mooriug bedoelt, maar er is.aan de bclastingbureaux meer te doen! REGELING VAN DE SALARISSEN DER GEMEENTEARTSEN. Op verzoek van den VOORZITTER, geeft de Secretaris lectuur van een schrijven van den arts Van Dort Kroon, waarvan voor¬ namelijk de strekking is aan te toonen, dat in onze gemeente altijd - afgescheiden van de personen der tegenwoordige titularissen — beslist noodig is een chirurg die eenige jaren praktijk achter den rug heeft. De VOORZITTER zegt dat dit schrijven nader is toegelicht door den heer! Van Dort Kroon en wel, waar hij Voorzitter afwezig was, aan den Secretaris. Deze zal nu in besloten vergadering die toelich¬ ting aan de Raadsleden geven. De VOORZITTER schorst daarop de openbare vergadering en doet. nadat het publiek zich heeft verwijderd, de deuren sluiten (n.rn. 3 uur 20 min.). Heropening der Vergadering. (De heeren Mcver en Philips zijn in¬ middels vertrokken). Nadat 40 minuten zijn verstreken wordt de openbare vergadering hervat. Aan de orde is het navolgende voorstel van het D.B ,.Gelet op de besprekingen in de vergadering van den Raad bij de behandeling der genieentebcgrooting 1924, over de dokterssalarissen; gehoord de beide genieenteartsen, d.w.z. na'overleg en in overleg met hen; be¬ sluiten den Raad voor te stellen met ingang van 1 Januari 1924 het salaris van de beide gemeentegeneesheeren terug te brengen tot ƒ 750— per jaar voor ieder hunner finet handhaving van het besluit om bij eventuecle vacature het getal gemcentcartsen terug te bren¬ gen tot één). Van de beide artsen is een schrijven ingekomen dat waar zij na de conferentie met het D.B. tot de wetenschap zijn gekomen dat er voor hen beroep open staat op 's Raads beslissing, zij zich voorbe¬ houden bij eventueele salarisverlaging, in beroep te gaan bij Ge¬ deputeerde Staten. . Naar aanleiding van het in de heden gehouden vergadering met gesloten deuren verhandelde, stelt de VOORZITTER voor. het tus¬ schen ( ) geplaatste uit het voorstel weg Je laten. De heer WINK zegt zich daartegen niet te zullen verzetten omdat het besluit toch is genomen, al wordt 't nu niet bepaald gehandhaafd. 27 De Raad besluit conform het voorstel, gewijzigd als de Voor¬ zitter voorstelde. VERBOUWING VOORMALIG STADSKOFFIEHUIS: CREDIET; ONDERHANDSCHE AANBESTEDING. 2$. De Raad beskiit op voorstel van het DB. tot verbouwing van het voormalig Stadskoffiehuis naar overgelegd plan, verleent daar¬ voor crediet aan het D.B. en machtigt tot aanbesteding uit de hand. Voor het nemen van dit besluit nam de heer PHILIPS weder 'De heer SCHOONENBEEK vroeg of het D.B wilde bevorderen dat alle Zalt-Bommelsche aannemers kunnen deelnemen aan de in¬ schrijving; er is hier nu niet zoo'n haast bij de afwerking en er zijn ook kleine aannemers hier gevestigd die graag werk willen hebben. De VOORZITTER verzocht dat over te laten aan het D.B.; ni2t iedere aannemer is geschikt; dan valt men weer in kosten van dagelijksch toezicht. De heer WINK achtte dat systeem verkeerd, zegt de üemeentearclutect, die of die is niet goed, dan valt die af. De VOORZITTER antwoordde dat het D.B. beslist, na advies van den Architect. De heer SCHOONENBEEK -Er zijn misschien kleine aannemers die nog niet hebben kunnen toonen wat zij vermogen." De VOORZITTER „Misschien worden er ook wel van buiten af uitgennodigd." „Maar we zullen onze aandacht zeker aan de opmer¬ kingen wijden." De heer MOORING achtte 't heel verkeerd al die kleine baasjes in aanmerking te laten komen; „men ziet 't bij aan¬ nemen van kleine karweitjes, zóó zijn ze geen patroon of ze gaan den arbeidstijd negeeren; ze bederven den wetlelijken arbeidstijd, 't Is geen maatschappelijk belang ze te steunen." De heer PHILIPS beaamt dit ten volle. De heer SCHOONENBEEK „Als ieder er zóó over denkt komen die menschen nooit vooruit!" VERHURING VAN HET VERBOUWDE HUIS IN DE TOLSTRAAT. Het D.B. stelt voor dat huis te verhuren aan H. Kros voor ) 275.— per jaar voor drie jaar; concept huurcontract is overgelegd. 29. De Raad besluit conform. De heer KAASJAGER betuigt zijn spijt te moeten opmerken dat de Voorzitter, een vorige maal toen Spreker de nadeelen van het huis opsomde en de toen genoemde hoogere huur te hoog vond, verklaarde reeds een huurder voor die hoogere huur te hebben; dat heeft invloed gehad op de stemming tengevolge waarvan de Hoofd¬ agent van Politie voor dat huis mis viel. Nu blijkt dat die hoogere huur dan toch niet wordt gemaakt." De VOORZITTER „Ik had wer¬ kelijk iemand voor de hoogere huur maar in den Raad is ons pand geweldig afgebroken; was dat niet gebeurd dan zou die huur wel degelijk gemaakt zijn. De heer KAASJAGER kan dat niet aannemen. „U zei ik heb een huurder en nu blijkt dat 't niet zoo is." OPHEFFING TRAMBEDRIJF. ONTSLAG PERSONEEL ENZ. 30. De Raad besluit conform het voorstel van het Dagelijksch Be¬ stuur, a. tot opheffing met 1 Februari 1924 van het T rambedrijf. b. tot vcrleenen van eervol ontslag, wegens opheffing van het Bedrijf, en zulks met 1 Februari 1924, aan den Directeur van de Tram en aan de conducteurs, c. het D.B. te machtigen het materiaal van het r a m b e d r i j f t e v e r k o o p e n . d . g e l d e n b e s c h i k b a a r t e s t e l l e n o m d e nI rambedrijf te verkoopen. d. gelden beschikbaar te stellen om den heer Kaasjager als agent van de Arbeidsbeurs en arbeidsbemidde¬ ling als zoodanig J 250.— meer salaris uit te betalen. Üe heer PETTER is verbaasd over de mededeeling die bij dit voorstel van het Ü.B. is gevoegd van den heer Philips Wethouder- Voorzitter van de Tramcommissie, dat geen advies van die Com¬ missie kon worden overgelegd aangezien hij geen vergadering bijeen had kunnen krijgen. Spreker merkt op dat er een vorige maal veel stof is opgejaagd over het niet vooraf hooren van eene bedrijven- commissie voor en aleer een beslissing werd genomen in eene veel minder gewichtige zaak als nu en nu is de Commissie niet samen te roepen waar 't geldt de opheffing van het bedrijf? De heer PHILIPS antwoordt dat er wel eene vergadering bijeen was te krijgen maar geen voltallige. De VOORZITTER „U had toch geen voltallige ver¬ gadering gehad." De heer PHILIPS „Wel schriftelijke adhaesiebe- tuigmg met het voorstel van het D.B." De VOORZITTER „Maar dat hebt U in de vergadering van het D.B. niet meegedeeld." ' De heer SCHOONENBEEK vraagt of de conducteurs niet dadelijk vast aangesteld kunnen worden als stadsarbeiders. In het voorstel van liet D.B. wordt gexegd dat zij voorloopig voor één jaar zullen worden aangesteld (door het D.B.), De VOORZITTER antwoordt dat het D.B. beter acht voorloopig voor één jaar. De heer SCHOONENBEEK „Waarom geschieden opheffing Bedrijf en ontslag der ambtenaren niet eerder?" De VOORZITTER „Dat gaat niet zóó gauw uit administratief oogpunt. De heer DE JONGH „Gaan dadelijk alle rails er uit?" De VOORZITTER „We moeten zien of ze geschikt verkocht kunnen worden en de tijd geschikt is voor opbreken." De heer VAN GELDER „Wordt publiek verkocht of met uitnoodiging van koopers?" De VOORZITTER „Wordt nog o\erwogen". De heer VAN GELDER: „Van Straten heeft geklaagd dat hem een vorige verkoop is ontgaan." De VOORZITTER „We zullen aan hem denken". De heer MOORING bepleit het leggen van een behoorlijk voetpad in den Stationsweg op dat zij voor wie de autobussen te duur zijn te voet naar 't station kunnen gaan- De VOORZITTER: Dit is de bedoeling van het D.B. 31. De VOORZITTER wordt op zijn daartoe gedaan verzoek ge¬ machtigd aan de genomen besluiten zonder resumtie gevolg te geven. RONDVRAAG. c , t De heer SCHOONENBEEK vraagt waar schifting plaats heeft tus¬ schen crisis-werkeloozen en gewone werkeloozen voor de laatste reductie op de brandstoffen. De VOORZITTER „Die vraag behoort thuis bij uwe werkeloosheidscommissic". De heer SCHOONEN¬ BEEK „De commissie kan toch geen prijzen, b.v. cokesprijzen, regelen". De VOORZITTER „De Raad moet er natuurlijk in toe¬ stemmen". De heer KAASJAGER had in denzelfden geest een voor¬ stel willen doen maar nog verder willen gaan; hij zou wenschen verlaging van den gasprijs en verder den grooten cokesvoorraad tegen verminderden prijs opruimen. De minder-gesitueerden zouden d?armede gebaat zijn. Spreker vraagt dit nu aan den Voorzitter der BedrijvencomuiKsie. De VOORZITTER „Dat is aan een verkeerd adres" De Werkeloosheidscommissic kan het aan het D.B. vragen. De iiecr KAASJAGER „Dan vraag ik het D.B. de cokes aan de gasfabriek tegen verminderden prijs op te ruimen ten bate van de minder-gesitueerden" (b.v. ten bate van de aangeslagenen in de Ie klasse van den H. O.). De VOORZITTER zal de vraag ter tafel van Burgemeester en Wethouders brengen. De heer VAN GELDER Kunnen dan de beter-gesitueerden heelemaal geen cokes meer krijgen?" De heer KAASJAGER „Die komen er niet om!" De heer MOORING hoopt dat als we nu weer dik in de sneeuw komen, die sneller zal worden weggeruimd dan de laatste maal. De VOORZITTER zal er aan denken. De heer PETTER „Waarom kunnen de werkeloozen dat nu niet doen, natuurlijk tegen ver¬ goeding?" De VOORZITTER „'t Bezwaar is gebrek aan geschikte vervoermiddelen." De heer MOORING „Die zijn best te krijgen". Sluiting. i= U kunt elders WEL DUURDER doch NIET BETER slagen == MET HET KOOPEN VAN EEN —j I1 BRIL, PINCE mi of SO EASY. I = ALLE VOORKOMENDE GLAZEN, IN ELK GEWENSCHT MONTUUR. == j= LEVERRIJD ONGEVEER 24 UUR. :s== NIKKEL RIJBRILLEN in alle nummers in voorraad. "— VRAAG ONS EENS PRIJS. ggs S Firma MATTH. VAN DER VEGTE & Zn. m Gedipl. Drogist. Zalt-Bommel. Serie: Romantische Geschiedenis. I : F r . F U N C K - B R E N T A N O ,DEEL I: Fr. FUNCK-BRENTANO, HET HALSSNOER-PROCES. Ong. 320 bladz.; goed verzorgde uitvoering; ing. ƒ 3.—; g^b. ƒ 3.75. Op 15 Aug. 1785 werd prins-kardinaal LODEWIJK VAN ROHAN, groot-aalmoezenier \ an Frankrijk in de groote galerij van het kasteel te Versailles als een gewone dief in hechtenis genomen, verdacht van verduistering van een paarlen collier van irs. 1600000. Van deze verduistering, van de rol, die verschillende personen er in speelden, van het proces — een der meest opzienbarende uit de wereldgeschiedenis — van den invloed, dien het had op het lot van Frankrijk, daarvan geeft BRENTANO in dit boek een uitermate boeiend verhaal, geheel gebaseerd op archiefstudie en dat de laatste dagen van het ancien régime voor ons doel opleven in al hun schit¬ tering en verbluffende immoraliteit. I I : M A R I A B O T C H K A R E V A :DEEL II: MARIA BOTCHKAREVA: YASHKA, MIJN LEVEN ALS BOERENMEISJE, BANNELINGE EN MILITAIR. Een boek van en over een hoogst opmerkelijke vrouw, de geschie¬ denis van MARIA BO'1 CHKAREVA, door haar kriigsmakkers lief- koozend YASHKA Benoemd, die als een moderne Jeanne d'Arc met de wapens in de vuist trachtte haar land ter overwinning te voeren. — Zij lest in dit boek zonder iets te verheimelijken de tragedie bloot van haar leven als kind, als jong meisje en als getrouwde vrouw en vergunt ons daardoor een diepen blik te slaan in de Rus¬ sische volksziel. Wij leven met haar mee onder de bannelingen in Siberië en volgen haar lotgevallen in het leger, eerst als eenvoudig soldaat en eenige vrouw tusschen louter mannen, later als comman¬ dante van het door haar gevormde Vrouwen-Bataljon van den Dood. Wu wonen de verwording van het leger bij tot een horde wilden onder den invloed, ecr.st van het Kerensky-, daarna van het Sowjet- bewind Wii zien bet bolsjewisme in de praktijk in al zijn afschuwe¬ lijkheid. YASHKA is de type van den sterken mensch, het voorbeeld van een stoer karakter — in haar eenvoud een groote figuur, die onweerstaanbaar aantrekt. KOST f3.—. IN STEMPELBAND f3.75. N.V. Uitgeversmaatschij. en Boekh. v/h. P. M. WINK - Zalt-Bommel. Voorhanden in den Boekhandel van J. Pekelharing.