Tekstweergave van ZANA_1923-12-28_006
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
wend bij het Gasthuis maar ze werpen een schril licht op de
weigering om het Ziekenfonds te blijven steunen. Er wordt vaak
verwezen naar het ,,Reglement van het Gasthuis", dat dit zou voor¬
schrijven en dat niet zou toelaten. Dit Reglement is van 15S2 en
inderdaad verouderd. Maar evengoed als er in 1901 en in 1906 kleine
wijzigingen in zijn aangebracht, kunnen Regenten aan den Raad, zoo
noodig, nieuwe ingrijpende wijzigingen voorstellen en wanneer deze.
wat ik niet betwijfel, in het belang onzer gerneentenaren zijn, zal de
Raad ze zeker gaarne bekrachtigen. Alles bijeengenórheri wensen ik
niet de verantwoordelijkheid op mij te nemen vóór deze begrooting
te stemmen en wanneer er geen hoofdelijke stemming plaats heeft,
wil ik geacht worden tegen gestemd te hebben. De heer MOORING
is ook van oordeel dat de ingezetenen bizonder weinig hebben aan
de groote inkomsten van het Gasthuis. Spreker zou niet zooals de
heer Wink tegen deze begrooting willen Memmen maar zou het
D.B. willen vragen te pogen in overleg te treden met het College
van regenten om te bevorderen dat men aan het Gasthuis eene meer
praktische inrichting krijgt, opdat behoeftige zieken er meer aan
zullen hebben. „Men zie nu eens alleen de verzending van de wasch,
wat een geld!" „Willen Burgemeester en Wethouders die toezeg¬
ging doen, dan wil ik vóór de Begrooting stemmen".
De VOORZITTER stelt voor de Gasthuisbegrooting zooals ze daar
ligt, vast te stellen. De heer MOORING „Kunt U dus niet aan mijn
verzoek voldoen, dan, 't zal wel niet veel helpen, ga ik met den heer
Wink mee". De VOORZITTER ,.lk ben toch niet het College van
D.B.; de Wethouders zwijgen beide, dus ik kan moeilijk eenige toe¬
zegging doen". Wethouder PHILIPS acht 't niet ongeschikt de zaak
eens in de vergadering van D.B. te bespreken, „maar wat zal 't
geven? Regenten weten al hetgeen verleden jaar te berde is ge¬
bracht; zij meenen dat 't zóó goed is als zij doen." — Daarna werd
het voorgemelde besluit genomen.
BENOEMING REGENT VAN MET GROOTE BOMMELSCHE
GASTHUIS.
19. De Raad gaat over tot de benoeming van een regent van het
Groote Bommclsche Gasthuis, naar aanleiding van de periodieke
aftreding als zoodanig, met 1 Januari 1924 van den heer W. van
lockeren Campagne Sr. Regenten bevelen met den aftredende aan
oen heer mr. J. J. Bergsma.
De VOORZITTER verzoekt de beide Wethouders met hem het
bureau van stemopneming te willen vormen.
Uitgebracht worden 10 stemmen op den aftredenden regent zoodat
die is herbenoemd en 1 stem op mr. Bcrgsma.
COMMISSIE VOOR DE GEMEENTEBEDRIJVEN. UITBREIDING.
20. De Raad besluit op voorstel van het D.B.. de Commissie voor
de Gemeentebedrijven met één lid uit te breiden.
21. De Raad benoemt met S stemmen tot lid der Commissie den
heer P. M. Wink (die aanneemt) 1 stem op den heer J. de Koff; 2 op
den heer J. A. Pctter.
— Als motief voor de uitbreiding gaven Burgemeester en Wet¬
houders op, dat in de Raadsvergadering van 24 Üetober j.1. de
wenschelijkheid is uilgesproken bedoelde Commissie uit te breiden
daar thans, nu 2 leden van het D.B. (de Burgemeester en Wethouder
Philips) daarin zitting hebben eene verhouding in die Commissie is
ontstaan wat aantal betreft tusschen vertegenwoordigers van het
D.B. en vertegenwoordigers van den Raad die onevenredig is.
De heer MEYER zegt bij de bespreking m het voorstel van het
D.B. bedoeld, niet tegenwoordig te zijn geweest; hij begrijpt 't nut
van de uitbreiding niet. In den tijd dat twee leden van het D.B. lid
der Commissie waren (de Burgemeester en Weihouder Van der
Panl) ging alles op rolletjes. De heer KAASJAGER had verdediging
van liet voorstel verwacht van den Voorzitter der Commissie.
Spreker bracht 24 Üetober i.l. de zaak ter sprake omdat hij meende
dat waar de Commissie er eene is van advies, de Raad die Com¬
missie voldoende moet zijn vertegenwoordigd. Mij wil niemand weg
hebben maar nog een Raadslid er bij om de verhouding tegenover 't
College van D.B. juister te maken; immers altijd heeft de Raad de
meerderheid in die Commissie gehad. De heer MEYER zegt, dat
zulks pas in de laatste periode van 4 jaren 't geval was en de Com¬
missie is met 3 leden voldoende bezet; 't is bovendien eene Com¬
missie van bijstand, niet van advies. De heer KAASJAGER „Door de
aanwijzing van den Burgemeester tot Voorzitter, welke benoeming
door het D.B. geschiedde, is de verhouding anders geworden."
De VOORZITTER „De Raad benoemde in September j.1. 3 leden.
Ni- moet er één lid van het D.B. lid zijn. Het D.B. wees den Burge¬
meester aan; dat is eene beslissing die aan het D.B. is. Dit kan 't
van belang achten dat de Burgemeester steeds op de hoogte is van
den gang van zaken." „Sedert 1906, toen ik hier kwam, tot vóór 4
jaren waren steeds 2 leden van het D.B. lid." „De Commissie is er
eene van bijstand, met van advies." De heer KAASJAGER ver¬
wondert er zich over dat van de Bestuurstafel de zaak op die wijze
wordt behandelt; het D.B. zelve stelt de aanvulling voor.
De VOORZITTER „Ik heb de zaak recht gezet maar me niet uit¬
gelaten over de wenschelijkheid van aanvulling" De heer WINK
vraagt „Wat ontbrak er in de laatste vier jaren aan de samen¬
werking?" De VOORZITTER: „Niets bepaald, alleen is de Burge¬
meester minder op de hoogte dan zooals 't nu geregeld was."
De heer WINK „Er zijn toch altijd notulen ter inzage".
De VOORZITTER „Neen als ik geen lid ben van de Commissie
heb ik daarvan geen inzage". De heer PHILIPS zegt dat toen de
heer Kaasjager de zaak aanhangig maakte hij dadelijk heeft willen
abdiceeren; hif vindt 't beter nog een Raadslid er bij. Voor 't kunnen
houden der vergaderingen kan 't zeker geen kwaad dat er nog een
l!d beschikbaar is want dikwijls kan men de menschen niet bij elkaar
krijgen. De heer MEYER wil ook wel uit de Commissie ontslagen
worden; misschien is 't beter dat er nieuw bloed in komt. —
GEMEENTELIJK PENSIOENFONDS. BESTUURDERS.
22 a. b. Benoemd worden tot bestuurders met den Burgemeester
(a. h.) van het Fonds de heeren H. L. Philips en R. Rutgers.
I
J
a
n
.
'
2
4
-
1
S
e
p
t
.
'
2
4
.SCHOOLGELDVERORDENING I Jan. '24-1 Sept. '24.
23. De Raad stelt vast eene schoolgeldverordening voor het tijd¬
vak 1 Januari 1924—1 September 1924 met de bedoeling met ingang
1 September 1924 eene nieuwe verordening vast te stellen waarbij
het schoolgeld zal worden gegeven over het cursusjaar: daardoor
zal 't niet meer voorkomen, zooals nu telkens het geval is, dat voor
leerlingen die met 1 September de school verlaten en voor welke,
naar de tegenwoordige regeling, over het gcheeie kalenderjaar
mnest worden betaald, teruggaaf van schoolgeld moet worden ge¬
vraagd Waar dit uit den aard der zaak pas met September a.s. kal]
beginnen is eene tusschenverordening tot 1 September a.s. geldende,
noodig.
2i. ONTHEFFING SCHOOLGELD.
De Raad verleent ontheffing van schoolgeld aan diverse personen
wegens het door de leerlingen voor wie 't versphuldigd was tus-
schentijds verlaten der Scholen i en II; één wordt afgewezen.
STUDIEBEURZEN. BEGEVING OVER !923. ,
Voor de studiebeurzen 1923 zijn ingekomen sollicitatien van S. C.
van Rossum alhier, voor zijn zoon Gijsbert, leerling aan de kweek¬
school voor de zeevaart te Amsterdam; P. Brouwers alhier, voor
zijn zoon Jan. student in wis- en natuurkunde aan de Rijksuniver¬
siteit te Utrecht; J. H. Conrads alhier, voor zijn zoon Gijsbert H. J.
M„ leerling aan de Rijksvakschool voor goud- en zilversmeden en
horlogemakers te Schoonhoven.
De heer PETTER vraagt of 't niet de bedoeling is van de stichting
der studiebeurzen, dat m de eerste plaats studenten aan eene uni¬
versiteit in aanmerking komen. De VOORZITTER antwoordt dat
zeer wijdloopige discussiën over die zaak zijn gedrukt maar dat de
Raad vnnr eenige jaren aannam dat hij in de bcgeving absoluut vrij
is. 25 a. De Raad geeft de eerste beurs f 100.— aan J. H. Conrads
(7 stemmen, 4 op P. Brouwers), 25. b. de tweede beurs J 100.— aan
S. C. van Rossum (6 stemmen, 4 op P. Brouwers, 1 op Conrads).
WIJZIGING INVORDERINGSVERORDENING OP DE PLAATSE-
LIJKE 1NKOAISTENBELAST1NG.
26. De Raad stelt eene wijziging vast van administratieven aard,
in verband met wijziging van de Rijkswet.
De heer KAASJAGER vraagt of het D.B. niet zijn invloed kan uit¬
oefenen np het zeer gewenschte vroeger uitreiken der aanslag¬
biljetten voor de Rijksinkomstenbelasting; sommigen, ia velen, heb¬
ben ze hier nog niet en in Mei moet betaald worden; hoe eer de
kleine man ze heeft hoc beter hij bij kleine gedeelten kan betalen.
De VOORZITTER antwoordt dat het D.B. niets kan doen aan wat
de ambtenaren der Rijksinkomstenbelasting aangaat; ook de Raad
kan daar niets aan doen. De heer MOORING ..Maar kan er dan niet
eens op vroeger uitreiking aangedrongen worden?"
De heer PETTER merkt op, dat de verordening zooeven vastge¬
steld 't mogelijk maakt van uitbreiding van betalingstermijn te pro-
fiteeren. De VOORZITTER wil wel eens vragen wat de heer
Mooriug bedoelt, maar er is.aan de bclastingbureaux meer te doen!
REGELING VAN DE SALARISSEN DER GEMEENTEARTSEN.
Op verzoek van den VOORZITTER, geeft de Secretaris lectuur
van een schrijven van den arts Van Dort Kroon, waarvan voor¬
namelijk de strekking is aan te toonen, dat in onze gemeente altijd
- afgescheiden van de personen der tegenwoordige titularissen —
beslist noodig is een chirurg die eenige jaren praktijk achter den rug
heeft.
De VOORZITTER zegt dat dit schrijven nader is toegelicht door
den heer! Van Dort Kroon en wel, waar hij Voorzitter afwezig was,
aan den Secretaris. Deze zal nu in besloten vergadering die toelich¬
ting aan de Raadsleden geven.
De VOORZITTER schorst daarop de openbare vergadering en
doet. nadat het publiek zich heeft verwijderd, de deuren sluiten
(n.rn. 3 uur 20 min.).
Heropening der Vergadering. (De heeren Mcver en Philips zijn in¬
middels vertrokken). Nadat 40 minuten zijn verstreken wordt de
openbare vergadering hervat.
Aan de orde is het navolgende voorstel van het D.B ,.Gelet op de
besprekingen in de vergadering van den Raad bij de behandeling
der genieentebcgrooting 1924, over de dokterssalarissen; gehoord de
beide genieenteartsen, d.w.z. na'overleg en in overleg met hen; be¬
sluiten den Raad voor te stellen met ingang van 1 Januari 1924 het
salaris van de beide gemeentegeneesheeren terug te brengen tot
ƒ 750— per jaar voor ieder hunner finet handhaving van het besluit
om bij eventuecle vacature het getal gemcentcartsen terug te bren¬
gen tot één).
Van de beide artsen is een schrijven ingekomen dat waar zij na
de conferentie met het D.B. tot de wetenschap zijn gekomen dat er
voor hen beroep open staat op 's Raads beslissing, zij zich voorbe¬
houden bij eventueele salarisverlaging, in beroep te gaan bij Ge¬
deputeerde Staten. .
Naar aanleiding van het in de heden gehouden vergadering met
gesloten deuren verhandelde, stelt de VOORZITTER voor. het tus¬
schen ( ) geplaatste uit het voorstel weg Je laten. De heer WINK
zegt zich daartegen niet te zullen verzetten omdat het besluit toch
is genomen, al wordt 't nu niet bepaald gehandhaafd.
27 De Raad besluit conform het voorstel, gewijzigd als de Voor¬
zitter voorstelde.
VERBOUWING VOORMALIG STADSKOFFIEHUIS: CREDIET;
ONDERHANDSCHE AANBESTEDING.
2$. De Raad beskiit op voorstel van het DB. tot verbouwing van
het voormalig Stadskoffiehuis naar overgelegd plan, verleent daar¬
voor crediet aan het D.B. en machtigt tot aanbesteding uit de hand.
Voor het nemen van dit besluit nam de heer PHILIPS weder
'De heer SCHOONENBEEK vroeg of het D.B wilde bevorderen
dat alle Zalt-Bommelsche aannemers kunnen deelnemen aan de in¬
schrijving; er is hier nu niet zoo'n haast bij de afwerking en er zijn
ook kleine aannemers hier gevestigd die graag werk willen hebben.
De VOORZITTER verzocht dat over te laten aan het D.B.; ni2t
iedere aannemer is geschikt; dan valt men weer in kosten van
dagelijksch toezicht. De heer WINK achtte dat systeem verkeerd,
zegt de üemeentearclutect, die of die is niet goed, dan valt die af.
De VOORZITTER antwoordde dat het D.B. beslist, na advies van
den Architect. De heer SCHOONENBEEK -Er zijn misschien kleine
aannemers die nog niet hebben kunnen toonen wat zij vermogen."
De VOORZITTER „Misschien worden er ook wel van buiten af
uitgennodigd." „Maar we zullen onze aandacht zeker aan de opmer¬
kingen wijden." De heer MOORING achtte 't heel verkeerd al die
kleine baasjes in aanmerking te laten komen; „men ziet 't bij aan¬
nemen van kleine karweitjes, zóó zijn ze geen patroon of ze gaan
den arbeidstijd negeeren; ze bederven den wetlelijken arbeidstijd,
't Is geen maatschappelijk belang ze te steunen." De heer PHILIPS
beaamt dit ten volle. De heer SCHOONENBEEK „Als ieder er zóó
over denkt komen die menschen nooit vooruit!"
VERHURING VAN HET VERBOUWDE HUIS IN DE TOLSTRAAT.
Het D.B. stelt voor dat huis te verhuren aan H. Kros voor ) 275.—
per jaar voor drie jaar; concept huurcontract is overgelegd.
29. De Raad besluit conform.
De heer KAASJAGER betuigt zijn spijt te moeten opmerken dat
de Voorzitter, een vorige maal toen Spreker de nadeelen van het
huis opsomde en de toen genoemde hoogere huur te hoog vond,
verklaarde reeds een huurder voor die hoogere huur te hebben; dat
heeft invloed gehad op de stemming tengevolge waarvan de Hoofd¬
agent van Politie voor dat huis mis viel. Nu blijkt dat die hoogere
huur dan toch niet wordt gemaakt." De VOORZITTER „Ik had wer¬
kelijk iemand voor de hoogere huur maar in den Raad is ons pand
geweldig afgebroken; was dat niet gebeurd dan zou die huur wel
degelijk gemaakt zijn. De heer KAASJAGER kan dat niet aannemen.
„U zei ik heb een huurder en nu blijkt dat 't niet zoo is."
OPHEFFING TRAMBEDRIJF. ONTSLAG PERSONEEL ENZ.
30. De Raad besluit conform het voorstel van het Dagelijksch Be¬
stuur, a. tot opheffing met 1 Februari 1924 van het T rambedrijf. b.
tot vcrleenen van eervol ontslag, wegens opheffing van het Bedrijf,
en zulks met 1 Februari 1924, aan den Directeur van de Tram en
aan de conducteurs, c. het D.B. te machtigen het materiaal van het
r
a
m
b
e
d
r
i
j
f
t
e
v
e
r
k
o
o
p
e
n
.
d
.
g
e
l
d
e
n
b
e
s
c
h
i
k
b
a
a
r
t
e
s
t
e
l
l
e
n
o
m
d
e
nI rambedrijf te verkoopen. d. gelden beschikbaar te stellen om den
heer Kaasjager als agent van de Arbeidsbeurs en arbeidsbemidde¬
ling als zoodanig J 250.— meer salaris uit te betalen.
Üe heer PETTER is verbaasd over de mededeeling die bij dit
voorstel van het Ü.B. is gevoegd van den heer Philips Wethouder-
Voorzitter van de Tramcommissie, dat geen advies van die Com¬
missie kon worden overgelegd aangezien hij geen vergadering bijeen
had kunnen krijgen. Spreker merkt op dat er een vorige maal veel
stof is opgejaagd over het niet vooraf hooren van eene bedrijven-
commissie voor en aleer een beslissing werd genomen in eene veel
minder gewichtige zaak als nu en nu is de Commissie niet samen te
roepen waar 't geldt de opheffing van het bedrijf? De heer PHILIPS
antwoordt dat er wel eene vergadering bijeen was te krijgen maar
geen voltallige. De VOORZITTER „U had toch geen voltallige ver¬
gadering gehad." De heer PHILIPS „Wel schriftelijke adhaesiebe-
tuigmg met het voorstel van het D.B." De VOORZITTER „Maar dat
hebt U in de vergadering van het D.B. niet meegedeeld." '
De heer SCHOONENBEEK vraagt of de conducteurs niet dadelijk
vast aangesteld kunnen worden als stadsarbeiders. In het voorstel
van liet D.B. wordt gexegd dat zij voorloopig voor één jaar zullen
worden aangesteld (door het D.B.), De VOORZITTER antwoordt
dat het D.B. beter acht voorloopig voor één jaar.
De heer SCHOONENBEEK „Waarom geschieden opheffing Bedrijf
en ontslag der ambtenaren niet eerder?" De VOORZITTER „Dat
gaat niet zóó gauw uit administratief oogpunt. De heer DE JONGH
„Gaan dadelijk alle rails er uit?" De VOORZITTER „We moeten
zien of ze geschikt verkocht kunnen worden en de tijd geschikt is
voor opbreken." De heer VAN GELDER „Wordt publiek verkocht of
met uitnoodiging van koopers?" De VOORZITTER „Wordt nog
o\erwogen". De heer VAN GELDER: „Van Straten heeft geklaagd
dat hem een vorige verkoop is ontgaan." De VOORZITTER „We
zullen aan hem denken". De heer MOORING bepleit het leggen van
een behoorlijk voetpad in den Stationsweg op dat zij voor wie de
autobussen te duur zijn te voet naar 't station kunnen gaan-
De VOORZITTER: Dit is de bedoeling van het D.B.
31. De VOORZITTER wordt op zijn daartoe gedaan verzoek ge¬
machtigd aan de genomen besluiten zonder resumtie gevolg te geven.
RONDVRAAG. c , t
De heer SCHOONENBEEK vraagt waar schifting plaats heeft tus¬
schen crisis-werkeloozen en gewone werkeloozen voor de laatste
reductie op de brandstoffen. De VOORZITTER „Die vraag behoort
thuis bij uwe werkeloosheidscommissic". De heer SCHOONEN¬
BEEK „De commissie kan toch geen prijzen, b.v. cokesprijzen,
regelen". De VOORZITTER „De Raad moet er natuurlijk in toe¬
stemmen". De heer KAASJAGER had in denzelfden geest een voor¬
stel willen doen maar nog verder willen gaan; hij zou wenschen
verlaging van den gasprijs en verder den grooten cokesvoorraad
tegen verminderden prijs opruimen. De minder-gesitueerden zouden
d?armede gebaat zijn. Spreker vraagt dit nu aan den Voorzitter der
BedrijvencomuiKsie. De VOORZITTER „Dat is aan een verkeerd
adres" De Werkeloosheidscommissic kan het aan het D.B. vragen.
De iiecr KAASJAGER „Dan vraag ik het D.B. de cokes aan de
gasfabriek tegen verminderden prijs op te ruimen ten bate van de
minder-gesitueerden" (b.v. ten bate van de aangeslagenen in de Ie
klasse van den H. O.). De VOORZITTER zal de vraag ter tafel van
Burgemeester en Wethouders brengen. De heer VAN GELDER
Kunnen dan de beter-gesitueerden heelemaal geen cokes meer
krijgen?" De heer KAASJAGER „Die komen er niet om!" De heer
MOORING hoopt dat als we nu weer dik in de sneeuw komen, die
sneller zal worden weggeruimd dan de laatste maal.
De VOORZITTER zal er aan denken. De heer PETTER „Waarom
kunnen de werkeloozen dat nu niet doen, natuurlijk tegen ver¬
goeding?" De VOORZITTER „'t Bezwaar is gebrek aan geschikte
vervoermiddelen." De heer MOORING „Die zijn best te krijgen".
Sluiting.
i= U kunt elders WEL DUURDER doch NIET BETER slagen ==
MET HET KOOPEN VAN EEN —j
I1 BRIL, PINCE mi of SO EASY. I
= ALLE VOORKOMENDE GLAZEN, IN ELK GEWENSCHT MONTUUR. ==
j= LEVERRIJD ONGEVEER 24 UUR. :s==
NIKKEL RIJBRILLEN in alle nummers in voorraad.
"— VRAAG ONS EENS PRIJS. ggs
S Firma MATTH. VAN DER VEGTE & Zn. m
Gedipl. Drogist.
Zalt-Bommel.
Serie: Romantische Geschiedenis.
I
:
F
r
.
F
U
N
C
K
-
B
R
E
N
T
A
N
O
,DEEL I: Fr. FUNCK-BRENTANO,
HET HALSSNOER-PROCES.
Ong. 320 bladz.; goed verzorgde uitvoering; ing. ƒ 3.—; g^b. ƒ 3.75.
Op 15 Aug. 1785 werd prins-kardinaal LODEWIJK VAN ROHAN,
groot-aalmoezenier \ an Frankrijk in de groote galerij van het
kasteel te Versailles als een gewone dief in hechtenis genomen,
verdacht van verduistering van een paarlen collier van irs. 1600000.
Van deze verduistering, van de rol, die verschillende personen er in
speelden, van het proces — een der meest opzienbarende uit de
wereldgeschiedenis — van den invloed, dien het had op het lot van
Frankrijk, daarvan geeft BRENTANO in dit boek een uitermate
boeiend verhaal, geheel gebaseerd op archiefstudie en dat de laatste
dagen van het ancien régime voor ons doel opleven in al hun schit¬
tering en verbluffende immoraliteit.
I
I
:
M
A
R
I
A
B
O
T
C
H
K
A
R
E
V
A
:DEEL II: MARIA BOTCHKAREVA:
YASHKA,
MIJN LEVEN ALS BOERENMEISJE, BANNELINGE EN MILITAIR.
Een boek van en over een hoogst opmerkelijke vrouw, de geschie¬
denis van MARIA BO'1 CHKAREVA, door haar kriigsmakkers lief-
koozend YASHKA Benoemd, die als een moderne Jeanne d'Arc met
de wapens in de vuist trachtte haar land ter overwinning te voeren.
— Zij lest in dit boek zonder iets te verheimelijken de tragedie
bloot van haar leven als kind, als jong meisje en als getrouwde
vrouw en vergunt ons daardoor een diepen blik te slaan in de Rus¬
sische volksziel. Wij leven met haar mee onder de bannelingen in
Siberië en volgen haar lotgevallen in het leger, eerst als eenvoudig
soldaat en eenige vrouw tusschen louter mannen, later als comman¬
dante van het door haar gevormde Vrouwen-Bataljon van den Dood.
Wu wonen de verwording van het leger bij tot een horde wilden
onder den invloed, ecr.st van het Kerensky-, daarna van het Sowjet-
bewind Wii zien bet bolsjewisme in de praktijk in al zijn afschuwe¬
lijkheid. YASHKA is de type van den sterken mensch, het voorbeeld
van een stoer karakter — in haar eenvoud een groote figuur, die
onweerstaanbaar aantrekt.
KOST f3.—. IN STEMPELBAND f3.75.
N.V. Uitgeversmaatschij. en Boekh. v/h. P. M. WINK - Zalt-Bommel.
Voorhanden in den Boekhandel van J. Pekelharing.